Buitenlandsch Overzicht
HÜ
De Tweelingzusters
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans voor 10 ct.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7415 EERSTE BLAD
DONDERDAG 5 APRIL 1934
62ste JAARGANG
Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringeneu Texel f 1.65 ;binnèn-
and f 2.-NederL Oost- en West-lndië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f3.20. Losse ros. 4ct.;fr.p.p 6cL Zondagsblad
vesp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f J._ Modeblad resp. 1.20, f 1.50, f 1.50, f 1.70
De „Vossischeoverleden.
De geruchten over
Severing.
Een ontdekte samen-
zwering in Japan.
Professor Einstein.
China en de
Nederlandsche industrie.
Rheu matiek
Patricia Wentworth
$3
I|
COURANT
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Rédacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 1606(5.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekstl dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De Paus staat aan de zijde van de Katholieke jeugd in Duitschland.
Hitier geeft in een interview zijn meening te kennen over
actueele vraagstukken.
De Paus en de
Duitscfvkatho'
lieke jeugd.
De strijd om de
jeugd in Duitschland
wordt nog in alle he
vigheid gestreden. Al
lekt er niet zooveel
over uit, er gebeuren
hij onze Oosterburen dingen, die onze ha
ren te berge zouden doen rijzen, als we
ze in bizonderheden .vernamen. Zoo b.v.
Jn de concentratiekampen, waarheen tal
van mensehen voor de geringste over
treding worden verbannen. Elders ln dit
blad hebben we daarover ervaringen van
een vluchtelinlg opgenomen. En zoo heb
ben de jeugdorganisaties, in het bizonder
de katholieke, tegenwoordig ook een
moeilijken strijd om hun bestaansrecht.
We schreven daar reeds eerder over. Nu
vinden we in „De Telegraaf" een tele
gram van den Berlijnscben corr. van het
blad, onder hte hoofd: „De Paus steunt
de katholieke jeugd in Duitschland". De
corr. meldt daarover het volgende:
Het blijkt, dat een scherpe tegen
stelling is ontstaan tusschen het Va-
ticaan en de Duitsche regeering. On
der leiding van de Curie is de katho
lieke kerk overgegaan tot een scher
pen aanval op het Hitleriaansche ré
gime. De inzet van den strijd zijn de
katholieke jeugdvereenigingen, w.elke
de tegenwoordige regeering wil sup-
primeeren, om ze geheel te doen sa
mensmelten met de Hitler-jeugd.
Het conflict brak uit naar aanleiding
van een bijeenkomst van den katholieken
jeugdbond op 25 Maart, waartoe ook an
dere katholieke vereenigingen waren uit-
genoodigd. Bij die gelegenheid werden de
Z. H. PAUS P1US XI.
vaandels der katholieke vereenigingen
door de Hitlerianen vernield en wegge
nomen, terwijl de katholieke gedelegeer
den zelfs werden mishandeld. Hoe groot
de ontstemming onder de leidende katho
lieke kringen was, bleek reeds uit de rede,
welke de nieuwe bisschop van Berlijn en
kele dagen geleden hield en waarin hy
uitdrukkingen bezigde, die in de nationa
listische pers op de scherpste wijze wer
den beoritiseerd.
De regeering had blijkbaar den aanval
niet verwacht, want zij had toegestaan,
dat deze rede door luidsprekers werd ver
spreid.
Met het Paaschfeest is de katholieke
geestelijkheid nog een stap verder ge
gaan. Op eersten Paaschdag werd ln aile
kerken van Berlijn e.en in felle bewoor
dingen gestelde brief van den bisschop
der hoofdstad voorgelezen, waarin hij
scherp protesteerde tegen de behandeling,
die den jeugdbond ten deel was gevallen
en waarin de jongelieden, die dooi- de Hit
lerianen er van waren beschuldigd, zelf de
incidenten te hebben uitgelokt, werden
geprezen wegens hun gedisciplineerde
houding.
Dit schrijven van den bisschop van
Berlijn was gedurende de Paaschdagen
het gesprek van den dag.
Thans wordt bekend, dat de paus
zicli ook persoonlijk in het conflict
heeft gemengd en dat hij aan den
jeugdbond een eigenhandig schrijven
heeft gezonden de paus, die jaren
lang in Duitschland werkzaam was, is
een goed kenner van de Duitsche taal
waarin hy niets meer of minder
zegt, dan dat bij de Hitler-jeugd pro
paganda wordt gemaakt voor een le
vensopvatting, die een terugkeer naar
het heidendom beteekent.
Elders indit nunjmer nemen wij den
volledigen tekst van den Paaschgroet van
den Paus aan de Duitsche jeugdbonden
over.
Hitier
over actueele
vraagstukken
HitJer heeft aan
den corresp. van
De Associated Press,
Louis P. Lochner, een
interview toegestaan,
waarin hij begonnen
is met er den nadruk op te leggen, dat hij
een overtuigd aanhanger was van den
„man-tot.-man"-diplomatie. Niets was hem
liever dan de verantwoordelijke leiders
van de groote naties, met inbegrip van
Amerika, persoonlijk te spreken.
Iedere vertegenwoordiger van een
vreemde mogendheid zou in een ge
sprek met Hitier vinden, dat hij met
volstrekte vrijmoedigheid zegt, wat
Duitschland bereid is te doen, en dat
hij zijn eischen niet hooger stelt dan
noodig is.
Als lii,j b.v. zegt, dat Duitschland een
weermacht noodig heeft van 300.000 man,
zal hij er niet toe te brengen zijn tot
250.000 man naar beneden te gaan. Als hij
eenmaal overtuigd is, dat een bepaalde
koers voor Duitschland de eenige goede
is, houdt hy daaraan vast, er moge van
komen wat wil. Wat hy doet, doet hij ech
ter openlijk. Hij zal nooit naar buiten toe
genoegen nemen met een sterkte van de
Rijksweer van 150.000 man en dan in het
geheim nog 150.000 man opleiden.
Over de ontwapening zeide hy, dat nie
mand zich meer dan hij verheugen zou,
indien de wereld ontwapende. Duitschland
zou zyn heele kracht aan productieve doel
einden willen wijden, zyn werkloozen weer
aan het werk stellen en ieders levensstan
daard omhoog brengén.
Op de vraag of de werkverschaffing
voor iedereen proletariseering betee
kent in den zin van de verzekering
van een minimum inkomen, met ge
lijktijdige verdwijning van alle groote
inkomens, zeide Hitier, dat dat aller
minst de bedoeling was.
De opheffing vna de werkloosheid was
de eerste stap. - Zoodra. hét volk echter
werk heeft, zal ook dé koopkracht toene
men, met de daarop aansluitende stijging
van den levensstandaard. Het, Duitsche
Rijkskanselier H1TLER.
volk wil geen primitief volk worden, maar
een volk met den hoogst mogelijken le
vensstandaard.
In antwoord op een aantal vragen, welke
ten doel hadden de persoonlijkheid van
Hitier voor het Amerikaansche volk ge-
grijpelijk te maken, heeft Hitier vervol
gens nog zijn standpunt tegenover erjtiek
uiteengezet; hij wees erop, dat hy een liee-
len staf van mannen om zich heen verza
meld had, wier eenige taak was, kritiek te
oefenen. Ook wat de pers betreft, zou hij
niet gaarne zien, dat alle kranten preeies
hetzelfde schreven. Aan den anderen kant
zou hij geen pers dulden, welker uitslui
tende taak was af te breken, wat hij met
de zijnen probeerde op te bouwen.
Terwijl ik eenerzyds kritiek wensch, al
dus Hitier, sta ik er anderzijds op, dat de
genen, die voor het welzijn van het heele
volk werken, de zekerheid hebben, dat zij
rustig met hun werk kunnen voortgaan.
Op een vraag, of er onder de naaste me
dewerkers van Hitier mannen waren, die
zich in zijn plaats zouden willen stellen
en zijn maatregelen zochten te dwarsboo-
men, antwoordde Hitier nog, dat het een
beleediging zou zyn, dit van een van de
mannen, die jarenlang aan zijn kant ge
staan hebben, dit veronderstellen. De we
reld heeft nooit een schooner voorbeeld
van blinde eensgezinheid gezien. Het zijn
krachtige persoonlijkheden. Ieder heeft
zijn wil en is vol eerzucht. Onder derge
lijke mannen is het onvermijdelijk, dat wel
eens wrijving voorkomt. Maar nog nooit
heeft een van hen getracht, zijn wil aan
Hitier op te leggen. Integendeel, hebben
zij zich steeds op voorbeeldige wijze naar
zijn wenschen geschikt.
De oudste Duitsche krant, de „Vossi
sche Zeitung is Zondagochtend niet meer
verschenen. Het blad had 230 jaar be
staan.
De N. R. Crt. schrijft daarbij o.m.:
„Tante Voss" heeft het afgelegd. Het is
een treffend bewys, hoe groot en hoe des
tructief in cultureel opzicht de revolutie
Is, die Duitschland teistert. In die revo
lutie is te Berlijn blijkbaar geen plaats
ruèér voor een krant van hoog geestelijk
peil, die toch 230 jaar lang alle stormen
heeft weten te doorstaan. De Vossische
Zeitung is niet onderdrukt, zooals onge
veer 1000 andere bladen in Duitschland;
zij heeft eenvoudig het lot gedeeld van de
ómstreeks 350 dagbladen, die onder de
tegenwoordige omstandigheden den strijd
om het bestaan niet hebben kunnen voort
zetten. Plet niéuwe stelsel had haar „ge
lijkgeschakeld" en vele van zijn eigen
menschten in de redactie gebracht.
Eksti'ahladet publiceert een telegram
van zijn. correspondent te Berlijn, waar
in deze meldt een telefonisch onderhoud
te hebben gehad met den zoon van Seve
ring, den gewezen Pruisischen minister
van hinnéulandsclie zaken. Deze zoon had
hepi verzocht tegen te spreken, dat zijn
vader nationaal-soéialist zou zijn gewor
den en bezig is daarover een brochure te
schrijven.
Severing is op het oogenblik bedlegerig,
vertelde de zoon verder. Hij lijdt aan een
zenuwschok, veroorzaakt door de praatjes
over hem.
Er is een samenzwering ontdekt,
welke gericht was tegen het leven
van de raadgevers van keizer Hiro-
- -bito en die ten doel had, het parle
mentaire regiem in Japan ten val te
brengen ten gunste van een dictatuur
van rechts.
De censuur had de publicatie van dit
feit, dat vier maanden geleden heeft plaats
gehad, tot nu toe tegengehouden.
De moorden zouden hebben moeten
plaatsvinden op 24 November 1.1., waarna
een algemeene opstand tegen het hui
dige regiem zou volgen. Zeventien samen
zweerders zijn indertijd gearresteerd,
doch intusschen zijn negen hunner in vrij
heid gesteld. De overige acht zullen wor
den vervolgd.
De samenzweerders waren lid van de
nieuwe reactionnaire fascistisch georleu-
groep, weleke bekend is als „nationalis
tische partij".
NEDERLANDER TE MARSEILLE
GEARRESTEERD.
Zijn uillevering was gevraagd.
V. D. verneemt uit Parijs:
De politie te Marseille heeft ln een hotel
den Nederlander F. J. K. gearresteerd,
wiens uitlevering door de Nederlandsche
autoriteiten was gevraagd in verband
met een oplichting ten bedrage van
8066.
Edward Kenny, lid van het Huis van
Afgevaardigden te Washington, heeft een
wetsontwerp ingediend dat de strekking
strekking heeft, aan prof. Einstein on
voorwaardelijk het Amerikaansche bur-
gerscliap te schenken met alle voorrech
ten daaraan verbonden. Wordt dit wets
ontwerp aangenomen, dan behoeft Ein
stein geen langdurige stage in de Ver.
Staten door te maken, welke anders noo
dig zou zijn voor hij een verzoek van
naturalisatie kan indienen. Einstein heeft
te New York twee bijeenkomsten bijge
woond, waarin 26.666 dollar werd gecol
lecteerd ter bevordering van de Joodsche
emigratie naar Palestina.
Biedt het Chineesche rijk perspectieven
aan de Nederlandsche industrie?
- Een bizondere correspondentie uit In-
dië aan het dagblad „De Telegraaf" ves
tigt de aandacht op een belangrijk arti
kel in het semi-officieele orgaan der Chi
neesche Nationale Regeering, geschre
ven door den heer Tsai Shih Chung. Het
artikel draagt tot titel „Huachiao's Help
for Holland's Trade". Huachiao beteekent
„emigranten in het buitenland" en in het
artikel worden meer speciaal bedoeld de
Chineezen in Nederlandsch-Indië. De
schrijver wijst er allereerst op, dat de
landen, die het meest hebben bijgedragen
tot de moderniseering van China wat de
aviatiek betreft de Vereenigde Staten en
Duitschland zijn, terwijl Engeland, Italië
en Frankrijk de daarop volgende plaats
innemen. Nederland, dat toch juist op dit
gebied zoo'n eerste plaats inneemt, komt
in China in het geheel niet in aanmer
king, zegt de schr. Uitvoerig gaat de schr.
dan na, welke buitenlandsehe belangen
zich de laatste jaren op verschillend ge
bied in China hebben geïnteresseerd. Ook
in China wordt de leus gepropageerd voor
een voorzien in eigen behoeften; bestu
deering der douane-cijfers voert tot de
conclusie, dat China bezig is zich te ont
wikkelen tot een importeerend land. Dit
is, aldus de bizondere correspondent, van
belang voor ons land, dat vrijwel alles
kan leveren, wat China noodig heeft, tex
tiel, cigaretten, tabak, enz.
De belangrijkste vraag is op welke wijze
men connecties met het al-oude rijk van
het midden kan aanknoopen. De corres
pondent wijst op het voorbeeld van de
andere staten, die vertegenwoordigers
zonden, o.a. voor demonstraties met vlieg
machines. Het bleek een uitstekend mid
del te zijn voor een introductie. Boven
dien is de koopkracht in China voor het
vliegwezen aanzienlijk verbeterd sedert
de instelling van de nationale staatslote
lij, waarvan de opbrengst in hoofdzaak
bestemd is voor de ontwikkeling van het
vliegwezen.
Het coöperatieve systeem, dat den laat-
sten tijd door de regeering in China is
gevolgd bij het aanmoedigen van de ves-
tiging van ondernemingen, is zeer bevre
digend gebleken en het kan als vrywel
zeker worden aangenomen, dat een alge
heel succes op de Chineesche markt alleen
verzekerd kan zyn bij de aanvaarding van
het fundamenteele principe van samen
werking met de regeering of andere be
paalde Chineesche belangen.
De evolutie van China zal tot hetzelfde
doel voeren als hetgeen door andere mo
derne landen werd bereikt, namelyk het
baas zijn in eigen huis, waarbij China
echter volkomen rekening houdt met het
feit, dat het buitenlandsehe hulp en bui
tenlandsch kapitaal noodig heeft.
Zooals de zaken op het oogenblik staan,
is ér practisch geen contact tusschen
China en de groote Nederlandsche firma's
als Stork, Werkspoor, de Hollandsche
Draad- en Kabelfabriek, Wilton enz.
De correspondent raadt tenslotte aan
om niet langs den directen, maar langs
den indirecten weg, namelijk via de groote
groep Chineezen. die onzen archipel be
wonen, dit contact te zoeken. Dit klemt te
meer, omdat in China zelf geen groote
groèp jonge nieiischen bestaat, die in Ne
derland hebben gestudeerd, zooals dat ten
aanzien van Engeland, Amerika en ook
Japan wel het geval is.
Het komt ons voor. dat het denkbeeld,
in deze correspondentie ontwikkeld, zeker
de aandacht der groote industrieele on
dernemingen waard is.
I)E UITLEVERING VAN
SAMUEL INSULT..
Uitleveringsverdrag met de
Ver. Staten geratificeerd.
De Turksche nationale vergadering
heeft Maandag het uitleveringsverdrag
met de Vereenigde Staten geratificeerd en
daarmede den weg geëffend voor de uit
levering van Samuel Insull.
EEN SYMPATHIEK GEBAAR VAN
MOESTAFA KEMAL PASJA.
Het gemeentebestuur van Stamboel, dat
zijn grooten eerbied wilde toonen aan den
president der republiek, Moestafa Kemal
pasja, den stichter van het moderne Tur
kije, heeft een c red iet goedgekeurd van
15,006 pond om nabij het eiland Prinkipo
een villa voor hem te doen bouwen. Toen
Moestafa Kemal echter van dit plan
hoorde, drong hij er op aan, dat dit niet
ten uitvoer zou worden gebracht en hij
verzocht het gemeentebestuur de 15,000
pond te verdeelen onder de liefdadig
heidsinstellingen der stad.
PRESIDENT ROOSEVELT GAAT IN
GODSDIENSTOEFENING VOOR.
President Roosevelt is Zondag als op
perbevelhebber der Amerikaansche vloot,
voorgegaan in de godsdienstoefening,
welke gehouden werd op het achterdek
van de Nourmahal, het jacht van Vincent
Astor, aan boord waarvan de president
zijn vacantie doorbrengt
onovertroffen tegen
j jicht, verkoudheid, spit, ischias
1 hoofd- en .zenuwpijn. Attesten
j van ruim 6000 Prof. en Doktoren
j erkennen de goede en onscha
delijke werking van T o g a 1.
Feuilleton
Uit het Engelsch van
Nadruk verboden.
,7)
„Ik heb Anne eens gezien...." HÜ
zweeg, plotseling bedenkend hoe dwaa.
het eigenlijk was, dat hy mevrouw Ahomp-
fion tot zijn vertrouwde maakte. Maar ny
drong deze gewaarwoording terug en
vervolgde: „Kennen doe ik ze geen van
beide, maar zooals ik zei, ik heb Anne
Belinda eens gezien."
„Een lief, aardig meisje," l\lonk
'n beetje vaag. „Trouwens, ze zyn alle oei
aardig. Maar Anne kennen we liet best.
Ze kwam hier vaker, Jenny was vee
bij haar peettante, mevrouw Courtney. r.n
zij, ik bedoel Anne, was altyd zoo vrien
delijk voor Delia; ze leende haar boe
ten ofschoon ik voor my het mei
zoo aanbevelenswaardig vind, dat jonge
meisjes zooveel lezen. Vindt u ook me
Sir John1?"
„Waar woont mevrouw Courtney?" in
formeerde de jongeman. Zijn negeeren
van mevrouw Thompson's vraag was met
bepaald hoffelijk, maar zijn verlangen
naar inlichtingen won het op dit oogen
blik van zijn beleefdheid.
„Ze heeft een flat in de stad, in
Queen's Gate, als ik mij niet vergis. Ze is
een nicht van wijlen Lady Waveney. Die
was ook een geboren Courtney maar
dat weet u natuurlijk. Jenny is altijd haar
lieveling geweest en
John leunde voorover in zijn stoel, ge
spannen wachtend op een pauze in haar
woordenvloed. En toen die te lang naar
zijn zin uitbleef, viel hy haar plompver
loren in de rede:
„Waar is Anne Waveney? Weet u het
misschien?"
Hy keek haar strak aan en meende te
bespeuren, dat haar gloeiend gezicht nog
rood er werd.
„Waar Anne is? Haar adres bedoelt u?
Ik hen bang ik geloof heuseh
„Dus u weet het niet?"
„Lady Marr hernam ze aarzelend.
,',Is ze bij Lady Marr?"
„Ik geloof van niet, maar ik weet niet.
Lady Marr zal vast en zeker wei weten
waar
„Ik zou Anne erg graag spreken,
droug John aan. „Kunt u me niet aan
haar adres helpen, mevrouw Thompson?"
„Neen," was het bescheid, „ik weet
niet waar ze is."
Nu zijn rechtstreeksqjie vraag haar tot
een antwoord zonder omwegen dwong,
was er een eigenaardige klank in haar
stem gekomen. John kon niet zoo gauw
uitmaken wat het was, afkeer of angst.
Maar vreemd was het in elk geval.
„Is ze in Engeland?"
„Ik kan het u niet zeggen, Sir John.
Ik weet niets van haar."
„Schryft ze nooit?"
Mevrouw Thompson schudde het hoofd.
Haar opwinding was onmiskenbaar.
„Sinds wanneer hebt u niets meer van
haar gehoord?"
„Al jn meer dan een jaar niet. Sedert
het huwelijk van Lady Marr heb ik haar
niet meer gezien en ik weet werkelijk niet
waar ze is."
„Ze was er niet bij, toen haar zuster
trouwde," merkte John snel op.
Er was nu bepaald angst in mevrouw
'lhompson's blik. Ze kiemde de lippén
opeen en schudde het hoofd.
„Ook niet bij de begrafenis van haar
vader?" vulde de bezoeker aan.
Nogmaals schudde zij het hoofd en te
gelijk stoorde een nieuw incident het on
derhoud voor de zooveelste maal. Een
paar kleine voeten waren stampend en
bonkend door de gang komen hollen;
toen werd er hard op de deur gebeukt,
deze sprong open en een nog jongere
mannelijke editie van de familie Thomp
son dan John straks gezien had, kwam
behuild en buiten adem de kamer binnen
tuimelen.
„Hij doet Deniosthenes kwaad! Hij
vermoordt 'm!"
„Maar Juston!" bestrafte de moeder.
Het kwam er weer even hulpeloos uit als
het „Maar Cyril!" van straks.
Justin stampvoette driftig.
„Hij vermoordt 'ml Hy vloog op John
toe, pakte hem by zijn mouw en trok hem
in de richting van de deur.
„Komt u alstublieft mee", smeekte het
kind.
„Mijn pad," lichtte Justin niet een snik
hl. „En Tim vermoordt hein!"
John liet zich gewillig de kamer uit
trekken. „Dan zullen we dien ondeugen-
den Tin eens 'n pak voor zijn broek ge
ven!" kondigde hij opgewekt aan.
Door een zijdeur kwam hij met zyn
jeugdigen begeleider" op een stoppelig
grasveld, omgeven door een lagen aarden
wal. De roode Cyril en nog een jongen
waren bezig steenen te gooien naar dat
walletje; Justin liet John's pols, dien hij
al dien tijd stevig omklemd had gehou
den, los en. wierp zich op den in gebogen
houding staanden Cyril, die oogenblikke-
lijk zijn evenwicht verloor en razend en
tierend op den grond viel, Augistine, een
steen in de hand, draaide zich op zijn
hielen om; hij was een lëelyke jongen
met een onaangenaaam uiterlijk en zijn
handen hadden blijkbaar nog geen ken
nis gemaakt met den nieuwen nagelbor
stel, waarvan zijn moeder gesproken
had.
„Waar is Demosthenes?" hijgde Justin.
„Afgetuigd!" deelde Cyril minzaam
mede. Hij krabbelde overeind, maar
voelde onverwacht een zware hand op
zyn schouder.
„Wat voeren jullie hier uit?" vroeg
ik streng.
„Wij nemen zyn oude pad te grazen,"
luidde het brutale wederwoord.
„Ben je zelf wel eens goed „te grazen
genomen", om in je eigen mooie taal te
spreken?"
Cyril bleef het antwoord schuldig en
trachtte zich los te rukken; Augustine
verschafte met een norsche stem inlich
tingen.
„Hij is in een gat gekropen; er is niets
met hem gebeurd. We wilden hem alleen
maar eens een beetje aan het schrikken
maken. Maar die kinderachtige jongen
grient altijd zonder reden."
Delia voegde zich bii de groep.
„Ik dacht dat jullie zouden gaan thee
drinken bij mevrouw Andersom Waarom
kunnen jullie Justin niet met rust laten?"
„Och, het is alleen maar die ellendige
pad van hem; we doen hem niets."
Delia keek boos.
„Het kan me niet schelen wat jullie
precies gedaan hebt; je moet hem met
rust laten en zijn beesten ook. Als jullie
nog naar mevrouw Anderson willen, is
het meer dan tijd."
Het tweetal droop af en John keek ze
na tot ze in het huis waren verdwenen.
Hij had grooten lust de hoofden van de
twee plaaggeesten tegen elkaar te slaan.
Toen ze uit het gezicht waren, keerde hij
zich om. Justin lag geknield bij den wal,
druk bezig met pogingen 0111 zijn gelief
den Demosthenes uit zijn schuilplaats te
lokken. Delia stond, zonder eenige aan
dacht voor de dingen om haar heen, in
een boek te lezenz. Plotseling dacht John
aan wat haar moeder verteld had: dat
Anne Belinda haar dikwijls boeken leen
de. Een onderhoud met Delia zou mis
schien nieuwe gezichtspunten openen! Hij
ging op haar toe en met zichtbaren tegen
zin maakte zij zich uit haar lectuur los.
„Ik moet nog even afscheid van uw
moeder gaan nemen. Ik ben bang, dat
mijn bezoek haar niet erg gelegen
kwam.ze had het druk, geloof ik."
„Moeder heeft het altyd druk."
Het werd op een toon van kalme on
verschilligheid gezegd.
„Ik moet haar in ieder geval goeden
dag zeggen vóór ik ga. En misschien
kunt u mij dan den korsten weg naar het
kasteel wyzen. Er is hier immers een
weg binnendoor naar Wavenv Hall, niet
waar?"
„Maar u bent toch met den auto?"
„Zeker. Maar als er een kortoren weg
is, had ik toch graag, dat u mij dien
wees. Dan kom ik straks den wagen wel
weer halen."
V.
John nam afscheid van de predikants
vrouw en wandelde niet de verre van toe
schietelijke Delia door den verwilderden
tuin. Ze hield het boek onder haar arm
geklemd en haar heele houding liet hem
niet in tweijfel, dat ze hem liefst zoo
gauw mogelijk kwijt wilde zijn om ver
der te lezen. Maar John dacht er niet
aan haar los te laten en het leek hem het
beste maar met de deur in huis te vallen.
„Ik wilde graag over mijn nichtje Anne
roet u praten. U kende haar goed, niet
waar?"
Delia keek ontsteld op. Bij nauwkeu
rige beschouwing was haar gezicht niet
onaantrekkelijk; ze had lange, donkere
wimpers en mooie grijze oogen.
„O," begon ze om direct weer abrupt
te zwijgen. Maar liet lustelooze, onwillige
was als bij toovérslag van haar afgeval
len. Nogmaals zei ze „O" en keek hem
recht in liet gezicht.
John wenschte zichzelf in stilte geluk.
„Vertelt u mij eens wat van haar,"
moedigde hij aan. „Ik kan niemand over
haar aan het praten krijgen en ik wil zoo
vreeselijk graag over tiaar spreken."
„Ja," zei Delia alleen maar en haar
blik liet geen oogenblik van hein af.
„Niemand wil mij iets over haar vertel
len. Ik heb haar éénmaal ontmoet en
ben erg verlangend om haar weer te
zien. In de eerste plaats wil ik weten
waar zij is.
(Wordt vervolgd).