Bijgeloof in het Oerwoud.
De natuurramp
POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT
aan de Noorsche kust
vacantie hum
NGEN EN ANNA PAULOWNA
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
62ste JAARGANG)
Populaire Rubriek
Er is er maar één
ZATERDAG 7 APRIL 1934
De medicijnman - een menschelijke parasiet
Regenmakers, die overstroomingen veroorzaken.
door
prof. John Lee Maddox.
Lid van de American Medicinal
Association.
Het is ten onzent wel een algeineene
overtuiging, dat de medicijnmannen
der primitieve volkeren een noodlotti-
gen invloed uitoefenen en parasieten
2ijn in den vollen zin van het woord,
omdat zij geen eigenlijk medisch werk
verrichten. Toch zijn zij voor hun vol
keren niet geheel zonder nut. Zooals
ook in het planten- en dierenrijk de
parasieten van groote beteekenis zijn,
!0o vervullen ook deze menschelijke
parasieten een taak. Zij worden door
hun stamgenooten in staat gesteld om
een leven van nietsdoen te leiden en
zulke menschen moeten er in elke
volksgemeenschap zijn. Zonder hen is
geen intelleetueele of cultureele voor
uitgang mogelijk. Menschen, die zich
geen zorgen behoeven te maken over
hun dagelijksch brood, hebben een
groote hoeveelheid geestelijke energie
over en een overvloed van tijd, die
nooit geheel en al verspild wordt.
Op Nieuw-Zeeland.
Zoo hebben op Nieuw-Zeeland de
priesters zeer veel bereikt op het ge
bied van houtsnijwerk en andere kun
sten. De sjamans van de- oude Mexica
nen en Peruvianen mengden de fraai
ste kleuren^ schilderden, teekenden
hieroglyphen en beoefenden de mu
ziek en de astrologie. Deze schonk hun
de basis voor een tijdrekening. Ten
allen tijde ziet men, dat de intellee
tueele kracht van een primitief volk
in hoofdzaak bij de priesters berust.
De medicijnmannen vormen een wan
delend archief van overgeleverde
stamlegenden. Ze zijn vaak de eenige
leden van een stam, die de geschie
denis kennen. Het eenige bezwaar is,
dat zij hun kennis zooveel mogelijk ge
heim houden om degenen, die hun om
raad komen vragen, te kunnen impo-
neeren. Door hun kennis van legenden
en tradities en van de schrijfkunst,
worden zij hetzij actief, hetzij pas
sief de wijze leeraars der jongere
generatie.
In Mexico, Centraal Californië en
Oceanië gaven de sjamans aan de
jonge mannen van hun stam een lang
durig en zorgvuldig lichamelijk en
moreel onderwijs. Het waarnemen van
de hemellichamen was noodig voor de
samenstelling van een kalender en
deze had men weer noodig voor de
vaststelling van het juiste tijdstip,
waarop de verschillende godsdienstige
feesten gevierd moesten worden. De
medicijnmannen zijn de eerste teeke
naars en musici, de eerste astronomen
en geschiedkundigen, de eerste onder
wijzers en geneesheeren van een volk.
De astronomen van Egypte en Chaldea,
wier wetenschap op zulk een hoog
peil stond, waren eveneens priesters
en dat zij het daarin zoover hebben
gebracht, is te danken aan het bestaan
van een afzonderlijke priesterklasse,
die van den strijd om het bestaan vol
komen bevrijd was.
In het oude China vond men iets
dergelijks. Daar was het de taak van
de priesters, om een op zon- en maan-
eclipsen gebaseerde kalender te bere
kenen. Wij zien dus, dat tenslotte alle
kunsten en wetenschappen te danken
zijn aan het bestaan van priesters en
medicijnmannen; de uitdrukking „men
schelijke parasiet" is dus niet geheel
juist.
Onder de functies van den medicijn
man is het voorspellen der toekomst
wel een der interessantste. Als weer-
profeet is hij de voorlooper van den
modernen meteoroloog. Vermoedelijk
doet hij echter meer dan de weersom
standigheden waarnemen. Er zijn in
alle volkeren en ten allen tijde men
schen geweest, die bijzonder gevoelig
zijn voor weersomstandigheden en
deze ook van te voren voelen aanko
men. Er zijn ook dieren, die dit ver
mogen bezitten; door daarop te letten,
kan men ook al menige weervoorspel
ling doen. Bij meer beschaafde volke
ren is dit vermogen, om komende
weersveranderingen aan te voelen,
verzwakt en bij vrijwel alle individuën
verdwenen. Slechts menschen, wier
gezondheidstoestand te wenschen over
laat, voelen door vage pijnen, rheu-
mathiek, een gedrukte stemming, een
zwaar gevoel in het hoofd of iets der
gelijks het naderen van slecht weer.
Medicijnmannen zijn bijna altijd in
staat om het weer te voorspellen en
verhoogen daardoor natuurlijk ten
zeerste hun aanzien. Het weer is voor
primitieve volkeren bovendien van
veel grooter beteekenis dan een mo
dern stedeling zich kan voorstellen.
Bedenkelijker worden de praktijken
der medicijnmannen, wanneer zij het
laten voorkomen, alsof zij den regen,
dien zij voelen aankomen, zelf veroor
zaken. Zij verrichten dan eenige eere-
door
GUY MANDERS.
„Waar zulen wij dit jaar heengaan?"
vroeg Delia.
„Och, ik weet het niet goed", gaf ik
ten antwoord. Dat blijft ieder jaar een
uieuw probleem".
„Laten we dan eens beraadslagen,"
drong Delia aan.
„Ja, het zal wel moeten," zuchtte ik.
„In elk geval stel ik als eerste voor
waarde, dat wij niet met de familie
Jones op reis gaan".
„Maar eigenlijk zijn wij verleden
jaar toch ook niet met ze weggegaan,"
protesteerde mijn vrouw. Het toeval
wilde alleen „dat ze vlak naast ons kwa
men wonen."
„H'm, ja, dat Is waar. Maar we gaan
stellig niet naar Westsea. Want ik kan
bijna zeker zeggen, dat de Jones het
juist in hun hoofd hebben gehaald,
daar hun tenten op te slaan. Ze be
weerden wel honderd keer, dat ze van
bun verblijf daar zoo genoten hadden."
Onze laatste vacantie is eenvoudig
op een afschuwelijke manier ver
knoeid geworden door de aanwezig
heid van de bewuste buren. Als we
vooruit hadden afgesproken, was het
de natuurlijkste zaak van de wereld
geweest, dat wij ons verdiende loon
hadden gekregen, doch dit was aller
minst het geval geweest.
Toen wij onzen intrek in de kleine,
gemeubileerde bungalow hadden geno
men, kwamen we na verloop van een
uur reeds tot de ontdekking, dat zij
vlak naast ons woonden.
Ze voegden zich 's morgens bij ons,
wanneer we gingen baden, 's middags
konden we geen voet buiten de deur
zetten, of ze volgden ons en 's avonds
inviteerden zij zichzelf om mee te gaan
naar een concert.
Ze schenen het eenvoudig niet te
kunnen verdragen, dat ik een oogen-
blik met mijn vrouw alleen zon zijn.
„Weet je wat we doen," ging Delia
voort. „Wij moeten op een hoogst
kiesche wijze te weten zien te
komen, waarheen ze van plan zijn te
gaan. Dan konden wij precies de tegen
overgestelde richting nemen."
Den volgenden morgen zag ik Jo
nes, zooals gewoonlijk aan het sta
tion.
„Hallo," zei ik op hartelijken toon,
„ik veronderstel, dat jullie van den
zomer weer naar Westsea zullen gaan,
„Jullie ook?" vroeg hij voorzichtig.
monieën, die in de verschillende we-
relddeelen betrekkelijk weinig uiteen-
loopen. Bij sommige Braziliaansche
stammen schudden zij kiezelsteentjes
in een gedroogde kalebas om het on
weer te imiteeren, terwijl zij water op
den grond werpen als symbool van
regen. En als de regen dan nog eeniep
weken mocht uitblijven, doet dit aan
het prestige van den regenmaker toch
weinig af.
Falende regenmakers.
Medicijnmannen kunnen zich boven
dien door hun meerdere kennis en de
rustige zekerheid, die daarvan het ge
volg is, gemakkelijk vrijpleiten. Eens
verontschuldigde een regenmaker zien
over het mislukken van zijn pogingen
door te zeggen, dat de komst van een
blanken zendeling in de betrokken
streek alles bedierf. Diezelfde regen
maker had bij een andere gelegenheid
zijn tijd beter gekozen: binnen een et
maal na zijn werkzaamheid barstte er
plotseling zoo'n hevige regenbui los,
dat binnen korten tijd het land was
overstroomd. Een der blanken zei toen
tot den medicijnman: „Jij hebt den re
gen veroorzaakt; zorg nu bok maar,
dat hij ophoudt!" Waarop de slim
merd antwoordde, dat dit onmogelijk
was, aangezien zijn „regenstaf" in het
water was verdwenen.
Door hun wijsheid zijn de medicijn
mannen in staat, om niet alleen het
weer, doch ook verschillende gebeur
tenissen te voorspellen en dat met een
nauwkeurigheid, die vaak treffend is.
Zij genezen ook zieke menschen en
moeten daarvoor betaald worden als
elke andere geneesheer. Som3 zijn
de tarieven laag, doch meestal buiten
sporig hoog, vooral wanneer de be
trokken medicijnman in een soortge
lijk geval wel eens succes heeft be
haald. Niet zelden moet vooruit be
taald worden en het tarief houdt
meestal geen rekening met de welge
steldheid van den patiënt.
Aan den anderen kant heeft het voor
den medicijnman vaak onaangename
gevolgen, als zijn kennis te kort schiet.
Zoo is onder de Pima-Indianen een3
een epidemie voorgekomen, waar da
gelijks verscheidene menschen aan
stierven. Er werden drie medicijnman
nen van verdacht, dat zij' de ziekte ver
oorzaakt hadden. Wellicht was deze
veronderstelling niet geheel bezijden
de waarheid, want nadat men het drie
tal had vermoord, kwamen er geen
nieuwe ziektegevallen meer voor.
Bij de Bari's.
Bij de Bari's van het Boven-Nijlge-
bied wordt een regenmaker, die faalt,
onthoofd.
Toen de Mohave-Indianen door een
pokken-epidemie werden geteisterd,
waar hun sjaman uit den aard der zaak
machteloos tegenover stond, moest
„Wij hebben nog niets besloten,"
gaf ik ten antwoord.
„Mijn vrouw en ik evenmin," zei
hij
„Westsea is 'n allemachtig aardig
dorpje," zei ik peinzend. De man
knikte bevestigend.
„Men zou geen gezelliger oord voor
de vacantie-dagen kunnen vinden,"
ging ik voort.
„Volkomen met je eens," gaf Jones
toe.
„Denken jullie er dus over daar weer
heen te gaan?"
„Zooals ik je al zei, hebben wij nog
geen definitieve plannen gemaakt".
Ik bracht de conversatie aan mijn
vrouw over.
„Het blijkt maar al te duidelijk, dat
zij willen uitvinden, waar wij onzen in
trek zullen nemen," zeide Delia. „En
dan gaan ze er natuurlijk ook heen
Moedig den man in geen enkel opzicht
aan".
Den volgenden morgen ontmoette ik
Jones weer aan het station.
„Nu, hebben jullie al een besluit ge
nomen?" begon hij.
„Nee," zei ik, „nog niet. Jij al?"
„Ook nog niet," zei Jones.
„Waarom gaan jullie weer niet naar
Westsea?" opperde ik.
„Die mogelijkheid is niet uitgeslo
ten," zei hij geheimzinnig. „Hadden
jullie er ook vues op?"
deze vluchten, om zijn leven te redden.
Later, toen hij dacht, dat alles ver
geten was, keerde hij terug en onmid
dellijk werd hij door de woedende be
volking doodgeslagen.
Toen zij in 1878 en 1874 door de En-
gelschen werden bestreden, vroegen
de Asjanti's aan hun priester, wan
neer de Engelsche kanonneerboot, die
voor de kust lag, zou vertrekken.
„Morgen", zei de priester. Doch den
volgenden dag bleef niet alleen de
boot liggen, maar er verschenen nog
twee andere aan den horizon. Dit was
reden genoeg om den priester te ont
hoofden.
Bij de Dajaks is het voorgekomen,
dat een medicijnman bij een zeer zie
ken man werd geroepen. Hij zou eerst
betaald worden, wanneer de man na
drie dagen nog leefde. Inderdaad
slaagde hij erin, om het leven van den
zieke te rekken; hij kreeg zijn beta
ling. doch spoedig daarop stierf de
patiënt. Diens zoon was zoo woedend
hierover, dat hij den medicijnman
doodde en zijn zoon ernstig verwondde.
Bij de Perzen wordt het ook thans
nog zeer kwalijk genomen, wanneer
iemand sterft tijdens de medische be
handeling. Als de dokter ziet, dat hét
afloopt, moet hij zich terugtrekken en
zoo a.h.w. de familie op het ergste
voorbereiden.
Bij vele primitieve volkeren tracht
men ook genezing te bewerkstelligen
door het uitbannen van booze geesten,
waarbij de patiënten vaak alles be
halve zachtaardig worden behandeld.
Soms moeten zij de meest weerzinwek
kende dingen eten of drinken om de
booze geest het verblijf in het lichaam
ondragelijk te maken. Er zijn nog altijd
menschen die meenen, dat slechts bit
tere medicijnen helpen. Dit is een
overblijfsel van het principe om oo die
wijze de kwade geesten uit te drijven,
waaraan onze voorouders geloofden.
CIJFERTOEVALLIGHEDEN IN
HET LEVEN VAN KONING ALBERT
Een lezer van onze krant bracht ons
de volgende typische cïjfertoevaiiig-
heden in het leven van koning Albert.
Koning Albert is geboren in 1875
De koning is oud geworden 59 jaar
Hjj is gekroond in 1909
Hij is dus regeerend vorst
geweest 25 jaar
Deze getallen opgeteld geven 8868
Men deelt deze uitkomst door 2 en
krijgt dan 1934. Men telt daarna op
1 9 3 4 17. Koning Albert is
overleden de 17e van de 2e maand 1984,
„Ik weet het nog niet precies," zei
ik vaag. „Wij zijn het er nog niet over
eens."
„Mijn vrouw en ik evenmin," her
haalde Jones.
Ook dit gesprek bracht ik aan De
lia over. Het resultaat hiervan was,
dat ze bijna in tranen losbarstte.
„Let nu op, dat die afschuwelijke
menschen geen besluit nemen, voordat
ze weten, waar wij heentrekken,", zei
zewoedend. „Beloof me plechtig, dat
je het nooit verraden zult, waar wij de
vacantie gaan doorbrengen".
„Natuurlijk niet," troostte ik haar.
„Bovendien zou dat ook moeilijk gaan.
want we weten het zelf nog niet eens.
Let nu eens op, wat ik je zeg: de Jo
nes' zullen zich eerst houden, alsof ze
nog niets besloten hebben, maar zoo
dra ze weten, wat wij doen, veranderen
ze zoogenaamd van idee en trekken
naar dezelfde plaats. O, ik geloof ze
ker, dat het op die manier gebeuren
zal."
Den volgenden morgen begon Jones:
„Wij denken er hard over bij een
oom van mijn vrouw in Birmingham
te gaan logeeren. Wij hebben ze in een
langen tijd niet gezien. Ik veronder
stel dat jullie weer naar Westsea
gaan'"
„Ik weet het nog niet," gaf ik op
nieuw ten antwoord.
begon er zoo meer dan genoeg
OURANT
ADVERTENTIËN:
!0 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
,ekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
>ij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be-
aling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
H'ieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
in
h»
r
p-
Dt
»are
fing
ïes"
loor
ierd
veel
zijn
■der
ge-
ïap-
be-
s:ste
ge-
van
laan
van
tin-
prn-
een
igs-
aan,
ïakt
thie
lv.)
■O)
„Ze zeiden, dat ze den trein gemist
had. Ik zag Jenny thuiskomen, doordat
ik toevallig juist naar de Hall was ge
gaan om een boek te ruilen.... Anne
leende me namelijk altijd boeken. En
toen ik vroeg waar Anne was, zei Jenny:
„O, die heeft den trein niet gehaald; ze
komt morgen!" Maar ze kwam niet den
"volgenden dag; ze kwam heelemaal niet
meer."
„Maar wat gaven ze voor verklaring
van haar wegblijven?"
„Dat ze ziek was geworden, en dat ble
ven ze volhouden. Later vertelden ze,
dat ze naar het buitenland was om op
krachten te komen. Maar zooals ik straks
«1 zei, ik geloof er geen woord van."
John staarde peinzend voor zich uit.
„Ze kan inderdaad ziek zijn geworden,"
vel h;j toen.
„Anne was niet ziek. Ik ben er zeker
van, dat ze niet ziek wasdat Jenny
loog." Wéér liet Delia dien bitteren lach
booren. „Jenny kan mij niet voor den
mal houden. Als ze zoo honingzoet praat
v JLXV U V<U V/JL
hij bij haar was geweest en hoe het haar
ging, maar hij had haar nog niet be
zocht hp kon niet van huis, hij had
het ontzettend druk met de toebereidse
len van het huwelijk en daarbij, Anne
mocht absoluut geen bezoek hebben.
Maar Jenny of juffrouw Jones belden
iederen dag op om te vragen hoe het
met haar was en de berichten luidden
gunstig. De beterschap zou wel niet lang
meer op zich laten wachten, zooals hij al
gezegd had."
John herinnerde zich wat Lewis Smitb
hem verteld had: kort na Jenny's trouwen
had Sir Anthony zijn testament veran
derd; vlak vóór het huwelijk had hij nog
vriendelijk, normaal, over haar gesproken
en een paar weken later mocht haar
naam niet meer genoemd worden en had
hij haar onterfd. Met gefonst voorhoofd
tuurde John naar de sleutelbloemen, zon
der er iets van te zien dan een scheme
ring van lila.
Delia kwam dichter bij hem.
„Hij zei, dat ze iederen dag opbelden.
d ui-
jaar
i ze
ive-
een
was
;een
res-
aan
met
zak.
lachen. „Ze heeft Dinsdag over haar
bruidsjapon getelephoneerd en Donder
dag over een heele serie kleine bestellin
gen. Maar met die twee gesprekken heb
ik het niet extra-druk gehad, hoor!" Maar
belt ze dan niet iederen dag op om naar
Miss Anne te vragen?" vroeg ik ver
baasd. „Om naar Miss Anne te vragen?
En dan nog wel iederen dag?" Miss Mel-
low schudde het hoofd. „Geen sprake van,
hoor! Ze heeft nog geen enkele maal over
haar zuster met Londen getelephoneerd."
Delia keek hem ernstig aan. „Denkt u
erom, dat u er met niemand over spreekt,
want juffrouw Mellow mag natuurlijk
niets vertellen van wat ze op de lijn hoort
en als het uitkwam zou het haar haar be
trekking kunnen kosten."
John knikte geduldig.
„Ik heb nog iets van haar gehoord,"
vervolgde Delia. „Er was dienzelfden
ochtend een brief van Anne gekomen
Miss Anne had het adres zelf geschre
ven met inkt!"
„Hoe wist ze dat?"
Hij was het nog niet met zichzelf eens,
wat hjj met betrekking tot deze oude ge
trouwe zou doen. Het was zonneklaar, dat
zij iets wist, zeer waarschijnlijk zou zij
hem zelfs alles kunnen vertellen wal hij
wilde weten. Maar hoe meer hij over de
zaak nadacht, hoe onwaarschijnlijker het
hem toescheen, dat ze tegenover hem
een wildvreemde ook maar één woord
zou loslaten. Hij moest het voor en tegen
rijpelijk overwegen en hij besloot er eerst
maar eens 'n nachtje over te slapen.
Toen hij in zijn hotel kwam, hoorde hij
van den portier, dat er tweemaal voor
hem getelefoneerd was. De tweede keer
had de aanvrager een boodschap achter
gelaten: of hij, zoodra hij thuiskwam,
Horsham 91 wilde opbellen?
Hjj stapte direct de telefooncel binnen
en vroeg het opgegeven nummer. Ter
wijl hij op de aansluiting wachtte, ver
diepte hij zich in de vraag, wie de geheim
zinnige persoon kon zijn, die hem ver
langde te spreken. Hij was nooit van zijn
leven in Horsham geweest en kon nie-
en begrijpen, die uit dat verzoek om in
formaties bleek, zou meegewerkt hebben.
De vermelding van artikel 8 van het hand
vest zou geen blind weigeren beteekenen
om Duitsche herwapening te legallseeren.
Het Fransche standpunt zou zijn, dat al
leen de algemeene commissie van de ont
wapeningsconferentie beslissen kan of de
beginselen, die haar werk tot nu toe ge
leid hebben, veranderd moeten worden.
Besluit zij daartoe, dan zou de Fransche
regeering bereid zijn een conventie te
overwegen, die tegen waarborgen
Duitschland binnen zekere grenzen her
bewapening zou toestaan en daarom een
bepërkingsconventie zou moeten heeten.
AMY MOLLISOM,
die het lange-afstandvliegen heeft opge
geven en thans plannen koestert voor
stratosfeervluchten.
Een rots gedurende den nacht in een
fjord gestort, waardoor drie
vloedgolven het land
overstroomden.
Aan de Noorsche kust heeft Vrij
dagnacht, zooals wij nog onder Laat
ste Berichten in ons vorig nr. vermeld
hebben, een natuurramp plaats ge
had, welke ongeveer 40 menschen het
leven heeft gekost. Een groote over
hangende rots is in de Ta-fjord ge
stort. Dit had drie geweldige vloed
golven tengevolge, waarvan één 700
meter diep het land indrong én alle
huizen op zijn baan wegspoelde.
Deze ramp, aldus meldt Reuter uit
Oslo, is de ernstigste welke Noorwegen
beleefde sedert 1905, toen bij Lo'en een
rots in zee gestort is, waarbij 60 men
schen zijn omgekomen.
De Ta-fjord ligt in de buurt van Gej-
ranger, één van de bekendste vacantie-
oorden van Noorwegen. Zij is één van de
schoonste punten aan de Westkust. De
rotswanden aan beide zijden van de fjord,
rijzen vrijwel loodrecht op. Het punt, waar
het ongeluk gebeurde, ligt ongeveer 2
K.M. van het dorp Ta-fjord.
Omstreeks 3 uur in den nacht ontwaak
ten de dorpsbewoners door een vreeseijjk
gedonder. Men dacht niet anders, dan dat
de dag des oordeels gekomen was. Maar
voor men wist, wat er gebeurde ruisehte
de eerste vloedgolf reeds aan. Deze richt
te echter nog geen schade aan. Er volgden
echter nog twee vloedgolven, die veel he
viger waren en alles, wat ze op hun weg
ontmoetten, booten, huizen, menschen
medenamen.
Ongeveer 30 gebouwen zijn door de
vloedgolven medegesleurd. De lijken
der slachtoffers, naar verluidt 11 man
nen, 12 vrouwen en 17 kinderen, wer
den mee teruggevoerd in de fjord,
zoodat het zeer moeilijk is, hen te vin
den.
Toen de vloedgolf de electrische licht-
leiding bereikte, ontstond kortsluiting,
waarbij vlammen opschoten, dié den om
trek spookachtig verlichtten.
De bevolking van Ta-fj'ord had het on
geluk reeds eenigen tijd zien aankomen,
want er bestónd reeds lang vrees, dat de
overhangende rots'hét niet meer zou hou
den.
Behalve Ta-fjord zijn ook Silte, Uri en
Nerhus door de vloedgolven geteisterd.
Te Nerhus zijn twee woonhuizen wegge
spoeld, maar de bewoners wisten zich te
redden. Uit Aalesund is Zaterdag eefl
treiler vertrokken om hulp te verleenen.
Groote deelen van de kust zijn wegge
spoeld; waar vroeger bouwland en weide
was, ziet men nu steenen en modder.
Men weet nog niet, in hoeverre de om
gekomenen niet de. vloedgolven in de
fjord zijn gespoeld of onder de ruïnen be
graven lim?P'
het verhaal van een oog
getuige.
Owttent de natuurramp, die Vrijdag
nacht aan de Noorsche kust heeft plaats
géliad, bevat de Aalesund Avis, het dag
blad uit het naburige Aalesund, een in-
drukwekken verbaal van een ooggetuige,
een toevallig tijdens de ramp in het dorpje
Ta-fjord aan den fjord van dieu naam,
vertoevenden predikant.
Tegen drie uur 's nachts hoorde men
een luid gedreun en spoedig daarna kwam
de eerste golf, die nog niet buitengewoon
krachtig was en geen belangrijke schade
aanrichtte. Verscheidene personen be
schouwden deze eerste golf echter als een
waarschuwing en slaagden erin, zich in
veiligheid te brengen. Even later kwam
de tweede vloedgolf en onmiddellijk daar
na de derde. Deze laatste golf kwam met
een geweldige kracht en spoelde zeven
honderd meter het land in, tot aan het
hotel te Ta-fjord. Op zijn weg sleurde de
golf huizen en loodsen met zich mee; alles
werd met den grond gelijk gemaakt en
toen het water terugtrok bleef slechts een
woeste puinhoop over. Onder de ver
nielde gebouwen bevinden zich zes woon
huizen, die door de golf in stukken wer
den geslagen. Ook een transformatorhuis
werd vernield. Uit de vernielde woonhui
zen worden 2*2 personen vermist. Van het
postkantoor werden alle vensters ver
nield en het water drong het gebouw bin
nen, doch verder werd geen groote schade
aangericht.
Een man slaagde erin zijn kind te red-
Kousen en Sokken (ook de allerfijnste) netjes voor
U repareert of aanbreit. Voor nieuw werk zijn
wij no. 1. JAAP SNOR, Zuidstaaat 19.
iLet op den gelen winkel).
mand in dit oord verzinnen, met wion bij
ook maar oppervlakkig bekend was. Toen
de telefoonbel rinkelde, nam hij den
hoorn op en hoorde een mannenstem
„Hallo" roepen.
„Er was mij verzocht dit nummer op te
bellen," zei John. „Mijn naam is Wave-
ney."
De stem, die van de andere zijde ant
woordde, klonk hem opeens bekend in de
ooren.
„Hallo", Jolin, je spreekt met Lulu
Smith. Ik ben hier bij mijn oom en die
wil graag even met je praten. Wacht je
een minuut?"
John hield den hoorn aan het oor en
het duurde niet lang of een andere
steni zei!
„Bent u daar, Sir John? U spreekt met
Mr. Carruthers. Neemt u me niet kwalijk,
dat ik u lastig val, maar ik ben buiten
gewoon verlangend 0111 een kort onder
houd met u te hebben."
„Er is geen sprake van lastig vallen.
Ik ben geheel tot uw dienst, mijnheer
Carruthers."
„Dank u. De zaak is Hy maakte
den zin niet af en begon opnieuw. „Mijn
neef Lewis heeft me verteld, dat u van
morgen een gesprek met hem had. Tus-
schen haakjes, het doet 111e veel genoegen
te hooren, dat u oude vrienden bent."
„Ja, ik was erg blij hem weer te zien."
Een voorgevoel zei John, dat het ge
sprek, waarop de oude advocaat zinspeel
de, het onderhoud over Anne Belinda
was.
„Wel, Sir John," ging Mr. Carruthers
voort, „het verslag, dat Lewis mij van dat
gesprek gegeven heeft, vervult mij met
bezorgdheid. Ik heb begrepen, dat u zeer
verlangend bent iets naders te vernemen
omtrent de levensomstandigheden en de
verblijfplaats van een bepaalde persoon
en en wel, ik zou u willen ver
zoeken, die zaak te laten rusten."
John gaf niet direct antwoord. Een
sterke impuls dreef hem tot spreken,
maar dat wilde hij niet, vóór hij den an
der wat verder uit zijn tent had gelokt.
„Kunt u mij ook zeggen, waarom?"
„Niet in bijzonderheden. Ik kan u
alleen verzekeren, dat uw nasporingen 011-
noodig zijn."
„Als u zegt onnoodig, mijnheer Carru-
ther, wat bedoelt u daar dan precies mee,
als ik vragen mag? Ik stel een onderzoek,
in, omdat ik mij neit gerust voel. De per
soon in kwestie is, voor zoover ik weet,
geheel onverzorgd achtergebleven. Wan
neer u het woord „onnoodig" gebruikt,
wilt u daarmee dan zeggen, dat er een
regeling is getroffen, waarvan ik niet op
de hoogte ben?"
„Neen, dat niet bepaald."
„Wilt u mij dan uitleggen wat u be
doelt?"
Hij deed zijn best om aile scherpte uit
zijn stem te bannen, maar slaagde daarin
niet heelemaal. En hij meende in den toon.
waarop de rechtsgeleerde antwoordde,
dan ook iets van verwijt te bespeuren.
„Het is eenigszins moeilijk 0111 een de
licate aangelegenheid als deze door de
telefoon te behandelen. Maar mag ik u er
misschien aan herinneren, dat de bedoel
de dame nadere bloedverwanten beeft
dan u?"
„Zeker. De vraag is alleen maar of zij
wat voor haar doen. Geven zy haar bij
voorbeeld een toelage? Kunt u mij uit
eigen wetenschap de verzekering geven,
dat zij een toelage van hen ontvangt?"
(Wordt vervolgd).