Buitenlandsch Overzicht. Weer Griep? HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct. op De moord Simon Val esca NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA GEMENGD NIEUWS No. 7404 EERSTE BLAD DINSDAG 13 MAART 1934 62ste JAARGANG De Fransche koopvaardij. Ontslagen uit Duitsche concentratiekampen. Hoe Doumergue bewaakl wordt. Geringe werkloosheid in Japan. Schijnproces tegen Hitier te New York. Auto over den kop geslagen. Ernstige brand te Oss. COURA Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fi.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, XVieringcn en Texel f 1.65; binnen land f 2.— NederL Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse ros. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f. 0.70,f1.— Modeblad resp. 1.20, f 1.50, f 1.50, 11.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v b C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekeuing No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Alweer.,hei ontwapen ings vraagstuk. - Frankrijk en het Ont wapen ings vraagstuk. - Economische onderhandelingen tusschen 'Italë, Oostenrijk en Hongarije. Het ontwapenings- vraagstuk blijft onze aandacht vragen als het meest actueele vraagstuk van onzen tijd. Telkens weer zul len we er hier over moeten schrijven en telkens weer, en dat is het bedroevende, zullen wé er op moeten wijzen, dat er van «enigen vooruitgang geen sprake is. We gelooven niet, zonder nu al te pessimis tisch te zijn, in een slagen van de ontwa peningsconferentie, zelfs op een compro mis dat eenige hoop geeft op een stilstand in bewapening. Eerder het tegenoverge- etelde. In een brief, gedateerd 10 Februari, ge richt aan den voorzitter van de ontwape ningsconferentie, vat Bartrou, de Fran sche minister van buitenlandsche zaken, het Fransche standpunt, ten opzichte van het ontwapeningsvraagstuk nogmaals sa- jnen in de hieronder volgende vier punten. Daaruit blijkt, dat er in het Fransche standpunt nog niets is veranderd. Ze luiden: 1. De z.g. militaire neven-formaties, die een militair karakter hebben, moeten bij de berekening van de cijfers der effectie- 2. Geen onmiddellijke Fransche ontwa- ven meetellen. pening, die door een onmiddellijke lier- wapening van de door de vredesverdragen ontwapende staten vergezeld gaat. 3. Het vraagstuk van de waarborgen voor de toepassing van de overeenkomst moet in het bijzonder worden behandeld. 4. De door Frankrijk beweerde herwa pening van bepaalde staten verlangt een spoedige behandeling van de vraagstuk ken, waarmee de ontwapeningsconferentie zich zal bezighouden. deze brief duidelijk aantoont, dat overeenstemming tusschen de mo gendheden onwaarschijnlijk is. En wat zal Engeland doen bij een mis lukking van de bewapeningsbesprekin gen? Bewapenen! Men leze maar; Aan een diner te Birmingham ver klaarde de Britsehe minister van fi nanciën, Neville Chamberlain, o.a., dat als de ontwapeningsconferentie volledig zou mislukken en de landen van Europa wederom een bewape ningswedloop beginnen, Engeland voor zijn verdediging veel grootere bedragen dan totdusver voor militaire doeleinden beschikbaar zal moeten stellen. 9 9 Frankrijken de ontwapening Ja, ontwapening, wat een moeilijkheden le vert dat probleem op. We hebben hierboven op enkele punten ge- ANDRE TARD1EU, de bekende Fransche politicus, critiseert in zijn laatste boek scherp de tegenwoor dige constitutie van Frankrijk en o. a. slaat hij het houden eener volksstemming voor. Dit document, aldus de diplomatieke oorr. van de „Daily Herald", is een offi- cieele en categorische doodsteek voor het memorandum van Sir John Simon. De „Daily Mail" is van meening, dat wezen. Hier moge nog volgen het vraag stuk van het „gekleurde leger" in Frank rijk. Daarover schreef men dezer dagen aan de „Nw. Rott. Crt." o. m.: Een der groote moeilijkheden in de on derhandelingen tusschen Frankrijk en Duitschland over de ontwapening vormt het vraagstuk, welke troepen of organisa ties buiten rekening mogen blijven bij de voor ieder Rijk toegelaten sterkte: Duitschland verlangt dit voor de S.A. en S.S., Frankrijk voor zijn gekleurde troe pen. Frankrijk verdedigt dit laatste met het argument, dat de gekleurde troepen al léén voor koloniale doeleinden bestemd zijn. De vraag, die Duitschland op 19 Januari gesteld lieeft, of Frankrijk zich dan ook verbinden wilde, de gekleurde troepen buiten Europa te legeren en niet in Europa te gebruiken, heeft het afge weerd met de opmerking, dat deze vraag niet ter zake dienende was, zoodat beant woording geen nut kon hebben. Het Militar Wochenblatt van 4 dezer betoogt daartegenover de onhoudbaarheid van het Fransche standpunt. De thans in Frankrijk aanwezige gekleurde troepen, zoo redeneert het Duitsche militaire or gaan, zijn niet gelegerd in de nabijheid van de havens, waar zij zouden inge scheept moeten worden om een bestem ming naar een der deelen van het koloniale rijk te volgen, maar integendeel op groote afstanden daarvan, n.1. bij de Oost- en Zuidoostgrens! De geschiedenis bewijst voorts, dat zij wel degelijk in Euro- peesche oorlogen gebruikt worden; in den oorlog van '70—'71 is dit begonnen, en in den wereldoorlog op uitgebreide schaal voortgezet. In dien laatsten oorlog heb ben zij, volgens het Wochenblatt, zelfs een sterkte van ongeveer een millioen be reikt. De totale sterkte dier troepen schat het Militar Wochenblatt nu ook op één mil lioen. Voor de bezettingen van de fortenlinie langs de Oostgrens worden gekleurde af- deelingen bestemd. Volgens berichten in de Fransche pers, zoo schrijft het Militar Wochenblatt, zou dit niet geschieden bij wijze van overgang, maar zullen deze af- deelingen daar blijvend garnizoen hou den. Deze week zullen Dollfuss (Oostenrijk) en Goemboes (Hongarije) een bezoek aan Mussolini brengen, ter bespreking van economische onderhandelingen. Hieromtrent zegt de correspondent van Der Bund te Weenen in gezaghebbende kringen inlichtingen te hebben gekregen, die hierop neerkomen, dat te Rome zal worden onderhandeld over een verdrag naar het model van de overeenkomst van Ouchy tusschen Nederland, België en Luxemburg. Men zal zich herinneren dat het verdrag van Ouchy, wegens het ver zet van Engeland, niet in werking is kun nen treden. Dat was te meer te betreuren, aangezién het de eerste vastberaden stap was om een einde te maken aan het steeds hooger optrekken van de tarief- muren, die stellig onder de hoofdoorzaken van de oecónomische wéreldcrisis te tellen zijn. Overeenkomsten, gelijk die van Ouchy, laten de aangeslotenen vol komen vrij hun handelsbetrekkingen met andere staten naar eigen vrije verkiezing te regelen, doch onderling zeggen zij elkaar tarieven toe, die van jaar tot jaar met een bepaald percen tage worden verlaagd tot een vastge steld minimum is bereikt. De deelne mers waarborgen bovendien meest- begunstiging en stellen voor andere staten toe te laten treden tot het ver drag. Op dit laatste sloeg, volgens den Zwit- serschen journalist, de recente uitlating., van Dollfuss, dat men hoopte de bondge- nooten van Frankrijk, de Kleine Entente dus, binnen afzienbaren tijd mee te krij gen. Engeland, op welks tegenstand het ver drag van Ouchy is gestrand, zou tegen deze navolging, naar te Weenen wordt verzekerd, geen bezwaar maken en ook Duitschland zou er zich wel bij neerleg gen, aangezien het ter oeconomische con ferentie te Londen heeft verklaard, voor Z.O. Europa uitzonderingen op het recht van meestbegunstiging, naar het voor beeld van Ouchy, aannemelijk te achten. Middelen tot leniging van den nood. CHARLES DE BROCQUEVILLE, Eerste Minister van België, die op verzoek van Koning Leopold III met zijn ministerie aanblijft als de reqeering van het tand. William Beltrand, de Fransche minister lan de koopvaardij, heeft een redacteur van het „Journal" meegedeeld, dat meer dan 15000 zeelieden buiten werk ziin zon der hoop aangemonsterd te worden, wat met inbegrip van vrouwen en kinderen wel 50.000 in nood zittende personen maakt. De inhoud van de opgelegde Fran sche schepen in de havens gaat een mil lioen ton te boven. De daling van pond, dollar en Skandinaafsche munteenheden is een der oorzaken van die crisis, de ver hooging van de Fransche douane-rechten is er een andere van. De staat zelf lijdt rechtstreeks schade door die noodzaak van onderhoud der schepen en bemanningen en derving van inkomsten voor de schat kist. Voor douane, belastingen, havens en entrepots is dat een groot bedrag. Om erin te voorzien vraagt de minister een crediet groot 150 millioen frank. Het ontwerp is gereed en schenkt allen belanghebbenden voldoening, reeders en .equipages. Ter stond bij de wedersamenkomst van de kamers hoopt de minister het erdoor te krijgen. („Nw. Rott. Crt."). Uit Karlsruhe wordt gemeld, dat uit de concentratiekampen Kislau en Ankerbuek 40 man zijn ontslagen. Deze vrijlating ge- gebiedt in verhand met den verjaardag der revolutie. Onder de vrijgelatenen be vinden zich ook voormalige leiders van politieke partijen, zooals de vroegere Ba- densclie minister Remmele en de voorma lige leiders der communistische partij Bock en Schubach. De vrijgelatenen heb ben een verklaring geteekend, waarin staat, dat zij hun meening over het na- tionaal-socialisme grondig hebben gewij zigd en thans erkennen, dat dit het eenige is, wat het Duitsche volk kan redden. Nog 2850 gevangenen in Pruisen. Goering heeft de opheffing van het con- eentratiekamp-Sonnenburg tegen einde van deze maand bevolen wegens de toe neming van politieke rust in het binnen land. Op 1 April zullen dan in Pruisen nog 2850 gevangenen in concentratiekam pen verblijven die tot verschillende groe pen behooren. Zijn beste bewaakster is mevrouw Doumergue. Reuter meldt uit Parijs: Voor de eerste maai in de geschiedenis der Fransche Republiek woont de eerste minister in zijn ambtsperiode in een hotel, zooals thans dé heer Gaston Doumergue doet, waar men hem beter beschermd acht dan in een der ministeries. Frankrijk wil geen risico loopen met den belangrijksten man des lands, want vanaf het oogenblik dat Doumergue terugkeerde in de politiek, na jaren van rust, stapte hij in een maal stroom van intrigues en gevaren en wist hij, dat achter het Stawisky-schandaal menschen stonden, die er niet tegen op. zouden zien een eind te maken aan het leven van den man, die hun misdaden aan de kaak wilde stellen en de Fransche poli tiek zuiveren. Het hotel van Doumergue wordt dag en nacht door 28 politieagenten in uniform en in burger, bewaakt. Op een sofa in de gang voor de kaniers van den heer Doumergue zit een man den geheelen dag in een boek te lezen en wekt den schijn alsof hij half slaapt. Des nachts wordt zijn plaats door een anderen niet in het oog loopenden waarnemer ingenomen. Als de premier naar het ministerie rijdt, wordt hij altijd in een anderen auto door vier in burger gekleede politiebeambten gevolgd. 18 agenten in uniform bewegen zich onafgebroken in en rondom het hotel en twee anderen rijden per fiets voortdu rend rondom het blok huizen waar het hotel staat. Maar de getrouwste bewaker van den premier is wellicht mevrouw Doumergue zelf, die alleen aan persoon lijke vrienden toestaat de hotelkamers te betreden. Zelfs ministers mogen niet bin nenkomen, tenzij zij besteld zijn. Mede door de groote miliiaire orders. Reuter meldt uit Tokio: Volgens een rapport van het ministerie van binnenlandsche zaken is het aantal werkloozen in Japan in het afgeloopen jaar verminderd van 500.000 tot 390.000 en naar voorspeld wordt, zal dit aantal nog meer verminderen, daar de wapen- en munitie-fabrieken veel nieuwe werkkrach ten kunnen gebruiken, door de groote or ders die hun zijn verstrekt als gevolg van de reeordbegrooting van oorlog, die zoo juist door den Landdag is aangenomen. Luther protesteert. De Duitsche ambassadeur Luther is op het departement van buitentandschezaken gekomen om te protesteeren tegen een bespotting van Hitier. Den vorigen avond had een massabijeenkomst plaats gebad in Madison Square Gardens te New-York, waarbij een schijnproces was geënsce neerd tegen Hitier, die schuldig bevon den werd aan «misdrijven gericht tegen de beschaving*. De onderminister van buitenlandsche zaken, Philips, verklaarde, dat hij zich niet in deze zaak kon mengen. Geen lid van de Amerikaansche regeering, noch eenige verantwoordelijke gouvernements ambtenaar was ook maar eenigermate bij deze comedie betrokken geweest. Luther had reeds tevoren op het depar tement van buitenlandsche zaken gepro testeerd, toen nl. aangekondigd werd, dat deze proces-couiedie opgevoerd zou wor den. Er waren 20 aanklagers In dit proces van »de beschaving contra het liitleriaan- sche regiem*, waaronder Al. Smith, de katholieke gewezen gouverneur van den staat New-York, Laguardia, de burge meester van de stad New-York en Samuel Seabury, de bekende rechter, die inder tijd belast was met het onderzoek naar eenige groote knoeierijen in New-York. [Rillerig, koortsig en onbehaaglijk? jStuii die aanval direct. Ga naar bed en gebruik "AKKERTJES". Ge zult verbaasd en verheugd zijn de bijzonder krachtige werking van AKKER-CACHETS te ondervinden. Voordal Ge '1 weet is alle narigheid vergelen. Ze kosten slechts 50 cent per 12 stuks. Overal verkrijgbaar. Bovengenoemde prijs wordt verhoogd met Bijslag voor Omzetbelasting. Binnenland AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. De 19-jarige J. Oosterhout, uit de Bree, die Zaterdagmorgen, toen hij in de Roent- genstraat te Rotterdam, op zijn rijwiel een zeswieligen vrachtauto wilde pas- seeren, hiermede in aanrijding kwam, doordat zijn pantalon tusschen de ketting geraakte, en daarbij behalve een hersen schudding, enkele gebroken ribben en zware inwendige bloedingen opliep, is Zaterdagavond in het ziekenhuis aan den Coolsingel aan de gevolgen van deze ver wondingen overleden. Drie gewonden. Zaterdagmiddag is op den Deelenséhe- weg bij Arnhem een personen-auto, be stuurd door den heer Canters uit Velp, door de gladheid van den weg geslipt en over den kop geslagen. De drie passagiers, n.1. de heer en me vrouw Canters en mej. Kruisbos, even eens uit Velp, moesten met min of meer ernstige verwondingen naar het Ge meenteziekenhuis te Arnhem worden ge bracht. De heer C„ die een diepe snede over het hoofd had, kon na verbonden te zijn, het ziekenhis verlaten; mevrouw O., die een diepe vleeschwonde aan den voet had en mejuffrouw K„ die een ribkneuzing had, moesten worden opgenomen. De auto is totaal vernieuld. Zaterdagmiddag is een hevige brand utigebroken in de landbouwsehuur van den landbouwer P. Govers aan den Hee- schenweg bij Oss. Het vuur vond gretig voedsel in de voorraden hooi en stroo. De eigenaar, door voorbijgangers ge- Feuilleton Naar het Engelsch van Douglas Newton 8) Wat hebben deze inlichtingen over de moraliteit van de kolonie te maken met het feit, dat je me dwingt hier te blij ven?" J. B. zuchtte, als iemand die met tegen- ïin tot een onplezierig onderwerp over- gaat. Valesca is blijkbaar tijdens de „Joy Day-fox trot doodgeschoten. Bij het be gin van den dans is hij in gesprek ge weest met iemand in een zwarten domino. Daarna heeft niemand hem weer levend gezien." w „En ik was in een zwarten domino, grauwde Browen. „Maar de zaal was vol zwarte domino's." „Merkwaardig vol zelfs!" bevestigde J. B. En daarop, zonder merkbaar ver band met het voorafgaande: „Wist Vales ca iets uit je verleden, Browen?" „Je bedoelt, of hy wist, dat ik den strop heb gehad een poos in de gevangenis te moeten zitten?" vroeg de ander zonder een spoor van ontroering. „Voor zoover mij bekend is neen/" Martin Trevone had moeite niet door woord of gebaar te verraden wat er in hem omging, toen hij dacht aan wat Valesca had gezegd, bij het binnenkomen der kamer. „Mijn waarde exgevangenis- bewoner." Sprak Browen de waarheid of was hij een geraffineerde leugenaar? „Misschien wilde hij er gisteravond niet je over beginnen?" veronderstelde J. B. Aangezien hij niet met mij heeft ge sproken, kan ik je niet zeggen, of je het rechte eind hebt." „Je hebt gelijk." Eén moment leek J. B. uit het veld geslagen; toen, alsof een nieuw idee door zijn geest flitste: „Wist hij iets van de geschiedenis met die Affai- parels?" Ja, J. B. had ongetwijfeld een zeer persoonlijke methode om te ondervragen. I)e ongetwijfeld onbelangrijke vraag trof Browen als een schot. Hij was totaal de kluts kwijt; er kwam een uitdrukking van woede in zijn oogen en het duurde zeker een halve minuut eer hij bij by machte was iets te zeggen. „Hoe kan ik dat weten voor den dui vel! En als hij er van afwist? Ik heb niets te verbergen, wat die Affai-parels betreft, het is een heel gewone handels zaak, waarbij ik veel geluk heb gehad en die me heel veel zal opbrengen!" J. B. haalde zijn schouders op, terwijl er een ironisch-ongeloovige blik in zijn oogen kwam, en dat maakte den man in 't zwart nog meer buiten zichzelf. „Waar wil je eigenlijk naar toe, Bur- ton?" briesebte hij. „Moet ik uit je toe spelingen begrijpen, dat je mij van den moord verdenkt? Laat ik je dan zeggen, dat nog heelemaal afgezien van het volmaakt-idiote van deze veronderstel ling ik tijdens dien dans met Tony Callan en Greatham op het terras heb gezeten." „Je herinnert je dien dans speciaal?" „De „Joy Days"? Hemel-nog-aan-toe, ja! Ik verwensch dat ding; het is een marteling zoo dikwijls je die afgezaagde mop hoort! Ik herinner mij...." Hij zweeg plotseling, richtte zich in zijn stoel op en zei op een toon van ge krenkte waardigheid: „Vraag Callan en Greatham; hun getuigenis zal mijn ver klaring bevestigen." J. B. nam een paar blaadjes met aan- teekeninge op en las ze door. „Ja," gaf hij toe, „ze bevestigen je mededeeling. Jullie zaten gedurende ver scheidene dansen op het terras, zeggen ze, aan den kant van pergola... Hm! Callan verklaart, dat hij precies weet wanneer het was, omdat jij op een gege ven moment zei: „Daar heb je die ver- wenschte „Joy Days" weer." „Daarmee is de zaak immers afgeloo pen," gromde Browen. „Beiden verklaren bovendien nog, dat er een dichte drom dansers tusschen jou en den uitgang was. Het zou je niet goed mogelijk zijn geweest om weg te komen... Callan voegt er nog bij, dat je geen woord zei tijdens de Joy Days". „Dat deed ik ook niet," klonk het kwaadaardig," dat ding ergerde me ook als de weerlicht! Je lijkt overigens wel gek, J. B. Ik was in gezelschap van Cal lan en Greatham, tot we door de alge- nieene opwinding naar de danszaal wer den gelokt, om te zien wat er aan de hand was. Je kunt er geen speld tusschen krijgen." „Neen," erkende J. B. met een zucht. „En ik kan er helaas ook geen speld tus schen krijgen, dat er een heel heirleger van zwarte domino's in de zaal was!" „Ik hoop alleen maar dat je ze niet allemaal een dergelijk onbeschaamd kruisverhoor afneemt," viel Browen nij dig uit. „Ik heb het al gedaan al de zwarte broeders, waarop Ik de hand heb kunnen leggen, heb ik te pakken genomen," deel de J. B. mee. Thans was het Martin Trevone, die verstrakte. Hij had er een reden voor; hij voelde zich allesbehalve op zijn gemak, toen J. B.'s oogen zich op hem vestigden. Zou hij J. B. van het spoor kunnen bren gen? „Wel J. B.,'.' zei hij, met een vertoon van brutale opgewektheid, om zijn angst en verwarring te verbergen, „aan mij heb je een gemakkelijke eandidaat voor de galg! Ik had immers iedere denkbare reden om Valesca naar de andere wereld te helpen!" „De dood van je vader?" „Ja. Daar was Valesca de oorzaak van. Hij was hoe, mag Joost weten er achter gekomen, dat mijn vader uit En geland was gevlucht omdat hij gelden, waarover hij als advocaat het beheer had, voor zichzelf had gebruikt Met die weten schap slaagde hij erin mijn vader murw te maken, hij kende geen medelijden... hij had zijn zinnen op dit huis gezet „Wat bracht je gisteravond hier, Mar tin?" „Valesca's bevel. Wat hij vóór had, weet ik niet, maar ik moest bij hem komen. Ik heb een uitstekende vanilleoogst en ik denk, dat Valesca daarvan mee wilde pro- fiteeren." „Door je te dreigen met papieren, die betrekking hadden op je vader?" „Ik zou niet weten, welk ander wapen hij tot zijn beschikking kon hebben," klonk het bitter. „Je zou tot alles in staat zijn geweest om die papieren in je bezit te krijgen?" „Absoluut tot alles! Ofschoon ik dat beest waarschijnlijk eerder met mijn knuisten bewerkt dan doodgeschoten zou hebbenMaar is dit niet een getuigenis, waarmee ik mijzelf bezwaar, J. B.?" „Daar ziet het tenminste wel naar uit," gaf J. B. toe. Hij keek in zijn notities en glimlachte vaag. „Je was op het strand terwijl ze de Joy Days speelden; Letts en May Ridge zagen je terugkomen, even nadat het uit was. Wat deed je op het strand?" „Mij het hoofd breken over de vraag, wat Valesca wel in zijn schild kon voe ren," antwoordde Martin zonder eenige aarzeling. „Zooiets kun je het best in een zaamheid doen." „Je hebt niets verdachts gezien, ook niet in den tuin?" Martin Trevone's hart scheen één oogenblik stil te staan. Hij dacht aan een tooneel, waarin hij getuige was geweest en aan de rol, die Helen Jebbs erin had gespeeld. „Ik heb niets gezien, ik was zoo ver vuld van mijn eigen moeilijkheden, dat ik voor niets anders aandacht had," loog hij kalm. Browen liep, nadat J. B. hem verlof had gegeven te vertrekken, boos door de voor deur naar een grooten auto, die buiten wachtte; Martin Trevone ging door den tuin. Dat was de kortste weg naar het Rusthuis, waar hij logeerde. Bovendien waren er enkele dingen, die hij graag bij daglicht wilde zien. Voldaan constateerde hij, dat er geen voetsporen van hem te bespeuren waren bij het groepje heesters, dat den gehei men toegang van het valluik in den sta- deerkamervloer aan 't oog onttrok. Ver der loopend langs het huis, kwam hij bij bet venster, waardoor hij ontkomen was. Het pad van gestampt koraal was daar hard en vertoonde evenmin voetsporen. Hij keek ook nog onder een ander ven ster, waar iets bevreemdends was ge beurd. Er was daar een bloembed, maar de zwarte domino, die er dien nacht had ge staan, had zóó met zyn voeten geschui feld, dat er geen herkenbare sporen waren achtergebleven. Met een gevoel van onuitsprekelijke verlichting liep hij verder, naar de kleine tuinpoort, die naar den straatweg voerde. Hij ging de poort echter niet door. In de beschutting van het struikgewas er om heen, had Valesca's secretaresse zich ver scholen, terwijl ze een wakend oog op den wég hield. Hy wist dat ze op hem wacht te. I usschen de struiken bleef hy even staan, keek naar haar eii riep toen zacht: „Helen!" Een lichte kreet kwam over haar lip- •optmupuio iaus qaiz uooj 'uod „Mijnheer Trevone!" hijgde ze. „Je noemde my altijd Martin, vóór ik naar Canibridge ging en je uit het oog verloor. In dien tijd deden we niet zoo plechtig tegen elkaar!" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1