Buitenlandsch Overzicht HÜ De Tweelingzusters HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans voor 10 ct. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7415 EERSTE BLAD DONDERDAG 5 APRIL 1934 62ste JAARGANG Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringeneu Texel f 1.65 ;binnèn- and f 2.-NederL Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f3.20. Losse ros. 4ct.;fr.p.p 6cL Zondagsblad vesp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f J._ Modeblad resp. 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70 De „Vossischeoverleden. De geruchten over Severing. Een ontdekte samen- zwering in Japan. Professor Einstein. China en de Nederlandsche industrie. Rheu matiek Patricia Wentworth $3 I| COURANT Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Rédacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 1606(5. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekstl dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De Paus staat aan de zijde van de Katholieke jeugd in Duitschland. Hitier geeft in een interview zijn meening te kennen over actueele vraagstukken. De Paus en de Duitscfvkatho' lieke jeugd. De strijd om de jeugd in Duitschland wordt nog in alle he vigheid gestreden. Al lekt er niet zooveel over uit, er gebeuren hij onze Oosterburen dingen, die onze ha ren te berge zouden doen rijzen, als we ze in bizonderheden .vernamen. Zoo b.v. Jn de concentratiekampen, waarheen tal van mensehen voor de geringste over treding worden verbannen. Elders ln dit blad hebben we daarover ervaringen van een vluchtelinlg opgenomen. En zoo heb ben de jeugdorganisaties, in het bizonder de katholieke, tegenwoordig ook een moeilijken strijd om hun bestaansrecht. We schreven daar reeds eerder over. Nu vinden we in „De Telegraaf" een tele gram van den Berlijnscben corr. van het blad, onder hte hoofd: „De Paus steunt de katholieke jeugd in Duitschland". De corr. meldt daarover het volgende: Het blijkt, dat een scherpe tegen stelling is ontstaan tusschen het Va- ticaan en de Duitsche regeering. On der leiding van de Curie is de katho lieke kerk overgegaan tot een scher pen aanval op het Hitleriaansche ré gime. De inzet van den strijd zijn de katholieke jeugdvereenigingen, w.elke de tegenwoordige regeering wil sup- primeeren, om ze geheel te doen sa mensmelten met de Hitler-jeugd. Het conflict brak uit naar aanleiding van een bijeenkomst van den katholieken jeugdbond op 25 Maart, waartoe ook an dere katholieke vereenigingen waren uit- genoodigd. Bij die gelegenheid werden de Z. H. PAUS P1US XI. vaandels der katholieke vereenigingen door de Hitlerianen vernield en wegge nomen, terwijl de katholieke gedelegeer den zelfs werden mishandeld. Hoe groot de ontstemming onder de leidende katho lieke kringen was, bleek reeds uit de rede, welke de nieuwe bisschop van Berlijn en kele dagen geleden hield en waarin hy uitdrukkingen bezigde, die in de nationa listische pers op de scherpste wijze wer den beoritiseerd. De regeering had blijkbaar den aanval niet verwacht, want zij had toegestaan, dat deze rede door luidsprekers werd ver spreid. Met het Paaschfeest is de katholieke geestelijkheid nog een stap verder ge gaan. Op eersten Paaschdag werd ln aile kerken van Berlijn e.en in felle bewoor dingen gestelde brief van den bisschop der hoofdstad voorgelezen, waarin hij scherp protesteerde tegen de behandeling, die den jeugdbond ten deel was gevallen en waarin de jongelieden, die dooi- de Hit lerianen er van waren beschuldigd, zelf de incidenten te hebben uitgelokt, werden geprezen wegens hun gedisciplineerde houding. Dit schrijven van den bisschop van Berlijn was gedurende de Paaschdagen het gesprek van den dag. Thans wordt bekend, dat de paus zicli ook persoonlijk in het conflict heeft gemengd en dat hij aan den jeugdbond een eigenhandig schrijven heeft gezonden de paus, die jaren lang in Duitschland werkzaam was, is een goed kenner van de Duitsche taal waarin hy niets meer of minder zegt, dan dat bij de Hitler-jeugd pro paganda wordt gemaakt voor een le vensopvatting, die een terugkeer naar het heidendom beteekent. Elders indit nunjmer nemen wij den volledigen tekst van den Paaschgroet van den Paus aan de Duitsche jeugdbonden over. Hitier over actueele vraagstukken HitJer heeft aan den corresp. van De Associated Press, Louis P. Lochner, een interview toegestaan, waarin hij begonnen is met er den nadruk op te leggen, dat hij een overtuigd aanhanger was van den „man-tot.-man"-diplomatie. Niets was hem liever dan de verantwoordelijke leiders van de groote naties, met inbegrip van Amerika, persoonlijk te spreken. Iedere vertegenwoordiger van een vreemde mogendheid zou in een ge sprek met Hitier vinden, dat hij met volstrekte vrijmoedigheid zegt, wat Duitschland bereid is te doen, en dat hij zijn eischen niet hooger stelt dan noodig is. Als lii,j b.v. zegt, dat Duitschland een weermacht noodig heeft van 300.000 man, zal hij er niet toe te brengen zijn tot 250.000 man naar beneden te gaan. Als hij eenmaal overtuigd is, dat een bepaalde koers voor Duitschland de eenige goede is, houdt hy daaraan vast, er moge van komen wat wil. Wat hy doet, doet hij ech ter openlijk. Hij zal nooit naar buiten toe genoegen nemen met een sterkte van de Rijksweer van 150.000 man en dan in het geheim nog 150.000 man opleiden. Over de ontwapening zeide hy, dat nie mand zich meer dan hij verheugen zou, indien de wereld ontwapende. Duitschland zou zyn heele kracht aan productieve doel einden willen wijden, zyn werkloozen weer aan het werk stellen en ieders levensstan daard omhoog brengén. Op de vraag of de werkverschaffing voor iedereen proletariseering betee kent in den zin van de verzekering van een minimum inkomen, met ge lijktijdige verdwijning van alle groote inkomens, zeide Hitier, dat dat aller minst de bedoeling was. De opheffing vna de werkloosheid was de eerste stap. - Zoodra. hét volk echter werk heeft, zal ook dé koopkracht toene men, met de daarop aansluitende stijging van den levensstandaard. Het, Duitsche Rijkskanselier H1TLER. volk wil geen primitief volk worden, maar een volk met den hoogst mogelijken le vensstandaard. In antwoord op een aantal vragen, welke ten doel hadden de persoonlijkheid van Hitier voor het Amerikaansche volk ge- grijpelijk te maken, heeft Hitier vervol gens nog zijn standpunt tegenover erjtiek uiteengezet; hij wees erop, dat hy een liee- len staf van mannen om zich heen verza meld had, wier eenige taak was, kritiek te oefenen. Ook wat de pers betreft, zou hij niet gaarne zien, dat alle kranten preeies hetzelfde schreven. Aan den anderen kant zou hij geen pers dulden, welker uitslui tende taak was af te breken, wat hij met de zijnen probeerde op te bouwen. Terwijl ik eenerzyds kritiek wensch, al dus Hitier, sta ik er anderzijds op, dat de genen, die voor het welzijn van het heele volk werken, de zekerheid hebben, dat zij rustig met hun werk kunnen voortgaan. Op een vraag, of er onder de naaste me dewerkers van Hitier mannen waren, die zich in zijn plaats zouden willen stellen en zijn maatregelen zochten te dwarsboo- men, antwoordde Hitier nog, dat het een beleediging zou zyn, dit van een van de mannen, die jarenlang aan zijn kant ge staan hebben, dit veronderstellen. De we reld heeft nooit een schooner voorbeeld van blinde eensgezinheid gezien. Het zijn krachtige persoonlijkheden. Ieder heeft zijn wil en is vol eerzucht. Onder derge lijke mannen is het onvermijdelijk, dat wel eens wrijving voorkomt. Maar nog nooit heeft een van hen getracht, zijn wil aan Hitier op te leggen. Integendeel, hebben zij zich steeds op voorbeeldige wijze naar zijn wenschen geschikt. De oudste Duitsche krant, de „Vossi sche Zeitung is Zondagochtend niet meer verschenen. Het blad had 230 jaar be staan. De N. R. Crt. schrijft daarbij o.m.: „Tante Voss" heeft het afgelegd. Het is een treffend bewys, hoe groot en hoe des tructief in cultureel opzicht de revolutie Is, die Duitschland teistert. In die revo lutie is te Berlijn blijkbaar geen plaats ruèér voor een krant van hoog geestelijk peil, die toch 230 jaar lang alle stormen heeft weten te doorstaan. De Vossische Zeitung is niet onderdrukt, zooals onge veer 1000 andere bladen in Duitschland; zij heeft eenvoudig het lot gedeeld van de ómstreeks 350 dagbladen, die onder de tegenwoordige omstandigheden den strijd om het bestaan niet hebben kunnen voort zetten. Plet niéuwe stelsel had haar „ge lijkgeschakeld" en vele van zijn eigen menschten in de redactie gebracht. Eksti'ahladet publiceert een telegram van zijn. correspondent te Berlijn, waar in deze meldt een telefonisch onderhoud te hebben gehad met den zoon van Seve ring, den gewezen Pruisischen minister van hinnéulandsclie zaken. Deze zoon had hepi verzocht tegen te spreken, dat zijn vader nationaal-soéialist zou zijn gewor den en bezig is daarover een brochure te schrijven. Severing is op het oogenblik bedlegerig, vertelde de zoon verder. Hij lijdt aan een zenuwschok, veroorzaakt door de praatjes over hem. Er is een samenzwering ontdekt, welke gericht was tegen het leven van de raadgevers van keizer Hiro- - -bito en die ten doel had, het parle mentaire regiem in Japan ten val te brengen ten gunste van een dictatuur van rechts. De censuur had de publicatie van dit feit, dat vier maanden geleden heeft plaats gehad, tot nu toe tegengehouden. De moorden zouden hebben moeten plaatsvinden op 24 November 1.1., waarna een algemeene opstand tegen het hui dige regiem zou volgen. Zeventien samen zweerders zijn indertijd gearresteerd, doch intusschen zijn negen hunner in vrij heid gesteld. De overige acht zullen wor den vervolgd. De samenzweerders waren lid van de nieuwe reactionnaire fascistisch georleu- groep, weleke bekend is als „nationalis tische partij". NEDERLANDER TE MARSEILLE GEARRESTEERD. Zijn uillevering was gevraagd. V. D. verneemt uit Parijs: De politie te Marseille heeft ln een hotel den Nederlander F. J. K. gearresteerd, wiens uitlevering door de Nederlandsche autoriteiten was gevraagd in verband met een oplichting ten bedrage van 8066. Edward Kenny, lid van het Huis van Afgevaardigden te Washington, heeft een wetsontwerp ingediend dat de strekking strekking heeft, aan prof. Einstein on voorwaardelijk het Amerikaansche bur- gerscliap te schenken met alle voorrech ten daaraan verbonden. Wordt dit wets ontwerp aangenomen, dan behoeft Ein stein geen langdurige stage in de Ver. Staten door te maken, welke anders noo dig zou zijn voor hij een verzoek van naturalisatie kan indienen. Einstein heeft te New York twee bijeenkomsten bijge woond, waarin 26.666 dollar werd gecol lecteerd ter bevordering van de Joodsche emigratie naar Palestina. Biedt het Chineesche rijk perspectieven aan de Nederlandsche industrie? - Een bizondere correspondentie uit In- dië aan het dagblad „De Telegraaf" ves tigt de aandacht op een belangrijk arti kel in het semi-officieele orgaan der Chi neesche Nationale Regeering, geschre ven door den heer Tsai Shih Chung. Het artikel draagt tot titel „Huachiao's Help for Holland's Trade". Huachiao beteekent „emigranten in het buitenland" en in het artikel worden meer speciaal bedoeld de Chineezen in Nederlandsch-Indië. De schrijver wijst er allereerst op, dat de landen, die het meest hebben bijgedragen tot de moderniseering van China wat de aviatiek betreft de Vereenigde Staten en Duitschland zijn, terwijl Engeland, Italië en Frankrijk de daarop volgende plaats innemen. Nederland, dat toch juist op dit gebied zoo'n eerste plaats inneemt, komt in China in het geheel niet in aanmer king, zegt de schr. Uitvoerig gaat de schr. dan na, welke buitenlandsehe belangen zich de laatste jaren op verschillend ge bied in China hebben geïnteresseerd. Ook in China wordt de leus gepropageerd voor een voorzien in eigen behoeften; bestu deering der douane-cijfers voert tot de conclusie, dat China bezig is zich te ont wikkelen tot een importeerend land. Dit is, aldus de bizondere correspondent, van belang voor ons land, dat vrijwel alles kan leveren, wat China noodig heeft, tex tiel, cigaretten, tabak, enz. De belangrijkste vraag is op welke wijze men connecties met het al-oude rijk van het midden kan aanknoopen. De corres pondent wijst op het voorbeeld van de andere staten, die vertegenwoordigers zonden, o.a. voor demonstraties met vlieg machines. Het bleek een uitstekend mid del te zijn voor een introductie. Boven dien is de koopkracht in China voor het vliegwezen aanzienlijk verbeterd sedert de instelling van de nationale staatslote lij, waarvan de opbrengst in hoofdzaak bestemd is voor de ontwikkeling van het vliegwezen. Het coöperatieve systeem, dat den laat- sten tijd door de regeering in China is gevolgd bij het aanmoedigen van de ves- tiging van ondernemingen, is zeer bevre digend gebleken en het kan als vrywel zeker worden aangenomen, dat een alge heel succes op de Chineesche markt alleen verzekerd kan zyn bij de aanvaarding van het fundamenteele principe van samen werking met de regeering of andere be paalde Chineesche belangen. De evolutie van China zal tot hetzelfde doel voeren als hetgeen door andere mo derne landen werd bereikt, namelyk het baas zijn in eigen huis, waarbij China echter volkomen rekening houdt met het feit, dat het buitenlandsehe hulp en bui tenlandsch kapitaal noodig heeft. Zooals de zaken op het oogenblik staan, is ér practisch geen contact tusschen China en de groote Nederlandsche firma's als Stork, Werkspoor, de Hollandsche Draad- en Kabelfabriek, Wilton enz. De correspondent raadt tenslotte aan om niet langs den directen, maar langs den indirecten weg, namelijk via de groote groep Chineezen. die onzen archipel be wonen, dit contact te zoeken. Dit klemt te meer, omdat in China zelf geen groote groèp jonge nieiischen bestaat, die in Ne derland hebben gestudeerd, zooals dat ten aanzien van Engeland, Amerika en ook Japan wel het geval is. Het komt ons voor. dat het denkbeeld, in deze correspondentie ontwikkeld, zeker de aandacht der groote industrieele on dernemingen waard is. I)E UITLEVERING VAN SAMUEL INSULT.. Uitleveringsverdrag met de Ver. Staten geratificeerd. De Turksche nationale vergadering heeft Maandag het uitleveringsverdrag met de Vereenigde Staten geratificeerd en daarmede den weg geëffend voor de uit levering van Samuel Insull. EEN SYMPATHIEK GEBAAR VAN MOESTAFA KEMAL PASJA. Het gemeentebestuur van Stamboel, dat zijn grooten eerbied wilde toonen aan den president der republiek, Moestafa Kemal pasja, den stichter van het moderne Tur kije, heeft een c red iet goedgekeurd van 15,006 pond om nabij het eiland Prinkipo een villa voor hem te doen bouwen. Toen Moestafa Kemal echter van dit plan hoorde, drong hij er op aan, dat dit niet ten uitvoer zou worden gebracht en hij verzocht het gemeentebestuur de 15,000 pond te verdeelen onder de liefdadig heidsinstellingen der stad. PRESIDENT ROOSEVELT GAAT IN GODSDIENSTOEFENING VOOR. President Roosevelt is Zondag als op perbevelhebber der Amerikaansche vloot, voorgegaan in de godsdienstoefening, welke gehouden werd op het achterdek van de Nourmahal, het jacht van Vincent Astor, aan boord waarvan de president zijn vacantie doorbrengt onovertroffen tegen j jicht, verkoudheid, spit, ischias 1 hoofd- en .zenuwpijn. Attesten j van ruim 6000 Prof. en Doktoren j erkennen de goede en onscha delijke werking van T o g a 1. Feuilleton Uit het Engelsch van Nadruk verboden. ,7) „Ik heb Anne eens gezien...." HÜ zweeg, plotseling bedenkend hoe dwaa. het eigenlijk was, dat hy mevrouw Ahomp- fion tot zijn vertrouwde maakte. Maar ny drong deze gewaarwoording terug en vervolgde: „Kennen doe ik ze geen van beide, maar zooals ik zei, ik heb Anne Belinda eens gezien." „Een lief, aardig meisje," l\lonk 'n beetje vaag. „Trouwens, ze zyn alle oei aardig. Maar Anne kennen we liet best. Ze kwam hier vaker, Jenny was vee bij haar peettante, mevrouw Courtney. r.n zij, ik bedoel Anne, was altyd zoo vrien delijk voor Delia; ze leende haar boe ten ofschoon ik voor my het mei zoo aanbevelenswaardig vind, dat jonge meisjes zooveel lezen. Vindt u ook me Sir John1?" „Waar woont mevrouw Courtney?" in formeerde de jongeman. Zijn negeeren van mevrouw Thompson's vraag was met bepaald hoffelijk, maar zijn verlangen naar inlichtingen won het op dit oogen blik van zijn beleefdheid. „Ze heeft een flat in de stad, in Queen's Gate, als ik mij niet vergis. Ze is een nicht van wijlen Lady Waveney. Die was ook een geboren Courtney maar dat weet u natuurlijk. Jenny is altijd haar lieveling geweest en John leunde voorover in zijn stoel, ge spannen wachtend op een pauze in haar woordenvloed. En toen die te lang naar zijn zin uitbleef, viel hy haar plompver loren in de rede: „Waar is Anne Waveney? Weet u het misschien?" Hy keek haar strak aan en meende te bespeuren, dat haar gloeiend gezicht nog rood er werd. „Waar Anne is? Haar adres bedoelt u? Ik hen bang ik geloof heuseh „Dus u weet het niet?" „Lady Marr hernam ze aarzelend. ,',Is ze bij Lady Marr?" „Ik geloof van niet, maar ik weet niet. Lady Marr zal vast en zeker wei weten waar „Ik zou Anne erg graag spreken, droug John aan. „Kunt u me niet aan haar adres helpen, mevrouw Thompson?" „Neen," was het bescheid, „ik weet niet waar ze is." Nu zijn rechtstreeksqjie vraag haar tot een antwoord zonder omwegen dwong, was er een eigenaardige klank in haar stem gekomen. John kon niet zoo gauw uitmaken wat het was, afkeer of angst. Maar vreemd was het in elk geval. „Is ze in Engeland?" „Ik kan het u niet zeggen, Sir John. Ik weet niets van haar." „Schryft ze nooit?" Mevrouw Thompson schudde het hoofd. Haar opwinding was onmiskenbaar. „Sinds wanneer hebt u niets meer van haar gehoord?" „Al jn meer dan een jaar niet. Sedert het huwelijk van Lady Marr heb ik haar niet meer gezien en ik weet werkelijk niet waar ze is." „Ze was er niet bij, toen haar zuster trouwde," merkte John snel op. Er was nu bepaald angst in mevrouw 'lhompson's blik. Ze kiemde de lippén opeen en schudde het hoofd. „Ook niet bij de begrafenis van haar vader?" vulde de bezoeker aan. Nogmaals schudde zij het hoofd en te gelijk stoorde een nieuw incident het on derhoud voor de zooveelste maal. Een paar kleine voeten waren stampend en bonkend door de gang komen hollen; toen werd er hard op de deur gebeukt, deze sprong open en een nog jongere mannelijke editie van de familie Thomp son dan John straks gezien had, kwam behuild en buiten adem de kamer binnen tuimelen. „Hij doet Deniosthenes kwaad! Hij vermoordt 'm!" „Maar Juston!" bestrafte de moeder. Het kwam er weer even hulpeloos uit als het „Maar Cyril!" van straks. Justin stampvoette driftig. „Hij vermoordt 'ml Hy vloog op John toe, pakte hem by zijn mouw en trok hem in de richting van de deur. „Komt u alstublieft mee", smeekte het kind. „Mijn pad," lichtte Justin niet een snik hl. „En Tim vermoordt hein!" John liet zich gewillig de kamer uit trekken. „Dan zullen we dien ondeugen- den Tin eens 'n pak voor zijn broek ge ven!" kondigde hij opgewekt aan. Door een zijdeur kwam hij met zyn jeugdigen begeleider" op een stoppelig grasveld, omgeven door een lagen aarden wal. De roode Cyril en nog een jongen waren bezig steenen te gooien naar dat walletje; Justin liet John's pols, dien hij al dien tijd stevig omklemd had gehou den, los en. wierp zich op den in gebogen houding staanden Cyril, die oogenblikke- lijk zijn evenwicht verloor en razend en tierend op den grond viel, Augistine, een steen in de hand, draaide zich op zijn hielen om; hij was een lëelyke jongen met een onaangenaaam uiterlijk en zijn handen hadden blijkbaar nog geen ken nis gemaakt met den nieuwen nagelbor stel, waarvan zijn moeder gesproken had. „Waar is Demosthenes?" hijgde Justin. „Afgetuigd!" deelde Cyril minzaam mede. Hij krabbelde overeind, maar voelde onverwacht een zware hand op zyn schouder. „Wat voeren jullie hier uit?" vroeg ik streng. „Wij nemen zyn oude pad te grazen," luidde het brutale wederwoord. „Ben je zelf wel eens goed „te grazen genomen", om in je eigen mooie taal te spreken?" Cyril bleef het antwoord schuldig en trachtte zich los te rukken; Augustine verschafte met een norsche stem inlich tingen. „Hij is in een gat gekropen; er is niets met hem gebeurd. We wilden hem alleen maar eens een beetje aan het schrikken maken. Maar die kinderachtige jongen grient altijd zonder reden." Delia voegde zich bii de groep. „Ik dacht dat jullie zouden gaan thee drinken bij mevrouw Andersom Waarom kunnen jullie Justin niet met rust laten?" „Och, het is alleen maar die ellendige pad van hem; we doen hem niets." Delia keek boos. „Het kan me niet schelen wat jullie precies gedaan hebt; je moet hem met rust laten en zijn beesten ook. Als jullie nog naar mevrouw Anderson willen, is het meer dan tijd." Het tweetal droop af en John keek ze na tot ze in het huis waren verdwenen. Hij had grooten lust de hoofden van de twee plaaggeesten tegen elkaar te slaan. Toen ze uit het gezicht waren, keerde hij zich om. Justin lag geknield bij den wal, druk bezig met pogingen 0111 zijn gelief den Demosthenes uit zijn schuilplaats te lokken. Delia stond, zonder eenige aan dacht voor de dingen om haar heen, in een boek te lezenz. Plotseling dacht John aan wat haar moeder verteld had: dat Anne Belinda haar dikwijls boeken leen de. Een onderhoud met Delia zou mis schien nieuwe gezichtspunten openen! Hij ging op haar toe en met zichtbaren tegen zin maakte zij zich uit haar lectuur los. „Ik moet nog even afscheid van uw moeder gaan nemen. Ik ben bang, dat mijn bezoek haar niet erg gelegen kwam.ze had het druk, geloof ik." „Moeder heeft het altyd druk." Het werd op een toon van kalme on verschilligheid gezegd. „Ik moet haar in ieder geval goeden dag zeggen vóór ik ga. En misschien kunt u mij dan den korsten weg naar het kasteel wyzen. Er is hier immers een weg binnendoor naar Wavenv Hall, niet waar?" „Maar u bent toch met den auto?" „Zeker. Maar als er een kortoren weg is, had ik toch graag, dat u mij dien wees. Dan kom ik straks den wagen wel weer halen." V. John nam afscheid van de predikants vrouw en wandelde niet de verre van toe schietelijke Delia door den verwilderden tuin. Ze hield het boek onder haar arm geklemd en haar heele houding liet hem niet in tweijfel, dat ze hem liefst zoo gauw mogelijk kwijt wilde zijn om ver der te lezen. Maar John dacht er niet aan haar los te laten en het leek hem het beste maar met de deur in huis te vallen. „Ik wilde graag over mijn nichtje Anne roet u praten. U kende haar goed, niet waar?" Delia keek ontsteld op. Bij nauwkeu rige beschouwing was haar gezicht niet onaantrekkelijk; ze had lange, donkere wimpers en mooie grijze oogen. „O," begon ze om direct weer abrupt te zwijgen. Maar liet lustelooze, onwillige was als bij toovérslag van haar afgeval len. Nogmaals zei ze „O" en keek hem recht in liet gezicht. John wenschte zichzelf in stilte geluk. „Vertelt u mij eens wat van haar," moedigde hij aan. „Ik kan niemand over haar aan het praten krijgen en ik wil zoo vreeselijk graag over tiaar spreken." „Ja," zei Delia alleen maar en haar blik liet geen oogenblik van hein af. „Niemand wil mij iets over haar vertel len. Ik heb haar éénmaal ontmoet en ben erg verlangend om haar weer te zien. In de eerste plaats wil ik weten waar zij is. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1