wsmop Gemeenteraad van Den Helder MAISQN GERRITS tweede blad heldersche courant van zaterdag 24 maart 1934. 5 Vergadering van Woensdagavond 'n Lichtstraal bij KINKHOEST Noest-Grfcp-Bronchitis-Asthma Minder belasting betalen.. Vergadering van Donderdagmiddag, SALON DE CQ5FFSJRE g SALON DE BEAUTÉ Tel. 457 Spoorstraat 1Q4-H06 (Vervolg algemeene beschouwingen.) Wethouder Smits vervolgt zijn rede van des middags, ter beantwoording van ,ie gemaakte opmerkingen. De heer v. d. Veer had gesproken over ,1e wenschelijkheid van een betere ver houding tusschen werkt/ever en werk nemer. hetgeen z.i. kon gebeuren door geen vreemde werkkrachten aan te stel len. Dat is evenwel al gebeurd, zegt spr.; herhaaldelijk zijn hieromtrent besprekin gen gevoerd tusschen d arbeidsbemidde ling cn de werkgevers. Maar tenslotte komt dan toch het loongeschil steeds weer om den hoek kijken. Spr. heeft evenwel geen bezwaar tegen de door den heer van der Veer aangegeven regeling. Assistent Geneeskundige Dienst. Spr. sluit zich aan bii het betoog van den heer Eiilders. Het bedrag is als vei ligheidsmaatregel op de begrooting ge plaatst, maar daarmee is nog niet gezegd, dat er persé een assisten moet komen. Misschien komen we tot een heel andere oplossing. Spr. zelf is er geen voorstan der'van. De werkzaamheden waren zoodanig toe genomen, dat er hulp bii moest komen. De heer Eiilders bepleit een overeen komst met een ziekenfonds. Spr. heeft dit ook aanvankelijk gedacht; over het ge- heele land is een vlucht uit de zieken fondsen te constateeren, en aan de regee ring is zelfs al hulp en ingrijpen in deze gevraagd. De heer Eiilders citeerde uit een blad „Maatschappelijk Hulpbetoon". Spr. leest voor, hoe het in Haarlem ge gaan is. De verlaagde kosten voor de ziekenfondsen komen ten laste van Maat schappelijk Hulpbetoon. De heer Minnes interrumpeert, en critiseert het, dat men hier ter stede de mensehen stelselmatig uit de ziekenfond sen haalt en ze naar Maatschappelijk Hulpbetoon overhevelt. Wethouder Smits zegt, dat dit als correctie-maatregel aldus is ingevoerd, om misbruiken te voorkomen. De heer van Zwijndrecht: Maai de dienst van dr. Rienks wordt er door verzwaard! De heer Smits antwoordt nog op een opmerking van den heer Minnes, dat in derdaad een particulier geneesheer, die als assistent optreedt van den gem. arts, anders staat tegenover de gemeente dan diezelfde dokter, die den volgenden dag particulier is en dan misschien een heel andere behandelingsmethode kan volgen. Fondswezen. Men stare zich hierop niet te zeer blind, bii matige berekening komt men al op een bedrag van 18.000; het is niet zoo eenvoudig als men het voorstelt. Zieken huisver pleging. Inderdaad is er een voorstel om den norm voor inkomens terug te brengen tot 2000. Dit was ook de eerste opzet, en dit bedrag is opgevoerd tot 8000. Het was toen hoogconujnctuur en wij meenen nu het bedrag weer terug te moeten bren gen op 2000. De heer Feenstra Kuiper wijst er op, dat in 1982 de heer Smits een pleidooi hield voor verhooging tot 3000. Wethouder Smits houdt hieromtrent wederom een zeer uitvoerig betoog. Er is thans scherper contróle. Wethouder Van der Vaart aan het woord. De heer Van der Vaart heeft niet zoo heel veel meer te beantwoorden, slechts enkele vragen zijn gesteld en op merkingen gemaakt. De heer Eiilders heeft gesproken over een crisis-begrooting én het College meer ernst toegewenscht. Dat is niet zeer vrien delijk; men kan de resultaten van ons werk eritiseeren, maar heeft niet aan den ernst te twijfelen, dien het College daar bij bezielt Spr. wil na dit woord van pro test van het onderwerp afstappen, te meer omdat men niet met concrete dingen komt., waarop dan een betere polemiek gevoerd kan worden. Het blijft bij frases in de ruimte, men geeft geen behoorlijk gefun deerde voorstellen, waarop kan worden gedebatteerd. Maar er zijn ook opmerkingen gemaakt, die terecht zijn. O. a. over posten, die over schreden zijn, en daaraan heeft ook het College een broertje dood. Maar het ligt wel eens aan oorzaken buiten de schuld van het College. Daar is le. de Overschrijding van den post: wen door fort Dirks Admiraal met 18.000. Juist over deze overschrijding heebben wij bui tengewoon veel hartzeer. Door onbekende oorzaak zijn we er in getippeld! De heer Biersteker.' Dat getuigt hiet van een juiste begrooting! De heer Van der Vaart: Inder daad, maar daarvoor zijn verschillende oorzaken. De dienst van Publ. Werken *aamde dien weg op 81.000; de uitvoe ring geschiedde deels in werkverschaf fing, deels in eigen beheer en er zijn heel veel verzachtende omstandigheden voor. Uit neven van 3e klasse grond voor wo ningbouw. Dit wordt zooveel mogelijk bevorderd. Inderdaad is er gebrek aan goedkoope woningen. Over de vraag of men de koopers ver plichten kan op 3e kl. grond te bouwen, ontstaat eenige discussie. De heer Van der Vaart zegt, dat bet uitgeven van 3e kl. grond niet steeds beteekent het bouwen van goedkoope wo ningen. Men kan de aannemers niet ver plichten tot bouwen. Men kan ze ook niet kwalijk nemen als ze het niet doen, we leven nu eenmaal in een maatschappi.1, Waar ieder graait wat hij kan en zij bou wen slechts om er aan te verdienen. Er komt bij, dat wij eischen stellen aan dergelijke huizen ten aanzien van inge bouwde keukens b.v. Inderdaad zijn aan nemers bij de gemeente geweest om grond voor het bouwen van dergelijke huizen, en zy betreurden, dat wij niet meer voor hen hadden. Dan komt spr. op het Ontslag van gehuwde ambtenaressen. Als we hierover gaan spreken, krijgen we een principieel debat met den heer Eijl ders en spr. zal dat niet houden. Het be treft, in Den Helder ook slechts een zeer enkel geval. Spr. hoopt er bij een andere gelegenheid over te spreken. Assistent geneesk. dienst. De post is opzettelijk aldus in de begrooting geko men, opdat, als de Raad straks beslist over deze materie, het bedrag beschikbaar is. Komen wij bij onderzoek tot de con clusie, dat de post niet noodig is, dan wordt natuurlijk het geld niet gebruikt. Om den post naar onvoorzien te brengen, heeft voor spr. geen principieel bezwaar, maar het is tegen de regelen, omdat op „onvoorzien" dergelijke posten niet ko men. Het bewijst, dat het College in dezen diligent is. Winsten uit de bedrijven. Deze zijn inderdaad hoog, zooals de heer Eijlders opmerkte. Men verlieze evenwel de om standigheden niet uit het oog. Als men ze te hoog vindt, laat men ons dan aangeven waar we het geld vandaan moeten halen om te kunnen verlagen. Het is dus wel wat overdreven aldus over onze „hooge tarieven" te spreken. Leidt de crisistijd soms tot een bepaal den angst bij den heer Eiilders? Men schept de gelegenheid, zegt de heer Eijl ders, om socialistische oogmerken na te streven. Natuurlijk streven wij daarnaar. En men krijgt zoo het gevoel, dat de win sten daarom zoo laag moetên blijven, om te voorkomen, dat we die oogmerken ver wezenlijken. Maar wij bezitten hou se li* verantwoordelijkheidsgevoel en zullen geen misbruik maken van de omstandig heden. En wij weten te goed, dat wij onze socialistische oogmerken slechts langs evolutionnairen weg kunnen verwezen lijken. De radio-distributie. Wij hebben niet te maken met de huishoudelijke inrichting van den nieuwen exploitant en kunnen er geen invloed op uitoefenen. De heer Boogaard: Een leeliik ver zuim in het contract om niet die loonen vast te leggen! De heer Vander Vaart: Inderdaad, maar de Raad is dan de schuldige, niet het College. Ook is gesproken over de Gasfabriek. Inderdaad is de toestand daar niet best. Maar dat is nu weer ons zuinig beheer in den crisistijd, dat wij hiervoor geen gel den vragen. Advies-commissie. Spr. is blij, dat we deze commissie hebben, al is zü wel eens lastig. De heer Tiessen hield een betoog, waar- bü spr. zich aansluit. Iedere uitgaaf moet strikt zijn verantwoord en overwogen. De heer Feenstra Kuiper vroeg naar de watervoorziening in het hospitaal. Aan gedrongen zal worden op maatregelen en een meer regelmatigen druk van het water. De lieer Van Loo heeft één uitdrukking gebezigd, die nog moet gecorrigeerd. De lieer Van der Vaart zou, aldus de heer Van Loo, wel eens iets van zijn ideeën laten varen in het College. Dat is niet zoo, alleen het tempo ter verwezenlij king is gerekt. De heer Biersteker (die de Vergadering intusschen heeft verlaten wegens onge steldheid) vroeg inlichtingen over diverse posten. In de toelichting van de wijzi- gingsbegrooting staat omtrent het Timor- park de inlichting, die de heer Biersteker vroeg. De 18.000 voor den Brakkeveldweg is een overschrijding van de begrooting. Ook dit staat in de toelichting. Ophooging gemeentelijke terreinen. Dit is een administratieve post, die alleen is gesteld ter berekening van de uitgaven en inkomsten. Werkverschaffing f 35.000. Het zijn dezelfde die in de begrooting staan. De nota van wijziging is eigenlijk alleen in gevolge het voorschrift van den minister. De nota van wijziging bevat enkele fou ten, stel- en telfouten. Het is eigenaar dig, dat de heer B. hieromtrent géén op heldering vroeg. De Nota zal overgedrukt worden. Voor stratenaanleg aan den Ruijghweg resteert niet 150.000, maar 110.000. Verslag omtrent het werk Ruijghweg. Aan het verslag wordt druk gewerkt; de le aflevering lag bij de stukken. Tot nu toe is uitgegeven ruim 35.000 en ont vangen ruim 34.000, de meerdere kos ten voor de gemeente zijn slechts 412. Ditmaal is dus wél goed geraamd door Publ. Werken. Spr. komt nu op de moties-Biersteker. le. De te late indiening der begrooting. Bü herhaling is door ons gezegd, dat ook wij dit betreuren. Als de Raad bedenkt, dat ook wij niets liever willen dan een tijdige begrooting en niet anders dan standjes incasseeren hierover, moet er dus wel een bijzondere reden zijn, dat zij nochtans zoo laat is. Want als wij vroeg waren, zouden we een complimentje krij gen. Reeds is gezegd in den Raad van IC Jan. wat de oorzaak was: wij zaten met de overbrugging van het tekort dat er was. Wat heeft de Raad aan een vroege begrooting als hij toch niet de financieele consequenties kan overzien? Veel beter is het dan le wachten tot men alle gegevens heeft. Wi; zijn laat maar wij begrijpen niet, waarom ait 1111 nog eens in een motie be lichaamd moet worden! Wij zijn ook niet 4 maanden te laat, zooals de heer Bierste ker in zijn motie aangeeft, wij zijn zes maanden te laat. Als het zijn bedoeling is de hoogere autoriteiten op de hoogte te brengen van het wanbeheer van het Col lege, kan de heer Biersteker beter de Held. Crt. opzenden, daar staat het alle maal precies in, in al die artikelen. Wij wijzen die motie dus af. 2e. De overschrijding van den post voor Maatsch. Hulpbetoon. De motie van den heer Biersteker is niet af, er staat niet in, dat de post is overschreden, maar dat is de bedoeling toch. Die post is inderdaad overschreden, formeel heeft het gemeen tebestuur niet het recht daartoe. Maar moet men om die stomme wetsbepaling at de hongerlyders de straat opsturen? Het College heeft de zaak anders gesteld, het heeft aldus geredeneerd: alles wat ge vraagd wordt aan sociale voorzieningen is nuttig en noodig, maar noodiger dan dat alles is, dat wü onze fnwoners vrijwaren voor honger. Hadden B. en W. dit nu zon der voorkennis van den Raad gedaan, dan ware het nog wat anders. Maar in de ver gadering van 24 Oct. hebben wij gezegd, dat we alle gemeentelijke uitgaven zoo veel mogelijk stop zouden zetten. (Spr. citeert uit de notulen hetgeen toen door hem is gezegd). De Raad heeft dit antwoord geaccep teerd. Hij was dus volledig op de hoogte van de politiek van het College. De heer Biersteker weet dit en hy weet ook, dat wy niet precies een overzicht hebben van alle uitkomsten. Onze onderzoekingen naar dekkingsposten hebben geleid naar een sluitende begrootingspost, zoodat deze zaak dus in orde komt en den Raad een suppl. begrooting zal bereiken. De politiek van „Gemeentebelang". Het verbaast spr. hoogelijk, dat er meer en meer door de fractie van Gemeentebe lang pogingen worden aangewend de re geerkracht van het College aan te tasten. Wat is de bedoeling ervan, dat dit juist geschiedt in deze moeilijke tyden, nu iedere regeerder den steun noodig heeft van ieder raadslid om te kunnen regee- ren? Wat beteekent dit optreden? Ook verleden jaar werd de wethouder van financiën aangevallen. Verschillende malen zijn in den Raad dingen behandeld, waar diezelfde dingen reeds in de com missie-vergaderingen behandeld waren. Ook bii de belastingvoorstellen onlangs is aan den wethouder van financiën alle ver trouwen ontzegd, en toen tot uiting kwam, dat zijn gestie die was van het heele Col lege, werd hét heele College er maar in betrokken. Wat is toch de reden, dat voortdurend w ordt getracht de bestuurskracht te on dermijnen? Er is een treffende overeen stemming tusschen de artikelen in de Held. Crt. en het gesprokene in den Raad. Hier heeft men twee uitingen dat getracht wordt het bestuursapparaat van onze ge meente met unfaire middelen te onder graven. Als men kritiek wil, accoord, maar dan voere men geen negatieve poli tiek, men ondergraaft er de eenheid in de bevolking mee. Met de indiening van deze moties doet de steller weer precies hetzelfde: nu moe ten Ged. Staten erin worden gekend. De Raad heeft met deze capriolen niet veel op, dus nu worden Ged. Staten bewerkt. Het zal goed zijn, dat de Raad bij het bepalen van zijn houding tegenover een politieke richting, die zegt voor alle ge meentenaren te willen opkomen, met deze dingen rekening houdt. Daarom spijt het spr. zoo, dat de heer Biersteker thans af wezig. is. Ware de heer Biersteker niet afwezig, dan zou spr. het nog sterker ge zegd hebben en ook meer geargumenteerd. Spr. hoopt, dat de Raad zal waardeeren, dat er bij het College ernst is en ook zal toonen door het afstemmen der moties niet te w illen medewerken aan deze afbre kende politiek. Nogmaals een afstraffing van den Heer Biersteker. Wethouder De Boer neemt nogmaals het woord. Het is niet de gewoonte, dat de wethouder nogmaals het woord vraagt, als zijn aandeel afgehandeld is, maar wat de heer Van der Vaart in laatste instantie gezegd heeft is voor spr. reeds hedenmid dag een punt van verzoeking om óók het zijne ervan te zeggen. Maar het behoort bij den wethouder van financiën en dus heeft spr. het woord niet gevraagd. Spr. sluit zich met warmte en overtuiging bij diens betoog aan. Het is voor spr. juist zoo buitengewoon aangenaam geweest, dat wij als College altijd één rechten weg konden vinden door gemeenzaam overleg. Ieder offerde wat op van zijn beginsel. Wy voelden niet anders te kunnen en spr. w aardeert in den heer Van der Vaart, dat hij dat gekund heeft. Nu is het zoo pijn lijk, dat telkens van bepaalde zijde ge tracht wordt de splijtzwam in het College te brengen. Nu mén ziet, dat men in 't College die wig niet kan krijgen, tracht men dan maar het heele College te ondermijnen. Spr. had het op prijs gesteld indien van deze, hier bedoelde zijde, het gezag hooggehouden ware. De heer Boogaard wijst er op, dat de heer Eiilders de mededeelingen in het voorloopig verslag inzake de vermoede lijke bijdrage van het Rijk in de steunver- leening betwijfelt. De schatting van 7000, die we zouden ontvangen, is nog aan den hoogen kant, meent spr. Het bedrag is toch te gering om daarvoor al die misère van de rijkscontróle enz. te hebben. En dat de opmerking juist van den heer Eijl ders komt, spijt spr. Medische hulp. Toen wij overgingen naar het Marine-hospitaal was dat een geldkwestie en spr. vreesde, dat de ar menpraktijk daaronder lijden zou. Het komt inderdaad zoover, dat de armen praktijk in gedrang is gekomen. Nu wordt gezegd, dat die te veel kost, maar spr. standpunt is, dat de armenpraktijk goed moet zijn. Spr. hoopt dat, waar alles nu aan loonsverlaging onderhevig is, de hee ren doktoren daar óók rekening mee Van onzen bijzonderen medewerker. VI*) Palermo, 7-3-'34. Italië, Mussolini, fascisme. Zouden wij hiervan iets merken, zou de invloed op dit eiland sterk waarneembaar zyn? De auto van den consul staat gereed bij de aanlegplaats, ter weerszijden van de voorruit een Nederlandsehe en een Ita- liaansche vlag. Wy stappen in, voor het eerste bezoek aan den consul, de chauffeur brengt den fascistengroet. Wy bestijgen de trappen van de con sulswoning, en treden binnen in diens woonkamer. Fascistengroet. Het werkt aanstekelijk en doet vermoeden, dat de Duce er volkomen in geslaagd is, de fas cistische ideeën blijven te vestigen.. In de stad zyn vele zaken te regelen: „Le gou vernement est trés fort, maintenant" deelt de consul mede. Een compagnie wielrijders, in groene hemden, karabijnen op den rug, Avant- guardisti, vandaag op oefeningstocht, morgen student, kantoorklerk, winkel bediende. Wy passeeren nog een derge lijke compagnie, benevens een te voet; de Zondag wordt nuttig besteed. Een kleinere uitgave onbewapend, mar cheert voorbij, ballila, schooljongens tot 10 jaar, vroeg begonnen, oud gewonnen. Sport beoefenen, vroeg trouwen, dat zyn de eischen, die de Duce by zijn laatste bezoek aan de jeugd stelde, en wie hieraan niet meedeed kon rekenen op eenige pressie van boven af. De consul vertelde een verhaal van een bezoek aan Mussolini door een burge meester van Sicilië. In de enorme werkkamer, wel bekend uit de geïllustreerde bladen, was de Duce bezig met het censureeren der pers voor dien dag. Gedurende dit werk werd de burgemeester uitgenoodigd om zyn rap port voor te lezen, waarmede hy aanvan kelijk schuchter begon, doch geen aan dacht vermoedende, weldra wener mee ophield. Onmiddellijk echter werd hem gelast door te gaan. Aan het einde van het rap port, was Mussolini ook gereed met het nazien der pers. Hy belde, gaf de gecorri geerde berichten mede, en begon toen het rapport op enkele punten volkomen juist, te weerleggen. De burgemeester, een ern stig bureaucraat, is dezen schrik nog niet te boven. Sedert 1880 wordt het Nederlandsehe consulaat waargenomen door leden van het huis Scaccianoce, een groot handels huis op Sicilië, dat 11a de aardbeving van Messina, zich in Palermo vestigde. Voor het Koninklijk Instituut, ter weerszijden van den mast van van Speyck, staan twee oude kanonnen, behoort hebbende tot het vlaggeschip van de Ruiter. Op iniatief en grootendeels ook de kosten van den vorigen consul, die in Italië een zeer vooraanstaande plaats be kleedde, werden deze kanonnen uit de straat van Messina gevischt, en overge dragen aan de Nederlandsehe regeering, die er de boven vermelde bestemming aan gaf. De coasul biedt een sigaret aan, op het doosje staat een etiket met opschrift „Deppo Laboro": „Na het werk". Alle leden van deze vereenlgïng met de pakkende leuze, genieten korting op nagenoeg alle artikelen, die voor geld te koop zyn. Sigaretten, ameublementen, zijden kousen, auto's, zie hier een greep; het is ;een stimulans op de koopkracht, het leidt tot een soort van Coöperatie. De een heidsgedachte, het coöperatieve Beginsel is en wordt op deze manier sterk ver breid, en by alles voelen wy den logischen opzet, doelbewuste stuwende kracht, die vorm geeft aan al deze begrippen. Veel interessants bieden stad en om streken, te veel om in den korten tijd, die wy hier zullen doorbrengen grondig te bezichtigen. Temeer waar liet constante klimaat, met de helder schitterende lucht, zonder wind of „wolken", waarvan de r isgidsen, eensgezind welhaast met wij ding spreken zich blijkt te hebben omgezet in ouderwetsch Hollandsch regenweertje, guur en nat, met stortbuien die elke con currentie konden doorstaan. Niettemin bezochten wij Mondello, de badplaats aan de kust, Mont Reale, met de Kathedraal die in 1179 door de Noor mannen werd gebouwd, met mozaikwerk en zuilengalerijen, die weder sterk aan de Noor.sche stijl deden denken. Het ko ninklyk paleis, de Palatynsche kapel, het museum, met groote snelheid passeerden deze historische monumenten ons oog. In het Capucijner klooster, werden tot voor 50 jaar, welgestelde Palermitanen bijgezet in de Catacomben, waar de lucht van dien aard is, dat zy er langzaam uit drogen, mummificeeren. Ekelen staan in een nis, de meesten langs de muur, sommigen met een por tret 0111 den hals, gevend hun beeltenis van vroeger. Een luguber schouwspel, dat ons, een maal in de frissehe lucht, diep deed ademhalen. Het „Totengraberslied: „Dieser Kopf mit Haaren, war vor wenig Jahren, schön wie Engel sind", vindt hier een zeer pas sende variant. De Monte Pellegrino werd bestegen, langs een uitstekenden weg, indertijd het werk van Oostenryksche krijgsgevange nen, boven is het panorama van Palermo met omgeving zeer de moeite waard; het geeft ons tevens een indruk van de vruchtbaarheid van den bodem van dit eiland. Aan onze voeten strekt zich de baai van Palermo. Het doet denken aan een moquette gemaakt voor een tentoonstel ling; als twee zwarte streepjes teekenen de onderzeebooten zich af; de groote pas sagiersschepen lijken kinderspeelgoed. Een schoenerbrik, geladen met vruch ten, vaart uit, een paar witte zeilen, een zogstreep, het lijkt zoo nietig hierboven. Wy dalen weder af naar de werkelijk heid, het afscheid van Palermo nadert snel, tevens het afscheid van Europa, wel dra zullen we east of Suez zyn. De vijfde brief heeft gestaan ln de „He'd ?ehe Courant" van Dinsdag 13 Mn; leder, wiens kinderen aan Kinkhoest lijden, moet gebruik maken van Akker's Abdijsiroop, op bijzondere wjjze bereid met die bestanddeelen. dte rechtstreeks op een Kinkhoest- aanval inwerken. Abdijsiroop werkt grondig, want ze bevrijdt de adem halingsorganen van slijm en andere ziekte-verwekkende stoffen. Akker's Abdijsiroop verruimt de ademhaling, neemt benauwdheden weg, heelt de aangedane en ontstoken plekken. Geef dus in vol vertrouwen aan Uw kleine en groote kinderen bij: AKKEirs Bovengenoemde prijs wordt verhoogd met bijslag voor Omzet-belasting houden; die blijven maar op hun oude ta rieven staan. Ook over de steunnormen spreekt spr. De heer Bot heeft een pluim gebracht aan wethouder De Boer. Maar het is toch de wethouder van financiën, die hem daarvoor het geld verstrekte en tot 81 Déc. alle uitkeeringen mogelijk maakte. En in plaats van het College hulde te brengen komt de heer Biersteker nu met allerlei beschuldigingen en kritiek. Het ware van „Gemeentebelang" plicht geweest met een motie van hulde te komen. De heer E ii 1 d e r s heeft niet gezegd, dat de vryz.-dem. den noodigen ernst niet betrachtten bii de alg. besch. Toen de heer De Boer nog in den Raad zat was hy al tijd het eerste bii de alg. besch. De heer Van Loo: Natuurlijk, maar toen hadden we geen wethouder! De heer E ii 1 d e r s erkent, dat de wet niet het recht geeft de gehuwde onder wijzeres te ontslaan, maar er blijven nog wel categorieën over en spr. zal met een nader voorstel komen. Ons voorstel is ge boren uit den nood der tijden om ruimte te maken voor anderen. Spr. dient namens de r.-k. en chr. frac ties een voorstel in. De heer Smits vroeg wat wij met de vraag betreffende de rijkssteunregeling bedoelen. De bedoeling was met onze vraag om de burgerij op de hoogte te brengen, anders niet. De heer Smits wilde echter te veel bewijzen en men loopt het gevaar dan «iets te bewyzen. Wij hebben alleen vragen gesteld omdat wij het zoo vreemd vonden, dat in andere gemeenten men wél onder dién steun valt. Assistent geneesk. dienst. Spr*meen- de, dat er een voorstel was hieromtrent. De bedoeling was kennis te geven van een bepaalde strooming, die bestond ten aan zien van dit punt. Ziekenhuisver pleging. Spr. kan zich vereenigen met den norm van 2500 na de uiteenzetting van den wethouder. De heer Van der Vaart bad het over spr. uitdrukking van onvoldoenden ernst. Maar spr. meent, dat eerst de di«gen van den Raad gebrouwen worden in de keuken van het College, die de noodzakelijkheid ervan overwegen. De Raad heeft dan te accepteeren. De heer Van der Vaart: Dat is toch geen gebrek aan ernst! De heer E ij 1 d e r s Noemt u het dan anders! Wy meenen, dat hierin niet vol doende ernst betracht wordt. Spr. geeft een nadere uiteenzetting van zijn bedoeling inzake de verwezenlijking van socialistische ideeën. (Het blijkt, dat de heer Eiilders de begrippen „sociaal" en „socialistisch" verwart). De heer van der Vaart: Noemt u er dan één op in de begrooting! De heer E ij 1 d e r s Het zwembad! (Hilariteit.) Met de motie-Biersteker kunnen wy niet meegaan. Als wij afkeuring uitspreken over de late indiening der begrooting, zouden we daarmede uitspreken, dat we dat aan het College kwalijk nemen. Voor deze abnormale tijden geldt dat zeker niet. Ook met de andere motie gaan we niet mee. In besloten vergadering is ons indertijd ook ai meegedeeld, dat de post zou worden overschreden en spr. is blij, dat het Col lege den domper zette op allerlei uitgaven. De heer Bot gaat in op de redeneering van den heer Boogaard. Spr. heeft het heele College geprezen en heeft toen spe ciaal wethouder De Boer genoemd, wien spr. dank zegt voor zyn schitterende uit eenzetting. Spr. ziet ue toekomst echter nog niet zoo donker in als de heer De Boer. Onze visschers deelen niet alleen niet in de Zuiderzeeregeling, maar ook zijn ze uitgesloten van de voordeelen, die de Zui- derzee-afsluiting voor anderen brengt. Dit kan óók aan de regeering worden geargu menteerd. Spr. hoopt, dat er wat spoed achter de zaak wordt gezet. De heer Terra vraagt nog inlichtin gen over de reiniging: hij meent, dat de exploitatie duurder blijft. Spr. doet mede namens den heer Ran een voorstel hier omtrent. De heer VanderVeer kan zich met het antwoord van hedenavond van wet houder Smits vereenigen. Over het ant woord, dat de heer Terra kreeg over de reiniging is spr. minder tevreden. Mecha nisatie geeft geen bezuiniging, dient al leen om wat menschen te loozen. De heer Minnes heeft alleen willen zeggen, dat wij die armenverpleging niet zoodanig moeten opvoeren, dat wij de menschen als het ware naar de armen praktijk toezenden. Dr. Rienks heeft bui ten zijn gewone nog heel ander werk dan 't Is begrijpelijk, dat deze en gene wel eens getracht heeft zoo min mogelijk bezit en inkomen op te geven aan den fiscus. Zelfs is het voorgekomen van te weinig. - Nu, dt ze zwakte of dit verzuim wordt dezer dagen in orde gemaakt zonder nare gevolgen. Ons Heldertje heeft reeds l1/. millióen bekend en menschen die het weten kun nen beweren, dat er nóg wel zoo'n be drag bij komt. Dat wordt dan f3.500.000. Als dit bedrag zijn wettelyke belasting opbrengst ten gevolge heeft, zal dat nog een meevallertje worden voor rijk en gemeente. Maar de dames hebben ook een beetje schuld aan de nog hooge lasten en mis schien eerstdaags duurdere electriciteit. Hoe kan dat nu? Huisvrouwen reke nen toch? Ja, dat doen zy wel. Maar ze rekenen ook wel eens buiten den waard. U weet, dat door de goedkoope reis gelegenheid velen, meer dan noodig, buiten Den Helder hebben gekocht. De winkels hebben hier hun omzet zien dalen, hoewel er zeer sterk geconcurreerd wordt. De onkosten van de zaken bleven het zelfde. De winst werd dus naar verhouding nog kleiner en verdween dikwijls geheel. Laten wy eens aannemen, dat 3 jaar ge leden door 300 winkeliers f 150.000 be lasting werd betaald. Dan zal dat nu nog misschien f 75.000 zijn. Wie moet de ont brekende f 75.000 nu betalen? Wel, alle inwoners. Het geld moet er zijn. Daardoor wellicht duurder electriciteit vorig jaar raming gemeentelijke winst f 14000.—voor 1934 geraamd f 70.000.—. Dat zou niet noodig geweest zijn als zoo menig meubeltje of jurkje in Den Helder gekocht was in zaken waarvan men weet, dat de eigenaar hier woon achtig en belastingplichtig is. Dus voor taan niet zonder noodzaak meer buiten de plaats koopen. Er zijn trouwens nog meer voordeelen aan verbonden de plaatselijke zaken te bevoordeelen. Daar komen wij wellicht later nog wel eens op terug. Bevoordeelt u zelf. Koopt in Den Helder. Op den duur moet dat een gunstige uitwerking hebben op uw belastingbiljet en op de prijzen van de producten der gemeentebedrijven. „Navorscher". een gewone dokter (administratief en derg.). Kan hij van dat werk niet worden ontlast? Wat de getallen patiënten betreft heeft een particulier arts het drukker. Er zijn velen, die liever bij hun fondsdokter blijven en die nu worden gedwongen naar den gem. dienst over te gaan. Ook de kosten van de medicijnen voor Maatsch. Hulpbetoon zijn aan den hoogen kant, in de fondsen zyn ze heel wat goed- kooper. De Voorzitter had gehoopt, dat hedenavond de alg. beschouwingen zou den afloopen. De heer Feenstra Kuiper vindt het tegenover den heer Biersteker reëeler als hy zelf den heer Van der Vaart be antwoordt. De heer De Boer verwacht, dat we van den heer Biersteker nog wel bij ver schillende hoofdstukken discussies zullen krijgen. De heer Van Loo: De heer Bierste ker moet gelegenheid hebben over de motie te spreken. Besloten wordt Donderdagmiddag met de alg. beschouwingen door te gaan, zoo dat de vergadering wordt verdaagd. Afwezig de heer Bot (en aanvankelijk ook de heer Van Loo). Dr. Feenstra Kuiper komt nog op enkele punten terug. Spr. is den heer v. d. Vaart dankbaar voor zijn toezegging betreffende de watervoorziening van het Marine-hospitaal. Spr. zal, nu de heer Biersteker gisteren avond niet aanwezig was, de rede van den heer Van der Vaart in diens plaats be antwoorden. Spr. meent, dat beide heeren, Biersteker en Van der Vaart, op elkaar werken als een roode lap op den stier en dat het tenslotte bij beiden zoo kwaad niet bedoeld is. De heer v. d. Vaart was nogal geprikkeld en gebruikte krasse termen, zooals „unfaire middelen" e. d. Hy meent het echter zoo kwaad niet. Wij hebben andere richtlijnen 111 ons hoofd dan de s.-d. en bezien de dingen anders, maar we apprecieeren het werk van de» heer-Van der Vaart ten zeerste. Met vreugde hebben wy vernomen, dat voor het bedrag inzake de werkverschaf fing dekking is gevonden. Deze motie trekken de voorstellers dientengevolge in. Met de eerste motie is niets miszegd, for meel is het juist, dat de begrooting laat is, maar wij zijn misschien wat meer gehecht aan wetten en voorschriften en houden ons aan den wettelijken termijn. Geroep uit het College: Dat zyn wy ook! Het is zeer gemakkelijk, zegt de I? u r- gemeester, om voor 1 Sept. de begroo ting in te dienen, een andere kwestie is of men dan gedegen werk krijgt. Want juiste cijfers heeft men dan niet. Tusschen het College en de heeren Biersteker en Feenstra Kuiper ontstaat een heftige discussie hierover. Met de motie wordt alleen bedoeld, zegt deze laatste, aan Ged. Staten duidelijk te maken, waaróm de begrooting niet op den wettelijken termijn kon worden ingediend. De heer Biersteker zal zich hou den aan zyn voornemen en geen algem. besch. geven. Spr. zet uiteen, dat het standpunt van zijn fractie is, dat niet het beleid van een bepaald persoon wordt aangevallen. Wij achten de politiek van de s.-d. en hen die in het zog daarvan mede-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 5