Md dc méskmbadm naak Dndiï
Schetsen uit het
Derde Rijk.
Oost-Indië.
Uit het politierapport.
GEMENGD NIEUWS
Volksgericht te GefFen.
Twee branden te Oss.
Overval te Eindhoven.
Voedselvergiftiging.
Brand te Sint Hubert.
Ernstige brand in een
Engelsch landhuis.
Japansche torpedoboot
vermoedelijk gezonken.
Boschbranden in Zuid-
Australië.
De moordzaak-Prince.
De berechting
van de muiterij op
„De Zeven Provinciën'.
De afzetting van overste C.
HF. nhHM .rir- COURANT VAN 13 MAART 1134.
INSCHRIJVINGEN
HANDELSREGISTER.
513 Maart 1934.
Nieuwe zaken.
£>en Helder. Wi.
Witkop's Lunchroom (ejg. E. H. u-
kop), Koningstraat 17, Den Helder.
Lunchroom „Golfzaug" (eig. mevr. J. v.
de Eijkv. Os), Badhuisstraat 10, Huis
duinen, Den Helder.
Café „De Zuid" (eig. B. J. Claassen),
Zuidstraat 67, Den Helder.
H. Willemse, Spoorstraat 74, Den wei
dt r, Loodgieter enz. en handel in sanitaii.
M. Bontes, Badhuisstraat 21, Den Hel
der, Groentenhandel.
Wijzigingen.
Den Helder.
L. Coltof, „De Bijenkorf", Spoorstraat.
43, Den Helder, Winkel in dameskleeding
en' manufacturen. Handelszaak overge
gaan in een vennootschap onder firma.
„Amko", Amsterdamsche Kooplieden,
Spoorstraat 23, Den Helder. Winkel in
heeren- en kinderconfectie. Handelszaak
overgegaan aan vennootschap ondei
firma.
Anna Paulowna.
Gebr. Boerman, Stoomweg 66, Anna
Paulowna. Garage- en expeditie-bedrijf.
Handelszaak overgegaan aan een naam-
looze vennootschap.
Texel.
Dorpskring „Steunt Elkaar", Oudescbild
Texel. Uitkeering bij overlijden. Bestuurs
wijziging.
Opheffingen.
Den Helder.
P. J. Sleper, Huisduinen 34, Den Hel
der. Verlof zaak.
P. Colpa, Sluisdijkstraat 121, Den Hel
der. Handel in houtwaren en borstelwer
ken.
Aangifte gedaan door een bewoner van
de Hertzogstraat, dat in den nacht van
Vrijdag op Zaterdag j.1. van een 3-wielig
transportrijwiel de electrische lamp met
dynamo is ontvreemd. Bedoeld Dl wiel
stond op eeh terrein achter het R. K.
Ziekenhuis.
Binnenland
Zaterdag heeft te Geffen een executo
riale verkooping plaats gehad van den in
boedel der boerderij benevens de hooi-
voorraad van den landbouwer S., aldaar.
Ofschoon er voor deze openbare verkoo
ping groote belangstelling bestond, werd
er niet geboden. Het geheel bracht de som
van twintig gulden op.
De veiling werd gehouden, omdat S.
zijn verplichtingen niet was nagekomen
tegenover den landbouwer v. D., waar
mee hij geruimen tijd in een proces was
gewikkeld. Het proces werd door S. ver
loren.
De dorpsbevolking schijnt het niet eens
geweest te zijn met dit vonnis. Den nacht
voor de verkooping Werd op het erf van
de tegenpartij (den landbouwer v. D.) een
ware verwoesting aangericht. Een groote
houtmijt werd uitéén gehaald, en geheel
vernield. De brokstukken van het hout
werden over den akker van Van D. ge
strooid. De benadeelde heeft aangifte van
het gebeurde gedaan.
Een geval van brandstichting.
Zondagmorgen ontdekten twee agenten,
die op surveillance waren, dat er brand uit
gebroken was in het woonhuis van den
metselaar P. PI., aan de Hoog Beuvélsche
Steeg, te Oss. Het vuur woedde zeer fel en
het huis, dat eenige jaren geleden nieuw
was opgetrokken, brandde als een fakkel.
De brandweer was spoedig ter plaatse,
doch, daar in den geheelen omtrek geen
water te vinden was moest zij lijdelijk
aanzien, dat het huis met inboedel en een
voorraad hooi en stroo tot den grond toe
afbrandden. Huis en inboedel waren ver
zekerd.
De agenten stelden een onderzoek in en
kwamen tot de ontdekking, dat de metse
laar en zijn vrouw geheel gekleed ter zijde
van het huis naar het vlammenspel ston
den te kijken. Daar de agenten dit ver
dacht vonden, arresteerden zii PI. en zijn
vrouw. Op het politiebureau ontkende het
echtpaar hardnekkig, iets met brandstich
ting uitstaande te hebben. Niettegen
staande deze beweringen, zullen beiden
vandaag naar Den Bosch getransporteerd
worden en ter beschikking worden gesteld
van den officier van justitie aldaar.
De tweede brand.
Ecu geweldige vuurzee kleurde Zondag
avond te Oss den hemel wederom rood;
voor de derde maal in ruim één etmaal
was een groote brand uitgebroken. Thans
was de brand ontstaan in een landbouw-
schuur van den landbouwer C. van Din-
ter, aan den Berghemschenweg. Omwo
nenden waarschuwden den boer, dat zijn
Schuur in brand stond. Men trachtte nog
met een brandbluschapparaat het vuur te
stuiten, doch dit mocht niet meer geluk
ken; de schuur stond weldra in lichter
laaie. Door den krachtigen wind laaiden
de vlammen hoog op eu tastten de nabij
gelegen boerderij van Van D. aan. In een
oogwenk was het rieten dak over de ge-
heele lengte één vuurzee. Buren snelden
toe, om met vereende krachten het vee, dat
in de hofstede was ondergebracht, los te
snijden en te redden. Het groote vee en
de varkens wist men nog uit de stallen
te drijven, een aantal kippen echter kwam
in de vlammen om. Een gedeelte van het
meubilair kon nog in veiligheid worden
gebracht, doch het perceel, dat eigendom
is van de weduwe van C„ brandde tot den
grond toe af. Een partij hooi en stroo, als
mede de landbouw-inventaris, werden
door het vuur vernield. Alles is slechts
laag verzekerd.
Door den geweldigen vonkenregen werd
na eenigen tijd het aan de voorzijde van
den weg gelegen woonhuis van den arbei
der Ceelen mede door het vuur aangetast.
Dit pand, dat eveneens met riet was ge
dekt, stond in een oogwenk in lichter
laaie. De brandweer, die onmiddellijk werd
gewaarschuwd, arriveerde met twee mo
torspuiten en eenige slangenwagens op
het terrein van den brand. Daar de brand
putten op verren afstand van de bran
dende perceelen zijn gelegen, moesten
honderden meters slang worden uitgelegd,
eer men de vuurzee kon aantasten. Toen
dan ook na geruimen tijd water werd ge
geven, was de arbeiderswoning reeds een
brandende fakkel.
Daar de bewoners afwezig waren, heb
ben eenige buren nog kans gezien, eenig
meubilair te redden. Ook dit perceel
brandde tot den grond toe af. Bij deze
menschen was alles slechts laag verze
kerd.
Op het bijkantoor van de
Nederlandsche bank.
Op het correspondentschap van de
Nederlandsche Bank aan de Dommel
straat te Eindhoven is gisterenmiddag om
streeks twaalf uur een brutale overval
gepleegd. Op dien tijd zat de veertig
jarige bankbediende Seller genaamd, op
het kantoor geld te tellen, toen hij iemand
hoorde binnenkomen. Daar hij met den
rug naar de deur gekeerd zat, kon hij
den binnentredende niet onmiddellijk
zien en ging, niets kwaads vermoedende,
door met zijn werk. Plotseling kreeg hij
met een ijzeren of looden voorwerp een
slag op het hoofd. Hij begon om hulp te
schreeuwen, doch ontving van den onver
laat nog een tweeden slag, maar zag ech
ter desondanks nog kans om een aschbak
te grijpen en door de ruiten aan de straat
zijde te slingeren. Op het geraas van het
vallend glas nam de onbekende de vlucht
en wist op straat te ontkomen, zonder dat
iemand hem herkende.
Er wordt niets vermist.
(Handelsblad).
Talrijke Haagsche kinderen
ziek geworden.
Op verschillende roomsch-katho-
lieke scholen te 's-Gravenhage heb
ben zich Zaterdag gevallen van een
plotselinge ziekte onder de jeugd
voorgedaan, welke zich openbaarden
in een buikaandoening. Blijkbaar was
hier sprake van een vergiftiging op
groote schaal.
De G.G.D. heeft gisteren een onderzoek
naar deze aangelegenheid ingesteld, in sa
menwerking met den Keuringsdienst van
Waren.
Vermoed wordt, hoewel dit nog niet met
zekerheid is komen vast te staan, dat het
hier betreft een geval van vergiftiging ten
gevolge van het op Vrijdag j.1. door de
Sint Vincentiusvereeniging verstrekte
voedsel.
De Omvang van het geval is zeer groot,
daar enkele honderden kinderen schijnen
te zijn aangetast, waarvan sommigen vrij
ernstig, hoewel er naar de doctoren van
den G.G.D. verzekerden, nergens sprake
is van levensgevaar.
Restanten van het op Vrijdag j.1. ver
strekte voedsel zijn in beslag genomen en
worden thans aan een nauwkeurig onder
zoek onderworpen. Het meerendeel van de
zieke kinderen is aan de beterende hand.
Bij het eerste bezoek, dat dr. Noordhoek
Hegt van den G.G.D. aan het gebouw van
de kindervoeding van de St, Vincentius
vereeniging aan het Westeinde te 's-Gra-
venhage iigeft gebracht, was de indruk,
dat alles er keurig netjes en uiterst zin
delijk werd behandeld, zoodat de oorzaak
in geen geval in onachtzaamheid kan wor
den gezocht. Een kleine fout in de voedsel
bereiding kan echter, vooral bü kinderen,
reeds funeste gevolgen hebben en op 1000
kinderen worden er dan al spoedig eenige
honderden ziek.
Het verdere beloop van het onderzoek,
(lat door G.G.D. en Keuringsdienst wordt
ingesteld, zal moeten uitwijzen waar de
fout heeft geschuild.
Zaterdagavond is een vrij ernstige brand
uitgebroken in de landbouwschuur van
den landbouwer J. C. Verberk op den
Berg te St. Hubert. 18 koeien en 100 kip
pen kwamen in de vlammen om. Het vuur
tastte ook de kapitale boerderij van V.
aan. Ook dit perceel kon niet meer wor
den behouden. De brandweer moest zich
bepalen tot het nat houden van de nabu
rige boerderijen, die meermalen ernstig
gevaar liepen eveneens in vlammen op te
gaan. Men is er in geslaagd deze voor het
vuur te sparen. De boerderij, stalling en
schuren van V. zijn door het vuur ver
woest. Ook het huisraad, de landbouw-
inventaris en het hooi en stroo zijn ver
loren gegaan. De schade, welke ongeveer
12.000 bedraagt, wordt door verzekering
gedekt. De oorzaak van den brand is on
bekend.
Buitenland
*•-
Twee menschenlevens te betreuren.
Weer is in Engeland een groot land
huis door brand grootendeels vernield en
helaas zijn er thans weer twee levens te
betreuren. Omstreeks twee uur in den
morgen van Zaterdag ontdekte een pas-
seerend geestelijke, dat er brand was uit
gebroken in Castle Hill, het buitenverblijf
van graaf Fortescue te Filleigh in Devon-
shire. Hij waarschuwde dadelijk het per
soneel, dat op dat moment uit vier per
sonen bestond n.1. een bejaarde huis
houdster en drie meiden. In een dei-
vleugels sliepen bovendien een aantal
werklieden uit Londen, die bezig waren
met de restauratie van het buiten.
De huishoudster, de 51-jarige miss
Vincent, die al meer dan 20 jaar in dienst
der familie is werd het eerst wakker. Het
vuur had toen al gevaarlijke afmetingen
aangenomen, maar het eerste werk van
de vrouw was niet te zorgen voor haar
eigen veiligheid, maar voor die van de
anderen. Dit is haar noodlottig geworden.
Zij heeft de anderen kunnen waarschuwen.
Twee der meisjes konden ongedeerd het
brandend huis verlaten, de derde en miss
Vincent kwamen echter niet naar buiten.
Intusschen was ook de brandweer gealar
meerd en spoedig waren brandspuiten ter
plaatse. Voordien waren echter de Lon-
densche werklieden al met de blussching,
zoo goed als dat ging, begonnen en zij
hadden ook getracht, de twee vrouwen,
die nog in het huis waren te vinden.
Moedig begaven zij zich in het fel bran
dende gebouw en een hunner had het
geluk een der vrouwen te vinden. Zij lag,
reeds bewusteloos, op een overloop. Met
groote moeite wist hij haar naar buiten
te brengen, waar ook de redder bewuste
loos neerviel. Het meisje bleek echter
niet meer tot bewustzijn te brengen. Zij
stierf spoedig na haar redding. De Lon-
densche werkman kwam gelukkig spoedig
weer bij.
Alle pogingen om miss Vincent te red
den bleken helaas vruchteloos. Later
heeft men haar verkoolde lijk onder de
puinhopen gevonden.
Waarschijnlijk is zij, na de anderen
gewaarschuwd te hebben den verkeerden
kant uitgegaan en in een brandend ver
trek terechtgekomen, ^«aruit zy geen
uitweg meer kon vinden. Zij isi toen be
dolven onder het instortende dak.
De brand zelf was men betrekkelijk
snoedig meester, hoewel men met kon
voorkomen, dat het middengedeelte van
het gebouw vrijwel geheel is uitgebrand.
Men heeft echter vele kostbare meubelen
en een collectie Chineesch porcelein en
zilver nog kunnen redden.
De omgekomen huishoudster was een
vrouw met een arm. Zii was 51 jaar oud
en reeds23 jaar in dienst bij dehortescue s.
Het omgekomen meisje was 18 jaar oud.
80 man vermist.
Naar Reuter uit Tokio meldt, is
de torpedoboot „Tomotsoeroe", wel
ke met een flottielje uit de oorlogs
haven Sasebo voor manoeuvres was
vertrokken, niet teruggekeerd. Het
schip moet tengevolge van het storm
achtige weer omgeslagen zijn. De be
manning telde 80 man.
Later. Het wrak van de „Tomot
soeroe" is gevonden bij het eiland Sjijiki.
De minister van marine heeft geweigerd
verdere inlichtingen te verstrekken over
het aantal omgekomenen. De „Tomot
soeroe" was een schip van het modernste
type, en pas in Februari 1.1. van stapel
geloopen.
Temperatuur van ruim 100 F.
Nabij Adelaide (Zuid-Australië) zijn
Zondag drie huizen ten gevolge van
boschbranden, die over een groote uit
gestrektheid woedden, verwoest. Hon
derden menschen namen vrijwillig aan het
blusschingswerk deel.
Ook in andere declen van Zuid-
Australië woedden boschbranden, waar-
Van onzen bijzonderen medewerker.
V.
Cadiz.
Cadiz, zooals de Zeemansgids het uit
drukt, the cleanest town of Spain, doet
groote moeite deze reputatie waardig te
zijn; we ontmoeten er enkele ezelkarre
tjes, waarachter een inboorling met stof
fer en blik: Stadsreiniging.
De stad is gebouwd op een schier
eiland, en zoodoende niet meer voor uit
breiding vatbaar, een feit dat de oude zee-
roovers, die deze stad stichtten, blijkbaar
al duidelijk was. Althans de straten zijn
zeer nauw, een auto past er juist in, twee-
richtingverkeer is absoluut uitgesloten.
Een vreemdeling krijgt den indruk dat
zeker 80 der bevolking op straat leeft.
De straten zijn altijd eivol, met langzaam
loopende, doch zeer vlug pratende men
schen, die geen van allen het erg druk
schijnen te hebben. Toen wij op het stad
huis lazen, dat de kantooruren er tus-
schen 11 en 2 uur vielen werd veel duide
lijk er is dan nog eens tijd voor een wan
delingetje.
De mannen leven veel in café's en
clubs. Vooral die clubs, de groote hee-
ten.;.. „Casino", de kleine „Celcle"
vormen een belangrijk deel in hun be
staan. Langs den muur een rij fauteuils,
in elke fauteuil een lid, met een krant en
een Spaansche cigaret, liefst met hoed op
en pas aan, per twee stoelen een „spitoca",
de grond doet dienst als aschbak.
Zoo nu en dan ontstaat een samen
spraak, over een topic of the day, dan
concentreeren zij om dengene die het
nieuwtje weet. Wij zagen een ingezetene
van Cadiz, die bij zoo'n gelegenheid niet
aan het woord kon komen, en dit toch
vast van plan was. Hij gaf het niet op,
dan wordt duidelijk wat Zuidelijk tempe
rament wil zeggen. Overigens aardige,
goedmoedige menschen, zeer beleefd en
hartelijk, alle moeite doende om het taal
verschil te overbruggen met brokken
Fransch en Engelsch.
Een Majoor der artillerie vertelt van
Java uitgesproken Chawa en de
monstreert omstandig de uitdrukking
„met de kain omhoog weg". Overigens
houdt hij vol, dat in Zeeland nog een ge
meente is, waar de Spaansche taal alge
meen gesproken wordt, en gelooft aan
geen tegenspraak. De kwestie van kolo
niën die behouden bleven en koloniën die
verloren gingen komt steeds ter sprake,
dat zit zoo diep; zij doen ons trotsch zijn
op ons bezit. Een groote muur omringt
de stad aan de landzijde. Het was een
z&erooversnest bij uitnemendheid, de eer
ste „stad" van Europa. Het verkeer in de
haven is zeer levendig, aanvoer van
visch, vruchtent, kolen, uitvoer van wijn,
wij zagen druk scheepvaartverkeer onder
allerlei vlag. Veel touristenschepen ko
men voor eenige uren ter reede. Een be
zoek aan de Kathedraal en het Kapucij
ner klooster met hun kunstschatten,
daarna de sneltrein naar Sevilla, vier
uur sporen, voor bezoek aan de Ciralda
en het Alcazar. Bij onze aankomst lag er
de „Statendam" van de Holland-Amerika-
lijn, op een touristenreis.
De Kathedraal van Cadiz torent de stad,
beheerscht het aspect van uit zee. Zij
werd in 1741 opgetrokken uit zandsteen
met den rotsbodem als fundament, een
rijke stad, die er iets voor over had iets
schoons te bezitten. De pilaren zijn opge
trokken uit Carara marmer, het glas en
lood is door kunstenaars vervaardigd.
Uit.de koepel tusschen koor en hoofd
altaar straalt zacht paars licht, de kleur
(der vergeving, bovenin is een engel ge
beeldhouwd. Wij maakten een Zondag-
schen dienst mede. Achter het koorhek
zaten in houten gebeeldhouwde banken
alle waardigheidsbekleeders in hun ker
kelijke dracht. Psalmboeken uit *de 15de
eeuw werden gebruikt, geplaatst op
groote katheders, koorknapen sloegen de
bladzijden om. Wij waanden ons eenige
eeuwen terug, zoo suggestief was het
beeld. Boeken van den Spaanschen
schrijver Vicento Blasco Ibanez beginnen
*6p deze wijze te leven. Altaarstukken van
zuiver goud, handsmeedwerk, stuk voor
stuk kunstwerken, deden zien hoe rijk
deze stad vroeger was.
De revolutie legde de kerk aan banden,
sloot vele kloosters, daarom konden wij
het Capucijnerklooster bezichtigen, waar
in zich eenige werken van Murillo bevon
den, die op zich zelf al een tocht hierheen
waard zijn. Bartholomeus Esteban Mu
rillo, beroemd Spaansch schilder, leefde
van 1618 tot 1682 in Sevilla. Zijn laatste
werk was een schilderij, voorstellende het
aannemen van den sluier door St. Catha-
rina. Bij het schilderen van dit omvang
rijke doek stond Murillo op een stelling
van 6 meter hoogte. Mij viel bij een po
ging om de belichting te veranderen en
stierf drie maanden later; het doek werd
ons getoond. Zijn beste werk de Stigmata
van Francisclus van Asisi hing hier ook,
en hieruit herkenden wij den meester.
De wijding, de voorname schoonheid van
dit werk, de lichteffecten en de expressie
zijn verrassend en indrukwekkend tege
lijk. Aan de belichting was de uiterste
zorg besteedt, het werk domineerde de
geheele omgeving.
Intusschen is het niet alleen de geest,
die gevoederd wil worden. Op den terug
weg troffen we een Duitsche Bier-stube,
die lafenis bracht op dezen zomerschen
dag.
De eigenaar deed uitkomen, dat reeds
meer vertegenwoordigers van de Ned.
Marine den weg hierheen hadden ge
vonden.
De consul stelde er prijs op ons een
blik te gunnen in de wijnkelders van de
Firma Pedro Domecq, in het naburige
Jerez, waar de oer-sherrij vandaan komt.
Deze firma met „Domecq Oblige" in haar
wapenschild beschikt over uitgebreide
wijngaarden en een exportbedrijf annex.
Wij zagen vaten van 250 jaar oud, met op
schriften „Napoleon", „Nelson", (very
good friends, zei de export manager),
„Fox", „George IV" enz.; deze vaten be
vatten wijn, die inderdaad door hen ge
dronken is, zij wordt nu slechts gebruikt
om te vermengen met andere. Het proe
ven speelde een groote rol, wij werden
groote bewonderaads van de firma Do
mecq. Het feit dat een onderzeeboot
„droog" is, belette slechts een bestelling
te doen.
Inmiddels gaan de herstellingswerk
zaamheden hun gang. De chef van het
bureau Scheepvaart heeft de schade op
genomen en eveneens verklaard dat het
meeviel; de booten zijn in het dok opge
nomen voor controle buitenboord.
Dinsdag is de zaak weder gezond en
vertrekken we naar zee, bestemming Pa-
lermo.
No. IV werd opgenomen in ons nr.
van Donderdag 8 Maart.
door veel bosch- en weidegrond vernield
Sinds acht dagen lijdt het land onder
een hittegolf.
Te Adelaide werd een temperatuur van
3 8gr. C. (ruim 100 gr. F.) geregistreerd.
Een poging tot zelfmoord.
Gisteravond is te Parijs groot opzien
verwekt door een poging tot zelfmoord
in verband met den moord op den raads
heer Prinee.
Mej. Taris, die onlangs medegedeeld
heeft, dat zij Prinee voor zijn reis naar
Dijon op het station te Parijs had gezien,
waarbij zij vastgesteld had, dat hij door
een v<ydacht uitziend individu werd ge
volgd, heeft gepoogd in een zij-kanaal van
de Seine te springen. Men kon haar echter
beletten haar voornemens ten uitvoer te
brengen. Op de politiepost vond men later
in haar handtasch een brief, waarin zij
verklaarde te willen sterven.
EEN BEKLAAGDE SPRINGT UIT
HET RAAM VAN DE RECHTZAAL.
Gistermorgen zou een arbeider wegens
diefstal en onregelmatigheden voor de
rechtbank te Dresden terecht staan. In
de zittingzaal op de vierde étage van het
gerechtsgebouw gedroeg hij zich volkomen
normaal ee kalm, doch toen de rechtbank
zich in raadkamer terugtrok om vonnis
te vellen, sprong hij plotseling op, liep
naar een der vensters en sprong naar
beneden. Ernstig gewond bleef hij in den
tuin voor het gebouw liggen. Hij werd
naar een ziekenhuis gebracht.
POLITIEK MISDRIJF?
Te Parijs is de gewezen Italiaansche ad
vocaat Franco Clerici door een revolver
schot gedood. De moordenaar heeft de
vlucht genomen. De daad zou uit politieke
overwegingen zijn gepleegd.
H.
Het Duitschland van heden kenmerkt
zich uiterlijk door groote correctheid.
Alles wat men ziet spreekt van organisa
tie. Uiterlijk loopt alles in alles tot in de
puntjes geregeld. Overal spreekt een ze
kere zelfbewustheid uit.
Overal en altijd ben ik deze zelfbewust
heid tegen gekomen. Dit is het waar
Hitier steeds op hamert.
„Het volk moet zich ten allen tijde be
wust voelen", zonder bewustheid groeit
er niets.
Van de ware stemming die er heerscht
komt men reizende heel weinig te weten,
de menschen laten zich niet uit over hun
meening. Ze verzekeren allen dat het
beter, veel beter geworden is, maatschap
pelijk althans. En men hoort dan ook fei
ten die werkelijk verbeterd zijn. Vooral
voor de oorlogs-invaliden schijnt Hitier
veel te doen en dankbare menschen zijn
trouwe menschen.
Als men zegt dat de geschiedenis zich
steeds weer herhaalt, alleen van brood
zult gij niet leven, het geestelijke laat
zich niet verdrijven door het materieele,
dan haalt men de schouders op en zegt:
„Slechter worden kon het niet, nu gaat
het veel beter."
Van werkelijk doorpraten, het ingaan
op de toestanden komt weinig. Een oude
man met wien ik praatte verzekerde mij
„dat in Duitschland zeer veel ooren
waren".
Er spreekt een zekere angst uit, men
wordt voorzichtig als er over de geeste
lijke stemming van Duitschland gespro
ken wordt.
De trein, die Munster uitstoomde,
bracht mij te zamen met twee jonge men
schen. En al gauw was ik als vreemdeling
opgenomen in deze kleine treinfamilie.
Hij was student theologie en zij studente
in de rechten. En in dien voortrollenden
wagen spraken drie jonge menschen ern
stig en waarachtig over den tegenwoor-
digen toestand, het groote gebeuren voor
dat groote volk.
Zij waren het vrijwel met elkaar eens
over het gansche gebeuren in Duitsch
land. Ze redeneerden logisch en klaar.
Spraken niet alleen over den materieelen
nood van het volk maar vooral over den
geestlijken nood.
Alleen, als ik vraag, hoe hij het rijmen
kan met zijn religieuze gevoel.ens om an
dere menschen zekere gedachten, ideeën
op te dringen; anderen te dwingen een
richting te volgen, die tegen hun gewe
ten indruischt, dan lacht hij en verklaart
breedvoerig, dat een volk, een mensch,
geleid moet worden. De mensch kan niet
alleen gaan. Moet iets hebben om zich
vast te klampen. De kunst, de groote
kunst is om de menschen, het volk te be
reiken, direct tot het volk te spreken. De
massa heeft behoefte aan iets tastbaars
iets wat altijd tot hen spreekt. De jeugd
geeft men uniform, romantiek, de ouderen
hun vereeniging van frontsoldaten,
sehietvereenigingen, enz., enz. Maar in en
uit alles spreekt de geest van ten Pührer,
overal spreekt propaganda voor de idee.
Het laat het volk niet los. Tot in de
puntjes, in het uiterste doorgevoerd, wat
men ziet, wat men leest oogenschijnlijk
kleine, haast onopvallende dingen, alles
spreekt van het steeds levendig houden
van het volk.
En rustig verklaart hij dat voor zeer
el en, voor de massa het geloof in den
Fiihrer een religie geworden is. Men
leidt het volk, alle kenteekenen van het
vroeger heerschende stelsel moesten uit-
gewischt worden en zegt hij: „Wij besef
fen heel goed, dat de geest van de oude
stelsels nog niet dood is, maar wij zullen
liet volk doen gelooven in zijn eigen groot-
beid. Lang en enthousiast spreekt hij.
Maar op de kern van mijn vraag vindt hij
geen antwoord. Wat zal het Duitsche volk
doen als het in het materieele geen vol
doening meer vindt? Als de drang naar
geestelijke vrijheid (e sterk wordt? Als
de universeel e gedachte van het Christen
dom onweerstaanbaar haan breekt, als het
volk niet meer wil denken, 20Osl
netjes voorgeschreven is. Is he{
Lang spraken we daar over 0v
veel dingen en toestanden, over P1 lle«l
en het opheffen daarvan. Maar t
vergelijk komen we niet. De absolnL
heerlijking van een land klinkt i, Vet'
Hollandsche ooren vreemd. ftet
toeschreeuwende „alles fiir Deut«„i?.Vera'
doet wat egoïstisch aan. 'aöd"
Men krijgt den indruk, dat de Duif0
zich nog al belangrijk vindt en altiid B r
men de meening verkondigen; Juli- 0.rt
Holland moet door dit alles nog he,, 'e 'n
zijn er gekomen, maar voor jullie y-n'
een heele toer zijn. 'iet
Dat ben ik met hem eens, het zal
heele toer zijn een Hollander in een |P<?"
form te hijsehen met de hakken te
klappen en zijn mond dicht te laten lm
den. °u-
(Wordt vervolgd)
WIJZIGING IN DE SALARIS
HERZIENING.
Aanvangsalaris academie
25 hooger.
Bandoeng. De gouverneur-generaal
heeft beslist, den raad van Indië gehoord
dat het aanvangssalaris van uitgezonden
academici zal worden verhoogd van 250
tot 275 en van tweede luitenants van
225 tot 250.
De salarisschema's der onderofficieren
blijven gelijk.
Verhooging voor nog l« groepen,
Aneta meldt uit Batavia:
Behalve voor de uitgezonden academici
zullen voor nog tien andere groepen die
een kleine verhooging van het beginsala-
ris krijgen, wijzigingen worden aange-
bracht 111 de H. B. B. L.
HOOFDKASSIER VERDWENEN.
Batavia. De Chineesche hoofdkassier
der firma Jacobson van den Berg, Y. K.
H. ,is kort voor zijn kas zou worden ge-
inspecteerd verdwenen. Het tekort wordt
voorloopig op 20,000 begroot. (Aneta.)
VERMINDERING DER TOELAGE
VAN SUIKER-EMPLOYE'S.
Djokjakarta. Mataram verneemt dat de
Cultuur Mij. De Vorstenlanden en de
Intern. Crediet- en Handelsvereeniging
Rotterdam besloten hebben 0111 met in
gang van 1 April de toelagen der suiker-
employé's boven de 250 met 20 procent
en beneden de 250 met 10 pet. te ver
minderen. Dit voorbeeld zal vermoedelijk
door alle suikerconcerns worden nage
volgd. (Aneta.)
De derde groep muiters voor het Hof
Aneta meldt uit Batatia:
Het hoog militair gerechtshof heeft
gisterenmorgen de behandeling voort
gezet van de berechting in hooger
beroep van de derde groep muiters
van »De Zeven Provinciën «.bestaande
uit 77 beklaagden, die allen aanwezig
waren.
Do verdediger, de gewezen vice-presi-
dent van den raad van justitie te Batavia
mr. W. J. M. Plate, zegt in zijn pleidooi,
dat hij in den jeugdigen leeftijd der be
klaagden een verzachtende omstandig
heid ziet, waarmee hij bet Hof verzoekt
rekening te willen houden.
De beklaagden geven allen op, dat zij
uit vrees voor de raddraaiers hebben
gehandeld. Het onderzoek bracht geen
ander motief aan het licht.
De advocaat-fiscaal eischte in zijn requi
sitoir vermindering van straf voor bekl.
K., en veroordeeling van dezen beklaagde
tot 10 jaar gevangenisstraf in plaats van
12 jaar zooals de krijgsraad had bepaald.
Voor een 20-tal andere beklaagden eischte
hij verhooging der hun opgelegde straf
fen, deels tot 3 jaar en 6 maanden, deels
tot 4 jaar gevangenisstraf, met toevoe
ging aan het vonnis van ontslag uit den
dienst en ontzetting uit de bevoegdheid
0111 bij de gewapende macht te dienen.
Tegen bekl. P., die door den krijgsraad
tot één dag gevangenisstraf was veroor
deeld, eischte de advocaat-fiscaal zes
maanden.
Onregelmatigheden in de
administratie.
Is te goed van vertrouwen geweesv-
Aangaande de zaak van den plaatse*
lijken militairen commandant te Soera-
ba ja, overste C., die, naar een telegram
gemeld heeft, plotseling van zijn functie
is ontheven, lezen wij nader in de „Java
Bode", dat het vooralsnog gaat om een
bedrag van rond vier mille.
Hem zou, in afwachting van verdere
maatregelen, huisarrest zijn opgelegd.
Het bericht omtrent de ontheffing van
den plaatselijken militairen commandant
te Soerabaja was een zeer pijnlijke ver
rassing voor niet-ingewijden, die den
sympathieken rond-Hollandschen hoofd
officier kenden. Het was echter aan in*
gewijden bekend, dat na het onverwachte
bezoek van generaal Beumer overste O.
als gevolg van generaal Beumer's bevin
dingen van zijn functie was ontheven.
De voornaamste motieven zijn een ern
stige wanorde in de administratie, ook
wat de cantinegelden betreft. De bedragen
schijnen niet onaanzienlijk te zijn.
C. was een optimist en goed van
trouwen, waarvan zeer vermoedelijk mis
bruik is gemaakt.