Marine-brieven uit Indié PAG. 5 La Lumanta Stelo r HITTERTJE „..„ld wel nooit meer een bij uitstek luxe gerichte industrie als deze zal vmuien „voeden". Er zijn echter velen j-p optimisme en moed ten dezen put- n uit Imt feit, dat het niet de eerste V pr is, dat de diamantindustrie aan iau rand van den afgrond staat. Tel- tpiis leefde zij weer op, juist als de toe- tand geen enkele hoop meer scheen te hieden Zoo zijn er dan ook, die, met Hit nieuwe „steun-plan" voor oogen, veer een opleving voorspellen en in Ln verbeelding de hoofdstedelijke diamantslijperijen al weer vol zien van eigenaardige leven en die merk- „rdige atmosfeer die men in geen ander bedrijf aantreftHet lied van L arbeid klinkt daar, in de drukke tilden, die nu al weer zoo ver achter nis scbÜQen te liggen, niet alleen uit 'de zoemende „molens" en andere ma chinerieën, maar ook steeds uit de Llcn der slijpers, die vanouds enthou siaste opera-liefhebbers waren en zijn, zooals men er in andere kringen onzer bevolking geen betere aantreft! pe optimisten hooren al weer de lie deren die daar vroeger in die slijpe rijen den geheelen dag op-klonken liederen als daar zijn Henri Polak dat is m'n neef (bis) En als Henri Polak m'n neef niet was, Dan kreeg ik geen geld uit weerstandskas!"... of: Wij maken „chips" wij verdienen niks, wij maken „grof" en hebben een sof! Al ziet men de zaak niet zoo roos kleurig in als genoemde optimisten toch behoeft dat niet te beletten, dat men hoopt, dat zij gelijk zullen krij gen... Dat de slijpers in de werk plaatsen onder het werk door weer spoedig, onder het „verdienen" aan het bewerken van chips en grof door zul len zingen van „niks verdienen" en „een sof hebben" inplaats van als hu het geval is, heelemaal van déze din gen niet te zingen maar ze inderdaad aan den lijve te beleven G. H. Koopman, t Van de diamanindustrie naar het overlijden van G. H. Koopman, den oud-directeur der Ned, Opera en on verdroten 'propagandist voor den bouw van den „Gróotén Schouwburg", is,.ge zien het aangestipte opera-enthousias- me in de diamant-wereld, maar één stapMet Koopman is een merkwaar dig man en een typisch Amsterdammer heen gegaan. Van eenvoudige afkomst wist hij zich omhoog te werken tot op een punt waaróp hij het kon bestaan metterdaad te bewijzen, dat een zuiver Nederlandsche opera-onderneming be staansmogelijkheden heeft iets wat mor hem. noch na hem ooit door iemand anders gelukt is! In de laatste jaren nadat die Nederlandsche Opera-onderneming, na zijn aftreden als directeur, wederom in het moeras was ger.eden werd hij vooral bekend door zijn Groote Schouwburg-plan eP)i plan, dat ook in zooverre uniek mocht heeten, dat er bij den opzet in 1 geheel .geen rekening werd gehouden ®et eventueele subsidies van stad en land maar integendeel werd voorge steld, dat de particuliere exploitatie de hosten tenvolle zou kunnen dekken'., toen hij in 1926 met zijn plannen voor oen dag kwam, dacht hij zich aanvan kelijk zijn nieuwen schouwburg op een gedeelte van het Weteringsplantsoen; later kreeg hij het gebouw Bellevue ®et aangrenzende gebouwen in handen en werden de ontwerpen maquette, enz. ^an zijn nieuwen Muzentempel aan gepast aan de situatie daarMen kon hatuurlijk in principe van meening met nem verschillen of in deze tijden in de hoofdstad een nieuwe schouwburg, ook p zou deze dan gelijk Koopman's "hoote Schouwburg het neusje van den zijn, zoowel wat uiterlijk architec- Ul>r betreft, ais inwendige technische ^richting, reden van bestaan zou heb- ?en-; Maar het dient gezegd de sstrijding en tegenwerking die Koop- a!a" met dit, zijn plan ondervond «'ondde zich maar voor een klein ge uite op derkelijke principieele be ffen. De motieven die aan een der- e"jke bestrijding ten grondslag lig- ,en waren veelal van veel minder 'Hooi. Juist den laatsten tijd scheen e' alsof de tegenstand inderdaad ge doken was en alsof de verwerkelijking er plannen naderbij kwam Koop- ans medewerkers zullen nu trachten de eind-overwinning door te vech- n- Of hun die overwinning echter, nu e.zo altijd voortvarende en altijd opti- 'stische voorvechter hun ontvallen is, derdaad ten deel zal vallen, nioe •en betwijfelen Een van de lezeressen verzocht mij, een korte mededeeling voor de Helder- sche Esperantisten op te nemen, waar aan ik met liet grootste genoegen vol doe. Alleen al, omdat het zoo prettig is, zoo nu en dan eens een teeken van medeleven te kriigen uit die voor mij onzichtbare wereld, waarmee ik toch werkelijk contact heb. Het verzoek was, de aandacht te ves tigen op een Esperanto-congres, dat met de Paaschdagen te Antwerpen ge houden zal worden. Het zal een uitste kende gelegenheid -zijn, vooral voor be ginners, om zich te oefenen. Alle ge- wenschte inlichtingen worden gaarne gegeven: Laan 35, Den Helder. Merkwaardig, zoo goed als dit ver zoek past in het onderwerp: „Reizen mèt en door Esperanto", dat ik nu juist behandel! En nu gaan we dan van Antwerpen in Noordelijke richting: naar Stock holm! Maar op de doorreis mag ik toch Hilversum niet gedachteloos voorbij gaan. Want daar zal van 31 Maart tot en met 2 April (dus óók met de Paasch dagen) het Nederlandsche Esperanto- congres gehouden worden. Kosten voor het geheele congres 2.voor een dag 1.—. De prijzen voor verblijf in hotel of pension varieeren tusschen 3.50 en 1.25 (logies en ontbiit). Het programma is zeer aantrekkelijk: o. a. de bekende Hongaarsche Esperanto- leeraar en -auteur zal spreken en men zal films over Zweden vertoonen. Juist voor hen, die nog maar heel weinig Esperanto kennen, een prachtige gele genheid! Want de moedertaal staat in het ergste geval onmiddellijk klaar met de reddende hand i. c. woorden! En wie 't nü nog niet aandurft, heeft toch zeker tijd genoeg, om moed te ver zamelen voor het 26e internationale congres in Stockholm, van 5—11 Aug. e.k. Zweden, het land van de wereldbe roemde Selma Lagerlöf, die het Espe ranto zoo gunstig gezind is en van wie dan ook reeds enkele boeken in het Esperanto vertaald zün! De Esperanto- uitgaven van haar boeken „Gösta Ber- ling" en het in bijna aile talen versche nen „Niels Holgersson's wonderbare reis" zün in voorbereiding. Tiberio Morariu, de eerste Cseh-onderwiizer (na Cseh zelf), schrijft in een Esperanto- artikel ter gelegenheid van den 75en verjaardag van Selma Lagerlöf o. a.: „Denkende over de. reis van Holgers- son vliegt een Roemeensche jongeling (hijzelf) in z'h verbeelding, maar ook in werkelijkheid door het wondermooie Zweden, maar iets moderner dan op den rug van èen eend, n.1. door middel van rle liefdesstralen van de groene Esperanto-ster". Dit klinkt heel lyrisch! Maar daar is dan ook alle reden voor! Want Tiberio Morariu, heeft ziin tegen woordige echtgenoote, Lizzie Morapiu- Andersson, voor het eerst ontmoet als ziin leerling op een Esperanto-cursus in Zweden! Over Zweden, het land van zon, ro mantiek, mysterieuze legenden en de door hun buitengewone gastvrijheid bekende inwoners zou ik U veel meer kunnen vertellen. Maar helaas, de plaatsruimte Ik kan alleen nog Uwe aandacht ves tigen op de gelegenheid, er dit jaar héél goedkoop naar toe té gaan. Bii vol doende deelname voor de reis naar Stockholm wordt n.1. een groot Aeder- landsch passagiersschip gehuurd. De kosten voor de reis heen en terug, ge durende de congresdagen, logies en ontbijt aan boord i. p.v. in een hotel, bedragen respect, 85.—. ƒ110.— 120— 130.—. Oók voor met-Espe rantisten.' die zonder eenige verplich ting, op deze wiize eens met de bewe ging kennis kunnen maken. Alle Fran- sohe en Spaansche congressisten en reeds meer dan 100 Nederlanders, zul len dezen tocht meemaken, zoodat men zich aan boord reeds een idee van een internationaal congres kan vormen. Het adres van de Nederlandshe U.L.A.- "ede?ei«rde. die d«e„ tocht letdhts: jacob Telling, Bellevoystraat 36, Rot- teMetnhet oog op al deze reizen naar zonnige landen, wil ik graag eindigen met de volgende anecdote: In zeker stadie sprak men m een vroollik gezelschap over de cholera en de nieuwe middelen ertegen. In het ge zelschap bevonden zich ook een dokter en een jonge man, wiens eenige levens doel was, goed te eten en te drinken en de dames te amuseeren en die van zich zelf dacht, dat hü buitengewoon geestig was en er van hield, alles te kritisee- ren, terwijl hii zelf niets wist. Toen de dokter over de nieuwe middelen tegen de cholera vertelde, viel de jongeling hem in de rede en zei: U hebt middelen tegen alle ziekten, maar heeft Uw we tenschap ook reeds doeltreffende mid delen gevonden tegen de nieuwste ziekte, die zich nu verbreidt in de we- wereld tegen het Esperantisme? Wat is Esperantisme? vroeg een dame. Esperantisme, antwoordde de jongeling met het air van een groot ge leerde, is het toetreden tot de nieuw uitgedachte taai, die den naam Espe ranto draagt. Deze ziekte bestaat daar in, dat menschen, die tot nu toe heel verstandig waren, een aanval van waan zin krygen en de nieuwe taal beginnen te leeren; zti loopen warm en in het delirium, veroorzaakt door deze hitte, beginnen zij te spreken over de „toe komst", over de broederschap der vol keren, enz., enz.; bovendien krijgen zij den zeer gevaarlijken hartstocht, door hun ziekte zooveel mogelijk andere men schen te infecteeren en daarin schuilt het groote gevaar ervan. Men zegt, dat deze ziekte reeds vele steden en dorpen besmette. Hebt U reeds een of ander geneesmiddel er tegen uitgedacht, dok ter? Ja, antwoordde de arts (die toe vallig zelf Esperantist was), ik heb deze ziekte nauwkeurig onderzocht en ik heb er een heilzaam middel tegen. De bacil len van deze ziekte worden meegedra gen in de stralen van de zon en in bet duister kunnen zy niet leven: daarom is het beste middel tegen het Esperan tisme, altijd in diepe duisternis te zit ten en geen enkele zonnestraal tot zich toe te laten. MOLLY KEISER, 2e Schuytstraat 155, Den Haag. Marius. Waarom draai jij !inks-om-kcer, als ik teg rechts-oi --keer. Ik ban altijd links geweest, ma toor. Beste Lange, In mijn vorigen brief beloofde ik je, weer het een en ander over onze goede stad Soerabaja te vertellen. Vooruit dan maar! In de eerste plaats heerscht er groote beroering in den gemeenteraad, omdat de stadsbegrooting opeens na maanden lang traineeren dooi' aen pro vincialen raad is afgekeurd en de ge meente nu in hooger beroep is gegaan bij den staat. Zoo maar ineens zonder eenige voorafgaande waarschuwing schijnt het afgekomen te zijn. Blijkbaar heeft Pessarbesar en Ketabang geen te lefonische verbinding meer en schiet er zelfs geen trammetje meer op over om, alvorens een dérglijk conflict te doen ontstaan eerst eens even overleg te ple gen. Je begrijpt men is er hier in Kro kodillenstad nogal „gelajen" over. Op de passar besar, nu we het er toch over hebben was een inlander be zig van een fiets een belastingplaatje weg te 'Stellen. Hy werd daarbij op hee- terdaad betrapt door een echtgenoote van een zee-officcier. Hare edele hield den dief zoolang bij zijn „kladden" tot er politioneele hulp kwam opdagen en zijn hem over kon leveren. Toen ik mijn vrouw het bericht bracht en be langstellend informeerde of zij het soms geweest was, antwoordde zij (zoo als alleen een vrouw dat maar zeggen kan), ,Ajasses". Nu moet ik zeggen, die jongelui, die hier zoo zonder beter em plooi over straat zwerven, vertoonen ineestal een weinig frissche aanblik, dat zul je je uit je vorige term wellicht ook nog wel herinneren. Gisteren herbergde voor een korte spanne tijds onze stad de heer Soe- karno, dewelke onder gouvernements- leiding naar zijn verbanningsoord Flo- res vervoerd werd. Een en ander gaf hier geen aanleiding tot eenige demon stratie. Met angst en beven zien we hier de Jaarmarkt-commissie aan het vergade ren. Er gaan stemmen op om vanwege de malaise dit geval dit jaar niet meer te laten doorgaan. Dat zou jammer zijn, want zooals je weet is het een evenne- ment wat bij het leven van den echten Sóerabajaan hoort en het jaar zou niet volledig om zijn, als we niet een fuif hadden gehad op de Jaarmarkt. Dit zal dan ook wel een van de rede nen zijn, waarom men er niet toe zal besluiten de markt voor dit jaar te toe- toepen. Bij Wonokromo, je weet wel. waar die benzine-leiding van de B.P.M. langs den weg loopt, hebben eenige jongelui geprobeert een kraanstukje in de ben- bineleiding aan te brengen om op deze wijze kosteloos benzine af te tappen. Zulks is inderdaad eenigen tijd gelukt totdat ook deze onverlaten op heeter- daad betrapt zijn geworden. Nu moet ik zeggen, dat het mij al reeds eerder verbaasd had, als we er zoo langs lie pen op weg naar Goenoeng Sari, als we j gingen schieten, dat er nog nooit op deze wijze van die buizen afgetapt is. Chineesch Nieuwjaar hebben we al weer achter den rug. Toen ik 's och tends vroeg naar beneden fietste (zoor lang we nog geen Chineesche matro zen in dienst hebben zullen we dezen dag ook wel niet als feestdag beschou wen, as het gewoon mistig op den weg vanwege het vele vuurwerk dat in het „Chineesche kamp" was afgestoken. Nachtrust weinig gehad, want de stad daverde. En dat, terwijl we na de fees ten met de Engelschen juist zoo'n be hoefte aan uitslapen hebben. Maar dat is heelemaal niets voor de rasechte Sóe rabajaan. We „pyjamaballen" en „Car navallen" maar door en alsof er nog niet genoeg gedanst werd, is er hier nu ook nog een „Proffesseur de danse" bij gekomen, waar je les kunt nemen. En die ook zeer geslaagde demonstraties geeft. Deze proffessor Leeft; zijn'acade mie gevestigd in die.bovenzaal,, waar vroeger Christine van Méètef én"M'ar „Cercle Intime" had en waar we nog wel een enkelen voetstap hebben staan. Een paar dagen geleden hebben we hier een zonsverduistering genoten. Meteen met zonsopgang was het er al van. Bijna had ik me verslapen^ omdat het maar niet licht wilde worden. Te gen een uur of zeven kon je zoo uuven de Instrumentmakerij zoo'n drie-acht ste zonnetje zien schijnen, maar je moset toch nog een fiinken bril op j6 oogen zetten, anders was je voor d6 rest van den dag toch nog blind, want steken deed het „Koperen dingetje nog steeds. Het eskader, en nu komen dus de Marine-berichten weer, is nu druk aan het oefenen. De stafmuziek gaat ook mee rond Sumatra vanwege het be zoek aan Singapore. Dat kan een aar dige reis worden. Wij waren vroeger zulke boffers niet, weet je nog wel hoe of wy op „Poeloe Sambo" onder den rook van de Engelsche oorlogshaven moesten blijven en het kleine eilandje stampvol was van alie marine-klanten, die er rond liepen. Maar op dat kleine Societeitje daar boven op die tjot, daar kon het dan ook wel gezellig zijn, alleen deden die Britsch-lndiërs een beetje vreemde aan met die „shorts en tulbanden. Zooals ik in mijn vorige brief al schreef, hebben onze jongens van Zee macht behoorlijk partij gegeven aan hun Engelsche collega's van de „Suf- folk". Thans hebben ze weer een mooie prestatie ten beste gegeven door in de degradatie-wedstrijden naar de tweede klasse, van de kampioenen van die af- deeling „Anacher", met 3 tegen 1 te winnen, hetgeen onze jongens een be hoorlijke riem onder het hart zal ste ken voor de nog resteerende wedstrij den en leeft bij velen weer de hoop op, dat Zeemacht toch nog voor de eerste klas behouden zal blijven. Een somberder bericht is weer dat uit het verblijf van de Marine-zieken, in de C.B.Z. een dikke drie honderd roepia's gestolen is. Dat zal je overko men. Eerst in het hospitaal liggen ein delijk eens kans gezien om een beetje sok te varen en dan plotseling alles weer weg. 't Is om er ziek van te blij ven en dat is het allerergste wat je in deze contrijen overkomen kan. Saluutjes, HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 21