Buitenlandsch Overzicht.
HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans 6 voor 10 ct.
De Tweelingzusters
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA *m,4.
GEMENGD NIEUWS
No. 7421 EERSTE BLAD
DONDERDAG IS APRIL 1934
62ste JAARGANG
De taalkeuze der miliciens
in België.
Schietpartij te Blerik.
De rechtszaak
Onnes van Nijenrode.
Een koppige boer.
Patricia Wentworth
GOURiANST
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f l.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel 1.65;binnen-
land f 2.- Nederl. Oost- en West-indië per zeepost 1 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct. ;fr.p.p. 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f1.50, 11.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. O. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij ,v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Vreugde in Engeland over een gunsnge begrooting - Verlaging
van de inkomsten belasting en andere lasten. - De tekst van
de nieuwe Fransche nota aan Engeland vastgesteld. - Duitschland
trekt zich niets meer van Versailles aan.
We beginnen dit
overzicht met een op
wekkend bericht, n.1.
de mededeeling van
de indiening van een
begrooting, die de gunstigste sinds tien
jaren is en dus de verwachting wekt, dat
we door de ergste depressie heen zou zijn.
Het is de begrooting van Engeland, die,
zooals minister Chamberlain, de kanselier
van de schatkist meedeelde, een overschot
had opgeleverd van 31 millioen Engelsche
ponden," of te wel ongeveer 250 millioen
gulden'. Al mocht deze uitkomst nu direct
geen overdreven optimisme wekken no
pens de naaste toekomst, wettigde het her
stel in het binnenland de verwachting, dat
langzamerhand een normaler toestand in
de bedrijven terug zou keeren.
Duitschlands
bewapening
NE V1LLE CHAMBERLAIN
de Ent/elsche Minister van Financiën.
De begrooting voor het loopende finan-
cieele jaar dat April begonnen was, sloot
met een bedrag aan uitgaven van 698 en
aan inkomsten van 727 millioen, dus even
zeer met een geraamd overschot van 29
millioen. Er was geen reden te veronder
stellen, dat dit bedrag veel overschreden
zou worden, maar in elk geval kon spr.
enkele verlichtingen aankondigen, die,
naar hij hoopte, de beste gevolgen zouden
hebben voor handel en nijverheid.
De eerste en ongetwijfeld meest wel
kome verlaging was die van de inkomsten
belasting van 5 shilling op 4 shilling en
6 stuiver in het pond. Deze verlaging zou
den gewenschten prikkel vormen voor
handel en nijverheid om zich verder te
herstellen.
Daarnaast was het billijk, dat voor de
werkloozen iets gedaan werd en door de
achteruitgang van het aantal werkloozen
met 600.000 in een jaar kon spr. aan de
overigen een herstel van den toestand van
April 1931 toestaan, dus voor de laatste
besnoeiing der uitkeering.
Maar niet alleen de werkloozen waren
door de offers van de beide laatste jaren
getroffen, ook de ambtenaren en spr. kon
voor enkele categorieën, die het ergst ge
troffen waren in hun bezoldigingen, een
herstel van de helflt van de laatste korting
beloven met ingang van 1 Juli.
Met ingang van 1 Januari 1935 zou dan
de belasting op de paardekrachten van
automobielen, die thans 1 pond per pk be
droeg, kunnen worden teruggebracht op
15 shilling.
Er valt, aldus de kanselier van de
schatkist, een duidelijke hoewel kleine op
leving in de groothandelsprijzen waar te
nemen. De interest op korten termijn
heeft een nieuw laagterecord bereikt; de
positie van de leeningen op langen ter
mijn is zoodanig, verbeterd, dat stukken
als de oude 3J pet. Consols op het oogen-
blik hooger genoteerd staan dan voor den
oorlog.
De omvang van de industrieele produc
tie is toegenomen. Het evenwicht op de
betalingsbalans is hersteld en er bestaat
nieuwe hoop en nieuw vertrouwen. De
verbetering van den toestand van het land
is vrijwel geheel te danken aan de uit
breiding van de binnenlandsche markt.
De buitenlandschë handel, hoewel iets
verbeterd, blijft vér beneden den omvang
van eenige jaren geleden, niet omdat
Groot Brittannië door zijn concurrenten
verslagen Is, want het heeft zijn plaats als
eerste exportland hernomen, maar ten
gevolge van de noodlottige verlamming
van den internationalen handel. Door het
voortduren van het oeeonomisch natio
nalisme doen zich steeds nieuwe obsta
kels voor.
Daar zich geen nieuwe gezichtspun
ten geopend hebben, stelt de minister
voor ten aanzien van de oorlogsschulden
aan de Ver. Staten geen voorzieningen te
treffen, evenmin als voor de oorlogsschul
den en herstelbetalingen, die Engeland
moest ontvangen.
Over het algemeen schijnt mén in En
geland door de begrooting ten zeerste te
vreden te zijn. Nogal logisch, zouden we
zoo zeggen.
Minder opwekkend
dan het bericht uit
Engeland is de tekst
van de nieuwe Fran
sche nota aan Enge
land, waaruit weer
hetzelfde onverzoenlijke standpunt van
Frankrijk blijkt ten opzichte van de bewa
pening van Duitschland. Reuter meldt om
trent den inhoud uit Parijs:
De Fransclie regeering geeft welis
waar haar voldoening te kennen over
het feit, dat de Britsche regeering
een beter begrip toont voor de Fran
sche veiligheidseischen, maar zti blijft
ten eenenmale weigeren de Duitsche
herwapening, welke een inbreuk is op
de verdragen, t^ erkennen.
De Fransche regeering acht het nutte
loos de directe ontwapeningsonderhande
lingen tussehen de direct daarbij betrok
ken mogendheden voort te zetten, daar er
geenerlei uitzicht bestaat dat deze tot een
overeenkomst zullen leiden. Er blijft geen
andere mogelijkheid over dan dat de ont
wapeningsconferentie zelf), haar besprekin
gen voortzet, om tot een internationale
overeenkomst te geraken.
Duitschland inlus-
schen neemt alles voor
kennisgeving aan en
gaat zijn gang en die
gang is „bewapening"
naar de mate, die het voor eigen veiligheid
noodig acht. Dinsdag hebben we het ant
woord van Duitschland aan Engeland ge
geven op het Engelsche vertoog aangaan
de de ontzaglijke verhooging van de Duit
sche begrooting voor de verschillende tak
ken van defensie.
Dit antwoord schreef de „Nw.
Rott. Crt." Dinsdagavond heeft de
beteekenis, het offieieele einde aan te
kondigen van de ontwapeningsbepa
lingen van Verstilles, waar lang over
onderhandeld is.
Het blad zegt verder:
Men kan nu niet meer zeggen, dat
Duitschland die bepalingen ontduikt. Het
zegt ronduit, dat het op een minnelijke
schikking niet langer kan wachten.
Duitschland heeft te Versailles een be
roepsleger van 100.000 man opgelegd ge
kregen. Te Genève heeft men Duitschland
voorgesteld niet bü wijze van concessie,
maar juist om Duitschland minder ge
vaarlijk te maken dit leger door een
dubbel zoo groot militieleger te vervangen.
Duitschland wilde niets liever dan die ver
andering; alleen kon liet met de anderen
niet tot overeenstemming komen over de
grootte van dat leger. Het verlangde
300.000 man, terwijl vooral Frankrijk niet
meer dan 200.000 man wilde toestaan. Nu
deelt Berlijn te Londen mede, dat het niet
langer kan wachten. Het zal een eigen
program uitvoeren.
Ook wat Duitschland verder meedeelt,
is ternauwernood nog al.s werkelijke ge
ruststelling voor Engeland bedoeld of ge
schikt. Berlijn formuleert de dingen be
leefd en maakt ze zoo gemakkelijker ver
teerbaar voor de Engelschen. De En
gel schman houdt van dergelijke vormen.
Maar de beteekenis is niet meer twijfel
achtig:
Duitschland erkent dat het ziin eigen
gang gaat. Dat het in dezen tijd van nij
penden, financieelen nood en terwijl de
werkverschaffing vele milliarden per jaar
verslindt, voor deze doeleinden nog
bijna 400 millioen mark op één keer kan
uittrekken is een feit, dat te Londen door
het antwoord niet aan beteekenis verloren
zal hebben.
Sprekende cijfers
GUNSTIGSTE BRITSCHE BEGROO
TING SEDERT TIEN JAAR.
De gisteren door Neville Chamberlain,
den Britschen Kanselier van de schatkist,
ingediende begrooting toont aan inkom,
sten 727.2 millioen tegenover 698.1
millioen aan uitgaven en sluit dus met
een surplus van 29.1 millioen. De in
komstenbelasting wordt met 6 d. verlaagd;
de autobelasting van 1 tot 15 sh. per
P.K. gebracht. De werkloozenuitkeering
wordt in vollen omvang hervat. Er zijn
geen gelden voor de betaling der oorlogs
schuld aan de Ver. Staten uitgetrokken.
De correspondent van de „Nw. Rott.
Crt." te Brussel meldt:
Sedert 1930 wordt ieder jaar onder de
miliciens van het Belgische leger bij
hunne inlijving een referendum gehou
den teneinde te weten in welke taal zij
wenschen te worden aangevoerd en hun
miltair onderricht te ontvangen. Bij het
eerste referendum, in 1930, verklaarden
van de 41.117 opgeroepen miliciens 22.659
het Nederlandsch of Vlaamsch te kiezen,
18.193 het Fransch en 265 het Duitsch.
Voor de Vlamingen was dit een belang
wekkend resultaat, dat de toen nog vaak
gehoorde bewering als zouden de Vlaam-
sehe rechtseischen geen weerklank vinden
bij de massa, geheel onzenuwde.
Het vierde referendum voor de mili
ciens van de jaarklasse 1934 enkele we
ken geleden gehouden en thans bekend
gemaakt, gaf de volgende uitkomst: Voor
het Nederlandsch als commando- en op
leidingstaai 22.238 miliciens, het Fransch
17.796, het Duitsch 316.
DE GRAFTOMBE VAN
KONING ALBERT.
Daar zeer veel vereenigingen en parti
culieren niet alleen uit België, maar ook
uit den vreemde den weiiseh hebben te
kennen gegeven de nagedachtenis van
Koning Albert te huldigen door het neer
leggen van bloemen en kransen op de
tombe van den gestorven vorst in den Ko
ninklijken grafkelder onder de Lieve
Vrouw ekerk te Laken, is door het hof bij
uitzondering besloten den grafkelder tot
einde Mei iederen Zaterdag van 14 tot 18
uur voor het publiek open te stellen. Na
dezen datum zal de Koninklijke grafkel
der nog op 10 December, zijnde den ver
jaardag van Koning Leopold I, voor het
'publiek toegankelijk zijn.
TftOTSKI TOCH NOG TE BARBIZON?
Verblijf in Frankrijk ontzegd.
Reuter seint uit Parijs:
De regeering heeft besloten aan Trots-
ki de vergunning om in Frankrijk te ver
blijven te ontzeggen, omdat hij zich niet
heeft gehouden aan zijn belofte om in
zake politiek een onzijdige houding aan
te nemen.
DE ARIËRPARAGRAAF IN
DUITSCHLAND.
Ook op den adel toegepast.
Reuter meldt uit Berlijn:
Ongeveer tweehonderd Duitsche aris
tocraten zijn reeds uit de lijsten der edel
lieden geschrapt, daar hun voorouders in
de laatste 184 jaar zich met Joodsch
bloed vermengd hebben.
Alle leden van den Duitschen adel
hebben hun stamboom moeten opmaken
teruggaande tot het jaar 1750, waardoor
talrijke edellieden gevaar loopen hun
titel te verliezen.
DE G.P.Oe. VERDWIJNT.
Naar de „Daily Herald" verneemt ligt
het in de bedoeling der Russische dicta
tuur de G.P.Oe. op te heffen en terug te
keeren tot een rechtsstelsel, dat zich aan
sluit bij de stelsels van het westen, Reeds
zouden duizenden politieke gevangenen
op vrije voeten zijn gesteld gesteld en het
onderzoek in vele andere gevallen zijn ge
staakt. Het offieieele decreet tot ophef
fing van de G.P.Oe. zou worden tegen
gehouden door een innerlijk conflict over
de benoeming van een nieuwen Volkscom
missaris van binnenlandsche Zaken.
Binnenland
Meisje ernstig getroffen.
Maandagavond omstreeks negen uur is
voor het café Theeuwen te Holt Blerik
een woordenwisseling ontstaan tussehen
een groep jongens en zekere P. L. uit
Blerik. L. verdacht een der jongens er
van zijn rijwiel te hebben beschadigd. Na
een twistgesprek ging L. heen. Toen hij
eenige meters van de groep verwijderd
was, draaide hij zich om en loste een
schot in de richting van de jongens. De
kogel trof de 20-jarige Bertha Theeuwen,
die voor de deur van de ouderlijke wo
ning zat. Het meisje stortte bewusteloos
neer.
Onmiddellijk werd zij naar het zieken
huis te Venlo gebracht, waar de kogel,
die in het onderlijf was gedrongen door
een operatie werd verwijderd. De toestand
van het meisje is zorgwekkend.
Kort na het gebeurde is L. in zijn ouder
lijke woning gearresteerd. Het wapen
werd achter de woning gevonden. Hij
zal naar de strafgevangenis te Roermond
worden gebracht.
Te Zaandam kwam Dinsdagmorgen
vroeg in de Zaan bij de gasfabriek de
ambtenaar van de crisis zuivelcentrale,
die aan boord was van een met twee rijks
veldwachters bemande politiemotorboot,
een melkboer van den Elverringdijk, die
in een jol melk vervoerde, tegen. De amb
tenaar, die fraudeleus vervoer van melk
vermoedde, sommeerde den boer aan den
wal te komen en zijn bussen te laten on
derzoeken. Tnplaats van daaraan gevolg
to geven nam de boer een roeispaan op
en gaf daarmee een der rijksveldwachters
een klap, bracht zijn jol naar den wal en
liet de bussen melk in de Zaan leegloopen.
De politie heeft toen de jol „geënterd",
waarbij deze kwam te kantelen, zoodat de
boer te water geraakte. Toen hij eindelijk
goed en wel aan wal was, nam hij op
nieuw de roeispaan op om er den ambte
naar mee te lijf te gaan. Tenslotte is de
man onder hevig verzet per politieboot
naar het bureau gebracht, waar proces
verbaal tegen hem is opgemaakt.
Getuigen verhoor afgeloopen
De laatste getuigen in de zaak-Onnes
zijn Dinsdag aan het woord gekomen, zoo
dat de mededeeling van Zaterdag niet
juist was.
Het is de „inkt-geschiedenis", die uitge
plozen is. In de vorige zitting heeft de
heer De Koning, die in vroegere jaren
boekhouder bij Onnes is geweest, een
voor zijn vroegeren patroon bezwarende
verklaring afgelegd. De accountant Hoo-
geweg zou hem bij afwezigheid van Onnes
hebben opgedragen de boeken onleesbaar
te maken door er een inktpot over uit te
storten. Na rechtskundig advies ingewon
nen te hebben, heeft getuige deze op
dracht destijds niet vervuld, hetgeen tot
ongenoegen van Onnes zou zijn geweest.
Daarna völgt na een langdurig verhoor
van den heer Wijnstroom (vroeger pro
curatiehouder bij den heer Onnes), die
later de zaak heeft overgenomen. Uit de
door hem verstrekte mededeelingen blijkt,
dat een door Onnes toegezegd geldbedrag
niet al te vlot werd betaald. Een en ander
moet dienen om den verdachte Onnes te
bezwaren.
Verdachte brengt dan enkele feiten naar
voren om aan te toonen dat hij ook in
groote dingen correct is geweest, dat hij
ook correct is gebleven toen er zeer
groote verliezen geleden werden.
Verdachte bespreekt voorts nog enkele
tegen hem ingebrachte beschuldigingen
en, hoog opgericht naast de verdachten-
bank, legt hij een verklaring af, waarin
hij er tegen protesteert, dat zooveel ver
dachten als hoofdgetuigen tegen hem zijn
gehoord.
De zitting wordt hierop geschorst tot
a.s. Dinsdag, op welken datum des- mor
gens te 10 uur requisitoir zal worden ge
houden.
DE TYPHUSGEVALLEN AAN BOORD
VAN DE „STREEFKERK".
Te 's-Gravenhage is bericht ontvangen
dat de stuurmansleerling Doeksen, van
het stoomschip „Streefkerk", die, lijdende
aan typhus, te Port Said was achterge
bleven, Zondag is overleden.
DOOR EEN TREIN OVERREDEN EN
GEDOOD.
De 54-jarige vrouw C. v. V. is, toen zij
Dinsdagmiddag de spoorbaan nabij Half
weg wilde oversteken, door een passee-
renden trein uit Haarlem aangereden. De
vrouw, die doof is, had den trein niet
hooren aankomen. Zij was op slag dood.
Per auto van den G.G. en G.D. werd het
stoffelijk overschot van de vrouw, die te
Amsterdam woonachtig was, naar het O.L.
Vrouwen gasthuis aldaar gebracht.
Het treinverkeer ondervond een kwar
tier vertraging.
VERDRONKEN.
Maandagmiddag is te Apeldoorn het
7-jarige knaapje G. v. d. D., die in gezel
schap van eenige vriendjes aan het vis-
schen was langs den kant van het Apel-
doorn-Diercnsche kanaal, voorover in het
water gevallen. Zijn vriendjes konden
geen hulp bieden. De heer G. Aldag uit
Beekbergen zag van de overzijde van het
kanaal af het ongeluk en sprong, zonder
zich te bedenken, in het water. Het go-
lukte hem den drenkeling op den wal te
brengen. Ongeveer een uur is kunstmatige
ademhaling op het kind toegepast, echter
zonder succes. Het lijkje is daarna naar
de ouderlijke woning gebracht.
Feuilleton
Uit het Engelsch van
12)
Nadruk verboden.
IX.
John genoot volop van zijn week-end
op Waterdene van het kleine uitgele
zen gezelschap, den opgewekten gezelli-
gen toon, de vlotte vriendelijkheid, die
niets stijfs of gedwongens had. Jenny
was een volmaakte gastvrouw, en Nicho-
las Marr een even prettig gastheer. Ook
de andere gasten waren allen jongelui;
Nicholas was de oudste van het gezel
schap, hoewel slechts enkele jaren ouder
dau de anderen. John vond hem sympa
thiek en toch vroeg hij zich herhaaldelijk
af of er geen grimmige, onhandelbare
trots achter zijn charmante manieren ver
soholen lag. Hij kon zich voorstellen, dat
Nicholas Marr een onverstoorbare wel
levendheid zou blijven toonen tegenover
iemand, dien hij uit den grond van zijn
hart haatte, onverzoenlijk en wraakgierig
achter het masker van zijn glimlach.
Jenny van haar kant was buitengewoon
lo haar schik met den pas ontdekten neef.
Mij stal haar hart door op te merken, dat
de baby een kuiltje in zijn wang had, een
feit, dat zij zelf sinds weken tegenover
Nicholas' twijfelzucht had volgehouden en
bejegende haar met een bewonderende
hoffelijkheid niet uitbundiger overi
gens dan voor een neef gepast was. Jenny
had aan niets grooter behoefte dan aan
een warme atmosfeer van toegewijde be
wondering; haar heele leven had ze daar
in geademd haar vader, haar broers,
tante Jen, hadden die atmosfeer om haar
heen geschapen en Nicolas' aan verafgo
ding grenzende liefde deed er haar dieper
teugen van genieten, dan zij voor haar
huwelijk ooit had gedaan. En hoe meer
zij ontving, hoe meer zij teruggaf.
Na de eerste vier-en-twintig uur vond
John dat hij geen gelijkenis met Anne
meer zag; er was een zekere overeen
komst van gelaatstrekken, meer niet.
Jenny was Jenny, en daarmee was alles
gezegd. Ze was een schitterend, stralend
wezen in den vollen zonneschijn van
jeugd. In welke vallei van schaduw, onder
wat voor sombere wolk, leefde Anne? Een
eigenaardige weerzin kwam in hem op
bij deze gedachte; hij voelde jaloezie voor
Anne. Jenny had alles: vrienden en een
heerlijk tehuis, aanzien en fortuin, man
en kind.
Wat was Anne's deel? Waar was zij?
Dit was hte punt, waarin al zijn overwe
gingen uitliepen. Hij had zich voorgeno
men geduldig te zijn, maar zijn verlan
gen om te weten werd hem te machtig.
Hij wendde zich tot Jenny met de vraag,
die hem op het hart en op de lippen
brandde: „Jenny, waar is je zuster Anne?"
Ze hadden samen gedanst en zaten nu
in een der met zachte kussens bedekte
vensterbanken van de groote, in mahonie
betimmerde kamer. Aan het andere einde
draaide op de gramofoon een luidruch
tige jazz plaat. De andere paren waren
nog aan het dansen. Nichalas gleed voor
bij met Pamela Austin. Haar kortgeknipt,
donker hoofd stak boven het zijne uit.
Het had een jongenskop kunnen zijn, ook
wat de trekken betrof, en contrasteerde
daardoor allerwonderlijkst met de op
vallende scliarlaken-roode avondjapon,
die ze droeg. Nicholas lachte tegen zijn
vrouw onder het voorbijgaan en Pamela
wuifde luchtig.
Jenny legde haar hoofd tegen het don-
ker-vlammende hout en met ingehouden
adem keek ze John aan.
„Wat zei je eigenlijk? Zullen we weer
gaan dansen?"
„Neen; ik wou graag met je praten.
over je zuster Anne. Heb je daar bezwaar
tegen?"
Jenny knikte.
„Ik doe het heusch liever niet. Ik....
ik kan het niet.... werkelijk."
„Dat is juist de kwestie. Waarom kun
je het niet?"
Jenny's hart bonsde in haar keel. Als
ze zich in 's hemelsnaam maar beter kon
beheerschen, dacht ze wanhopig, als haar
handen maar niet zoo zenuwachtig trilden
en ze iets zou kunnen zeggen, iets, het
kwam er niet op aan wat iets heel ge
woons, onverschilligs.
„Waarom kun je niet?" herhaalde John,
Zijn stem klonk zacht, vol sympathie,
maar tegelijk overredend, 'n tikje drin
gend zelfs: „Om je de waarheid te zeg
gen, Jenny, ik kan het gevoel niet van me
afzetten, dat er iets niet in den haak is.
Je weet waarschijnlijk niet, dat ik Anne
eens ontmoet heb en.
„Wanneer?" viel ze hem verschrikt in
de rede.
„Verscheiden jaren geleden negen
jaren; ze was nog een kind. Zij wist niet
wie ik was en ik wist niet wat zij was.
Tot ik op Waveney dat geschilderde por
tret van jullie beiden zag."
Jenny werd beurtelings rood en bleek.
„Dat ellendige schilderij!" hijgde ze
nauwelings verstaanbaar.
„Ik wil weten waar zij is," hield John
aan, „ik wil haar spreken."
„Dat is onmogelijk!" Het klonk als een
zucht.
John glimlachte en er was iets in dien
glimlach dat Jenny bangmaakte.
„Het kan heusch niet, John, werkelijk
niet!"
„Maar ik vraag je nog eens, waarom
dan toch niet? Is het niet beter me de re
den te zeggen?"
Ze schudde het hoofd. Toch moest ze iets
bedenken, flitste haar door den geest, iets
dat ze hem vertellen kon. Als ze dat niet
deed, zou hij zelf probeeren de waarheid
te ontdekken. Ze spande al haar krachten
in om haar verwarring en emotie de haas
te blijven en woorden te vinden.
„Het kan niet, John, omdat
Ze aarzelde.
„Wel!" moedigde hij aan.
Waarom in vredesnaam had ze hem
gevraagd hier te komen? verweet ze zich.
Als die verschrikkelijke gramofoon maar
riiet zoo'n lawaai maakte, dan kon ze ten
minste denken. Tot overmaat van ramp
waren Pamela en Derek Austin nu aan
't zingen gegaan belachelijke, idiote
woorden, die haar als hoongelach in de
ooren dreunden en haar gek zouden ma
ken, als deze marteling nog lang duurde.
Ze zat ongemakkelijk rechtop nu en
schoof zenuwachtig haar trouwring op en
neer, tot deze groeven in haar fijne vin
ger sneed.
„Ze is ziek geweest ze is in het bui
tenland."
„Ja, dat heeft Mrs. Courtney me ver
teld. Ze is in gezelschap van Miss Fairlie,
niet?"
Jenny klikte. Haar blik hechtte zich
aan John's gezicht, in hopen en vreezen
of hij tevreden zou zijn gesteld en niet
verder vragen. Maar haar flauwe hoop
bleek terstond ijdel.
„Dan wil je me zeker haar adres wel
geven? Ik heb hier in Engeland niets
serieus om handen een excuus om eens
naar het buitenland te wipen, zou me wa
rempel niet onwelkom zijn."
Jenny voelde haar oogen branden van
moeilijk-bedwongen tranen en haar stem
klonk gesmoord toen ze antwoordde:
„Je kunt haar niet spreken, John. Ze
kan niemand ontvangen mij niet eens."
„Waarom niet, Jenny?"
„Kun je dat niet raden?"
Trillend, heeseh, kwamen de woorden
over Jenny's lippen.
„Neen, het spijt mij erg, maar ik heb
heb geen idee. Je zult me de reden moe
ten zeggen."
Jenny sprong op.
„Niet hier," hijgde ze. „Ze kijken alle
maal naar ons Pamela brandt ge
woon van nieuwsgierigheid om te weten
wat we toch hebben, zie maar."
Jenny wipte door het openstaande ven
ster op het betegelde terras het was
maar een klein sprongetje. John volgde
haar voorbeeld en zag haar als een witte
schaduw voortbewegen door het duister
van den tuin. Het geluid van de gramo
foon doofde uit tot een ver gejengel. Het I
huis stond halverwege op een flauwe
heuvelhelling. Van het punt waar John
zijn nichtje inhaalde daalde het terrein
terrasvorming naar malsche graslanden,
waar een breede, ondiepe beek doorheen
liep. Helder water viel over het als
vloeiend zilver voortstroomendewater en
de zwaar-geurende seringen op het ter
ras beneden hen.
„En Jenny, kun je het me niet vertel
len?"
Jenny keek hem aan. In het vage sche
merlicht voelde ze haar zelfvertrouwen
groeien.
„Je zult me wel heel dwaas vinden,
John," begon ze. „Maar ik moest er beter
aan gewend zijn maar ik kan er ge
woon niet aan wennen. We waren altijd
samen en nu heb ik haar al in meer dan
een jaar niet gezien. En zij heeft de baby
nog niet eens gezien...."
Er klonken tranen in haar stem.
„Maar ik begrijp er niets van, waarom
dan toch.
Jenny stampvoette.
„Ik geloof dat je het erop toelegt om
mij pijn te doen. Heb je er 'n soort wreed
plezier in om anderen pijn te doen? Is
dat je aard?"
„Absoluut niet. Ik wil alleen weten
waar Anne is".
„Zij is ergens waar jij haar niet kunt
bezoeken. Waarom geloof je me toch niet?
Kort voor mijn trouwen is ze.... is ze
ziek geworden en ze hebben haar opge
sloten. Niemand mag bij haar...
Wordt vervolgd.)