Buitenlandsch Overzicht, KWALITEIT VOORDEEL" 30 IUE BAEs zegt het BLUE BAND-Meisje HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Ik breng U en De Tweelingzusters No. 7413 EERSTE BLAD ZATERDAG 31 MAART 1934 62st« JAARGANG Sportkousen!!! De uitwijzing van eenige Duitschers. VERSGH GEKARND 1 Rusland en Mantsjoekwo. Een slechte tijd voor de Zwitsersche hotels. Betooging der weduwen van de slachtoffers der mijnramp bij Osseg, Bezitters van Aandeelen in Besloten- en Open N.V.'s, Patricia Wentworth COUR Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor. Koegras, Anna Faulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.— Nederl. Oost- en .West-Indië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f'3.20. Losse ros. 4ct.;fr.p.p (iet. Zondagsblad rosp f 0.50 f 0.7Q. f 0.70,f 1— Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, M.50, 11.70 Yerschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. O; DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij y/b C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16060. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 40 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en niet brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Het onderhoud van den Franschen minister van buitenlandsche zaken met dien van België. - De ontwapeningsconferentie gaar I 0 Aprih door. Vv e hebben Don- I Frantri.L derdsg op deze plaats rrankrnk' rw)ls melding ge maakt' van het onder houd tusschen den Belgischen en Fran schen minister van buitenl. zaken, dat een onderhoud van beteekenis is voor beide landen, omdat zoowel België als Frankrijk Duitschlair.1 vreest en steun bij elkaar zoekt voor een èventueeien oorlog. Aanvankelijk leek het jn de laatste weken of er verwijdering was tusschen het Belgische en Fransche 6 tand puilt, ten opzichte van de bewape ning van Duitschland. België scheen zich te willen schikken in het feit, dat Duitsch land zekere bewapening werd toegekend. De Belgische minister-president toch heeft in een verklaring, indertijd door ons vermeld, duidelijk te kennen gegeven, dat liet absurd was, om alle eischen van Duitschland te negeeren en hy wees er daarbij op, dat men liever te doen mag hebben met een Duitschland, waarvan men weet, dat het zich defensief wapent, dan met een Duitschland dat in het ver borgen zich voorbereidt ten oorlog. i-ainkrijk was, zooals men zich wellicht herinnert, lang niet te spreken over deze eerlijke en openlijke bekentenis van de Broqueville, omdat Frankrijk er niets van weten wil, dat Duitschland ook maar in een enkel opzicht zou wapenen. Het had er dus inderdaad veel vati dat er ver wijdering kwam tusschen het Fransche en Belgische standpunt en nu is daar het onderhoud gekomen tusschen de twee ministers van buitenlandsche zaken, waar over de N. R. Ct. o.m. schrijft: Wy hooren nu dat er geen oogenblik misverstand" tusschen Parijs en Brussel heelt gelieerscht, maar dat er voortdurend de beste samenwerking heeft bestaan. Het heeft een oogenblik anders geleken, toen de Broqueville zijn befaamde parlements- rede hield, die in de Fransche pers even veel wijselijk onderdrukte ontsteltenis wekte als in de Duitsche pers wijselijk onderdrukte vreugde. Men zal zich her inneren, dat de rede, waarin ronduit werd toegegeven, dat er in het vraagstuk der ontwapening weinig anders meer te doen was dan te berusten en een oorlog te voorkomen, in België haast een kabinets crisis heeft veroorzaakt Hymans heeft toen den parlementairen toestand, die er een oogenblik zeer schots uitzag, weer in het lood gebracht, door een nader verkla rende rede, waarin hij de verrassende mededeling deed, dat Franrjjk, Engeland en Italië op weg waren het eens te wor den over een vorm van waarborg voor de veiligheid in Europa, die voor België vol op bevredigend zou zijn. Terwijl het eruit zag alsof de onderhan delingen over veiligheidswaarborgen nu eerst zouden beginnen, komt het verras send bericht, dat zij feitelijk reeds in vol len* gang zy'n. In Frankrijk hoopt men kousen, Dameskousen, Visscherskousen, Truien, Sokken (in alle soorten), koopt U alleen best bij een vakman. JAAP SNOR, Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel). Voor reparatie aan alle soorten wollen kleeding, kousen en sokken iook de allerfijnste) zijn wij no. 1. J Engeland bereid te vinden tot eet: garan tie verdrag, waarbjj geen nieuwe beveili ging tegen aanval wordt verleend, maar sancties worden vastgesteld tegen den- gene, the zieli niet houdt aan da beperkin gen, welke hij bij hetÖntwapeningsverdrag op zich zal nemen. Engeland z in niet af- keerig meer zijn van een dergelijk garan tieverdrag als dit regionaal beperkt zou worden. Frankrijk zou, begrypelijkerv.yze, gaarne bereid zijn daarmede genoegen te helmen. Op het eerste gezicht lijkt het resultaat van de ontwapeningsconferentie'gered schrijft het blad als een dergelijke schikking tot stand komt. Duitschland en Italië bepleiten beide, dat de zwaarge wapenden voorloopig hun zware bewapening kunnen behouden, als Duitschland zich de wapenen mag aan schaffen waaraan te Gerieve een zuiver de fensief Karakter is toegekend. Frankrijk heeft daarvan nog niet willen hooren, om dat het vreesde, dat Duitschland zich er niet aan houden zou. Dit wantrouwen was begrijpelijk, ondanks het feit, dat Duitsch land tot een zekere mate van controle zijn toestemming wilde geven. Want controle zal moeilijk zijn in Duitschland. De regeling waartoe Parijs reeds hoopt Engeland bereid te vinden, zou Frankrijk alles geven wat het kan wenschen. 't Lijkt alles zoo op het eerste gezicht een stap vooruit, een stap in de goede richting. Laat ons er echter voor waken niet al te vroeg victorie te roepen, we zou den bedrogen- uitkomen. Zoo-schrijft b.v. ook de N. R. Ct. aan het eind van het ar tikel, waaraan wij bovenstaande passages ontleenden: Wij kunnen het niet helpen, maar wy blijven vooralsnog sceptisch. Er zijn te vele elementen in deze -aangelegenheid, die ons' onzeker lïjSëri. Duitschland moet- bereid gevonden worden, een ontwape ningsovereenkomst met controle en sanc ties te sluiten. Daarover zou men 1111 eerst niet Duitschland moeten praten. Maar nu vernemen wij tegelijkertijd, dat niets meer aan een bijeenkomen van het biirean der ontwapeningsconferentie op 10 April in den weg staat. De bedoeling is echter steeds geweest, dat men eerst aan een po sitieve of negatieve beslissing met Duitschland eenige houvast moest hebben, voor men óver de voortzetting van de ont wapeningsconferentie kon spreken. Of meent men 10 April reeds zoover met een Engelsch-Frarisch aecoord te zijn, dat men dit de andere landen alvast kan voorleg gen? De ontwapenings conferentie gaat 10 April door. We hebben Donder dag nog vermeld, dat het bureau van de Ontwapeningsconfe rentie 10 April bijeen zal komen en met groote belangstelling zien we naar deze bijeenkomst uit, omdat het tenslotte toch niet mogelijk is, dat men blijft schuile vinkje' spelen en men toch eenmaal zal moeten beslissen 0111 tot resultaat te ko men of tot definitieve sluiting van alle ontwapeningsbesprekhigen. De Parijsche correspondent van Times deelt mede, dat de besprekingen, welke te Londen zijn gevoerd, inzake het Fransche antwoord op de Britsdie oütwa- peningsnota, thans te Parijs worden voortgezet tusschen Lord Tyrrel, den Britsehen gezant, en de Fransche regee- ring. De Britsche regeering verzoekt o.m .opheldering over het Fransche standpunt inzake de geografische grenzen van een eventuèele conventie. Volgens de Fransche opvatting moet een overtreding door een mo gendheid, welke de conventie onder- toekende als volgt worden behandeld: Ie. diplomatieke stappen! 2. finaiicieele en oeconoinïsche sancties; 3e. oorlog. De correspondent bericht verder, dat liet mogelijk is, dat de Fransche regeering bij dén huidigen stand van de Fransche bewapening misschien geen bezwaar zou hebben tegen een zekere herbewapening van Duitschland, mits de bovengenoemde conventie- ten- volle wordt gegarandeerd. De „News Tonicie" schrijft, .dat men, AlïTHUR HENDERSON Voorzitter der Ontwapeningsconferentie. voor zoover Frankrijk betreft, hoopt op een overeenstemming tusschen Engeland, Frankrijk en Italië, welke ook door Duitschland aanvaard kan worden. Dezé voorstellen zullen wel geen ontwapening behelzen, doch meer een vastlegging zijn van den huidigen toestand, waardoor een wedloop in bewapening wordt verhinderd. Reuter bericht uit Parijs, dat de Brit sche en Fransche standpunten elkaar thans naderen. De Fransche gezant te Londen heeft aan Sir John Simon ver klaard, dat Frankrijk de garanties op heel Europa, ingesloten Rusland, wil toe passen. Ik vraag van U slechts een bescheiden post in Uw huishoudboekje, en ik geef U Hollands beste standaardmerk - beroemd om de .heerlijke kwaliteit. Een resolutie van afkeuring van de Britsche Labourpartij. de Reuter meldt uit Londen: Het landelijk uitvoerende comité van de Britsche Labourpartij heeft Donderdag een resolutie aangenomen, waarin het zijn diepe verontwaardiging uitspreekt en be treurt, dat Duitsche politieke vluchteliri- cenis per V2 pondspakj -H' buoc. gen, aan wie toegestaan is 0111 Nederland binnen te komen, gearresteerd zijn dooi de politie en uitgeleverd aan de Duit sche autoriteiten. Het comité heeft niettemin het vertrou- wem-uitgesproken, dat in de toekomst de 1 Nederlandsëhë regeering de traditïoneele politiek van eerbied voor het principe Van het politieke asyl jegens hen, die ten gevolge van hun politieke overtuiging zyn uitgeweken, zal handhaven. De resolutie is ter kennis gebracht van den Nederlandsehen gezant te Londen. INVOER VAN BOLGEWASSEN IN FRANKRIJK. Reuter meldt uit Parijs: Reuter meldt uit shrdlucmfwyvbgkqj.j De Staatscourant publiceert een be schikking waarin de invoer voor het tweede kwartaal voor 1934 wat betreft bloembollen, bolgewassen, hyacinthen enz. bepaald is op 1500 quintalen voor planten, welke niet zijn uitgeloopen. Voor planten in bloei of in knop is geen grens aangegegeven. Negen russen uit Mantsjoekwo gezet. Naar Reuter uit Harbin meldt, zijn 9 Sowjet-ambtenaren van den Chineesehen Oosterspoorweg uit Mantsjoekwo gezet, daar zy communistische agitators zouden zijn, betrokken bij samenzweringen tegen Mantsjoekwo. De Sowjet-Russische con sul-generaal heeft krachtig geprotesteerd bij de Mantsjoerijsche regeering en een verklaring gepubliceerd, waarin hij zegt, dat de mannen onschuldig zijn aan het hun ten laste gelegde. sehe toeristen-industrie een zeer slechten tijd gehad. Slechts enkele hotels hadden zooveel gasten, dat zij hun kosten konden goedmaken, doch de meeste inrichtingen hebben met verlies moeten werken. De inkomsten van een der grootste hotels hier ter stede bedroegen in het afgeloo- pen winter-seizoen slechts 60.000 Zwitser sche francs, tegen 200.000 francs 111 1932. Het sterk afgenomen toeristen-verkeer als gevolg van de crisis, blijkt duidelijk uit de jongste cijfers omtrent het vreem- delingenbezoek. Terwijl in 1930 510.000 Duitschers Zwitserland bezochten be droeg dit aantal in 1932 slechts 250.000, het aantal Engelsche bezoekers liep van 189.000 tot 58.000 en dat der Amerikanen van 175.000 tot 79.000 terug. Slechts het aantal toeristen uit Frankrijk is toegeno men. Zij wenschen uitbetaling van gecollecteerde bedragen. Ongeveer honderd weduwen en weezen van de bij de. mijnramp.te Osseg om het leven gekomen mijnwerkers hebben zich met drie autobussen naar Praag begeven, otn in het parlement de uitbetaling van de voor de achtergeblevenen gecollecteerde gelden te eischen, aangezien tot nog toe alle verzoeken bij de plaatselijke autori teiten niets gebaat hadden. Na langdurige onderhandelingen ont ving de minister voor sociale zaken, dr. Meissner, de vrouwen, die de onmiddel lijke uitbetaling van het geheele bedrag eischten. Vervolgens bezochten zij den minister van arbeid, dr. Gzech, wien zij denzelfden eisch stelden. De minister wees de vrouwen erop, dat de beslissing over deze zaak bij den ministerraad berust, waarop zij zich bereid verklaarden nog veertien dagen te wachten. Indien dan niet aan hun verzoek was voldaan, zouden zij op nieuw ingrooteren getale en met al hun kinderen naar Piaag komen. Reuter meldt uit Genève: Ondanks het prachtige winterweer in het afgeioopen seizoen, heeft de Zwitser- OPGEPAST. Indien de voorgestelde wet op de be sloten N.V. bij de Tweede Kamer wordt aangenomen, kan dit een groote vermin dering van waarde en rendement van uw aandeelen tengevolge hebben. Deze wet, welke oorspronkelijk bedoeld was om het ontgaan van inkomstenbelas ting door het vormen van N V.'s door enke lingen tegen te gaan, is in zijn voorge stelden vorm zoo veelomvattend, dat ook bijna alle bonafide N.V.'s er onder vallen. Alleen al het feit, dat de zeggenschap in een N.V. door minder dan 6 personen kan worden uitgeoefend, is voldoende oin deze door den fiscus alsbeslotenN.V. aan te wijzen. Gevolgen hiervan zijn, dat bij een als „besloten" aangewezen N.V. do aandeelhouders, niet meer als effecten bezitters, doch als firmanten der onder neming worden beschouwd. Dit beteekent, dat de geheele winst als inkomsten van de aandeelhouders wordt beschouwd, zoo dat ze inkomstenbelasting moeten betalen F e u i I 1 e t o n Uit het Engelsch van f Jadruk verboden. 6) Hij zag ze weer duidelijk voor zich ernstige, haast plechtige diepblauwe nogen met eèn donkeren weerschijn. Die oogen, die lange krullen en het fijne, ovale gezicht behoorden aan Anne Belin da. Van dit moment af was ze niet meer het grappige meisje van negen jaar ge leden, de onscherpe weerkaatsing van den spiegel van haar zuster; ze werd op eens een merkwaardig-reeële persoonlijk heid, iemand, ze werd Arine Belinda „Waar is ze?" vroeg John en het lag voor de hand dat Lulu zijn vraag ver keerd begreep. „Lady Marr? O, die woont met haar D1«n op een landgoed in Sussex f,Waterdene", heet het." «Neen, de andere Anne Belinda." III. Het was een oogenblik stil, voor Lulu Smith antwoordde: «Ik weet het niet." Nauwelijks had hij het gezegd, of hy schoof zijn stoel naai de tafel en strekte zijn hand uit naar potlood en papier en vervolgde: „Ik ben schandelijk vergeetachtig ge weest dat schiet me nu ineens te bin nen. Dat schilderij, dat jy op Waveney gezien hebt, nu Lady Marr wilde, dat het verwijderd zou worden, voor jij kwam. Het is mij glad door het hoofd gegaan ik heb het ook zoo idioot druk, nu mijn oom er niet is." „Waarom heeft ze het dan niet. eerder laten weghalen, als ze het wilde hebben? Sir Anthony is al een jaar dood!" „Ze begeert het heelemaal niet te heb ben. Ze wilde eigenlijk, dat we het zouden laten vernietigen." Een kreet van scherp protest ontsnapte John en Lulu draaide zich met een hef tige beweging om in zijn stoel. „Ja, ik weet wat je zeggen wilt. Ik vond het ook krankzinnigenwerk en Lady Marr veranderde van gedaohten, toen ik haar vertelde, dat het ding min stens vijfduizend pond waard is. Er is den laatsten tijd veel vraag naar werken van Amory en dit is een van zijn beste portretstukken." „Maar waarom wilde ze het vernietigd hebben? Waarom in vredesnaam?" Lulu werd zich bewust zyn mond te hebben voorbijgepraat en het duurde even voor hij antwoord gaf. „Ik weet het niet. Vraag er 111e maar niet naar," klonk het eindelijk. Het ontging John niet dat de vraag zijn ouden, vriend in verlegenheid bracht. Jtfaar ze moet er toch reden voor heb ben!" drong hij aan. „Misschien vindt ze, dat ze niet vol doende geflatteerd isl" „Onzin. Waarom moet het vernietigd worden?" Lewis bladerde in een dossier en zweeg. John leunde voorover, zyn elleboog rus tend op zijn knie, de kin in de hand en de oogen doordringend op den jongen ad vocaat gericht. Waar was Anne Belinda? Waarom had Sir Anthony al zijn geld aan Jenny Marr nagelaten? Waarom ver meed Lulu een rechtstreeksch antwoord? En dan weer de eerste, al de andere overheerschende vraag waar was Anne? Waar was Anne Belinda?" „Hoor eens, Lulu," verbrak John de stilte, „wat heeft het voor zin zoo ver schrikkelijk geheimzinnig te doen? Je weet iets, en ik wil weten wat jij weet. Het blyft immers in de familie! Ik wil weten, waarom Sir Anthony alles aan zyn eene dochter heeft nagelaten juist aan degene, die het niet noodig had. Nicho- las Marr bulkt van het geld, nietwaar? Ik ben met een neef van hem schoolgegaan, vandaar dat ik het weet." Weer viel er een stilzwijgen en er was een grimmige trek om John's mond, toen hij voortging: „Waarom heeft Sir Anthony mijn nicht Anne onterfd? Waar is ze? A^at doet ze? Waar leeft ze van? Dat interesseert me bijzonder; Ik heb zelf een heelen tijd van den wind moeten le ven. Kun je me heelemaal niets van Anne Belinda vertellen?" „Ik weet niets van haar." „Onzin, Lulu. Jij weet natuurlijk wel wat. Wat weet je?" Lewis Smith verschoof de blocnote die voor hem lag. „Ik weet werkelijk niets," hield hij vol. „Vertel me wat je weet. Ik ben niet van plan me met 'n kluitje in het riet te laten sturen." „Hoe dikwijls moet ik je nu nog zeggen, dat ik niets weet Het eenige wat ik je kan meedeelen zijn enkele feiten zonder samenhang, waarvan de nieesten alge meen bekend zijn." „Schiet maar op!" „Je moet je verwachtingen niet te hoog spannen het is heusch niet zoo heel belangrijk. Zooals ik je geloof ik al ge zegd heb, hebben wij het huwelijkscon tract van Lady Marr opgesteld. Ze is een keer hier geweest, om stuk ken te teekenen en toen had ze haar zus ter bij zich. Sir Anthony kon niet naar de stad komen, dus is mijn oom een paar maal naar hem toegegaan." „En verder?" „Verder kan ik je werkelijk niets bij zonders vertellen." „Och, schei toch uit, man! Dacht je nu, dat je mij dat kuut wijsmaken? Stort je hart maar uit, jongetje „Als je dan niet alle geweld allerlei details wilt hooren, waar je niets aan hebt, vooruit dan maar. Lady Marr trouwde verleden jaar April, ik geloof tenminste dat het April was. I11 Londen ze trouw de uit een hotel. Haar zuster was er niet bij." „Waarom niet?" klonk het scherp. Lewis Smith haalde de schouders og. „Ik denk, dat ze ziek was. Lady Man- vertelde me een poos later, dat haar zus ter voor haar gezondheid naar het bui tenland was vertrokken." Nogmaals een oogenblik stilte, toen een nieuwe vraag van John Waveney. „Hoe zit het met het testament? Wan neer heeft Sir Anthony dat testament ge maakt, waarbij hy alles aan zyn eene dochter nalaat?" „Ongeveer een maand na Lady Marr's huwelijk. Mijn oom moest ervoor op Wa veney komen. Je mag gerust weten dat de oude heer buitengewoon ontstemd en verontwaardigd terugkwam. Hij hoopte, zei hij, dat de beschikking van Sir An thony niet definitief waren. Natuurlijk vertel ik je dit in het diepste vertrou wen!" „Dat spreekt vanzelf." „Zooals ik zei, hij hoopte, dat Sir An thony nog van gedachten zou verande ren. Maar daar was niet veel gelegen heid meer voor; een week, nadat het nieuwe testament gemaakt was, stierf hij." John stond op en liep naar het raam. Hy staarde naar buiten, naar de natte straat, waar een trieste processie van druipende, glimmende parapluies aan zyn oog voorbijtrok." „Waarom veranderde Sir Anthony zijn testament?" vroeg John, even het hoofd omwendend. „Ik zou het je niet kunnen zeggen, ik weet het werkelijk niet." „Weet je oom het, meneer Garru- thers?" „Ik geloof van niet, hij vond het een deksels vervelende geschiedenis en zei, dat hy er niets van begreep. SirAnthony was niet voor reden vatbaar, vertelde hij." John draaide zich een weinig om. Hij kon op straat zien, maar tegelijk Lewis in het oog houden, als hy zoo tegen het raamkozijn leunde. „Kwam de boodschap van Sir Antho ny plotseling?" „Ja, hy belde op dat mijn oom direct by hem moest komen." „En was hij erg opgewonden, toen me neer Carruthers bij hem kwam?" „Ik heb begrepen van weL Mijn 001a hem te beginnen oogenblik strak zei, dat er niets met was." John keek hem een aan. „Wat denk jij ervan? Eerlijk je mee ning, Lulu." „Moet ik werkelijk zeggen, wat ik er van denk?" „Ja." „Ik wil je familiegevoel liever niet kwetsen." „Ga gerust je gang maar." „Nu, het lijkt mij toe dat er twee moge lijkheden zijn, of het meisje is niet goed bij haar verstand of ze heeft een of ander avontuur gehad, waar Sir Anthony ach tergekomen is. In elk geval is 't beste geen slapende honden wakker te maken." Een oogenblik laaide er een wilde woede in John op. Hij was verbaasd over zichzelf en die onverklaarbare toorn verdween ook weer even spoedig als hij gekomen was. „Alles goed en wel," zei hij, toen hij zijn zelfbeheersching had teruggekregen, „Je wilt zeggen, dat het mijn zaak niet is? Tot op zekere hoogte heb je daar ge lijk in, maar dat neemt niet weg, dat ik my toch verantwoordelijk voor het meisje voel. Ik neem welbeschouwd de plaats van haar broer in en van dat standpunt bekeken vind ik dat de zaak mij wel aan gaat. Het kind kan toch niet van den wind leven, Lulu!" „Lady Marr is er ook nog!" merkte Lewis Smith droogjes op. „Hoe is Lady Marr?" buitengewoon knap, en dat weet ze drommels goed." John maakte een ongeduldige bewe ging. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1