Raadsels ■L DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR lllll r .JUTTERTJE ZATERDAG 31 MAART 1934 )e Paaschfee. RU1LHOEKJE. Jeugd-vragenbus. Nisuw raadsel. PAG. 7 Arm maar edelmoedig door VIOLETTE CARR. Sientje was de doehter van een armen boer. die bij andere menschen het land ging bebouwen, terwijl haar moeder uit werken ging. Maar hoe n-el haar ouders van den ochtend tot den avond altijd ploeterden, konden zjj voor hun kinderen ternauwernood voldoende eten verdienen, zoodat er van nieuwe kleeren heelemaal niets kwam. Nu was de vader van Sientje nog al handig, en 's winters, als hij niet op het land kon werken, maakte hij klompen. Hij maakte dan tevens voor zijn kinderen, zijn vrouw en hem zelf ook eenige paren, zoodat zij daar weer een jaar mee konden doen. Voor kousen hadden zij neelemaal geen geld en als het nu erg koud was, dan stopte moeder wat hooi in de klompen. De kinderen hadden dan tenminste toch wat beschutting. Sientje was de oudste en was altijd erg tevreden. Zij zorgde, zoo goed en kwaad als het ging voor haar broertjes en zusjes als vader en moeder weg waren, kookte" aardappels en hield het nuisje aan kant. Tegen het najaar, als de boomen hun bladeren lieten vallen en als het dan eens had gestormd, zoodat het bosch bezaaid lag met doode takken, ging Sientje hout sprokkelen en bracht groote bossen naar huis, die zij in het schuurtje opstapelde, om zoodoende brandstof te hebben voor den komen den winter. Het gebeurde ook wel eens een enkele maal, dat er een jonge boom omgewaaid was en dan ging va der met haar mee, zaagde den stam in kleine stukken, zoodat Sientje en hij samen de stukken mee naar huis kon den nemen. Nu was het een koude winter ge feest, het had gesneeuwd en hard ge vroren en de voorraad brandstof, die i ,pJdje 7.oo lang tevoren verzameld bad, was dan ook totaal opgestookt. n daar het over eenige dagen Pa- schen zou zijn, moest zij er toch voor zorgen, dat er, al was er dan geen overvloedige maaltijd, tenminste vol doende vuur in het huisje was. Het was dit jaar een bijzonder vroege Pa- schen en de maand Maart had zich van haar leelijksten kant laten kennen zoodat er geen kijk op was, dat zij het met Paschen zonder vuur zouden kun nen stellen. Een week lang ging Sientje dus 's middags naar het bosch, bond de takken tot groote bossen bij elkaar en legde ze vast klaar, zoodat zij ze later weg kon halen, misschien zou vader haar dan wel helpen. Zoo kwam zij weer eens met een groote takkenbos op haar rug naar huis, toen zij een oud vrouwtje tegen kwam, dat liep te huilen. Sientje was erg medelijdend en vroeg haar wat er was. „Ach lieve kind, ik heb het zoo koud en ik ben te oud om hout te sprokkelen", klaagde het vrouwtje. Sientje bood nu dadelijk aan om voor het vrouwtje wat takkenbossen te halen. Het vrouwtjte was erg blij en vroeg of zij mee wilde gaan. Sientje volgde het vrouwtje, maar stel je haar verbazing voor, toen ze weer in het bosch kwamen op dezelfde plek waar Sientje haar takkenvoorraad had neer gelegd. Opeens veranderde nu de oude vrouw in een mooie fee en sprak tot Sientje: „Kijk, ik heb eerst eens ge probeerd of je een goed hart bezat en of je ondanks de koude het oude vrouwtje wilde helpen. Maar ik heb wel geweten, dat jij haar helpen zou. En nu zal ik jou helpen, ik ben n.1. de Paaschfee". Met haar tooverstaf raakte zij nu de takkebossen aan, die opeens beentjes schenen te krijgen en voor Sientje uit naar huis liepen, Een ein- delooze rij bossen werd het en het schuurtje was niet alleen dadelijk hee lemaal gevuld, maar ook naast en ach ter het schuurtje stapelden zich de bossen op. Toen haar ouders thuis kwamen, vertelde Sientje wat er ge beurd was. Vader dacht eerst, dat zijn dochter had gedroomd, maar toen hij de takkenbossen zag liggen, was hij erg blij. Hij besloot ze nu aan den bakker te verkoopen, die er graag voor wilde betalen. Maar heel vreemd was, dat, hoeveel vader er ook afnam, de stapel nooit minderde. Dat duurde zoo langen tijd voort. Sientjes ouders verdienden nu veel geld en konden voor hun kinderen warme kleeren koopen. De bakker, die het met den Paaschtijd altijd erg druk had, had zich al geen raad geweten, dat al zijn takkenbossen juist op waren, toen hij voor de Paschen aan het bakken moest gaan. En uit dankbaarheid, dat hij uit den nood was gered, liet hij een dag voor Paschen een heel groot Paasch- brood bezorgen en voor ieder kind een chocolade- en een suikerei. Zoo liad de goede fee Sientje voor haar goed hartigheid beloond en jullie begrepen, dat vader en moeder trotsch op hun dochter waren. Een aardige lampekap. Hiervoor hebben we noodig perka mentpapier, dat men in iedere ge- wenschte kleur krijgen kan. Dit papier wordt in 25 a 30 c.M. breede reepen geknipt, al naar de lamp groot is, waarna men er aardige teekeningen op kan weergeven, welke met waterverf of olieverf afgewerkt worden. Is alles goed droog, dan wordt het papier geplisseerd, d.w.z. in plooien van 2 a 3 c.M. breedte gevouwen. Met een kniptangetje wordt bovenaan het kapje kleine gaatjes geknipt, waar door een aardig zijden koordje door gehaald wordt. Dit koord wordt met 2 lange zijden kwasten afgewerkt. Joop v. Bommel, Parallelweg 73, Den Helder. Ik heb dierenplaatjes van de boterfabriek „Eendracht" te Texel dubbel de nrs. 2, 20, 21, 41, 52, 63, 66, 45, 44, 56, 25 en 60 en zou daar voor willen ontvangen andere plaatjes van de nummers 1, 3, 5, 7 t/m 19, 22, 24, 26 t/m 30, 32 t/m 40, 42, 43, 46, 49 t/m 51, 53, 54, 59, 64, 67, 68 t/m 80. Wie ruilt met me? Agatha Koelemey, te Vroonstraat 24. Wie ruilt er één Verkadebon van „Vetplan- ten" voor 1 Karnemelkplaatje of bon voor het Vogelalbum? 4 plaatjes van het Bussink's Album „Mijn Land" voor 4 Hille's plaatjes of bons 1934? 6 plaatjes van Verkade's Album „Vetplanten" voor 6 plaatjes of bons van Karnemelks Vogel album? 2 plaatjes van Droste's album „Bali" voor 2 plaatjes of bons van Karnemelks Vogelalbum. Dick Franken, Ankerpark 35, Den Helder. 100 Vetplantenplaatjes voor 50 Droste „Bloe men en haar Vrienden" of Wapenzegels; 100 Turmac Spelregels voor 30 Droste „BI. en h. Vr." of Wapens (Koffie Hag); 100 Zeew. Aq. en Terrarium voor 40 Rroste, Bl. en h. Vr„ wapens of 80 Ferik Kyriazi Frères) bons; 25 Lever Rinso Lux) bons voor 75 Ferik of 200 weegschaaltjes; 50 Dobbelman „Japan" pl. voor 50 Droste Bl. en h. Vr„ wapenzegels of 100 Ferik of 275 weegschaaltjes;; 2 Pleines Duif plaatjes voor 2 Koornplaatjes. Als men een sinaasappelschil onder water uitperst, schijnen er kleuren uit als b.v. van petroleum. Hoe komt dat? De aetherische olie uit een sinaas appelschil wordt naar boven geperst en verspreidt zich als een iriseerend (re- genboogkleurig) laagje over de opper- vlake van het water. Men ziet het ook, als men petroleum over het water uitgiet. Evenals bij een regenboog is dit verschijnsel een ge volg van straalbreking. Doordat de lichtstralen uit de eene stof (water) overgaan in de andere (in dit geval de olie van de schil) wordt het licht ont leed in zijn verschillende stralen, die elk een andere kleur hebben Oplossingen vorige raadsels: I. Veren. II. Het alfabet. HL N aarden, Hoorn, Deventer. IV. Die schoenen met spijkers dragen. Goede oplossingen ontvangen van: Bram S.; Ali de L.; IJsbrandt S.; Geertje; P. Nellie N.; Rietje W.; Toon T.; Coba ter H.; Jac N.; Tiny D.; Sien tje N.; Pietertje van B.; Christina B; linie W.; Lena van Z.; Annie B.; Lien van L.; Cornelis S.; Corrie J.; Fokkio P.; Marrij van C. V.; Pietje N.; Maartje H.; Annie T.; Ali E.; Marietje E.; Nieza B.; Neeltje de W.; I. de B.; Grietje H.; Femmie H.; Fietje K.; Jo en Cor L.; Jansje U.; Tonia S.; Dedi de V.; Jan- nie R.; Tony S.; Antje R.; Henk R.; Maartje S.; Martien van E.; Agatha K.; Henk G.; Jan G.; Jaap en Piet K.; Rienus K,; Thea S.; Nel van de E.; Corrie P.; Nellie J. Jullie ziet hieronder een aantal woor- in groepen van 2 en 3, genummerd van 1—20. 1. grap, schaaf; 2. faam, neger; 3. oker, hoen! 4. huiden, recht; 5. ziek kocht; 6. aan, donder; 7. rader, hechten; 8. maat, geer; 9. gaar, halen, een; 10. ijs lauw, nek; 11. bode, vers; 12. Elbe, on raad; 13. el, poets; 14. mol, rem; 15. zeem, boerin; 16. zoek, ren; 17. dar, neer! 18. eg. lor; 19. rook, geest; 20. gas, el, nacht. De bedoeling is, dat je van de woor den achter ieder nummer één woord maakt, waarin precies dezelfde letters en dus ook precies evenveel letters, vcorkomen als in de hier gegeven kleine woorden, waarvan de beteeke- nis als volgt luidt: 1. landgoed van een edelman; 2. rechthebbende, opvolger in het goed; 3. een knaagdiertje; 4. de toestand voor dat men iets gebruikt heeft 's ochtends; 5 een sterk licht; 6. ondergeschikte; 7. lichaamsdeel ook: groote hulp; 8. hoofd vorm; 9. Kerstversiering; 10 nog maar net; 11. pliemenversiering; 12. niet te verdeelen; 13. moet je op school wei- eens maken in de taalles; 14. slordige boel; 15. een soort sappige zwarte vruchten; 16. weifelend; 17. wielen; 18. bestuurder van een bepaald soort boot; 19. pijnlijke eeltvorming; 20. de kin deren vormen het Als je, deze 20 woorden onder elkaar schrijft, vormen de eerste letters een gezegde, dat nogal een optimistischen, d.i. een luchthartigen kijk op het leven geeft. Het raadsel is niet zoo gemak kelijk, maar des te meer overwinnaars- trots heb je dat als je het „onder de knie" hebt En dan, je hebt vacan- tie en 't is maar één raadsel. Nu, tot de volgende week maar weer. ",,ILU door G. Th. ROTMAN '"•Na een verwoede worsteling dro "8--c^shijdiegrappen Pen de zwanen eindeliik af en Jodocm e dikwijls uithaalt. vïnHpn'v" Ploeterde fi d?„ Zdder nV« dei tacht-ie daar soms peren te vinden? kam, Xa», me S den steek! riep Ita»» «I»» dli? touw ferus 2S\P»* O» wilgenboom kwam mrt onf- tr «lat KTgeen rasd'^stond da, lui bang «as. da. he, andersi den dempend ,„„d te tijken, tot er een overkantme sou halen. voorbijkwam. Jodocus smeekte Jen steen ee ig sj0ot. m' z n broer uit den boom te hein"" ^-de het touw 79. En nu, lieve kinderen, gebeurde 80. De boer en Jodocus hielden het er een vrééselyk ongeluk, waarom je andere uiteinde van het touw stevig heusch niet lachen mag, want dat zou vast en nu begon Pieter zich voor niet mooi zijn. De arme Pieter kreeg zichtig er langs naar den overkant te namelijk den steen precies midden in werken. Het was een heele toer ey z'n gezicht, zoodat hy hardop „au!" Pieter stond duizend angsten uit, toen riep. Hij had echter zoo'n haast, om hij daar zoo vlak boven het water uit den boom te komen, dat hij verder zweefde. Ach, nauwelijks was hij over niet eens op de pijn lette en dadelijk de helft gekomen, of er gebeurde al- het touw vastmaakte. wéér een ongeluk....

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 19