Bijgeloof in het Oerwoud. De natuurramp POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT aan de Noorsche kust vacantie hum NGEN EN ANNA PAULOWNA (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) 62ste JAARGANG) Populaire Rubriek Er is er maar één ZATERDAG 7 APRIL 1934 De medicijnman - een menschelijke parasiet Regenmakers, die overstroomingen veroorzaken. door prof. John Lee Maddox. Lid van de American Medicinal Association. Het is ten onzent wel een algeineene overtuiging, dat de medicijnmannen der primitieve volkeren een noodlotti- gen invloed uitoefenen en parasieten 2ijn in den vollen zin van het woord, omdat zij geen eigenlijk medisch werk verrichten. Toch zijn zij voor hun vol keren niet geheel zonder nut. Zooals ook in het planten- en dierenrijk de parasieten van groote beteekenis zijn, !0o vervullen ook deze menschelijke parasieten een taak. Zij worden door hun stamgenooten in staat gesteld om een leven van nietsdoen te leiden en zulke menschen moeten er in elke volksgemeenschap zijn. Zonder hen is geen intelleetueele of cultureele voor uitgang mogelijk. Menschen, die zich geen zorgen behoeven te maken over hun dagelijksch brood, hebben een groote hoeveelheid geestelijke energie over en een overvloed van tijd, die nooit geheel en al verspild wordt. Op Nieuw-Zeeland. Zoo hebben op Nieuw-Zeeland de priesters zeer veel bereikt op het ge bied van houtsnijwerk en andere kun sten. De sjamans van de- oude Mexica nen en Peruvianen mengden de fraai ste kleuren^ schilderden, teekenden hieroglyphen en beoefenden de mu ziek en de astrologie. Deze schonk hun de basis voor een tijdrekening. Ten allen tijde ziet men, dat de intellee tueele kracht van een primitief volk in hoofdzaak bij de priesters berust. De medicijnmannen vormen een wan delend archief van overgeleverde stamlegenden. Ze zijn vaak de eenige leden van een stam, die de geschie denis kennen. Het eenige bezwaar is, dat zij hun kennis zooveel mogelijk ge heim houden om degenen, die hun om raad komen vragen, te kunnen impo- neeren. Door hun kennis van legenden en tradities en van de schrijfkunst, worden zij hetzij actief, hetzij pas sief de wijze leeraars der jongere generatie. In Mexico, Centraal Californië en Oceanië gaven de sjamans aan de jonge mannen van hun stam een lang durig en zorgvuldig lichamelijk en moreel onderwijs. Het waarnemen van de hemellichamen was noodig voor de samenstelling van een kalender en deze had men weer noodig voor de vaststelling van het juiste tijdstip, waarop de verschillende godsdienstige feesten gevierd moesten worden. De medicijnmannen zijn de eerste teeke naars en musici, de eerste astronomen en geschiedkundigen, de eerste onder wijzers en geneesheeren van een volk. De astronomen van Egypte en Chaldea, wier wetenschap op zulk een hoog peil stond, waren eveneens priesters en dat zij het daarin zoover hebben gebracht, is te danken aan het bestaan van een afzonderlijke priesterklasse, die van den strijd om het bestaan vol komen bevrijd was. In het oude China vond men iets dergelijks. Daar was het de taak van de priesters, om een op zon- en maan- eclipsen gebaseerde kalender te bere kenen. Wij zien dus, dat tenslotte alle kunsten en wetenschappen te danken zijn aan het bestaan van priesters en medicijnmannen; de uitdrukking „men schelijke parasiet" is dus niet geheel juist. Onder de functies van den medicijn man is het voorspellen der toekomst wel een der interessantste. Als weer- profeet is hij de voorlooper van den modernen meteoroloog. Vermoedelijk doet hij echter meer dan de weersom standigheden waarnemen. Er zijn in alle volkeren en ten allen tijde men schen geweest, die bijzonder gevoelig zijn voor weersomstandigheden en deze ook van te voren voelen aanko men. Er zijn ook dieren, die dit ver mogen bezitten; door daarop te letten, kan men ook al menige weervoorspel ling doen. Bij meer beschaafde volke ren is dit vermogen, om komende weersveranderingen aan te voelen, verzwakt en bij vrijwel alle individuën verdwenen. Slechts menschen, wier gezondheidstoestand te wenschen over laat, voelen door vage pijnen, rheu- mathiek, een gedrukte stemming, een zwaar gevoel in het hoofd of iets der gelijks het naderen van slecht weer. Medicijnmannen zijn bijna altijd in staat om het weer te voorspellen en verhoogen daardoor natuurlijk ten zeerste hun aanzien. Het weer is voor primitieve volkeren bovendien van veel grooter beteekenis dan een mo dern stedeling zich kan voorstellen. Bedenkelijker worden de praktijken der medicijnmannen, wanneer zij het laten voorkomen, alsof zij den regen, dien zij voelen aankomen, zelf veroor zaken. Zij verrichten dan eenige eere- door GUY MANDERS. „Waar zulen wij dit jaar heengaan?" vroeg Delia. „Och, ik weet het niet goed", gaf ik ten antwoord. Dat blijft ieder jaar een uieuw probleem". „Laten we dan eens beraadslagen," drong Delia aan. „Ja, het zal wel moeten," zuchtte ik. „In elk geval stel ik als eerste voor waarde, dat wij niet met de familie Jones op reis gaan". „Maar eigenlijk zijn wij verleden jaar toch ook niet met ze weggegaan," protesteerde mijn vrouw. Het toeval wilde alleen „dat ze vlak naast ons kwa men wonen." „H'm, ja, dat Is waar. Maar we gaan stellig niet naar Westsea. Want ik kan bijna zeker zeggen, dat de Jones het juist in hun hoofd hebben gehaald, daar hun tenten op te slaan. Ze be weerden wel honderd keer, dat ze van bun verblijf daar zoo genoten hadden." Onze laatste vacantie is eenvoudig op een afschuwelijke manier ver knoeid geworden door de aanwezig heid van de bewuste buren. Als we vooruit hadden afgesproken, was het de natuurlijkste zaak van de wereld geweest, dat wij ons verdiende loon hadden gekregen, doch dit was aller minst het geval geweest. Toen wij onzen intrek in de kleine, gemeubileerde bungalow hadden geno men, kwamen we na verloop van een uur reeds tot de ontdekking, dat zij vlak naast ons woonden. Ze voegden zich 's morgens bij ons, wanneer we gingen baden, 's middags konden we geen voet buiten de deur zetten, of ze volgden ons en 's avonds inviteerden zij zichzelf om mee te gaan naar een concert. Ze schenen het eenvoudig niet te kunnen verdragen, dat ik een oogen- blik met mijn vrouw alleen zon zijn. „Weet je wat we doen," ging Delia voort. „Wij moeten op een hoogst kiesche wijze te weten zien te komen, waarheen ze van plan zijn te gaan. Dan konden wij precies de tegen overgestelde richting nemen." Den volgenden morgen zag ik Jo nes, zooals gewoonlijk aan het sta tion. „Hallo," zei ik op hartelijken toon, „ik veronderstel, dat jullie van den zomer weer naar Westsea zullen gaan, „Jullie ook?" vroeg hij voorzichtig. monieën, die in de verschillende we- relddeelen betrekkelijk weinig uiteen- loopen. Bij sommige Braziliaansche stammen schudden zij kiezelsteentjes in een gedroogde kalebas om het on weer te imiteeren, terwijl zij water op den grond werpen als symbool van regen. En als de regen dan nog eeniep weken mocht uitblijven, doet dit aan het prestige van den regenmaker toch weinig af. Falende regenmakers. Medicijnmannen kunnen zich boven dien door hun meerdere kennis en de rustige zekerheid, die daarvan het ge volg is, gemakkelijk vrijpleiten. Eens verontschuldigde een regenmaker zien over het mislukken van zijn pogingen door te zeggen, dat de komst van een blanken zendeling in de betrokken streek alles bedierf. Diezelfde regen maker had bij een andere gelegenheid zijn tijd beter gekozen: binnen een et maal na zijn werkzaamheid barstte er plotseling zoo'n hevige regenbui los, dat binnen korten tijd het land was overstroomd. Een der blanken zei toen tot den medicijnman: „Jij hebt den re gen veroorzaakt; zorg nu bok maar, dat hij ophoudt!" Waarop de slim merd antwoordde, dat dit onmogelijk was, aangezien zijn „regenstaf" in het water was verdwenen. Door hun wijsheid zijn de medicijn mannen in staat, om niet alleen het weer, doch ook verschillende gebeur tenissen te voorspellen en dat met een nauwkeurigheid, die vaak treffend is. Zij genezen ook zieke menschen en moeten daarvoor betaald worden als elke andere geneesheer. Som3 zijn de tarieven laag, doch meestal buiten sporig hoog, vooral wanneer de be trokken medicijnman in een soortge lijk geval wel eens succes heeft be haald. Niet zelden moet vooruit be taald worden en het tarief houdt meestal geen rekening met de welge steldheid van den patiënt. Aan den anderen kant heeft het voor den medicijnman vaak onaangename gevolgen, als zijn kennis te kort schiet. Zoo is onder de Pima-Indianen een3 een epidemie voorgekomen, waar da gelijks verscheidene menschen aan stierven. Er werden drie medicijnman nen van verdacht, dat zij' de ziekte ver oorzaakt hadden. Wellicht was deze veronderstelling niet geheel bezijden de waarheid, want nadat men het drie tal had vermoord, kwamen er geen nieuwe ziektegevallen meer voor. Bij de Bari's. Bij de Bari's van het Boven-Nijlge- bied wordt een regenmaker, die faalt, onthoofd. Toen de Mohave-Indianen door een pokken-epidemie werden geteisterd, waar hun sjaman uit den aard der zaak machteloos tegenover stond, moest „Wij hebben nog niets besloten," gaf ik ten antwoord. „Mijn vrouw en ik evenmin," zei hij „Westsea is 'n allemachtig aardig dorpje," zei ik peinzend. De man knikte bevestigend. „Men zou geen gezelliger oord voor de vacantie-dagen kunnen vinden," ging ik voort. „Volkomen met je eens," gaf Jones toe. „Denken jullie er dus over daar weer heen te gaan?" „Zooals ik je al zei, hebben wij nog geen definitieve plannen gemaakt". Ik bracht de conversatie aan mijn vrouw over. „Het blijkt maar al te duidelijk, dat zij willen uitvinden, waar wij onzen in trek zullen nemen," zeide Delia. „En dan gaan ze er natuurlijk ook heen Moedig den man in geen enkel opzicht aan". Den volgenden morgen ontmoette ik Jones weer aan het station. „Nu, hebben jullie al een besluit ge nomen?" begon hij. „Nee," zei ik, „nog niet. Jij al?" „Ook nog niet," zei Jones. „Waarom gaan jullie weer niet naar Westsea?" opperde ik. „Die mogelijkheid is niet uitgeslo ten," zei hij geheimzinnig. „Hadden jullie er ook vues op?" deze vluchten, om zijn leven te redden. Later, toen hij dacht, dat alles ver geten was, keerde hij terug en onmid dellijk werd hij door de woedende be volking doodgeslagen. Toen zij in 1878 en 1874 door de En- gelschen werden bestreden, vroegen de Asjanti's aan hun priester, wan neer de Engelsche kanonneerboot, die voor de kust lag, zou vertrekken. „Morgen", zei de priester. Doch den volgenden dag bleef niet alleen de boot liggen, maar er verschenen nog twee andere aan den horizon. Dit was reden genoeg om den priester te ont hoofden. Bij de Dajaks is het voorgekomen, dat een medicijnman bij een zeer zie ken man werd geroepen. Hij zou eerst betaald worden, wanneer de man na drie dagen nog leefde. Inderdaad slaagde hij erin, om het leven van den zieke te rekken; hij kreeg zijn beta ling. doch spoedig daarop stierf de patiënt. Diens zoon was zoo woedend hierover, dat hij den medicijnman doodde en zijn zoon ernstig verwondde. Bij de Perzen wordt het ook thans nog zeer kwalijk genomen, wanneer iemand sterft tijdens de medische be handeling. Als de dokter ziet, dat hét afloopt, moet hij zich terugtrekken en zoo a.h.w. de familie op het ergste voorbereiden. Bij vele primitieve volkeren tracht men ook genezing te bewerkstelligen door het uitbannen van booze geesten, waarbij de patiënten vaak alles be halve zachtaardig worden behandeld. Soms moeten zij de meest weerzinwek kende dingen eten of drinken om de booze geest het verblijf in het lichaam ondragelijk te maken. Er zijn nog altijd menschen die meenen, dat slechts bit tere medicijnen helpen. Dit is een overblijfsel van het principe om oo die wijze de kwade geesten uit te drijven, waaraan onze voorouders geloofden. CIJFERTOEVALLIGHEDEN IN HET LEVEN VAN KONING ALBERT Een lezer van onze krant bracht ons de volgende typische cïjfertoevaiiig- heden in het leven van koning Albert. Koning Albert is geboren in 1875 De koning is oud geworden 59 jaar Hjj is gekroond in 1909 Hij is dus regeerend vorst geweest 25 jaar Deze getallen opgeteld geven 8868 Men deelt deze uitkomst door 2 en krijgt dan 1934. Men telt daarna op 1 9 3 4 17. Koning Albert is overleden de 17e van de 2e maand 1984, „Ik weet het nog niet precies," zei ik vaag. „Wij zijn het er nog niet over eens." „Mijn vrouw en ik evenmin," her haalde Jones. Ook dit gesprek bracht ik aan De lia over. Het resultaat hiervan was, dat ze bijna in tranen losbarstte. „Let nu op, dat die afschuwelijke menschen geen besluit nemen, voordat ze weten, waar wij heentrekken,", zei zewoedend. „Beloof me plechtig, dat je het nooit verraden zult, waar wij de vacantie gaan doorbrengen". „Natuurlijk niet," troostte ik haar. „Bovendien zou dat ook moeilijk gaan. want we weten het zelf nog niet eens. Let nu eens op, wat ik je zeg: de Jo nes' zullen zich eerst houden, alsof ze nog niets besloten hebben, maar zoo dra ze weten, wat wij doen, veranderen ze zoogenaamd van idee en trekken naar dezelfde plaats. O, ik geloof ze ker, dat het op die manier gebeuren zal." Den volgenden morgen begon Jones: „Wij denken er hard over bij een oom van mijn vrouw in Birmingham te gaan logeeren. Wij hebben ze in een langen tijd niet gezien. Ik veronder stel dat jullie weer naar Westsea gaan'" „Ik weet het nog niet," gaf ik op nieuw ten antwoord. begon er zoo meer dan genoeg OURANT ADVERTENTIËN: !0 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. ,ekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) >ij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be- aling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met H'ieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. in h» r p- Dt »are fing ïes" loor ierd veel zijn ■der ge- ïap- be- s:ste ge- van laan van tin- prn- een igs- aan, ïakt thie lv.) ■O) „Ze zeiden, dat ze den trein gemist had. Ik zag Jenny thuiskomen, doordat ik toevallig juist naar de Hall was ge gaan om een boek te ruilen.... Anne leende me namelijk altijd boeken. En toen ik vroeg waar Anne was, zei Jenny: „O, die heeft den trein niet gehaald; ze komt morgen!" Maar ze kwam niet den "volgenden dag; ze kwam heelemaal niet meer." „Maar wat gaven ze voor verklaring van haar wegblijven?" „Dat ze ziek was geworden, en dat ble ven ze volhouden. Later vertelden ze, dat ze naar het buitenland was om op krachten te komen. Maar zooals ik straks «1 zei, ik geloof er geen woord van." John staarde peinzend voor zich uit. „Ze kan inderdaad ziek zijn geworden," vel h;j toen. „Anne was niet ziek. Ik ben er zeker van, dat ze niet ziek wasdat Jenny loog." Wéér liet Delia dien bitteren lach booren. „Jenny kan mij niet voor den mal houden. Als ze zoo honingzoet praat v JLXV U V<U V/JL hij bij haar was geweest en hoe het haar ging, maar hij had haar nog niet be zocht hp kon niet van huis, hij had het ontzettend druk met de toebereidse len van het huwelijk en daarbij, Anne mocht absoluut geen bezoek hebben. Maar Jenny of juffrouw Jones belden iederen dag op om te vragen hoe het met haar was en de berichten luidden gunstig. De beterschap zou wel niet lang meer op zich laten wachten, zooals hij al gezegd had." John herinnerde zich wat Lewis Smitb hem verteld had: kort na Jenny's trouwen had Sir Anthony zijn testament veran derd; vlak vóór het huwelijk had hij nog vriendelijk, normaal, over haar gesproken en een paar weken later mocht haar naam niet meer genoemd worden en had hij haar onterfd. Met gefonst voorhoofd tuurde John naar de sleutelbloemen, zon der er iets van te zien dan een scheme ring van lila. Delia kwam dichter bij hem. „Hij zei, dat ze iederen dag opbelden. d ui- jaar i ze ive- een was ;een res- aan met zak. lachen. „Ze heeft Dinsdag over haar bruidsjapon getelephoneerd en Donder dag over een heele serie kleine bestellin gen. Maar met die twee gesprekken heb ik het niet extra-druk gehad, hoor!" Maar belt ze dan niet iederen dag op om naar Miss Anne te vragen?" vroeg ik ver baasd. „Om naar Miss Anne te vragen? En dan nog wel iederen dag?" Miss Mel- low schudde het hoofd. „Geen sprake van, hoor! Ze heeft nog geen enkele maal over haar zuster met Londen getelephoneerd." Delia keek hem ernstig aan. „Denkt u erom, dat u er met niemand over spreekt, want juffrouw Mellow mag natuurlijk niets vertellen van wat ze op de lijn hoort en als het uitkwam zou het haar haar be trekking kunnen kosten." John knikte geduldig. „Ik heb nog iets van haar gehoord," vervolgde Delia. „Er was dienzelfden ochtend een brief van Anne gekomen Miss Anne had het adres zelf geschre ven met inkt!" „Hoe wist ze dat?" Hij was het nog niet met zichzelf eens, wat hjj met betrekking tot deze oude ge trouwe zou doen. Het was zonneklaar, dat zij iets wist, zeer waarschijnlijk zou zij hem zelfs alles kunnen vertellen wal hij wilde weten. Maar hoe meer hij over de zaak nadacht, hoe onwaarschijnlijker het hem toescheen, dat ze tegenover hem een wildvreemde ook maar één woord zou loslaten. Hij moest het voor en tegen rijpelijk overwegen en hij besloot er eerst maar eens 'n nachtje over te slapen. Toen hij in zijn hotel kwam, hoorde hij van den portier, dat er tweemaal voor hem getelefoneerd was. De tweede keer had de aanvrager een boodschap achter gelaten: of hij, zoodra hij thuiskwam, Horsham 91 wilde opbellen? Hjj stapte direct de telefooncel binnen en vroeg het opgegeven nummer. Ter wijl hij op de aansluiting wachtte, ver diepte hij zich in de vraag, wie de geheim zinnige persoon kon zijn, die hem ver langde te spreken. Hij was nooit van zijn leven in Horsham geweest en kon nie- en begrijpen, die uit dat verzoek om in formaties bleek, zou meegewerkt hebben. De vermelding van artikel 8 van het hand vest zou geen blind weigeren beteekenen om Duitsche herwapening te legallseeren. Het Fransche standpunt zou zijn, dat al leen de algemeene commissie van de ont wapeningsconferentie beslissen kan of de beginselen, die haar werk tot nu toe ge leid hebben, veranderd moeten worden. Besluit zij daartoe, dan zou de Fransche regeering bereid zijn een conventie te overwegen, die tegen waarborgen Duitschland binnen zekere grenzen her bewapening zou toestaan en daarom een bepërkingsconventie zou moeten heeten. AMY MOLLISOM, die het lange-afstandvliegen heeft opge geven en thans plannen koestert voor stratosfeervluchten. Een rots gedurende den nacht in een fjord gestort, waardoor drie vloedgolven het land overstroomden. Aan de Noorsche kust heeft Vrij dagnacht, zooals wij nog onder Laat ste Berichten in ons vorig nr. vermeld hebben, een natuurramp plaats ge had, welke ongeveer 40 menschen het leven heeft gekost. Een groote over hangende rots is in de Ta-fjord ge stort. Dit had drie geweldige vloed golven tengevolge, waarvan één 700 meter diep het land indrong én alle huizen op zijn baan wegspoelde. Deze ramp, aldus meldt Reuter uit Oslo, is de ernstigste welke Noorwegen beleefde sedert 1905, toen bij Lo'en een rots in zee gestort is, waarbij 60 men schen zijn omgekomen. De Ta-fjord ligt in de buurt van Gej- ranger, één van de bekendste vacantie- oorden van Noorwegen. Zij is één van de schoonste punten aan de Westkust. De rotswanden aan beide zijden van de fjord, rijzen vrijwel loodrecht op. Het punt, waar het ongeluk gebeurde, ligt ongeveer 2 K.M. van het dorp Ta-fjord. Omstreeks 3 uur in den nacht ontwaak ten de dorpsbewoners door een vreeseijjk gedonder. Men dacht niet anders, dan dat de dag des oordeels gekomen was. Maar voor men wist, wat er gebeurde ruisehte de eerste vloedgolf reeds aan. Deze richt te echter nog geen schade aan. Er volgden echter nog twee vloedgolven, die veel he viger waren en alles, wat ze op hun weg ontmoetten, booten, huizen, menschen medenamen. Ongeveer 30 gebouwen zijn door de vloedgolven medegesleurd. De lijken der slachtoffers, naar verluidt 11 man nen, 12 vrouwen en 17 kinderen, wer den mee teruggevoerd in de fjord, zoodat het zeer moeilijk is, hen te vin den. Toen de vloedgolf de electrische licht- leiding bereikte, ontstond kortsluiting, waarbij vlammen opschoten, dié den om trek spookachtig verlichtten. De bevolking van Ta-fj'ord had het on geluk reeds eenigen tijd zien aankomen, want er bestónd reeds lang vrees, dat de overhangende rots'hét niet meer zou hou den. Behalve Ta-fjord zijn ook Silte, Uri en Nerhus door de vloedgolven geteisterd. Te Nerhus zijn twee woonhuizen wegge spoeld, maar de bewoners wisten zich te redden. Uit Aalesund is Zaterdag eefl treiler vertrokken om hulp te verleenen. Groote deelen van de kust zijn wegge spoeld; waar vroeger bouwland en weide was, ziet men nu steenen en modder. Men weet nog niet, in hoeverre de om gekomenen niet de. vloedgolven in de fjord zijn gespoeld of onder de ruïnen be graven lim?P' het verhaal van een oog getuige. Owttent de natuurramp, die Vrijdag nacht aan de Noorsche kust heeft plaats géliad, bevat de Aalesund Avis, het dag blad uit het naburige Aalesund, een in- drukwekken verbaal van een ooggetuige, een toevallig tijdens de ramp in het dorpje Ta-fjord aan den fjord van dieu naam, vertoevenden predikant. Tegen drie uur 's nachts hoorde men een luid gedreun en spoedig daarna kwam de eerste golf, die nog niet buitengewoon krachtig was en geen belangrijke schade aanrichtte. Verscheidene personen be schouwden deze eerste golf echter als een waarschuwing en slaagden erin, zich in veiligheid te brengen. Even later kwam de tweede vloedgolf en onmiddellijk daar na de derde. Deze laatste golf kwam met een geweldige kracht en spoelde zeven honderd meter het land in, tot aan het hotel te Ta-fjord. Op zijn weg sleurde de golf huizen en loodsen met zich mee; alles werd met den grond gelijk gemaakt en toen het water terugtrok bleef slechts een woeste puinhoop over. Onder de ver nielde gebouwen bevinden zich zes woon huizen, die door de golf in stukken wer den geslagen. Ook een transformatorhuis werd vernield. Uit de vernielde woonhui zen worden 2*2 personen vermist. Van het postkantoor werden alle vensters ver nield en het water drong het gebouw bin nen, doch verder werd geen groote schade aangericht. Een man slaagde erin zijn kind te red- Kousen en Sokken (ook de allerfijnste) netjes voor U repareert of aanbreit. Voor nieuw werk zijn wij no. 1. JAAP SNOR, Zuidstaaat 19. iLet op den gelen winkel). mand in dit oord verzinnen, met wion bij ook maar oppervlakkig bekend was. Toen de telefoonbel rinkelde, nam hij den hoorn op en hoorde een mannenstem „Hallo" roepen. „Er was mij verzocht dit nummer op te bellen," zei John. „Mijn naam is Wave- ney." De stem, die van de andere zijde ant woordde, klonk hem opeens bekend in de ooren. „Hallo", Jolin, je spreekt met Lulu Smith. Ik ben hier bij mijn oom en die wil graag even met je praten. Wacht je een minuut?" John hield den hoorn aan het oor en het duurde niet lang of een andere steni zei! „Bent u daar, Sir John? U spreekt met Mr. Carruthers. Neemt u me niet kwalijk, dat ik u lastig val, maar ik ben buiten gewoon verlangend 0111 een kort onder houd met u te hebben." „Er is geen sprake van lastig vallen. Ik ben geheel tot uw dienst, mijnheer Carruthers." „Dank u. De zaak is Hy maakte den zin niet af en begon opnieuw. „Mijn neef Lewis heeft me verteld, dat u van morgen een gesprek met hem had. Tus- schen haakjes, het doet 111e veel genoegen te hooren, dat u oude vrienden bent." „Ja, ik was erg blij hem weer te zien." Een voorgevoel zei John, dat het ge sprek, waarop de oude advocaat zinspeel de, het onderhoud over Anne Belinda was. „Wel, Sir John," ging Mr. Carruthers voort, „het verslag, dat Lewis mij van dat gesprek gegeven heeft, vervult mij met bezorgdheid. Ik heb begrepen, dat u zeer verlangend bent iets naders te vernemen omtrent de levensomstandigheden en de verblijfplaats van een bepaalde persoon en en wel, ik zou u willen ver zoeken, die zaak te laten rusten." John gaf niet direct antwoord. Een sterke impuls dreef hem tot spreken, maar dat wilde hij niet, vóór hij den an der wat verder uit zijn tent had gelokt. „Kunt u mij ook zeggen, waarom?" „Niet in bijzonderheden. Ik kan u alleen verzekeren, dat uw nasporingen 011- noodig zijn." „Als u zegt onnoodig, mijnheer Carru- ther, wat bedoelt u daar dan precies mee, als ik vragen mag? Ik stel een onderzoek, in, omdat ik mij neit gerust voel. De per soon in kwestie is, voor zoover ik weet, geheel onverzorgd achtergebleven. Wan neer u het woord „onnoodig" gebruikt, wilt u daarmee dan zeggen, dat er een regeling is getroffen, waarvan ik niet op de hoogte ben?" „Neen, dat niet bepaald." „Wilt u mij dan uitleggen wat u be doelt?" Hij deed zijn best om aile scherpte uit zijn stem te bannen, maar slaagde daarin niet heelemaal. En hij meende in den toon. waarop de rechtsgeleerde antwoordde, dan ook iets van verwijt te bespeuren. „Het is eenigszins moeilijk 0111 een de licate aangelegenheid als deze door de telefoon te behandelen. Maar mag ik u er misschien aan herinneren, dat de bedoel de dame nadere bloedverwanten beeft dan u?" „Zeker. De vraag is alleen maar of zij wat voor haar doen. Geven zy haar bij voorbeeld een toelage? Kunt u mij uit eigen wetenschap de verzekering geven, dat zij een toelage van hen ontvangt?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 13