Bij den dood van de Koningin-Moeder.
Een rijk en dienend leven.
BINNENLAND
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 MAART 1934.
Adelheid, Emma, Wilhelmina, Theresia, Prinses van
Waldeck en Pyrmount.
\qw,:
•Preidde zich snel door Den Haag. Dade
De Nederlandsche
zenders staken hun
uitzendingen.
Het Marine-concert van
W oen sdaga vond
gaat niet door.
Alle bioscopen in
Nederland gesloten.
Overgang van personeel
uit 's rijksdienst naar
crisisinstellingen.
Het zestig-millioervplan.
Oost-Indië.
Salarisherziening
zeemacht.
De berechting
van de muiterij op
„De Zeven Provinciën".
Tweede Kamer.
Wijziging defensie-
begrooting voor 1933.
Den Haag, 20 Maart 1934,
I Hedenmorgen te kwart voor acht is
j H.M. de Koningin-Moeder rustig in
geslapen. Aan het sterfbed bevonden
zich de Koningin, Prinses Juliana en
de Vorst van Waldeck.
De laatste uren.
De nacht in het paleis van H. M. de
Koningin-Moeder werd in alle rust
doorgebracht. Het paleis lag geheel in
het duister. Geen lichtschijnsel blonk
door de gordijnen heen. Het voorplein
werd langzamerhand geheel door de
belangstellenden verlaten, terwijl de
lantarens gedoofd werden. Niets wees
er op, dat de nacht eenige verande
ring zou brengen.
De Koningin en de Prinses brachten
den nacht in het paleis door. Ook Dr. de
Jongh was aanweizg. Langzamerhand be
gon de dageraad te gloren, en nog niets
wees er op, dat de rust, welke over het
Voorhout lag, zoo spoedig gestoord zou
worden. Even vóór half acht werden de
gordijnen opgetrokken en begon het pa
leis weer te leven. Precies te half acht
reed een auto het voorplein op, waaruit
de Vorst van Waldeck stapte. Hij ging
het paleis binnen, direct gevolgd door
Z.K.H. Prins Hendrik. Toen begrepen de
omstanders, dat er iets bijzonders aan de
hand was en dat de indruk, welke men van
buitenaf had gekregen, dat er geen of
weinig verandering in den toestand van
de zieke was gekomen, niet juist kou zijn.
Het was immers bekend, dat Trins Hen
drik in het Paleis Noordeinde nadere me-
dedeelingen zou afwachten en zich bij
alarmeerende kennisgevingen naar het
paleis Voorhout zou begeven. Het feit, dat
zoowel de vorst van Waldeck als Prins
Hendrik op dit ongewone uur voor het
Paleis verschenen, gaf het nog schaarsche
publiek de wachtende journalisten en de
fotografen aanleiding om te vermoeden,
dat in de ziekte van H. M. een ongunstige
wending was gekomen. Dit vermoeden
werd zekerheid, toen te ongeveer tien mi
nuten over half acht een communiqué
werd uitgegeven, wat meldde, dat de
nacht van H. M. de Koningin-Moeder
rustig was geweest, doch dat het laatsU
halfuur de toestand zoodanig was \erer-
gerd, dat de dokter de patiënte had op
gegeven.
Nauwelijks was dit bekend geworden
toen Prins Hendrik het Paleis verliet en
'ich per auto naar liet Noordeinde begaf.
Nij had afscheid van Hare Majesteit ge-
bomen. Bij het ziekbed, dat haar sterfbed
zou worden vertoefden de dochter, Ko
ningin Wilhelmina, de Vorst van Wal
deck en Prinses Juliana.
He belangstelling van het publiek nam
gestadig toe. Enkelen hadden juist door
de radio vernomen, da't de toestand hope
loos was, en dit was het onderwerp van
de gesprekken.
dit moment werd echter de nieuwe
tijding bekend, dat de Koningin-Moeder
reeds
was overleden. Het bericht ver-
lijk na het vernemen werden van verschil
lende huizen en gebouwen de vlaggen
halfstok geheschen. De couranten ver
schenen spoedig met extra-edities. Om
Half negen werd de dood van H. M. door
beide zenders omgeroepen, waarbij mede
gedeeld werd, dat de muziek-programma's
niet verder zouden worden uitgevoerd.
Nuchterheid, zuiver gevoel voor reali
teit en critische zin zijn de drie voornaam
ste eigenschappen, die het Nederlandsche
volk kenmerken. Een volkomen uit de
grillige lijn van zijn bewogen geschiede
nis verklaarbaar wantrouwen tegenover
buitenlandsche invloeden deed het begrij
pelijk zijn, dat, toen de Prinses van Wal
deck Pyrmont ook al had zij van moe
ders zijde Nassausch bloed in de aderen
als jonge gemalin van den ouderen
Koning Willem III in de residentie kwam.
ook in de gevoelens van hen. die uit hoof
de van rang of geboorte tot de Hoogere
kringen behoorden scepticisme domi
neerde.
Hoe snel heeft deze Duitsche prinses,
door haar groote eigenschappen van geest
en gemoed, den weg weten te vinden naar
het ondanks uiterlijke onbewogenheid toch
zoo warm kloppend hart van onze natie,
die als geen andere valschen schijn van
echtheid weet te onderscheiden! Vrouw
in de hoogste beteekenis van dit woord,
miste zij, in de dagen van zorg en leed,
welke haar in haar rijke leven niet bespaard
zijn gebleven, allerminst den moed en het
zelfvertrouwen, die zij behoefde om te
volharden in wat zij tot haar hoogste
plicht rekende.
Maar juist de echt-vrouwelijke gaven,
die in zoo rijke mate haar deel waren, en
waarvan zij. door den drang van haar na
tuurlijken eenvoud, zoo talloos vele malen
onbewust heeft doen blijken, zullen haar
in de herinnering van het volk doen voort
leven als de Koningin-Moeder, met welke
betiteling haar persoon en persoonlijk
heid tevens op de beste wijze wordt
gekenschetst en geëerd.
In Augustus van het vorige jaar heeft,
ter gelegenheid van den 75sten verjaardag
der Koningin-Moeder, het overgroote
deel der Nederlandsche pers, in hoogge
stemde artikelen, die geïnspireerd waren
door hetgeen er leeft in de breede lagen
van het volk. de loftrompet over deze no
bele vrouw gestoken en het is in dit ver>
band wel een zeer droeve gedachte, dat
de feiten en bijzonderheden, welke wij ook
thans hebben te releveeren uit het leven
van haar. wie dit artikel is gewijd, het
sombere karkter hebben van een necrolo
gie.
Adelheid. Emma. Wilhelmina. There-
sia werd 2 Augustus 1858 te Arolsen ge
boren. als. gerekend naar de volgorde van
den leeftijd, de derde der kinderen van
vorst George Victor van Waldeck Pyr
mont en prinses Helena van Nassau, een
strenge vrouw van groote intelligentie, die
alles in het werk stelde om haar kinderen
onder haar persoonlijke leiding met be
hulp van bekwame leeraren 'n veelzijdige
ontwikkeling deelachtig te doen worden.
Prinses Emma voelde zich. wat haar stu
dies betreft, vooral aangetrokken tot V
geschiedenis; haar karaktereigenschappen
deden haar echter in nog grootere mate
belangstelling koesteren voor sociaal werk
In het lenigen van den nood van zieken
en behoeftigen vond zij haar grootste
voldoening en ook op lateren leeftijd heeft
zij, in haar nieuw gekozen staat, meer
malen gelegenheid gevonden om daarvan
te doen blijken.
Een extra-nummer van de ..Staatscou
rant" maakte op 1 October 1878 de ver
loving beleend van Zijne Majesteit Koning
Willem III, wiens gade, Koningin Sophie
hem op 3 Juni 1877 ontvallen was, met
Prinses Emma. Op 19 October d.a.v
gaven de Staten-Generaal de bij de wet
vereischte toestemming tot het huwelijk
Op verzoek van den Koning belastte
Dr. Laurens Reynhart Beynen, die sinds
kort was afgetreden als rector van het
Gymnasium te Den Haag, zich met de eer
volle taak, de toen twintigjarige Prinses
van voorlichting te dienen omtrent het
land, dat van nu af aan haar vaderland
zou zijn. De hoogbejaarde doctor vertoef
de te dien einde enkele maanden te Arol
sen en ook zijn dochter, die hem in ver
band met zijn leeftijd naar het Duitsche
grondgebied had vergezeld, werd spoe
dig toegelaten tot de Prinses, die zich
uiterst leergierig toonde en in korten tijd
de Nederlandsche taal eenigermate leerde
spreken.
De huwelijksvoltrekking.
Slechts kort was de tijd der verloving:
in den namiddag van 7 Januari 1879 had
nadat de daartoe vereischte formali
teiten door den Opperkamerheer van den
Koning, Mr. C. Th. Baron van Lynden
van Sandenburg, waren verricht de hu
welijksvoltrekking plaats, in tegenwoor
digheid van een vrij groot gezelschap vor
stelijke personen en hoogwaardigheidsbe-
kleeders, waartoe o.m„ behalve de vorste
lijke familie Van Waldeck, Prins Willem
von Wied, schoonzoon van Prins Frede-
rik der Nederlanden, Prins August vott
Wurtemberg, als vertegenwoordiger van
Keizer Wilhelm I, de voorzitters der Eer
ste en Tweede Kamer van Nederland, de
vice-president van den Raad van State, de
minister van Buitenlandsche Zaken en de
directeur van het Kabinet des Konings,*
behoorden. Bij de kerkelijke inzegening,
in de kapel van het slot van Arolsen, trad
de hofprediker Scipio als voorganger op.
Drie dagen na de huwelijksvoltrekking
vertrok het Koninklijk echtpaar per extra-
trein naar Nederland; bij het passeeren
van de grens bij Oldenzaal geschiedde de
eerste begroeting door de Nederlandsche
autoriteiten.
Het eerste bezoek aan de hoofdstad had
eerst 21 April plaats; de intocht te Den
Haag een week later, aangezien deze ver
traagd waren door het overlijden, in Lu
xemburg, van Prins Hendrik, den broeder
des Konings. De residentie begroette de
jonge Koningin met warme geestdrift en
vooral aan de ontvangst van het Konin
klijke echtpaar in het Gebouw van Kun
sten en Wetenschappen hebben degenen,
die daarbij aanwezig mochten zijn, onver
getelijke herinneringen bewaard.
Groot was, op 31 Augustus 1880, de
weerklank in het geheele land van de tij
ding, dat Koningin Emma in het Paleis te
's-Gravenhage het leven had geschonken
aan een dochter. De blijde mare verspreid
de zich door de bijzondere maatregelen,
welke de ook in dien tijd reeds actieve
persvertegenwoordigers hadden genomen,
in een oogwenk over geheel Europa. De
dynastie der Oranjes, ernstig bedreigd
door de slagen, die dit Huis getroffen
hadden het overlijdensbericht van den
Prins van Oranje kwam een half jaar na
den dood van Prins Hendrik uit Parijs,
terwijl toen reeds vaststond, dat ook den
eenig overgebleven zoon van den Koning,
Prins Alexander geen lang leven bescho
ren zou zijn kon als gered worden be
schouwd.
Herinnerd moge hier worden aan de
boodschap van den Koning aan de Sta
ten-Generaal, bij welker lezing, op dien
vreugdevollen dag, menigeen het hart is
volgeschoten:
,,Het is voor ons een groote vreugde"
aldus ving de boodschap aan „U de
blijde tijding te kunnen mededeelen. dat
Hare Majesteit de Koningin, Onze be
minde Gemalin hedenmiddag bevallen is
van eene Prinses.
Wij zijn overtuigd, dat de Eerste en
Tweede Kamer der Staten-Generaal van
harte deelen in de gevoelens, die deze
heuglijke gebeurtenis bij Ons opwekt en
met Ons dankbaar den zegen erkennen,
die door den Allerhoogste aan Ons Huis
en het Vaderland is geschonken.
En hiermede. Mijne Heeren, bevelen
wij U in Godes heilige bescherming.
Willem".
's-Gravenhage, 31 Augustus 1888.
Te hall negen hedenmorgen werd over
dé beide Nederlandsche zenders officieel
het overlijden van H. M. de Koningin
Moeder medegedeeld. De uitzendingen
van beide zenders zijn daarop tot Woens
dagochtend 8 uur gestaakt als teeken van
rouw. Woensdagochtend te acht uur zul
len de uitzendingen "worden hervat uit
sluitend voor het doen van mededeelingen.
Tevens is aan alle radiocentrales verzocht
om zoolang de Nederlandsche zenders
hun uitzendingen staken ook de radio-
distributiebedrijven geheel stop te zetten
De A.V.R.O. en K.R.O. zullen he
denmiddag te twaalf uur en vanavond
om 8 uur mededeelingen doen in ver
band met het overlijden van H. M. de
Koningin-Moeder.
Voor Koningin Emma braken schoon
zij zich gedragen wist door de toegene
genheid en aanhankelijkheid van het volk,
dat haar had leeren kennen en waardee-
ren als een vorstin, die rechtschapenheid
aan eenvoud paarde moeilijke jaren
aan, toen de gezondheidstoestand van
haar Gemaal langzaam achteruit ging en
eindelijk zorgwekkend werd. Tot aan zijn
verscheiden op 23 November 1890. be
toonde zij zich de lieve gade en trouwe
verpleegster, die door haar gestadige en
opofferende zorgen, niet alleen de laatste
dagen van den Koning verlichtte, maar zich
tevens een zoo mogelijk nog diepere gene
genheid in het hart van het Nederlandsche
volk wist te verwerven. De lijkdienst op
het Loo, geleid door Nicolaas Beets op 1
December van genoemd jaar, was een
ontroerende plechtigheid.
Thans zag Koningin Emma zich ge
plaatst voor een ontzagwekkende taak; op
32-jarigen leeftijd werd zij geroepen tot
het Regentschap. Acht moeilijke jaren
jaren van partijstrijd in zijn felste scha
keeringen heeft zij zich, door haar
groote gaven van geest en gemoed, van
deze taak gekweten op een wijze, die het
best kan worden weergegeven door het
woord van Staatsraad Mr. A. P. W. Cort
van der Linden, oud-premier tijdens de
oorlogsjaren en oud-minister van justitie
tijdens het regentschap van de Koningin-
Moeder, neergeschreven in het Gedenk
boek, dat ter gelegenheid van haar zeven
tigsten verjaardag en vijftigjarig Neder
landerschap is uitgegeven.
„De Koningin-Moeder! In den loop der
tijden heeft deze naam een eigen beteeke
nis gekregen.
Zij, die evenals ik het voorrecht had
den, als minister samen te werken met de
Koningin-Moeder, toen zij Regentes was
of later Haar mochten benaderen in moei
lijke omstandigheden en bewogen tijden,
zij weten, wat zij geweest is voor haar
nieuw gekozen vaderland.
De Koningin-Moeder heeft ons volk
liefgekregen, want zij zag in ons volk, zijn
zieden en gewoonten, bijna alleen het
\jvaardevolle en het goede: spiegelbeeld
van Haar eigen gemoed. Zij heeft Haar
liefde betoond door Haar trouw medeleven
met allen, die Haar dienden, door Hare
onvermoeide belangstelling in ziekenver
pleging, in wetenschap en kunst en door
Haar stille hulp in nood. En ons volk
heeft hare liefde met liefde vergolden.
Moge ons volk zijn Koningin-Moeder
nog lang behouden en steeds met dank
baarheid gedenken den zegen, dat deze
hooge vrouw uit den vreemde tot ons
kwam".
Naast haar regentschap wijdde de Ko-
gin-Moeder zich in volle overgave en met
groote bekwaamheid aan de vorming van
haar dochter; het geringste had in de op
voeding van Koningin Wilhelmina, die
eenmaal tot de hoogste plaats in den
Staat geroepen zou worden, haar toege
wijde aandacht. Zij was het zelf, die haa;
dochter tien jaren lang onderwees in Bij-
rélsche geschiedenis envaardigheid
met de naald!
De reizen naar de hoofdsteden der pro-
vjncies, opdat deze haar dochter zouden
cünnen begroeten, werden even zoovele
spontane demonstraties van Oranjeliefde
van de zijde der bevolking: zij deed ook
ïaar kind kennis maken met de vreemde
loven en liet haar tegenwoordig zijn bij
de ontvangst van buitenlandsche vorsten.
Was het te verwonderen, dat het Ne
derlandsche volk, toen Koningin Wilhel
mina meerderjarig was geworden, van
zjjn groote dankbaarheid voor hetgeen
Koningin Emma tijdens haar regentschap
gedaan had, getuigenis wilde afleggen?
Het deed dit in den vorm van een gelde
lijk geschenk en «het moge een bewijs te
meer zijn van de groote sympathie en ge-
négenheid, die van de Koningin-Moeder
uitging naar de zieken en misdeelden. dat
zij het haar geschonken bedrag ter be
schikking stelde voor het oprichten van
het Sanatorium „Oranje-Nassau Oord
bij Renkum. waar tuberculoselijders wor-
In verband met het overlijden van H. M.
de Koningin-Moeder is het Marine-Con
cert van a.s. Woensdagavond afgelast. In
ons volgend nummer hopen w-y in staat te
zyn te kunnen mededeelen welke regeling
door de Comité's is getroffen ten aanzien
van de reeds verkochte entrée-bewijzen;
op het oogenblik van afdrukken van dit
nummer was dit uiteraard nog niet be
kend.
Ingevolge een besluit van het Hoofd
bestuur van den Nederlandschen Bios
coopbond zullen heden ten teeken van
rouw wegens het overlijden van H.M. de
Koningin-Moeder alle bioscopen in Ne
derland gesloten zijn. Met het oog op het
feit, dat de Koninklijke Familie in Den
Haag resideert heeft het Hoofdbestuur
vervolgens besloten, de bioscopen, welke
in de Residentie gevestigd zijn, geduren
de drie dagen, nJ. Dinsdag, Woensdag
en Donderdag te doen sluiten. Bovendien
zullen op den dag der begrafenis alle
bioscopen in Nederland gesloten zijn.
den opgenomen en verpleegd. De herin
nering aan het regentschap wordt mede
levendig gehouden door de plechtige ont
hulling op 25 September 1905, door Ko
ningin Wilhelmina, van een monument
op het Regentesseplein te 's-Gravenhage.
Eerlijk, groot en oprecht was de uiting
van waardeering en sympathie, die haar
gewerd toen zij, in 1898 in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam de grootsche inhul
diging van haar dochter bijwoonde.
Totdat Koningin Wilhelmina. op 9
Februari 1901, met Prins Hendrik van
Mecklenburg in het huwelijk trad, bleef
de Koningin-Moeder bij haar dochter
verblijf houden. Daarna betrok zij het
Paleis aan het Lange Voorhout, waar zij
thans de oogen gesloten heeft. Zij be
woonde dit des winters, terwijl zij de
zomermaanden meestal doorbracht ten
Paleize Soestdijk.
Toen zij, in 1928, haar zeventigsten
verjaardag herdacht, is op haar verzoek
de huldiging, die men haar toen heeft
willen bereiden, verschoven naar den
17den Januari 1929. den dag, waarop het
Vijftig jaar geleden was, dat zij door haar
huwelijk Nederlandsche was geworden.
Talrijke bewijzen van sympathie en er
kentelijkheid zijn haar toen ten deel ge
vallen.
Het moge, bij de droefheid, die het
volk gevoelt, nu deze beminde figuur
voor altijd is heengegaan, tot troost strek
ken. dat het der Koningin-Moeder be
schoren is geweest, in de jaren na haar
regentschap ten volle te mogen ervaren,
hoe ook Koningin Wilhelmina, die zij op
binnenlandsche reizen en bij feestelijke
gelegenheden meermalen vergezeld heeft,
alsook haar kleinkind Prinses Juliana, het
hart der natie gevonden hebben. Het
grootsche huldebetoon der Koningin ter
gelegenheid van haar vijfentwintigjarig
regeeringsjubileum, in 1923 gebracht, was
daarvan wel het sprekend bewijs, nog
slechts kort geleden zoo overtuigend her-
naald bij de nog ijl aller herinnering
levende en zoo diepe nawerking uit
oefenende betooging in het Olympisch
Stadion te Amsterdam.
Haar leven, dat ook na haar regent
schap d i e n e n d is geweest, wijl zij zich
op onnavolgbare wijze en wars van er-
cenning voor wat zij verrichtte, met
nieuwe kracht wijden ging aan de leni
ging der nooden en behoeften van talloos
velen, zal altijd herdacht kunnen worden
als dat van een vrouw, die Moeder en
Vorstin is geweest in de zuiverste betee
kenis van deze woorden.
^lag in het algemeen niet bevorderd
worden door aan de betrokkenen
een hooger salaris te bieden.
De voorzitter van den raad van minis
ters heeft in een brief aan alle hoofden
van dienst er de aandacht op gevestigd
dat het geval zich heeft voorgedaan, dat
een persoon, op arbeidscontract werk
zaam bij een rijksdienst met een voor
zijn leeftijd vrij hooge bezoldiging, door
het hoofd van een crisisdienst werd aan
gezocht, om op een belangrijk hooger
salaris bjj dien crisisdienst een betrek
king te aanvaarden.
Uiteraard kan, vooral in deze tijden
an algemeene salarisverlaging, aan het
personeel niet verboden worden positie
erbetering te zoeken.
De regeering acht het echter in strijd
met het landsbelang en daarom ontoe
laatbaar, dat overheids- en semi-over-
heidsdiensten door aanbieding buiten de
betrokken chefs om, van een hooger sala
ris, de goede krachten van elkander trach
ten w eg te lokken.
Instelling van een werkfons te
verwachten.
Naar wy vernemen ligt het in de be
doeling om ter uitvoering van het 00
millioen-plan een Werkfonds 1934 in te
stellen, waarvan de minister-president,
dr. H. Colijn, als algemeen voorzitter zal
optreden, terwyl de heer C. J. P. Zaal
berg, directeur van de Scheepvaart Bank
en oud-directeur-generaal van den arbeid
het voorzitterschap en dr. ir. A. H. W.
Hacke, directeur-generaal van den arbeid
het vice-voorzitterschap en tevens het se
cretariaat daarvan zal waarnemen.
Omtrent de werkwijze van het fonds
wordt avndaag een nadere mededeeling
verwacht. (Nw. Rott. Crt.).
VERRUIMING ZOXDAGSVERKOOP.
Het Christelyk Nationaal Vakverbond
heeft een adres gericht aan de Tweede
Kamer betreffende de voorgestelde wijzi
ging der winkelsluitingswet. Adressant
betdbgt daarin ernstig bezwaar te hebben
tegen verruiming van den Zondagsver
koop.
Voor het militair personeel.
Batavia. Met ingang van 1 April zal
een herziene regeling der bezoldiging
van militair personeel van de Zeemacht,
dienende binnen de keerkringen, in wer
king treden. Met behoud der verschil
lende thans aan de regeling ten grond
slag liggende beginselen, sluit de nieuwe
regeling zich in mening opzicht voor
wat betreft de bedragen aan bij de
eveneens op 1 April in werking tredende
herziene salarisregeling der burgerlijke
en militaire landsdienaren.
De van 1 April af toe te kennen in
komsten mogen niet dalen beneden 75
pet. van de thans geldende regeling zon
der de daarop reeds toegepaste korting;
met ingang van 1 April zal de kinder
toelage die buiten de keerkringen geldt,
ook binnen de keerkringen aan Euro-
peesch personeel worden toegekend.
Europeesche militairen bij de Zeemacht
die van 1 April af binnen de keerkrin
gen lagere inkomsten zouden genieten
dan het bedrag waarop zij alsdan buiten
de keerkringen vertoevende aanspraak
zouden hebben, vermeerderd met 20 pet.,
worden in het genot gesteld van een bij
slag ten bedrage vau het verschil.
Voor inlandsche militairen wordt, con
form de regelingen voor burgerlijke en
militaire landsdienaren, een overgangs
bepaling vastgesteld, waardoor tot zekere
hoogte tot 1 Januari 1936 een vooruit
gang in inkomsten niet zal plaats hebben.
Aneta seint uit Batavia:
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft
uitspraak gedaan met betrekking tot de
vonnissen tegen de derde, uit 77 schepe
lingen bestaande, groep muiters van de
De Zeven Provinciën.
Met een twintigtal wijzigingen, meeren-
deels vervat in de eischen van den advo
caat-fiscaal, werden de vonnissen van den
Zeekrijgsraad bevestigd.
Vervolgens ving het Hof aan met de
berechting van de muitersgroep-Margono,
een 27-tal schepelingen.
In een nota naar aanleiding van het
verslag zegt de minister, dat bij de samen
stelling van de begrooting voor 1933 nog
geen sprake was van een indienststellen
van H. Ms. „Banckert"; de wenschelfjkheid
daartoe deed zich eerst in het tweede
kwartaal van 1933 voor.
Het doen houden van gevechtsschiet
oefeningen met dit schip was het noodza
kelijk gevolg van de indienststelling. De
kosten, verbonden aan deze schietoefenin
gen, hebben ongeveer 50.000 bedragen.
Het is niet juist, dat deze oefeningen
zonder voorkennis van den minister zijn
gehouden.
De verhooging van de prijzen van de
artillerie-inrichtingen is dikwijls niet te
vermijden, aangezien de noodzakelijke l>e-
zuinigingen op de aanschaffing van het
materieel tot vermindering van de pro
ductie van dat staatsbedrijf moeten leiden.
De particuliere industrie kan in dezen
niet met iiet staatsbedrijf worden vergele
ken, omdat de eerste zich uit den aard
harer organisatie beter op een juiste hou
ding tusschen opdrachten en productie
kosten kan instellen dan de artillerie-in
richtingen, welke aan verscheidene
wettelijke voorschriften gebonden een
dergelijke soepelheid in veel mindere mate
bezitten.