Buitenlandsch Overzicht. Een Paaschgeschenk Na den dood van Koningin Emma. De Tweelingzusters Patricia Wentworth FIRMA J. F. BEEMSTERBOER, HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA OENSDAG 27 MAART 1934 62ste JAARGANG De Fransche nota doet de deur voor de ontwapeningsconferentie dicht. - De Engelsche pers pessimistisch gestemd over de Fransche nota. Een beroep van den Franschen president op de eensge zindheid van het land. Uit het Engelsch van ontvingen wij ter waarde van f 4.50 naar eigen vrije keuze, omdat wij onze Verlovingsringen kochten bij: de zaak, waar men gezellig koopt mi 7410 EERSTE bu COURAN Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.66binnen land f 2.— Nederl. Oost- en West lndië per zeepost I 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse ros. 4et.;fr.p.p 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f1.Modeblad resp. f 1.20, f1.50, f 1.50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jn. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412 Post-Girorefcening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 et per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contanto be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.: 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De ontwapenings conferentie is dood We hebben eens de volgende aardige aneodote gehoord, die zeer toepasselijk is op de ontwapeningseon- fertenie: Twee Schot ten stonden op een weg bij een schildpad, wiens kop van zijn romp gescheiden was, maar die nog met z'n pooten bewoog. Er ontspon zich tusschen beiden een gesprek of het dier dood was of dat het nog leef de. De een beweerde dat het dood was, de ander dat het nog leefde. Terwijl ze daarover heftig delibereerden, kwam er een derde Schot, die den knoop door moest hakken. „Het dier is dood," besliste hij, „maar het is er zich nog niet van bewust." Precies zoo is het met de ontwapenings conferentie, ze is dood, maar ze is er zich nog niet van bewust. Frankrijk heeft haar eigenlijk den doodsteek toegebracht door zijn laatste nota op het Engelsche bemid delingsvoorstel. Reuter heeft de zaak eens aangekeken en geconstateerd dat de conferentie nog niet heelemaal dood is. De erkenning, dat ze dood is, trouwens zal zeker niet spoedig gegeven worden, worden, want daarmee begint de bewape ningswedstrijd en dat wil men natuurlijk,' zoo eenigszins mogelijk, voorkomen. Het Fransche document zoo schreef het „Hbl." Zaterdagavond komt neer op handhaving van het Fransche stand punt en verwerping van de Britsche voor stellen, zonder dat het feitelijk meer doet dan een pleidooi te houden voor het eerste. Het is dan ook te begrijpen, dat de En gelsche pers in eenigszins gemelijke be woordingen reageert. Wanneer men de nota heeft gelezen, krijgt men den in druk, dat de zaak geen stap vooruit is gebracht. Frankrijke houding is geheel onveranderd, schrijft de „Times" en Parijs toont niet de minste neiging om een nieuw systeem op een nieuwe over eenkomst te baseeren; het geeft er de De Poolseh-Fransche onderhandelingen in Warschau. BECK. Minister van Buitenlandsclie Zaken van Polen, welke eerstdaags een officieel be zoek zal krijgen van Bart hou, den Fran schen Minister van Buitenlandsche Zaken. Feuilleton Nadruk verboden. 3) Ze zetten hun tocht voort, in de eene half donkere kamer na de andere wierp •John een blik en de verlatenheid van het grcote, eenzame huis begon zich als een schaduw over zijn natuurlijke opgewekt heid te leggen. Alleen de keuken, met helder, knappend vuur en de kraaiende baby van juffrouw Mossiter's dochter, kruipend over den vloer, was een oase van menschelijkheid in deze woestyn van stilte. Als de huisbewaarster er wat min der stuursch en ongenaakbaar had uitge- zi**n, zou John een kop thee hebben ge vraagd, maar het ontbrak hem aan moed '°t deze simpele toenaderingspoging en gedwee volgde hij zijn gids naar de bo venverdieping. Toen hy zes droefgeestig-donkere slaapkamers gepasseerd was, voelde hy Zich overtuigd, dat hy nooit in dit huis zou kunnen wonen. En tegelijkertijd betrapte b(i zich op een verborgen verlangen om bet tot zijn verblijf te maken Aan het einde van een lange gang 'ag voorkeur $an om op haar rechten uit hoofde van het Volkenbondspact en het verdrag van Versailles te blijven staan. Te weigeren zich daaraan aan te pas sen, moet leiden tot een voortdurende verscherping van de verhoudingen en tevens tot een isolement van Frankrijk, hetwelk dit land op den duur noodlottig moet worden zoo schrijft het blad. En de Nw. Rott. Crt. schreef: Het betoog dei' Franschen is ge drenkt met begrijpelijk wan trouwen. Zy zien wat er in Duitseh- land gaande is, de militarisatie van het heele volk, van het schoolkind af tot den man op rijpen leeftijd toe; den dwang, die in dezen wordt uitge oefend. Het wantrouwen van Frankrijk is zoo groot, dat het een ontwapeningsconventie op zichzelf niet eens toelaat. Frankrijk gaat zoover te zeggen niet overtuigd te De Britsch-Japansche handels- conferentie. WALTER RUNCÏMAN, Engelsch Minister van Handel. zy'n, dat Duitschland de niéuwe conven ties zou houderi? Kan men de deur radi caler in het slot werpen? Frankrijk wil dus feitelijk niet meer op eehige verbintenis van Duitschland bouwen, tenzij deze dool de andere deelnemers, en vooral door Engeland gewaarborgd wordt. De Fransche nota wordt in de „Times" en de meeste andere Engelsche bladen met een getemperd en toch nog wat gewild opti misme besproken, schrijft de Londen- sche corr. van de „N. R. Crt." aan zijn blad. Alleen de uiterst rechtsche en ge heel losstaande organen volgen een an dere lijn. Engeland pessimistisch gestemd over het antwoord van Frankrijk. De „Daily Express" zegt eenvoudig, dat de nota „neen" beleekent. De „Mor- ning Post" betoogt in denzelfden geest, dat de Fransche toestemming afhanke lijk gemaakt is van een waarborg die ieder eerlijk staatsman weet, dat onmoge lijk gegeven kan worden. Zott de Britsche regeering, vraagt het blad, nu haar waardigheid niet beter in acht nemen en ook de veiligheid van haar land en vón haar vrienden, als zij de waarheid open lijk erkende en een initiatief, dat van tevoren tot mislukking gedoemd is, opgaf? Een pessimistisch geluid laat de Lon- densche correspondent van de „Manches ter Guardian" hooren. Hii zegt, dat nie mand buiten en vermoedelijk niemand in de regeering weet wat de Britsche regee ring zich voorstelt, dat het meer kan doen Het nieuwe bewind in Oostenrijk. Maxim Gorfcl 65 jaar. ür. EMIL FEY, vice-kanselier in Oostenrijk. om de Fransche en Diiitsehe positie over een te brengen. Volgens hem is de publi catie van de nota een etmaal vertraagd door de vraag aan Parijs omtrent de be doeling van huil vraag om veiligheids waarborgen en. is het reeds duidelijk ge worden, dat de Franschen niet tevreden zullen zijn met een waarborg van de uit voering der ontwapeningsovereenkomst.. Zij willen geen verklaring afleggen, zegt hij, die van liet overwegende oogmerk van de Fransche politiek sancties tegen den aanvaller iets afdoet. In het departement van Staat en in het Witte Huis in de Ver. Staten hééft de Fransche ontwapeningsnota teleursge- steld. Naar verklaard werd, kon men niet begrijpen waarom de Fransche regeering hardnekkig ana de oude these van de veiligheid vasthoudt, inplaats van zooals alle andere groote mogendheden iets toe te geven in het belang van het bereiken van een overeenstemming. De uiteenzettingen van de Fransche1 nota, aldus werd in het dept. van Staat verklaard, bedoelen in hoofdzaak een strenge inachtneming van het verdrag van Versailles door te zetten. Amerika daarentegen houdt het Britsche memo randum voor een zeer geschikt compro misvoorstel en houdt, de daarin aanbevo len maatregelen nopens de Duitsche be wapening voor volkomen verstandig. Reuter meldde Zaterdag uit Lon den: De Engelsche fegeering zal naar verluidt spoedig aan de Franscne re geering een nauwkeuriger uiteenzet ting vragen betreffende de garanties MAXIM GORKI, de beroemde Russische auteur, wiens 65-jarige geboortedag in Rusland op grootsche wijze werd gevierd. die zij voor de uitvoering van een eventueele ontwapeningsovereen- komst strikt noodzakelijk acht. De Fransche minis ter-president, Don-, niergue, heeft Zater dagavond een rede voor de radio gehou den, welke door alle verspreid werd. Hy de eensge- De Fransche president vraagt eensgezindheid Fransche zenders deed daarin een beroep op zlndheid van liet land en zei, dat hy de teruggetrokkenheid, waarin hij leefde, verwisseld had met het minister-presi- dentsehap, omdat men den burgeroorlog j voorspeld had, wanneer hij de regeering i niet zoo aanvaarden. De burgeroorlog is iets verschrikkelijks en brengt het gevaar van nog ernstiger gebeurtenissen mede, n.1. van een vreemde invasie. Het is de taak van mijn regeering, aldus Doumergue, om een ontspanning teweeg te brengen, de schuldigen te vervolgen en te hestraffen en de moreele gezondma king tot stand Ie brengen. Dat beteekent wwettelijke hervormingen. Na gewezen te heebben op de noodzakelijkheid van het in evenwicht brengen van de begrooting, verzekering van de stabiliteit der valuta en beveiliging van de spaarders door ver mindering van de uitgaven, besloot de minister-president zijn rede met een ver wijzing naar den slag aan de Marne. Van daag, zei hii, moeten wij een nieuwen slag aan de Marne winnen om den financiee- len toestand van Frankrijk krachtig te maken en alle andere moeilijkheden te overwinnen. Dat zal gelukken als Frank rijk eensgezind blijft. De wereld slaat Frankrijk gade. Zij zal kunnen vaststel len, dat Frankrijk opnieuw zichzelf gered heeft. Het défilé. Het défilé is Zaterdagmiddag om een uur of vijf ten einde gegaan. Den heelen dag had het tot dit uur nog doorge stroomd Er verden ook nu nog weder vele groote en kleine bloemstukken aan de baar neergelegd. Onder degenen, die een persoonlijke bloemengave aan den voet van de baar neerlegden was de zangeres mevrouw A. Noordewier-Reddingius. Om half vier werden op het afgesloten gedeelte van het Voorhout geen personen meer toegelaten om aan het défilé deel Ie nemen. Er hebben Zaterdag naar schatting vijf-en-dertig duizend personen ge defileerd. De deelneming van de marine aan de plechtigheden. De commandant van de marine te Willemsoord heeft bepaald, dat bij de be grafenis van H. M. de Koningin-Moeder op 27 Maart, de Koninklijke Marine door troepeneenheden als volgt zal zijn ver tegenwoordigd: Het korps adelborsten te Delft, een eerewaeht van mariniers te Delft en een bataljon marinetroepen in den begrafe nisstoet. By het. korps adelborsten is ingedeeld het vaandel, voorts twee tamboers en een pijper. De compagnie mariniers, welke de eerewaeht zal vormen, zal bestaan uit acht sergeants, zestien korporaals en zes en negentig mariniers, met aan het hoofd twee tamboers en een pijper. Aan deze eerewaeht wordt de stafmuziek toege voegd. Het bataljon marinetroepen in den. be grafenisstoet zal bestaan uit drie com pagnieën ieder vier sectiën, iedere sec tie een officier, twee sergants, vier kor poraals en vier en twintig man sterk. Bij de eerste compagnie wordt het vaandel van het korps mariniers ingedeeld. Alle tamboers en pijpers worden bij het batal jon ingedeeld. De onderdeelen van het bataljon ver trekken Maandagmiddag naar Leiden. In de kazerne aldaar wordt overnacht en den volgenden dag wordt het vervoer ge regeld naar Den Haag, Station Laan van N. O. Indië. De bloemen-afscheidsgroet der vrouwen. Het Comité Bloemenafscheidsgroet der Nederlandsche Vrouwen aan wijlen H.M. de Koningin-Moeder brengt aan alle vrou wen hier te lande, dus ook aan haar, die in de verst afgelegen deelen van ons Va derland wonen, ter kennis wat het met deze hulde heeft mogen bereiken:. Vrijdagmorgen, vóór den aanvang van het enorme défilé is het Comité de eer te beurt gevallen om ten sterfhuize van H.M. het aldaar reeds aanwezige bloe- menkleed in oogenschouw te mogen ne men. De katafalk was geheel overdekt mei het lang afhangend bloemenkleed van paarsroode seringen als ondergrond en bezaaid met ontelbare toefen lilapaarsche orchideeën, geheel harmonieeren 1 met het karmozjjnroodfluweelen kussen, waar op de Kroon rustte, hetwelk aan de voor zijde als het ware werd beschaduwd door orchideeën van bijzondere kleur. De benedenvoorzyde stond in direct contact met enkele teerkleurige gebloem de twijgjes Azalea Precose, die zich in het midden van de katafalk verhieven. Deze fijne takjes waren door Prinses Juliana zelve uit de kas geplukt voor af scheidsgroet aan haar lieve Grootmoeder. Dichtbij het roode kussen herinnerde een korenblauwe kleur aan het lint van de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Dank zij de toestemming van H. M. de Koningin heeft het Vrouwencomité aan hare uitnoodiging aan alle vrouwen van Nederland om als uiting van haar ge meenschappelijke droefheid een bloemen afscheidsgroet te brengen aan wijlen H. M. de Koningin-Moeder gevolg kun nen geven. Het Comité herinnert er nogmaals aan, dat het vanzelf spreekt, dat alle tot Woensdag 28 dezer inkomende bijdragen voor hetzelfde doel bestemd worden, zoo dat ook de geefsters van nagekomen gif- ten als deelneemsters worden beschouwd. Een eventueel overschot zal ter be schikking worden gesteld van liet Sana torium Oranje-Nasau-oord, door wijlen Koningin Emma gesticht. De regeling van de uitvaart. De stoet zal een lengte hebben van an- derhalven kilometer, en zich voortbewe gen in den z.g. begrafenis-pas. De weg, die reeds eerder is meegedeeld, is in het geheel 9.9 kilometer lang. Hy zal geheel per rijtuig worden afgelegd. Zestien lieeren tot de hofhouding be- hoorend zullen als slippendragers firn- geeren. Ten einde hun gelegenheid te geven in te stappen en den verderen weg den stoet mee te rijden zal op de Pletterij- kade een oogerblik worden halt gehou den. Men rekent dat de stoet drie uur en 40 miniuten noodig zal hebben om den weg van het sterfhuis tot de Nieuwe Kerk af te leggen. De verwachting is, dat omstreeks vijf uur de dceluemers aan den stoet in Den Haag terug zullen zijn. De familie zal het eerst de de kamer, die van Claude Waveney ge weest was. Het vertrek had uitzicht op den tuin en de met boseh bedekte vallei daarachter, waar John negen jaar zijn steelsch bezoek had gebracht, toen by, ge wond, nfet verlof in Engeland was ge weest. Onweerstaanbaar werd zijn herin nering getrokken naar dien mooien war men. voorjaarsdag en naar het wonder lijke, ernstige kind, dat beloofd had, het 'n beetje jammer te vinden als hij sneu velde. Hij staarde in den druipenden regen en het prettige herdenken week weer voor verdrietig gepeins. Hii haatte dit land goed, waarvan hij de ongewenschte, on welkome erfgenaam was en lui had een gewaarwording, dat het besef daarvan al tijd op hem zou blijven drukken. Zonder eenige aandacht aan juffrouw Mossiter te besteden, liep hii van het raam weg en liep de kamer op en neer. Aan het voteneinde van een groot ouderwetsch hemelbed, waarop nog een zware, met rood damast bekleede peluw lag, bleef hii tenslotte in gedachten verdiept staan. De muren van de kamr waren oorspron kelijk met hetzelfde rood, als het dekbed, behangen geweest, maar de kleur was zoo schen bruin en donker geel. Boven den schoorsteenmantel echter, was een lang werpige plek, die de oorspronkelijke tint vrijwel behouden had. Onwillekeurig viel John's blik erop. Hier Heeft een schilder» gehangen zei' hij kort. „Wat is daarmee gebeurd?" De vraag bracht juffrouw Mossiter zichtbaar in verwarring. Er zy'n schilderyen, die by het huis hooren, en er zijn schilderijen, die er niet bij hooren", antwoordde ze met tegenzin. „En dit schilderij?" „Behoort niet by het huis", klonk het bits. „Het is van Lady Marr". „Lady Marr o, ja. Een van Sir An- thony's dochters was met Nicholas Marr getrouwd. Maar waarom keek de huisbe waarster in vredesnaam zoo schichtig?" „Wat is het voor een schilderij? Is het weggehaald? Heeft Lady Marr het laten weghalen?" De vragen kwamen zoo kort en scherp, dat juffrouw Mossiter zich nog minder op haar gemak ging voelen. „Neen, mijnheer nog niet". Haar toon klonk nn bepaald verlegen. „Waar is het?" John bleef aanhouden, deels omdat het zijn gewoonte niet was, zich met een kluitje in het riet te laten sturen, deels omdat de norsche onwelwillendheid van de vrouw hem van den aanvang af had gehinderd. „Waar is het?" vroeg hij nogmaals. „Het hoort niet by bet huis." „Is het hier? Of in de kleedkamer? Is het in de kleedkamer?" Haar gezicht veranderde, ze keek ver schrikt, toen kwam de onwillige uitdruk king er weer op terug. John liep naar de deur van de kleedkamer en deed die open. Het. was een vrij ruim vertrek, maar leek kleiner dan het in werkelijkheid was door de groote meubels, die er stonden. En de enorme machoniehouten kleerenkast reik te tot aan het plafond, een breede chiffo- nière stond tegen den muur er tegenover, de gebeeldhouwde waschtafel besloeg den derden wand vrijwel geheel. Hij stond op het punt de kamer weer te verlaten, toen juffrouw Mossiter vlak bij hem kwam staan en zwaar ademhalend, stiet zii uit: „Het schilderij hooi t niet bij het huis en uw vergunning om het huis te zien houdt niet in, dat u daar iets mee te maken hebt. Het is van Lady Marr het hoort heele maal niet hii het hiiis." „Juist", zei John koel. „Als ik me goed herinner, hebt u me dat al eerder meege deeld, nietwaar?" Hij volgde de richting van haar boozen blik en zag toen, dat de lijst van het schil derij een paar centimeter boven de cbiffo- nière uitstak. Het was een vergulde lijst, het schilderij stond met den voorkant te gen de achterzijde van de ladenkast. Hii liep erheen en toen hy zijn hand erop leg de, bespeurde hy zoowel ontsteltenis als wilde drift in juffrouw Mossiter's stem. „U hebt het recht niet er aan te komen. Het hoort niet bii het huis, het is van lady Marr." Toen zei ze niets meer, er was iets in de manier waarop John keek, dat haar deed zwijgen. Hij trok het schilderij achter de cliiffo- nière weg, zonder dat. de huisbewaarster verdere pogingen deed om zich te verzet ten. Het stuk stelde een heel jong meisje voor, dat zich in een antieken spiegel stond te bekijken. Dat was de eerste in druk een meisje in 't wit met kort blond haar. Haar hoofd was een beetje voorover gebogen, het licht viel juist op haar fiin profiel. Maar liet gezicht, dat schijnbaar door den spiegel teruggekaatst werd, was omlijst door lange, donkere krullen en John herinerde zich die. De dubbele beeltenis deed hem schrik ken en tegelijkertijd was hij erdoor be koord. Hii herinnerde zich nu, dat bij over dit schilderij bad hooren spreken als een van de meesterstukken van Amóry. Hij staarde als geboeid naar de twee gezichten en las toen wat het zwarte plaatje, dat op de vergulde lijst bevestigd was, vermeldde: „Jenifer en Anne Belinda, tweeling dochters van Sir Anthony Waveney". II. Als een advocatenkantoor meer dan honderdviiftig jaar bestaat, kan het voor komen, dat de namen op de koperen deur knop niet kloppen met die der tegenwoor dige firmanten. Het was het kantoor van de heeren Garden, Longhope en Mortimer, waarvan John Maurice de mededeeling had ontvan gen, dat de titel en liet grondbezit der Waveney's hem ten deel gevallen waren; maar de welwillende oude heer, die hem bii ziin terugkomst in Engeland te woord had gestaan, droeg den naam Carruthers en deze had verklaard, dat indien Sir John Waveney in den loop van de volgende maand hulp of inlichtingen noodig had. Mr. Smith, zyn neef en associé, tot zijn dienst was.... Mr. Carruthers zelf was van plan een korte vacantie te nemen. Blijkbaar was er dus geen Longhope, geen Mortimer en ook geen Garden meer in de firma en toen John ten tweeden male een bezoek bracht aan het ouderwetsche huis, waarin het kantoor gevestigd was, vroeg hij dan ook, zooals hem gezegd was naar mr. Smith. Na even gewacht te hebben, werd hy binnen gelaten in een ruim, hoog vertrek met lange, smalle ramen, het type van de werkkamer van een Londensch advocaat met groote, aanzienlijke praktijk. Buiten was de hemel donker, een bureaulamp brandde op de schrijftafel van Mr. Smith. Toen John binnentrad, viel het lich( op een gebogen hoofd, maar toen de rechts geleerde opkeek, bescheen het een gezicht met scherpe trekken en een naar verraste blauwe Pogen erin. Met een sprong, dié de lamp en de stoel deed wankelen, was Lewis Smith overeind „Maurice! Hallo! Hoe kom jij zoo ineens uit de lucht vallen?" John liet zijn lioed, dien hii in de hand had, vallen. „Alle menschenhet is Lulu!" „Maar jij... hoe is het in vredesnaam mogelijkIkje bent toch niet Waar is dat kaartje? Je bent toch Wave ney niet? Je wilt me toch niet wijsmaken, dat jij Sir Waveney bent?" „John Maurice Waveney. Ik liet den naam Waveney weg, toen ik dienst nam. Ik had er op dat moment natuurlijk geen idee van, dat ik later juist bij Tom Wa veney's compagnon zou terechtkomen!" „De tweede zoon van Sir Anthony?" „Ja, een heel geschikte kerel geval len by Loos." Er viel even een stilte, zoo'n oogenblik van zwijgen, dat men vaak heeft als men schen, die veel gemeenschappelijke herin neringen hebben, elkaar na langen tijd weer ontmoetten; vooral wanneer het ge sprek komt op oude kameraden, die er niet meer zijn. Maar lang duurde deze pauze niet het leven is nu eenmaal machtiger dan de dood Lewis Smith begon opeens te lachen en klopte John hartelijk op den schouder, bent wel de laatste dien ik gedacht had „Het kan raar loopen in de wereld jij vanochtend in levenden lijve voor me te zien en dan nog wel als Sir John Wave ney! Maar waar heb je al dien tijd geze ten, kerel? Waarom ben je niet al een jaar eerder gekomen, direct na den dood van Sir Anthonv?" 'f vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1