Ingezonden Neent 'n "AKKERTJE" Marktberichten. HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 17 MAART 1 934. Gevonden: 1 vulpen, 1 halsketting Km. kruis). Zeekrijgsraad Willemsoord 15 Burgerlijke Stand eenaar voor een commissie te benoemen om te onderzeoken of contributieverlaging jiiogeliik was. Dit voorstel werd verworpen met 43 te gen 34 stemmen; ook werden vele blanco gtemmen uitgebracht. Hierna sluiting. (VIERDE EN LAATSTE NUTSAVOND. Donderdagavond trad als spreker voor het Departement „Texel'" v. h. Nut v. 't Aig. op de heer Jan Beerends, met het onderwerp „Het volk in de beeldende Kunst", 't Was een lezing, die geheel in de lyn lag van de doelstelling van't Nut, Vooral in hooge mate leerzaam. Een kortopeningswoord werd gesproken door den Voorzitter van het Departement, feurgemeester Oort. Spr. had een minder goede opkomst verwacht, vooral van dames, omdat de koffle-film hier dezen avond werd gegcen; het deed hem evenwel genoegen, dat vele dames de kunst blijk baar boven een lekker kopje koffie ver- hozen. Hierna kreeg de heer Beerends het woord. Spr. begon zijn lezing die met een zeer uitgebreide serie projectie-plaat jes werd verduidelijkt met een be schouwing over de kunstproducten uit de grijze oudheid. Bij de oude Egypte- tiaren, Grieken en Romeinen speelde, het Volk in den zin waarin wij het volk be- sshouwen, zoo goed als nog geen rol. Als m )n b.v. een beeldhouwerk of teekening uit het oude Egypte aantreft, is dit meestal een conterfeitsel, waarin vooral de groot- beid van de hoofdfiguur de Pharao of jets dergelijks op den voorgrond wordt gebracht. Het eigenlijke volk (het prole tariaat) speelt op zulk een kunstwerk slechts een ondergeschikte rol, voorna melijk om de grootheid van den vorst meer te doen uitkomen. Men vindt bijv. daarop de slaven, doch getracht wordt daarbij steeds om het onnoemelijk aantal daarvan op den voorgrond te brengen. Bij de Romeinen en Grieken bleef de kunst zich ook nog bijna geheel in die richting bewegen, al komen bij de Grieken de schoonheid van 't menschelijk lichaam, b.v. de krachtfiguren der Spartanen al eenigszins op den voorgrondbij de Romeinen, die v. d. kampvechten. De eerste tijden van het christendom brachten daarin nog niet de te verwachten ver andering. De Christus-figuur, die men b.v. in de catacomben aantreft is ook nog zoo'n heldenfiguur. In Brysantium bloeide een geheel nieuwe kunst op, daarin kwam niet meer direct de macht van de grooten der aarde op den voorgrond, doch voor namelijk de pracht en praal. Deze kunst bleef zich handhaven in de religieuze voortbrengselen der middel-eeuwen; het volk speelde daarin nog bijna geheel geen rol. De eerste sporen van de algemeene omwenteling in de kunst vindt men bij Pieter Breugel, die ons de eerste beelden heeft nagelaten uit het realistisch leven. Hij schilderde ook de volkstypen en ver minkten naar het werkelijke leven vooral de voorttrekkende blinden van dezen kunstenaar is van groote beroemdheid. Na deze inleiding werd met de ver tooning der projectie-plaatjes een aanvang gemaakt. Spr. ging daarbij voort met de steeds groeiende aandacht van den kunste naar om het hoofdfiguur der schepping, den mensch aan te toonen. Foto's werden daarbij getoond van vele kunstwerken van Hollandsche, Fransche en Duitsche schilders en teekenaars; de causerie die de heer Beerends daarbij hield was hoogst interessant. Spr. eindigde zijn rede met een beschouwing van de kunstwerken der moderne meesters en gaf als zijn m ening te kennen, dat op het gebied van de uitbeelding van den mensch, meer in den zin van het eigenlijke volk een D>uwe ingebouwd is. Burgemeester Oort sprak een kort dankwoord tot den spr. voor zijn mooie lezing, waardoor hij onzen blik op de oudere en moderne kunstvoortbrengselen zeer heeft vergroot. De heer Tiessen ont ving dank voor zijn hulp bij de vertooning der projectie-plaatjes. VIJFHONDERD TEXELSCHE DAMES OM DE KOFFIE. Om in den schoonmaaktijd een Hol landsche vrouw uit haar woning te halen is een prestatie van belang, doch om in dien tijd 500 Texelsche vrouwen op de koffie te krijgen is een buitengewone toer. Toch heeft de firma Van Nelle dit kunststuk Donderdagavond geleverd, toen zij voor de Texelsche dames de koffie- fiim liet afdraaien en in de pauze de dames tracteerde op een kopje »Van Nelle's koffie*, groen merk. Toen wij om 8 uur ons aan de zaal van den heer Pen vervoegden, was er geen enkele plaats onbezet, en stonden reeds vele dames voor de deur, die geen toegang kregen. Alleen de mededeeling, dat we voor »de pers* kwamen bezorgde ons nog een plaatsje. t Was een echt gezellige boel. Wat gegeven werd was prachtig en leerzaam. Bij het afdraaien van een film, die op- g. nomen was in »Artis« te Amsterdam, bleek, dat daar juist eenige Texelsche scholen op bezoek waren, o.a. van Ooste rend en Eierland, waarvan we vele per sonen duidelijk konden onderscheiden. Tusschen de verschillende acten werden liederen gezongen, door alle aanwezigen, die op Van Nelle's producten betrekking hebben. In de pauze werd koffie rond gediend en aan 't slot kreeg ieder nog een bon voor gratis thee mee naar huis. Op kosten van de fa. v. Nelle hadden autobussen dames van den Hoorn, Waal, Cocksdorp en de Koog opgehaald. Burgerlijke Stand van Texel van 13 tot en met 16 Maart. GEBOREN: Aagje, d. v. L. Bakker en 'J. L. E. M. W. de Ridder; Akke, z. v. J. C. Kikkert en D. Terpstra; Dirk, z. v. D. Bijl en A. P. van der Veer; Marretje,. d. v. IJ. Kuiter en O. J. de Leeuw; Willemina, d. v. J. Oosterhof en W. K. Beijert. GEHUWD: J. Bakker en C. Hooger- *erf. OVERLEDENGerrit Eelman, 80 j., Vreduwn. v. Aagje Brans. POLITIE. UITVOERING 2e PAASCHDAG. Naar wij vernemen, zal de Rederijkers kamer U. D. I. op den 2en Paaschdag in Pen's Bioscoopzaal opnieuw opvoeren „Een partijtje Poker". Gezien het gewel dig succes bij de eerste opvoering zal ook nu 't aantal belangstellenden ongetwijfeld zeer groot zijn. PREDIKBEURTEN. Zondag 18 Maart 1934. Ned. Herv. Gemeente. Den Burg, v.m. 10 u. Ds Visser. Oosterend, v.m. 10 u., Ds. Kok. Waal, geen dienst. Den Hoorn, v.m. 10 u., Ds. v. Petegem De Cocksdorp, 'sav. 7 u., Ds. Kok H. Avondmaal. Oudeschild, v.m. 10 u., Ds. Scholte Koog, 's av. 7.30 uur, Ds. Visser Doopsgez. Gem. Ooster end, 's av. 7 u., Ds. Smidts Den Hoorn, v.m. 10 u., Ds. Smidts Geref. Gemeente Den Burg, geb. Fanfare, 's av. 7.30 u. Ds. v.d. Leer. Oosterend, v.m. 10 u. en n.m. 3 u. Ds. v.d. Lser. Voorber. H. Avondmaal. Geref. Kerk (H. V.). Oosterend, v.m. 10 en 3 u. Ds. Diepersloot Zitting van Woensdagmiddag. Slechts drie zaken stonden voor dezen middag op de rol, en geen van deze was, journalistiek gesproken, van groot be lang; nochtans was de middag voor een aanzienlijk deel om alvorens wij weder op straat stonden. Eensdeels had het af scheid, dat de Krijgsraad nam van mr. Zegers, die dezen middag zijn laatste plei dooien hield, een oponthoud bezorgd, maar voor een ander deel was een uit juridisch oogpunt interessante bekvech- terij tuschen mr. Zegers, den verdediger, en den Fiscaal, mr. D. B. A. Franken, de oorzaak van deze lange zitting. Voor den leeken-lezer was de zaak echter min der belangrijk en zoo zien wü ons dan ook verplicht een aanmerkelijk korter verslag van deze zitting te schrijven dan in overeenstemming met den verstreken tijd wiskundig zou moeten worden bere kend. Afscheid van mr. Zegers. Alvorens met de afwerking der straf zaken werd aangevangen, kregen we eerst een plechtig afscheid. Voorzitter van den Krijgsraad was dezen middag mr. Veld man, en deze begon met een woord van afscheid te richten tot mr. W. F. H. Zegers, die vanmiddag voor het laatst in een tweetal strafzaken als verdediger zou optreden en op het punt staat naar Den Haag te vertrekken, om zich aldaar te vestigen als advocaat en procureur. Mr. Zegers, aldus mr. Veldman, heeft voor den Krijgsraad belangrijk werk verricht, in zijn kwaliteit van waarnemend fiscaal, maar vooral als verdediger in tal van zaken. Spr. dankt namens den Krijgsraad voor wat de heer Zegers voor de militaire rechtspleging heeft gedaan; het werk lag hem bijzonder goed, daar hü juist de beide eigenschappen van militair en rechtsgeleerde in zich vereenigde en dus bij uitstek voor dergelijke zaken de aan gewezen man was. De Fiscaal, de off. v. adm. Ie kl. m r. D. B. A. F r a n k e n, richt vervolgens het woord tot mr. Zegers. Spr. zal niet in her halingen treden, de president heeft de vele belangrijke werkzaamheden, die mr. Zegers voor de militaire rechtspraak deed, gereleveerd; spr. wil op enkele per soonlijke eigenschappen van den schei denden rechtsgeleerde wijzen, n.1. diens vitaliteit en onverwoestbare werkkracht. Want behalve rechtsgeleerde was mr. Zegers tevens militair en naast deze beide functies kon hij zich ook nog aan maat schappelijk werk geven. Spr. denkt in dit verband aan hetgeen mr. Zegers deed als voorzitter van het plaatselijk Avro-comité. Ook als plaatsvervangend fiscaal trad hü op, en hü deed al dit werk met liefde en eere. Ik heb u, zegt spr., leeren kennen als iemand met een heldere kennis van het recht en ik heb altijd weer de vlugheid bewonderd, waarmede gij u in militair- technische problemen inwerktet. De Krijgsraad dankt u voor het vele, dat gij als plaatsvervangend fiscaal deedt. Er be hoort moed toe in dezen tijd in Den Haag een nieuwe praktijk te gaan vestigen; de stand van het beroep veroorlooft niet, dat men gaat adverteeren als C. A.; door vertrouwen zult gij u cliënten moeten ver overen. Maar spr. wril den heer Zegers niet laten gaan dan na hem gevraagd te hebben zich in Den Haag als advocaat te doen inschrijven bij het Hoog Militair Gerechtshof, opdat men aldaar van zijn goede eigenschappen kan profiteeren. Antwoord van mr. Zegers. Mr. Zegers is verrast over dit afscheid. Op den duur bleek combinatie van de beide functies: militair en rechtsgeleerde, niet wel doenlijk. Dat spr. het besluit ge nomen heeft om zijn "woonplaats naar Den Haag te verplaatsen, geschiedt niet om dat hü dit een zooveel prettiger woon plaats vindt dan Den Helder, maar enkel ter wille van zün gezin. Het heeft hem strijd gekost het militaire leven vaarwel te zeggen; met hart en ziel is spr. steeds militair geweest en gaarne zal hij dan ook bij de reserve werkzaam blijven. Het mili tair recht heeft spr. steeds geïnteres seerd en hij zal dit blijven doen. Spr. dankt den heer fiscaal voor zijn waar- deerende woorden. De militaire dienst zag niet gaarne de functies van de advocatuur en den dienst vereenigd. Dat gaf wel eens aanleiding tot moeilijkheden. Na dit min of meer officieuze, zijn we genaderd tot de delinquenten van dezen middag, waarvan we als nummer één een geval kregen, dat een „mindere" een „meerdere" had bedreigd en daarvoor bij Gevalle kou, Griep, Influenza^ moest terechtstaan. Maar al dadelijk had hier de raadsman van den bekl. een dank baar onderwerp, omdat het hier een meer principieele dan wel een gezagskwestie betrof. Is een schipper de meerdere van een majoor-machinist? Aan boord van Hr. Ms. „Jan van Nas sau", te Curacao liggende, had zich deze geschiedenis afgespeeld. Zij komt, kort gezegd, hierop neer, dat de terechtstaande, beklaagde, maj.-mach. J. H. N., als hoofd van de machinekamer daar had geventi leerd, toen de dienstdoende schipper be neden kwam en voor het geopende ven ster een luik liet plaatsen. Hieruit is woordenwisseling en ruzie ontstaan; de maj.-mach. heeft zich opgewonden en driftig gemaakt, en tenslotte den schip per gedreigd. Deze, wraaklustig en ge- zagswellustig zijnde, heeft het geval ge rapporteerd. Nu ging het er dus om wie in deze de chef was. De aanklacht zeide: de schipper; hü was de oudste in dienst jaren, en per slot van rekening, hoe on redelijk en onmogeüjk een order ook moge zijn, had de in de machinekamer dienstdoende majoor-machinist moeten gehoorzamen, waarna hij zijn beklag bü den commandant had kunnen indienen. Weliswaar, zoo geeft de aanklacht toe, gaat ook de schipper niet vrij uit; hij is provoceerend opgetreden (om het wat familiaarder te zeggen, lezer: hij p..tte den majoor een beetje), maar in ieder ge val bestond er ten opzichte van hem een meerderheid. Want de wet zegt uitdruk kelijk, dat bij gelijkheid in rang, de oud ste in dienstjaren de meerdere is. En de Fiscaal vroeg dan ook de niet malsche straf van 1 maand gevangenisstraf. Diametraal hiertegenover stond het pleidooi van mr. Zegers. Was het wel noodig, zoo vroeg pl., dezen man voor den Krijgsraad te brengen: kan hier in derdaad van een strafbaar feit worden gesproken? Op spitsvondig-juridisehe wijze rafelt de verdediger de aanklacht uit een; hij be toogde o.a., dat de aanklacht geheel anders is geconstrueerd dan de wet vordert, waardoor zii z.i. waardeloos wordt en niet tot een strafbaar feit voert. De Fiscaal repliceerde hierop, dat dit er naar zijn meening, niet toe doet: het proces-verbaal waarop de klacht gegrond is, wordt meestal door leeken opgesteld, die dus uiteraard niet zoo met de rechtstermen op de hoogte zijn. De klacht komt dan bij den Fiscaal, die haar in de door de wet vereiscbte juridische termert giet. Daar door zijn dan wel twee verschillende redacties ontstaan, maar dat is geheel vol gens de wet en daarop kan men dus een aanklacht niet aanvallen. Ook op allerlei punten bestrijden beide heeren elkaar en tenslotte is het laatste woord aan den Krijgsraad, die den bekl. veroordeelt tot 3 weken gevangenisstraf. Een deserteur. De jonge man, die naar deze vreesefijke kwalificatie moest luisteren, is de matroos 2e kl. J. F. S., die 7 Januari te Amsterdam achtergebleven was van passagieren (hij diende a/b van de „Hertog Hendrik") en 1 Februari aldaar werd gearresteerd. De kwalificatie is hierom ernstig, omdat op desertie in tijd van vrede" waarvoor hü terechtstaat, een maximumstraf staat van 2 jaar, terwijl voor „opzettelijke afwezig heid" slechts 9 maanden als maximum straf wordt opgelegd. Het fijne onder scheid tusschen „desertie" en „opzette lijke ongeoorloofde afwezigheid" kent na tuurlijk de wet, en wij voor ons zullen er ons maar niet in verdiepen. In ieder geval trachtte des jongen mans verdediger (wederom mr. Zegers), een bestraffing naar dezen laatsten maatstaf voor hem te bereiken. Laat ons zien welk zondenregister dit jonge mensch zich op heeft gelegd. Hy is, zagen wij, achtergebleven van passa gieren, hij heeft zich daarna grenzenloos onverschillig gedragen, hij heeft het er tijdens zijn desertie flink van genomen, kortom, zijn houding getuigde van onver schilligheid en weinig plichtsbetrachting. Daar hij de feiten heeft toegegeven, was de Fiscaal spoedig klaar met zijn requisi toir, dat vroeg een gevangenisstraf van 4 maanden met aftrek van de preventieve hechtenis, en bestendiging van het voor arrest. Zooals wij reeds zeiden, trachtte de ver dediger een veroordeeling te verkrijgen op grond van ongehoorde afwezigheid; weliswaar is bekl. houding niet zeer sym pathiek geweest pl. moest dat toegeven maar niet gebleken is, dat hü is weg gebleven met de vooropgezette bedoeling te deserteeren. En dat alleen is het crite rium voor „desertie". Immers, hij heeft, na van boord weggebleven te zijn de „Hertog Hendrik" was naar de Middel- landsche Zee vertrokken) al die weken rondgeloopen in uniform, had dus vol strekt niet het plan om uit dienst weg te loopen. Alleen verregaande onverschillig heid deed hem zoo handelen. Enfin, het jongemensch, dat, tusschen twee haakjes, een aardig en sympathiek gezicht heeft, krügt tenslotte zün 4 maan den met aftrek van de preventieve hech tenis (van 1 Febr. af ondergaan) en daar na ontslag uit den dienst. Van een hofmeester en een zeemilicien. Het laatste geval is er weer een van discipline en gezagsverhoudingen. De „bediende 3e kl. z.m.", aldus is de titel van dezen zeemilicien D. H. K„ heeft 1 Fe bruari aan booi-d van Hr. Ms. Wachtschip geweigerd tafelzilver op te bergen, toen hem dat door den dienstdoenden matroos hofmeester B. gelast werd. Aan dit geval komen een verdediger, de luit. ter zee te kl. M. W. Mouton, en twee getuigen-offi- cieren a décharge te pas. Uit hun verklaringen blykt, dat over het algemeen de nieuwbakken zeemiliciens niet al te veel respect hebben voor de „bevelvoerende" hofmeesters, die in rang aan hen gelük staan. Dit geldt volstrekt niet dezen specialen hofmeester, maar in het algemeen. Wat dezen hofmeester B. betreft, die trad lieelemaal niet als meerdere op, hij speelde frère-compagnon met de miliciens, lachte met hen om de gegeven orders, kortom, trad erg slap op. De tweede officier-getuige zeide, dat de oppassers geen van allen gezag kunnen Uitoefenen, zü weten nooit waar zij aan toe zyn. In ieder geval, zoo zegt de Fiscaal in zün requisitoir, is de ongehoorzaamheid bewezen. Hier komt een matroos te staan onder de bevelen van een ouderen ma troos, maar de hofmeester B. was niet de „meerdere" van den milicien. Deze heeft dus met niet te gehoorzamen geen straf baar feit bedreven, en kan dus niet wor den veroordeeld. Wel valt de weigering onder een krügstuchteüjk vergrijp, zoodat de Fiscaal voorstelt de zaak terug te wij zen naar den commandeerenden officier en bekl. schuldig wil doen verklaren aan het ten laste gelegde (opzettelüke onge hoorzaamheid, opzettelijk een meerdere met eenig kwaad bedreigen), maar niet strafschuldig. Theorie en praktijk. Na dit reeds zoo milde requisitoir komt de officier-verdediger, mr. Mouton in actie. Deze wyst op de bizondere om standigheden, waaronder het feit is ge pleegd, dergelijke botsingen komen her haaldelijk voor, ook met andere miliciens. Deze milicien heeft in de kazerne eenige weken lang theorie geleerd en nu komt hij op het Wachtschip voor de praktijk te staan. Hij merkt thans, dat er in de prak- tyk van die in theorie geleerde krygs- tuchtbegrippen niets terechtkomt. Dize hofmeester B. in 't bizonder heeft van de officieren meermalen aanmerkingen over zyn te slappe houding gekregen. Wat de gepleegde ongehoorzaamheid betreft, de aan bekl. opgedragen order om het zil ver op te bergen was onpraktisch en onlo gisch. Hü wist dat zelf en oudergewoonte werd er over deze order gedebatteerd, zoo als dat bü elke order geschiedde. Toen is de verdachte driftig geworden, omdat hij zag, dat de hofmeester ditmaal rapport wilde maken daar in de nabijheid een offi cier liep. Want B. had herhaalde malen met rapporteeren gedreigd, zonder er ooit gevolg aan te geven. Van den verdachte kon niet worden verlangd, dat hij zich nu maar ineens het meer ernstige van de situatie bewust werd. We hadden, aldus concludeert de verdediger, hier te doen met een milicien, geen beroeps-militair,, en daarnaast met een meerdere, die heel slecht en slap optreedt. Bovendien was het dienstbelang met de uitvoering van de order niet van groot gewicht, ja, zelfs is het de vraag of er überhaupt dienstbelang mee gebaat was. De bekl. zelf is een ge willige en geschikte jongen, en pl. geeft dan ook op al deze gronden den Krijgs raad in overweging de zaak, die te gering is voor een straf, terug te wijzen naar den commandant om haar kriigstuchteliik af te doen. De Fiscaal repliceert en zegt o. a. dat hü zijn requisitoir alleen grondde op de overweging, dat hier zijns inziens geen strafbaar feit is gepleegd, maar zeker niet op grond, dat hier een strafbaar feit werd gepleegd, dat zoo gering is, dat het geen bestraffing verdient. Indien hier werkelijk de verhouding van meerdere en mLrlere hadde bestaan, zou spr. dan ook een zware straf hebben geëischt. De verdediger wijst er in zijn dupliek nog op, dat, als deze man gestraft wordt, hij de dupe wordt van de tekort whietin- gen van een ander. De Krijgsraad, na in raadkamer te zijn geweest, veroordeelt den milicien K tot 3 weken gevangenisstraf. ROTTERDAMSCHE BANK- VEREENIGING N.V. Aan het Jaarverslag over 1933 der Rotter- damsche Bankvereeniging N.V. ontleenen wij het volgende: Het afgeloopen jaar bracht rouw over onze instelling. Onze collega's, de heeren D. Orn- stein en Mr. R. Egeler, die lange jaren hun beste krachten aan onze bank hebben gegeven, zijn plotseling, kort na elkander uit ons mid den weggenomen. Wij gedenken met weemoed en met dankbaarheid hun groote verdiensten en hun algeheele toewijding aan de taak die hun was toevertrouwd. Mocht in den aanvang van het jaar eenige hoop worden gekoesterd, dat door de Londen- sche conferentie en door de bestuurswisseling in de Vereenigde Staten het economisch leven in betere banen zou worden geleid, de loop der gebeurtenissen gedurende het jaar heeft ten zeerste teleurgesteld. Duurzame verbete ring is niet te verwachten, zoolang niej de belangrijkste muntstelsels zijn gestabiliseerd en niet een einde wordt gemaakt aan de voort durende belemmering van vrijen handel en verkeer. Ons land gaat onder deze belemmeringen ge bukt. Zij drukken natuurlijk ook den stempel op ons bedrijf; omzetten blijven beperkt, ter wijl de geldmarkt ruim bleef. Dat alles in aanmerking genomen ac'hten wij de resultaten in het afgeloopen jaar niet onbevredigend; zij wijken weinig af van die in het daaraan voorafgaande. Ten laste van de winst- en verliesrekening zijn de gebruikelijke voorzieningen getroffen voor de pensioenregeling en voor afschrijvin gen op gebouwen. In verband met de tijdsomstandigheden hebben wij het raadzaam geacht een deel van ons personeel vervroegd te pensionneeren. Aangezien de hiervoor bestemde uitkeerin- gen niet ten laste van het pensioenfonds kun nen worden gebracht, maakten wij hiervoor een speciale voorziening ten laste van de winst- en verliesrekening, welke onder credi teuren in de balans wordt opgenomen. Teneinde de positie van onze instelling sterk te houden, stellen wij u "voor een be drag van 2.000.000.toe te voegen aan de onder crediteuren opgenomen Bijzondere re serve tegen mogelijke risico's. Er kan dan een dividend van 3 worden u:tgekeerd. De Balans vertoont de volgende cijfers: Debetzijde: Kas, Kassiers en Callgelden 33-532.143,39; Wissels 86.790.433,63; Ban ken en Bankiers 14.864.12z,65; Prolongatie gegeven en voorschotten tegen effecten 24.928.262,50; Effecten 4.560.903.37; Syn dicaten 458.879,Deelneming in financieele instellingen 777.187,07; Debiteuren in reke ning-courant 102.139.425,46; Vorderingen wegens gestelde borgtochten 14.568.251,37; Gebouwen 5.400.000,Saldo in verband met termijnzaken 73.059,57; Te leveren fond sen 1.107.575,68. Creditzijde: Kapitaal 45.000.000,Re serve 20.000.000; Geadviseerde wissels 1.713.050,98; Geaccepteerde wissels 7.817.164,42; Door derden geaccepteerd 2.592.007,79; oor derden op prolongatie uitgezet 13.500,Deposito's 42.133.387,24; Crediteuren in rekening-cour. 152.911.085, Te ontvangen fondsen 1.049.953,92; Gestelde borgtochten 14.568.251,37; Dividend 1933 1.350.000,Saldo op nieuwe rekening 5f.84i,97. Het winstcijfer van rente en wissels be draagt 7.794.748,28; Provisie 4.041.609,81 en dat der Effecten en Syndicaten 203.927,70. De debetzijde der winst- en verilsrekening vertoont de navolgende cijfers: Bedrijfson- kosten 7.050.765,68; Garantie tegenover Ne- derlandsche Bank 193.610,73; Pensioenfonds 518.375,84; Voorziening vervroegde pensioe nen 556.282,Afschrijving gebouwen 575-759,58; Bijzondere reserve tegen moge lijke risico's 2.000.000,Dividend 3 f 1.350.000,Saldo op de nieuwe rekening 51.841,97. STIEREN KEURINGEN IN NOORD-HOLLAND. Behoudens de goedkeuring van het werkplan, zal de „Provinciale Commissie tot bevordering van de Rundveefokkery in Noord-Holland", in 1934 0.111. keuringen houden in onderstaande plaatsen Texel: Vrijdag 23 Maart, 11.15 uur, te Den Burg. Schagerbrug: Maandag 26 Maart, 9.15 uur, by het café van de wed. Broer. WieringenMaandag 26 Maart, 2 uur, op het Marktplein te Hippolytushoef. WieringerwaardVrydag 6 April, 9.15 uur, bü het café van Van der Woude. SchagenZaterdag 7 April, 9.15 uur, by het café van G. Plevier. Ten opzichte van de keuring bezuiden het Noordzeekanaal zy nog vermeld, dat, mocht uit de aangifte blyken, dat behalve in Uithoorn v.n. nog een keuringspiaats wenschelyk is, dan zal hiervan de be langhebbenden tijdig kennis worden ge geven. Behoudens toestemming van het Ge meentebestuur, zal de Centrale Stieren keuring worden gehouden te Alkmaar op Vrydag 20 April, te 9 uur precies, in den Bergerhout. Alsdan zullen worden beoordeeld 1. De voorloopig goedgekeurJe één jarige stieren voor de uitgeloofde me dailles 2. de tweejarige stieren voor de 15 uitgeloofde aanhoudingspremies; 3. de groepen van zoons, elk afstam mend van één vaderdier, waarvoor een tweetal medailles zyn uitgeloofd; 4. de driejarige- en oudere stieren voor de uitgeloofde geldprijzen. P.S. Dieren, die op het bovengenoem de aanvangsuur nog niet aanwezig zyn, kunnen voor deelname aan de keuringen worden uitgesloten en in alle gevallen vervalt de bydrage in de transportkosten. (Buiten verantwoordelijkheid van de redactie. Niet geplaatste stukken worden niet teruggezonden.) DE STAFMUZIEK EN DE VOLKSCONCERTEN. Naar aanleiding van een in de Held. Courant van 13 Maart geplaatste be schouwing over bovengenoemde concer ten, meent ondergeteekende ter wille der volledigheid, de voorgeschiedenis even te moeten releveeren. Reeds lang vóór het ontstaan der volks concerten bestond hier ter stede een bur gercomité, hetwelk destijds niet zonder moeite onder de gewaardeerde medewer king van den toenmaligen voorzitter der militaire muziekcommissie, Kolonel Pie ren, gedaan wist te krijgen, dat, zü het dan ook onder eenige reserve, de door de Stafmuziek gegeven concerten, uitslui tend voor H.H. officieren en hun dames bestemd, nu ook voor de burgery toegan- kelyk konden worden gesteld. Deze concerten, voorheen zeer slecht bezocht, mochten zich al dadelyk in groote belangstelling en veel betere op komst verheugen. Bü zün pogingen daartoe aangewend, mocht ondergeteekende spontaan grooten steun ontvangen van den redacteur en uit gever der Heldersche Courant, wylen den heer C. de Boer, welke onafgebroken tot aan zyn dood, niet alleen een yverig comitélid, maar tevens een trouw bezoe ker der concerten is geweest. In samenwerking met genoemden heer De Boer en den heer De Ven, destyds wet houder dezer gemeente, benevens den heer Tjalsma, directeur der Normaalles sen en den heer A. G. A. Verstegen, en later den heer Delgorge, mocht onderge teekende by Burgemeester Houwing ter stond een goed onthaal vinden inzake het verleenen eener subsidie, welke bleek noo dig te zyn om de concerten in stand te houden. Deze subsidie, door het gemeentebe stuur welwillend verleend, werd tusschen het comité der Abonnementsconcerten en het later opgerichte comité der Volks concerten verdeeld. Toen de zaak door eerstgenoemd co mité eenmaal aan het rollen was ge bracht, was het, met alle waardeering voor het streven van het comité der Volksconcerten, voor hen geen onoverko- melyke zaak meer aan de bestaande con certen de Volksconcerten te verbinden, temeer, w aar voor beide categorieën het zelfde programma kon worden uitgevoerd en eventueele solisten voor belde opeen volgende dagen konden worden geënga geerd. Pas later, toen door de gemeente de subsidie tot 1000.— is teruggebracht, werd de fusie tusschen beide comité's voltrokken. Voor de gedurende geruimen tijd gegeven 10 concerten onder Schutz der beide comité's traden nu zes inde plaats, waarby tevens het huidige stelsel: zaal en balcon is ingesteld. Het lijkt ondergeteekende, terwille van den pioniersarbeid door eerstgenoemd comité verricht en de groote medewerking steeds van de autoriteiten ontvangen goed een en ander even mede te deelen, vooral waar de heer Brouwer de zaak wel wat eenzydig belicht. U mijnheer de redacteur dankend voor opname dezer, heeft de eer hoogachtend te teekenen. A. J. LEEWENS. In myn eerste artikel heb ik reeds doen uitkomen, dat, vóór de oprichting van het Comité voor Volksconcerten, er reeds gelegenheid bestond voor de bur gerij om van de periodieke winterconcer- ten der Stafmuziek gebruik te maken. Desondanks was het bezoek niet zeer groot. Ik meende, dat er op het oogen- blik omstandigheden aanwezig zyn, die het wenschelyk maakten eens de geschie denis van deze ,,volks"-concerten te ver tellen. Ik heb niemand te kort willen doen, en allerminst den „pioniersarbeid" van het andere Comité, en het verwijt van den heer Leewens inzake eenzüdige voorlichting moet ik dan ook van de hand wy'zen. Blykens den titel van mijn artikel heb ik uitsluitend de bedoeling gehad de geschiedenis te geven van het ontstaan der „volks"-coneert, die zoo'n éclatant succes zy'n geworden; ik kon dat doen. daar ik aan het ontstaan ervan een werkzaam aandeel had. Dankbaar worde hier erkend, dat het andere Comité daar toe het pad geëffend had. J. BROUWER. Geachte Redactie. U geeft in uw blad van j.1. Donderdag 15 dezer, een résumé over de behandeld© agendapunten van den Gemeenteraad. Hieronder valt ook het voorstel tot het houden van een feestweek. Nu is toch opmerkelijk, dat u dit vrü letterlük weer geeft, zooals de gedrukte bylage aan de raadsleden is toegezonden, doch daaruit achterwege laat, het door den heer Ties sen en ondergeteekende ingediend voor stel, tot wederinvoering der Kermis 1934» Hoogachtend, J. J. Schoeffelenberger. Den Helder 16 Maart 1934. Dit geschiedde geheel onwillekeurig en bü toeval. Het stuk was te groot voor op name in zyn geheel en door de late ont vangst moest het nog gauw persklaar ge maakt worden, waarbij niet elke regel even nauwkeurig gelezen kon worden. Redactie Held. Crt. Geachte Redactie, Gaarne zag ik het onderstaande opge nomen in uw veel gelezen blad. By voor baat myn bartelyken dank. lederen avond ongeveer tusschen 10 en 11 uur wordt de radio gestoord door het aanzetten van een electrischen motor in den omtrek Smidstraat, Middenstraat, zoodat begrijpelykerwys de muziek in de huiskamer daardoor ongenietbaar is. Ik zou dengene, die dit leed veroorzaakt be leefd willen verzoeken zyn motor te laten nazien. Het is volgens my een lieele kleine storing, die veroorzaakt wordt door vonken van den collector. Hy zou daar door vele luisteraars van dienst zyn. In afwachting, J. D. HEIJLIGERS, Smidstraat WANDELSPORT. Een inzender, die zich een „deskundig wandelaar" noemt, beklaagt zich over het feit, dat het bestuur van de Heldersche rolitie-Sportvereeniging besloot de beide aangekondigde afstandsmarschen op He melvaartsdag niet te doen doorgaan. Voor zoover wü zyn schrüven begrijpen, zal dit feit aanleiding geven tot kritiek van de zyde der wandelsportvereenigin- gen; de datum van Hemelvaartsdag was aldus gesteld, omdat dan vele politie mannen kunnen meedoen. Thans is de dag afgestaan aan de Wandelclub „De Jutter"; inzender begrijpt niet, dat de Heldersche wandelaars nu niet eens ge sproken hebben om een commissie te be noemen van drie heeren, die in deze lie slist. Het moet sport blüven, zoo zegt hij, en geen jacht op medailles, en hü hoopt, dat deze zaak alsnog onder de oogen zal worden gezien. CORRESPONDENTIE. Een ingezonden stuk van den heer Tj. J. D. zal Dinsdag worden opgenomen. HELDERSCHE E1ERVEILING. 15 Maart. 27,024 kippeneieren: 5254 kg 2.002.20, 5557 kg 2.002.30, 5860 kg 2.002.40, 6i'63 kg 2.202.40, 6467 kg 2.40; 8 ganzeneieren 7.00; 447 eenden eieren 1.802.00. ALKMAAR, 16 Maart. Kaasmarkt, Aangevoerd 35 stapels, wegende 46,000 kg. Fabriekskaas: 34 stapels kleine 20; 1 stapel commissie 17.50. Alles met rijks- merk. Handel matig. ALKMAAR, 16 Maart. Graanmarkt. Aangevoerd 517 hl als: 52 hl voertarwe 3.755; 75 hl gerst chev. 4.25 5-50; 22 hl haver 6.256.90, zaaihaver 7.50; 46 hl boonen, w.o.: bruine 910, duiven 810, witte 1618; 5 hl geel mos terdzaad ir.50; 20 hl karwijzaad 22.60; 25 hl blauwmaanzaad 1717.50; tuinboonen 4.50; 62 hl erwten, w.o.: kleine groene 7-5o9, groote 1820, gTauwe 3134, en vale erwten 1428. Alles per 100 kg Handel stug. BROEK OP LANKEDIJK, 16 Maan. 35,000 kg roode kool 2.306.50; 7000 kg gele kool 46; 19,000 kg Deensche witte kool 4.407.20; 10,000 kg uien 1.301.80, gele drielingen 0.80; bieten 1.102.10, alles per 100 kg. NOORDSCHARWOUDE, lë Maart. Uien 0.801.20, drielingen 8090 cent, grove 1.601.80, roode kool 2.306.90 en 1.60—4; gele kool 4.306.20 en 4.30 4-5o; Deensche witte kool 5.507.60 en 5.80, alles per 100 kg. van Den Helder van 15 en 16 Maart 1934. GETROUWD: A. v. d. Sloot en H. v. SlootenP. J. Scheer en P. Kenter. BEVALLEND.M. Zoetelief—Gouwen- berg, z.O. H. de Vroome—Bruin, z. M. Koopmanv. Dyk, d. OVERLEDENC. W. Hablous, 26 j.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 15