PAG. 8 ZATERDAG 31 MAART 1934 Een zonderling testament. 'T JUTTERT.lt WEES SPAARZAAM MET (JVV BELOFTE MAAR HOUDT ZE. De oplossing van den driezet van Orlimont zal ik de volgende week geven. Ditmaal eens een eenvoudige tweezet, die echter nog aardige verrassingen bevat. H. Weenink. Op de Hoogte 1917. Wit begint en geeft Wit: Kal, Dg2, Te2, Lel, Pa4 en b2. De volgende partij is uit een in Febr Landau Aljechin 1 cl 4 c5 Dit gambiet schijnt A. te gaan prefe- reeren. Hij speelde het ook tegen miss Menchik te Hastings. 2 d5 e5 3 g8 d6 Beter is voor wit e4 of c4. 4 Lg2 f5 Met dreiging op den koningsvleugel. 5 f4 Pf6 6 fe5: de5: 7 Pc3 Ld6 8 Pf3 afi 9 a4 e4 In plaats van 8 Pf3 had wit misschien beter gedaan met e4 verklaring in het centrum te vragen., 10 Pfd2 Pbd7 11 Pc4 Peó 12 Pd6Dd6 13 Lf4 ()-0 14 Dd2 Td8 15 Tdl b6 16 0-0 h6 Storm op beide vleugels. 17 h3 Ph5 Na g5 zou Lg5: volgen. 18 Le5De5: 19 De3 Tf8 20 a5 Tb8 21 ab6: Tb6: 22 Dc5Tb2: Wit heeft nu wat tegenkans gekregen 23 Pa4 Tb5 24 Dd4 Dd4 25 Td4f4 Dit is voorbarig. 26 Lc8: Tc8: 27 d6 Pf6 De patiënt d6 herstelt zichtbaar. 28 Tf4Kt7 mat in twee zetten. Zwart: Kd4' Tf4, La6 en g6, pi e6. uari gehouden vierkamp te Rotterdam. Na Tc2: volgde Tf6: en d7! 29 c4 Tb4 30 d7 Tb8 31 Pc5 Tblf 32 Kg2 Ke7 33 Tf5 Tb2 Na Pd7volgt Tfd5. 34 e5f Kf7 35 Kfl Tbl 36 Kg2 Tb2 37 Td6 Te2t Dreiging Te6 en Te7t. Het pionofier is echter gevaarlijk. 38 Kh3 e3 Ook kon Th2 :t, Kh2 Pg4. 39 Tde6 Td2 40 Te7f Kf8 En nu moet wel 41 Te3Pd7 42 Pa6Tc8 43 Te4 Pf6 44 Tf4 Kf7 45 Tef3 Td6 Nu rijzen er weer moeilijkheden voor wit. 46 Pb4 g5 Met de gemeene dreiging g4+. 47 c5 Tc5 48 Tf5 g4f 49 Kh4 gf3 50 Tc5: Td4t 61 Kh3 Tb4: 52 Tf5 Tb3 53 g4 Kgö 54 Kg3 Pg4 Na Kg4: voigt Tb4+. 55 Tf4 h5 56 h3 Kgö 57 h4f Kg6 opgegeven. Dr. P. FEENSTRA KUIPER Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan: G. L. GORTMANS Reguliersdwarsstr. 32, Amsterdam C. Oplossingen Eindspel Blankenaar: Zw. 3 sch. op 12, 19, 31 en 2 dammen op 25 en 46. Wit 4 sch. op 10, 28, 30, 42 en 2 dam men op 32 en 45. 1. 32—41 25X23 2. 35X37 28 <5 37—10 41X5 of 10X46. 5X14 of 46X37 Probleem van Zw.: 2, 5, 9, 12, 17, 19, 22/24, 28. Wit: 21, 25, 33/35, 37/41. 1. 25-20 24X15 gedw 2. 34-29 23X32 3. 40-34 28X30 4. 35X4 17X26 o. 3.X8 2X13 6. 4X18 en wint. Een eenvoudig chauffeur in de Ver- eenigde Stilten heeft zijn recht op vijf millioen dollar geheel laten varen, om dat hij niet langer in staat was in dienst te blijven bij de dwaze oude dame, die hem aangesteld had. Deze niet alledaagsche grootmoedigheid is aan het licht gekomen door een proces, dat op touw gezet is door de verwanten van de rijke Amerikaansche Miss Ade- laid Pratt. Deze exentrieke dame heeft haar vermogen van 125 millioen dollars per testament vermaakt aan haar dienstpersoneel en aan verscheidene kleinhandelaars in groenten, en kolo niale waren, terwijl zij haar familie niets heeft toegedacht. Er er is geble ken dat zij moordenaars gehuurd heeft om haar vroegeren secretaris uit de wereld te heipen. In acht jaren tijds heeft zij reeds 6 maal haar testament gemaakt en o.a. haar kapster met 3.75 millioen dollar bedacht. Leonard May, haar laatste chauf feur verklaarde, dat zij een vampier ge weest is en dat zij ieder lid van haar personeel uitgebuit en uitgeperst heeft. Grootmoedig is zij weliswwaar ge weest, doch niettemin kon hij het niet bij haar uithouden. Miss Pratt was de schoonzuster van den bekenden naai machine-fabrikant, Singer. Zij stierf in Oetober 1932 te Londen. „Een wittebrood van negen cent, alsjeblieft!" „Het spijt me, mevrouw, ze zijn van daag een cent opgeslagen!" „Nou, geef me d'r dan een van gis teren!" Eindspel van C. Blankenaar, Rotterdam Zwart: een schijf op 45. Wit: drie dammen op 2, 5 en 36. Wit speelt en wint. Probleem van Chr. Gerritsen, Bennebroek (uit „Dammersweekblad") 12 3 4 Zwart9, 10, 20, 22, 24, 25, 26, 30 Wit: 29, 32/34, 37/89, 49 Wit speelt en wint. JOB NOOIT HOEKJE Een plecht ig-gegeven belofte, op een ernstig levensmoment „gegeven, zullen de meesten onder ons wel houden. Maar in het dagelijksch leven wordt er toch veelal erg los met beloften omgespi„u gen In gedachten hooren wij menigeen' zich al verontwaardigd vrij pleiten" n Kift: ik doe altijd wal ik beloof". j\jel zoo haastig: leest u eers: nog eens even door, en denkt dan eens rustig na Want niet alleen datgene wat men laat voorafgaan door een plechtig; „ij,- ),P. loof dat.." is een belofte. Wat een be lofte dan is? Eigenlijk alles wat men zegt te zullen doen. Wanneer een ken- nis ons b.v. vraagt: „kom je eens gauw aan?" en wij antwoorden: „ja, de vol gende week", dan hebben wij feite- lijk beloofd, de volgende week te zullen komen. En hoe honderden malen ge beurt het dan, dat de volgende week voorbij gaat, eii misschien nog twee of drie weken, zonder dat wij het beloofde bezoekt gebracht hebben? Wij komen er niet toe, er komen andere dingen tus- schenbeiden ofwel wij hebben ome zoo lichtvaardig gegeven belofte geheel vergeten. Nu is het waar, dat het leven druk is, dat de tijd vliegt en dat de bezigheden van menigeen hem of haar niet permitteeren, veel bijzondere af spraken te maken. Maar juist daarom is het raadzaam, niet zoo overijld iets toe te zeggen, maar in een dergelijk ge val liever te antwoorden: „ja, ik kom graag eens, maar zooals je weet, heb ik het druk. Daarom kan ik nu nog niet zeggen, wannéér ik kom, maar je hoort nog wel van mij". Vervolgens schrijve men in zijn agenda, b.v. op een da tum, die een week later valt: „F. opbel len", of „met F. afspreken voor een dezer dagen. Wfj willen niemand aanraden, om overdreven of zwaar-op-de-hand te wor den, maar heusch, de meeste menschen springen veel te lichtvaardig met hun woorden om. En dan is het hun eigen schuld, wanneer hun vrienden en ken nissen hen niet meer „au*serieux" ne men, en bij een eventueele toezeggine elkaar eens glimlachend aankijken met de gedachte: „Nu ja, dat zegt hü, of zii nu wel, maar, nu ja, dat kennen we!" En nu nog iets anders! Hoe bitter weinig komt er meestal terecht van de beloften, die wfj onszelve doen. Wii be doelen dit: in verband met kleine kar- w'eitjes een reparatie, het schrijven van een brief, het terugbrengen van een geleend boek, denken wwii: ja, dat moet ik op een keer nog eens doen Op een keer, dat wil zeggen: op ieder willekeurig moment in de toe komst, maar nu niet. Drie dagen later is het nog precies zoo, wfj moeten een en ander altijd „op een keer nog eens doen". Drie weken later is de stand van zaken nog onveranderd, en mis schien drie maanden later óók. En m- tusschen groeien de dingen, „die wn op een keer nog eens moeten doen" on rustbarend aan. Hoe langer wii ze uit stellen, des te gemakkelijker komen wii er toe, van steeds maar met dat uitstel door te gaan. En zoo komt van uitstel afstel, 'want de kleine repa ratie is een ondoenlijk groote reparatie geworden, zoodat vakkundige hulp aankoop van iets nieuws noodig is- u brief behoeft niet meer geschreven t worden, want de belangstelling van onze correspondent is door ons 'ang stilzwijgen verflauwd. En het boek, aai teruggebracht moest'worden, is doo het zwerven van den eenen hoek na den anderen, nergens meer te vmcie Begint er nooit aan. Uzelf te misse met het foefje, „dat U dit of dat op een keer wel eens zult doen". Neemt "e even papier en potlood, maakt lijstje van dingen, die U moest i en schrijft er naar schatting den i achter, dien ze in beslag zullen ne - Ziet dan even na hoeveel vrijen Ui de volgende drie of vier dagen nee en deelt de karweitjes op een ag even in. Dit zal U veel noodeloos-verbr» beloften, aan Uzelf en aan ander, besparen! Dr. JOS DE COCK- Algemeene ontwikkeling. Oom: „Wie heeft Op ï"Ioop Zegen geschreven?" <le Tommy: „Nou, ik denk een Hollywood filmsterren, oom»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 20