POR UUAjR_BJJVOEGSËL VAN DE HELDERSCHF COURANT
en de starren stijgen
De onderwereld van de Duitsche
Metropolis.
oiogit
(Slot).
Dadelijk opendoen, de hotelpolitie.
DE VALSCHE SPELERS
Populaire Rubriek
SATERDAG 24 MAART 1934
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Een firmament, dat aan menschenhanden gehoorzaamt!
Hoe het planetarium eruit ziet
Het Zeiss instrument is de verwezen
lijking van een eeuwenoud denkbeeld.
Tallooze pogingen zijn er gedaan om
de hemelverschijnselen na te bootsen.
Geen van die pogingen is feitelijk ge
slaagd, de middelen waren te ruw en
te grof. De toeschouwer kwam in be
wondering voor het ingewikkelde
bouwsel van radertjes en stangetjes,
maar daar bleef het ook bij. Hij zag
een „instrument" en niet de schoon
heid van den sterrenhemel.
In het Zéiss-planetarium zijn de ver
houdingen juist omgekeerd. Het „in
strument" treedt geheel op den achter
grond, het werkt in het duister, als wil
het onze aandacht niet afleiden van
het mooie schouwspel, dat het te voor
schijn roept.
Het Zeiss-instrument is een fijn
samenstel van projectie-toestellen,
ieder voor zich een schitterende
proeve van instrumentmakerskunst. Uit
die projectie-toestellen schieten dui
zenden lichtstralen op den koepel toe.
Dat is het geheim van onzen toovenaar,
hij werkt met het ijle licht. Ieder pro
jectie-toestelletje het zijn er 94
bestaat uit drie deelen: een lamp, die
licht werpt door een dia-positief, dat is
een doorschijnende afbeelding van een
hemellichaam (een sterrenkaart, de
zonneschijf, enz.) een lenzenstelsel, dat
naar den köepel gericht is, geeft op den
koepelwarid een scherpe afbeelding
van het diapositief. Een gewone lan
taarn dus. ruim 80 van deze projectie-
toestelletjes zijn vereenigd tot zooiets
als een groot insecten-oog. zoo'n oog,
dat naar alle kanten tegelijk zien kan.
Aan dit ingewikkelde lichaam ont
springen de duizenden stralenbundels,
die ons den sterrenhemel en den melk
weg voortooveren.
Van dit soort „tooverlantaarns" zijn
er twee en dertig; ieder bevat een twëe
en dertigste deel van den hemelbol in
zakformaat. De twee en dertig diaposi
tieven bevatten samen ongeveer 5400
sterren! Ze worden verlicht door een
lamp van 250 kaarsen lichtsterkte, op
gesteld in het inwendige van den bol.
Twintig toestelletjes zorgen voor de
projectie van den melkweg en 35 instru
mentjes zijn er, die de namen van de
belaugrijkste sterrenbeelden in duide
lijke letters op den koepel wand doen
verschijnen.
Dit reuzenoog bevindt zich boven in
het instrument en wordt door een elec-
tromotor rondgewenteld om een as die
naar de hemelpool gericht is: „het oog
rolt in zijn kas".
Ziehier dus, waarom de sterren in
het planetarium op en onder gaan;
wanneer de projectietoestellen zich
wentelen, wentelt zich de geheele pla
netarium ten hemel. Tegen het décor
van sterren en melkweg treden in het
planetarium op: de zon, de maan en
de planeten: Mercurius, Venus, Mars,
Jupiter en Saturnus. Zij worden gediri
geerd vanuit de cylindrische kast, die
onder aan het instrument hangt. Hier
in bevindt zich het projectie-toestel
voor de zon de maan, welhaast het
vernuftigste onderdeel van het ge-
geheele planetarium, daar het alle
schijngestalten van de maan aan kan
geven - Mercurius Venus en Mars
Jupiter met zijn wolkengorden
Saturnus met zijn ringen, die de rij
besluit, De as, die door een motor
wordt aangedreven, brengt de tallooze
tandraadjes in beweging, die den loop
der planeten besturen.
De planeten worden terwille van
onze weetgierigheid aan den planeta
rium-hemel weergegeven, zooals we ze
zien door een sterk vergrootenden ver
rekijker..
En hiermede is de beschrijving van
het instrument in groote trekken ge
geven. We zien de projectietoesteilen
voor de sterren, melkweg en de namen
voor de sterrenbeelden. Lampen voor
de witte en blauwe belichting van den
koepel. Motor, die de sterren zoowel
als de planeten draait om de hemelas
en dus de dagelijksche beweging van
Oost naar West nabootst. Eén etmaal
kan verloopen in 4, 2 of 1 minuut. Een
motor, die het raderwerk van de pla-
netèn aandrijft en die een jaar laat ver
loopen in 4 minuten, 1 minuut of 7
seconden. De projectie-toestellen voor
de zon, maan en planeten. Het telwerk
waarop jaartal en datum kunnen wor
den afgelezen.
Want strikt genomen moet onze
vraag ontkennend worden beantwoord.
Het is onmógelijk om de hemelver
schijnselen tot op de laatste kleinig
heid in het planetarium na te bootsen.
Met voor niets is de „astronomische
nauwkeurigheid" spreekwoordelijk ge
worden. Een sterrenkundige zou zon
der veel moeite meerdere verschilpun
ten tusschen den werkelijken en den
kunstmatigen hemel kunnen aanwijzen
en hij zou ons kunnen verklaren, dat de
planeten-banen voortdurend storingen
ondervinden en dat de „vaste sterren"
zich ten opzichte van elkaar verplaat
sen. Vragen we hem echter op den man
af, hoe groot dan wel die afwijkingen
in de plaatsen van de sterren kunnen
zijn, dan moet hij toestemmen, dat ze
eerst na vele duizenden jaren bemerk
baar zouden zijn. De grondgedachte
van het Zeiss-planetarium is dan ook
nooit geweest om nu eens een feillooze
nabootsing van de natuur te maken,
dat zou nutteloos en onbegonnen werk
zijn. Neen, veeleer heeft het idee voor
gezeten om de belangrijkste gebeurte
nissen aan den hemel zoo weer te ge
ven, dat deze voor een ieder verstaan
baar en begrijpelijk werden. Daartoe
is noodig, dat de kunstmatige en de
werkelijke hemel voor het ongewapen
de oog niet van elkaar afwijken. En
daarin is Ir. Bauersfeld, de schepper
van het Zeiss-instrument, zoo voortref
felijk geslaagd.
EINDE.
van
onzen bijzonderen medewerker.
Berlijn, Maart 1934.
Wie lang te Berlijn woont, kent on
vermijdelijk het groote roode gebouw
op de Alexanderplatz, waar het hoofd
bureau van politie der Duitsche metro
polis is gevestigd. Geen vreemdeling,
die langer in Berlijn heeft gewoond,
kan onwetend huichelen, want allen
geen uitgezonderd zijn ze daar ééns
op bezoek geweest. Laten we 't voor
die vreemdelingen hopen, dat het maai
bij die ééne maal is gebleven.
Een der tallooze afdeelingen bemoeit
zich met de vele hoteldiefstallen, die
te Berlijn schering en inslag zijn.
Thans is deze afdeeling met werk over-
kropt, want er zijn juist in de groote
Berlijnsche hotels en een paar van de
allerdeftigste pensions van de Kur-
fürstendamm eenige groote diefstallen
van kostbare juweelen geschied, die
vermoedelijk aan dezelfde bende zijn
te wijten.
De dieven zijn allerhandigst te werk
gegaan en behooren waarschijnlijk tot
de gasten van de groote Berlijnsche
hotels, zooals Adlon,"Kaiserhof, Bristol
Eden, Central. Het zijn zeer zeker keu
rig gekleede heeren, echte gentlemen-
dieven!
Velen zullen zich misschien er over
verbazen, dat er zoo'n afdeeling be-
staat. Begrijpelijk, want hotel-diefstal
len wil men het liefst doodzwligen en
niet in de dagbladen vermeld zien
staan.
De directies van de groote Berlijn
sche hotels stellen natuurlijk op publi
citeit allerminst prijs.
De opsporing van hotel-dieven is
zéér moeilijk. In Europa zijn er onge
veer 200 a 300 van die heeren, die in
allerlei mogelijke vermommingen
steeds weer in een der wereldsteden in
de voornaamste hotels plegen op te
duiken, om te trachten daar hun slag
te slaan.
Gewone inbraken komen in een
hotel zelden voor. In de gangen, halls,
trappen, gaan en komen steeds men-
schen, hetzü gasten van het hotel, het
zij personeel van dat. hotel.
Vroeger waren er nog inbrekers, die
langs de gevels van het hotel naar
binnen klommen, maar deze tijd is al
lang en breed voorbij.
Was het binnenklauteren al heel
moeilijk, het teruggaan was zoo
mogelijk nog véél en véél gevaar
lijker. Zware koffers kan men dan na
tuurlijk niet medesleepen, slechts goud
en juweelen kwamen als buit in aan
merking. Een paar jaar geleden had
nog zoo'n ouderwetsche inbreker p.ech,
dat de bewoner op de vijfde verdie
ping. waar hij trachtte binnen te ko
men, hem naar beneden smeet, wat de
man zijn leven kostte.
De groote hoteldieven van het wer
kelijk internationale gilde lachen om
door
A. VAN SANTEN.
'oen de weduwe Pothmans gestor-
vp'i was, bleet' haar zoon Jim «'leen
sohter.' Hij was al een eindje in de der-
"g en kon zich redden, maar het was
'■em toch vreemd te moetic.
Ueld was er voldloende o?n netjes
r°nd te komen en zijn moeder had hem
z<l'higheid geleerd. Zijn pakken gin
gen jaren mee en in het huishouden
geerde hij iedercn cent om alvorens hij
"ezen uitgaf.
Ander ding was de eenzaamheid
..Die viel hem niet mee. Overdag had
M aanspraak in zijn kruidenierswin-
p'tje, maar des avonds was het v-ree-
^'iik nu zijn moeder gestorven was,
2°o. sti1. Als hij des avonds de krant
""gespeeld had, kroop hij van arinoe
0,1 "er de wol.
"i.i begon aan trouwen te denken,
'"aar allerlei schrikbeelden doemden
v°or hem op. De mééste huwelijken
lUl|,en geen succes, dat zag hli aan zijn
"aigeving. En hoe moest hij aan een
geschikte vrouw komen? Kennissen
a" zijn moeder bijna niet gehad en
die er waren, hadden geen huwbare
dochters.
Een huwelijksadvertentie trok zijn
aandacht. Langs den meer en meer
gebruikëlijken weg zocht een huiselijk
aangelegde burgerdochter een levens
gezel. Iets voor hem. Hij dacht er lang
over na/Kennismaking bond tot niets,
maar het leek hem toch een heele slap.
Deed hij niet verstandiger zelf een
annonce te plaatsen?
Daar kwamen natuurlijk héél wat
brieven op en hij kon dan zelf kiezen.
Een koopman, die personeel zoekt,
schrijft toch immers ook niet op den
eersten den besten?
Een paar dagen later stond de ad
vertentie erin. Een lastig geval, ook na
de eerste schifting. De voorloopige uit
verkorenen waren vanzelfsprekend de
genen, die geschreven hadden, dat ze
een. kalm huiselijk bestaan hadden en
dal ook zeer op prijs bleven stellen.
Na een Iweede onderzoek bleven er
drie over en deze drie brieven gingen
allen in de bus.
Toen de eerste gewichtige middag
kwam. begaf Jim zich in zijn beste
kleeren gestoken naar de argesproken
plpk. Hij hield een zakdoek, onopval
lend, maar toeh duidelijk zichtbaar in
de hand en wachtte. Even na het vast-
of stelde tijdstip verscheen een dame
ouder de wandelaars op het tegenover-
nestelde Iróttoir. stak een eindje voor
de plek. waar hij stond over en haalde
ondertusschen een klein kanten zak
doekje uit haar taschje. Jim voelde
zich niets op zijn gemak en durfde
nauwelijk te kijken. Hij zag wel, dat ze
knap was en een mooi figuur had.
Wellicht was ze bediende in een of
ander modemagazijn. Ze ging het vol
gende oogenblik langs hem neen en
het kanten zakdoekje was al weer op
geborgen.
Jim bloosde als een schooljongen.
Moest hém, op dien leeftijd overkomen.
Hij ging regelrecht naar huis en
broeide over de beleediging, hem aan
gedaan. Had hij maar liever op een ad
vertentie geschreven. Dan was 'm toch
zoo iets niet overkomen.
Den volgenden dag nam hij voorzor
gen. Hij stond wel trouw op zijn post,
maar hield den zakdoek in zijn zak, tot
dat hy een dametje aan zag komen, dat
een wit zakdoekje in de hand hield,
eerst, toen bekende hij óók kleur.
Het was een jong ding, aardig, pit
tig, leuk haar, een gezichtje zóó char
mant in een woord: bekoorlijk. Maar
van huiselijken aanleg daar zag hij
niet veel van.
De kennismaking liep vlot van sta
pel. Hij behoefde weinig te zeggen,
want zij deed de rest. Én dien avond
bekende Jim zich zei,ven, dat hij ver
liefd was.
En mocht hij even getwijfeld hebben
of ze voor hem wel geschikt was, daar
ze niet zoozeer een huiselijken aanleg
had, had hij al gauw die vrees van zich
afgeworpen!
Een maand later trouwden zij.
Waarom zouden ze langer wachten?,
Mientje woonde bij haar tante in, een
degelijke ouderwetsche vrouw, die een
bijzonderen indruk op Jim had ge
maakt. Het speet haar wel, dat zij het
huis uit ging en ze* zou zich erg een
zaam voelen! Maar zei ze, de belangen
van het meisje gingen voor.
De eerste weken ging natuurlijk
alles goed. Doch later viel het hem op,
dat ze wel onuitputtelijk was in bood
schappen doen en vriendinnen gaan
bezoeken. Den winkel liet ze vrijwel
voor zfjn rekening.
En, toen hij eindelijk aanmerkingen
begon te maken, kwam hij tot de ont
dekking, dat zij haar man stond en vol
komen onafhankelijk wilde blijven. Öm
den lieven vrede deed hij water bij den
wijn.
Maar ook dit hielp niet.
Des avonds ging zij dikwijls op be
zoek bij haar kennissen en weer zat
Jim de krant door te spellen.
Hij zat, zich te ergeren, uren lang,
er zat geen greintje huiselijkheid in
Mientje.
Jim's oordeel over de grafologie had
een geduehten knak gekregen. In stilte
verwensehte hij het advies, dat hem
deor dien charlatan gegeven was. Het
schrift van zijn vrouw met al die hui
selijke aanwijzingen, dat zoo'n bijzon
der huiselijk karakter had mallig
heid 1 Hij zat er intusschen mee.