Buitenlandsch Overzicht. HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans 6 voor 10 ct. De Tweelingzusters NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA *m,4. GEMENGD NIEUWS No. 7421 EERSTE BLAD DONDERDAG IS APRIL 1934 62ste JAARGANG De taalkeuze der miliciens in België. Schietpartij te Blerik. De rechtszaak Onnes van Nijenrode. Een koppige boer. Patricia Wentworth GOURiANST Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f l.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel 1.65;binnen- land f 2.- Nederl. Oost- en West-indië per zeepost 1 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20 Losse nos. 4ct. ;fr.p.p. 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f1.50, 11.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. O. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij ,v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Vreugde in Engeland over een gunsnge begrooting - Verlaging van de inkomsten belasting en andere lasten. - De tekst van de nieuwe Fransche nota aan Engeland vastgesteld. - Duitschland trekt zich niets meer van Versailles aan. We beginnen dit overzicht met een op wekkend bericht, n.1. de mededeeling van de indiening van een begrooting, die de gunstigste sinds tien jaren is en dus de verwachting wekt, dat we door de ergste depressie heen zou zijn. Het is de begrooting van Engeland, die, zooals minister Chamberlain, de kanselier van de schatkist meedeelde, een overschot had opgeleverd van 31 millioen Engelsche ponden," of te wel ongeveer 250 millioen gulden'. Al mocht deze uitkomst nu direct geen overdreven optimisme wekken no pens de naaste toekomst, wettigde het her stel in het binnenland de verwachting, dat langzamerhand een normaler toestand in de bedrijven terug zou keeren. Duitschlands bewapening NE V1LLE CHAMBERLAIN de Ent/elsche Minister van Financiën. De begrooting voor het loopende finan- cieele jaar dat April begonnen was, sloot met een bedrag aan uitgaven van 698 en aan inkomsten van 727 millioen, dus even zeer met een geraamd overschot van 29 millioen. Er was geen reden te veronder stellen, dat dit bedrag veel overschreden zou worden, maar in elk geval kon spr. enkele verlichtingen aankondigen, die, naar hij hoopte, de beste gevolgen zouden hebben voor handel en nijverheid. De eerste en ongetwijfeld meest wel kome verlaging was die van de inkomsten belasting van 5 shilling op 4 shilling en 6 stuiver in het pond. Deze verlaging zou den gewenschten prikkel vormen voor handel en nijverheid om zich verder te herstellen. Daarnaast was het billijk, dat voor de werkloozen iets gedaan werd en door de achteruitgang van het aantal werkloozen met 600.000 in een jaar kon spr. aan de overigen een herstel van den toestand van April 1931 toestaan, dus voor de laatste besnoeiing der uitkeering. Maar niet alleen de werkloozen waren door de offers van de beide laatste jaren getroffen, ook de ambtenaren en spr. kon voor enkele categorieën, die het ergst ge troffen waren in hun bezoldigingen, een herstel van de helflt van de laatste korting beloven met ingang van 1 Juli. Met ingang van 1 Januari 1935 zou dan de belasting op de paardekrachten van automobielen, die thans 1 pond per pk be droeg, kunnen worden teruggebracht op 15 shilling. Er valt, aldus de kanselier van de schatkist, een duidelijke hoewel kleine op leving in de groothandelsprijzen waar te nemen. De interest op korten termijn heeft een nieuw laagterecord bereikt; de positie van de leeningen op langen ter mijn is zoodanig, verbeterd, dat stukken als de oude 3J pet. Consols op het oogen- blik hooger genoteerd staan dan voor den oorlog. De omvang van de industrieele produc tie is toegenomen. Het evenwicht op de betalingsbalans is hersteld en er bestaat nieuwe hoop en nieuw vertrouwen. De verbetering van den toestand van het land is vrijwel geheel te danken aan de uit breiding van de binnenlandsche markt. De buitenlandschë handel, hoewel iets verbeterd, blijft vér beneden den omvang van eenige jaren geleden, niet omdat Groot Brittannië door zijn concurrenten verslagen Is, want het heeft zijn plaats als eerste exportland hernomen, maar ten gevolge van de noodlottige verlamming van den internationalen handel. Door het voortduren van het oeeonomisch natio nalisme doen zich steeds nieuwe obsta kels voor. Daar zich geen nieuwe gezichtspun ten geopend hebben, stelt de minister voor ten aanzien van de oorlogsschulden aan de Ver. Staten geen voorzieningen te treffen, evenmin als voor de oorlogsschul den en herstelbetalingen, die Engeland moest ontvangen. Over het algemeen schijnt mén in En geland door de begrooting ten zeerste te vreden te zijn. Nogal logisch, zouden we zoo zeggen. Minder opwekkend dan het bericht uit Engeland is de tekst van de nieuwe Fran sche nota aan Enge land, waaruit weer hetzelfde onverzoenlijke standpunt van Frankrijk blijkt ten opzichte van de bewa pening van Duitschland. Reuter meldt om trent den inhoud uit Parijs: De Fransclie regeering geeft welis waar haar voldoening te kennen over het feit, dat de Britsche regeering een beter begrip toont voor de Fran sche veiligheidseischen, maar zti blijft ten eenenmale weigeren de Duitsche herwapening, welke een inbreuk is op de verdragen, t^ erkennen. De Fransche regeering acht het nutte loos de directe ontwapeningsonderhande lingen tussehen de direct daarbij betrok ken mogendheden voort te zetten, daar er geenerlei uitzicht bestaat dat deze tot een overeenkomst zullen leiden. Er blijft geen andere mogelijkheid over dan dat de ont wapeningsconferentie zelf), haar besprekin gen voortzet, om tot een internationale overeenkomst te geraken. Duitschland inlus- schen neemt alles voor kennisgeving aan en gaat zijn gang en die gang is „bewapening" naar de mate, die het voor eigen veiligheid noodig acht. Dinsdag hebben we het ant woord van Duitschland aan Engeland ge geven op het Engelsche vertoog aangaan de de ontzaglijke verhooging van de Duit sche begrooting voor de verschillende tak ken van defensie. Dit antwoord schreef de „Nw. Rott. Crt." Dinsdagavond heeft de beteekenis, het offieieele einde aan te kondigen van de ontwapeningsbepa lingen van Verstilles, waar lang over onderhandeld is. Het blad zegt verder: Men kan nu niet meer zeggen, dat Duitschland die bepalingen ontduikt. Het zegt ronduit, dat het op een minnelijke schikking niet langer kan wachten. Duitschland heeft te Versailles een be roepsleger van 100.000 man opgelegd ge kregen. Te Genève heeft men Duitschland voorgesteld niet bü wijze van concessie, maar juist om Duitschland minder ge vaarlijk te maken dit leger door een dubbel zoo groot militieleger te vervangen. Duitschland wilde niets liever dan die ver andering; alleen kon liet met de anderen niet tot overeenstemming komen over de grootte van dat leger. Het verlangde 300.000 man, terwijl vooral Frankrijk niet meer dan 200.000 man wilde toestaan. Nu deelt Berlijn te Londen mede, dat het niet langer kan wachten. Het zal een eigen program uitvoeren. Ook wat Duitschland verder meedeelt, is ternauwernood nog al.s werkelijke ge ruststelling voor Engeland bedoeld of ge schikt. Berlijn formuleert de dingen be leefd en maakt ze zoo gemakkelijker ver teerbaar voor de Engelschen. De En gel schman houdt van dergelijke vormen. Maar de beteekenis is niet meer twijfel achtig: Duitschland erkent dat het ziin eigen gang gaat. Dat het in dezen tijd van nij penden, financieelen nood en terwijl de werkverschaffing vele milliarden per jaar verslindt, voor deze doeleinden nog bijna 400 millioen mark op één keer kan uittrekken is een feit, dat te Londen door het antwoord niet aan beteekenis verloren zal hebben. Sprekende cijfers GUNSTIGSTE BRITSCHE BEGROO TING SEDERT TIEN JAAR. De gisteren door Neville Chamberlain, den Britschen Kanselier van de schatkist, ingediende begrooting toont aan inkom, sten 727.2 millioen tegenover 698.1 millioen aan uitgaven en sluit dus met een surplus van 29.1 millioen. De in komstenbelasting wordt met 6 d. verlaagd; de autobelasting van 1 tot 15 sh. per P.K. gebracht. De werkloozenuitkeering wordt in vollen omvang hervat. Er zijn geen gelden voor de betaling der oorlogs schuld aan de Ver. Staten uitgetrokken. De correspondent van de „Nw. Rott. Crt." te Brussel meldt: Sedert 1930 wordt ieder jaar onder de miliciens van het Belgische leger bij hunne inlijving een referendum gehou den teneinde te weten in welke taal zij wenschen te worden aangevoerd en hun miltair onderricht te ontvangen. Bij het eerste referendum, in 1930, verklaarden van de 41.117 opgeroepen miliciens 22.659 het Nederlandsch of Vlaamsch te kiezen, 18.193 het Fransch en 265 het Duitsch. Voor de Vlamingen was dit een belang wekkend resultaat, dat de toen nog vaak gehoorde bewering als zouden de Vlaam- sehe rechtseischen geen weerklank vinden bij de massa, geheel onzenuwde. Het vierde referendum voor de mili ciens van de jaarklasse 1934 enkele we ken geleden gehouden en thans bekend gemaakt, gaf de volgende uitkomst: Voor het Nederlandsch als commando- en op leidingstaai 22.238 miliciens, het Fransch 17.796, het Duitsch 316. DE GRAFTOMBE VAN KONING ALBERT. Daar zeer veel vereenigingen en parti culieren niet alleen uit België, maar ook uit den vreemde den weiiseh hebben te kennen gegeven de nagedachtenis van Koning Albert te huldigen door het neer leggen van bloemen en kransen op de tombe van den gestorven vorst in den Ko ninklijken grafkelder onder de Lieve Vrouw ekerk te Laken, is door het hof bij uitzondering besloten den grafkelder tot einde Mei iederen Zaterdag van 14 tot 18 uur voor het publiek open te stellen. Na dezen datum zal de Koninklijke grafkel der nog op 10 December, zijnde den ver jaardag van Koning Leopold I, voor het 'publiek toegankelijk zijn. TftOTSKI TOCH NOG TE BARBIZON? Verblijf in Frankrijk ontzegd. Reuter seint uit Parijs: De regeering heeft besloten aan Trots- ki de vergunning om in Frankrijk te ver blijven te ontzeggen, omdat hij zich niet heeft gehouden aan zijn belofte om in zake politiek een onzijdige houding aan te nemen. DE ARIËRPARAGRAAF IN DUITSCHLAND. Ook op den adel toegepast. Reuter meldt uit Berlijn: Ongeveer tweehonderd Duitsche aris tocraten zijn reeds uit de lijsten der edel lieden geschrapt, daar hun voorouders in de laatste 184 jaar zich met Joodsch bloed vermengd hebben. Alle leden van den Duitschen adel hebben hun stamboom moeten opmaken teruggaande tot het jaar 1750, waardoor talrijke edellieden gevaar loopen hun titel te verliezen. DE G.P.Oe. VERDWIJNT. Naar de „Daily Herald" verneemt ligt het in de bedoeling der Russische dicta tuur de G.P.Oe. op te heffen en terug te keeren tot een rechtsstelsel, dat zich aan sluit bij de stelsels van het westen, Reeds zouden duizenden politieke gevangenen op vrije voeten zijn gesteld gesteld en het onderzoek in vele andere gevallen zijn ge staakt. Het offieieele decreet tot ophef fing van de G.P.Oe. zou worden tegen gehouden door een innerlijk conflict over de benoeming van een nieuwen Volkscom missaris van binnenlandsche Zaken. Binnenland Meisje ernstig getroffen. Maandagavond omstreeks negen uur is voor het café Theeuwen te Holt Blerik een woordenwisseling ontstaan tussehen een groep jongens en zekere P. L. uit Blerik. L. verdacht een der jongens er van zijn rijwiel te hebben beschadigd. Na een twistgesprek ging L. heen. Toen hij eenige meters van de groep verwijderd was, draaide hij zich om en loste een schot in de richting van de jongens. De kogel trof de 20-jarige Bertha Theeuwen, die voor de deur van de ouderlijke wo ning zat. Het meisje stortte bewusteloos neer. Onmiddellijk werd zij naar het zieken huis te Venlo gebracht, waar de kogel, die in het onderlijf was gedrongen door een operatie werd verwijderd. De toestand van het meisje is zorgwekkend. Kort na het gebeurde is L. in zijn ouder lijke woning gearresteerd. Het wapen werd achter de woning gevonden. Hij zal naar de strafgevangenis te Roermond worden gebracht. Te Zaandam kwam Dinsdagmorgen vroeg in de Zaan bij de gasfabriek de ambtenaar van de crisis zuivelcentrale, die aan boord was van een met twee rijks veldwachters bemande politiemotorboot, een melkboer van den Elverringdijk, die in een jol melk vervoerde, tegen. De amb tenaar, die fraudeleus vervoer van melk vermoedde, sommeerde den boer aan den wal te komen en zijn bussen te laten on derzoeken. Tnplaats van daaraan gevolg to geven nam de boer een roeispaan op en gaf daarmee een der rijksveldwachters een klap, bracht zijn jol naar den wal en liet de bussen melk in de Zaan leegloopen. De politie heeft toen de jol „geënterd", waarbij deze kwam te kantelen, zoodat de boer te water geraakte. Toen hij eindelijk goed en wel aan wal was, nam hij op nieuw de roeispaan op om er den ambte naar mee te lijf te gaan. Tenslotte is de man onder hevig verzet per politieboot naar het bureau gebracht, waar proces verbaal tegen hem is opgemaakt. Getuigen verhoor afgeloopen De laatste getuigen in de zaak-Onnes zijn Dinsdag aan het woord gekomen, zoo dat de mededeeling van Zaterdag niet juist was. Het is de „inkt-geschiedenis", die uitge plozen is. In de vorige zitting heeft de heer De Koning, die in vroegere jaren boekhouder bij Onnes is geweest, een voor zijn vroegeren patroon bezwarende verklaring afgelegd. De accountant Hoo- geweg zou hem bij afwezigheid van Onnes hebben opgedragen de boeken onleesbaar te maken door er een inktpot over uit te storten. Na rechtskundig advies ingewon nen te hebben, heeft getuige deze op dracht destijds niet vervuld, hetgeen tot ongenoegen van Onnes zou zijn geweest. Daarna völgt na een langdurig verhoor van den heer Wijnstroom (vroeger pro curatiehouder bij den heer Onnes), die later de zaak heeft overgenomen. Uit de door hem verstrekte mededeelingen blijkt, dat een door Onnes toegezegd geldbedrag niet al te vlot werd betaald. Een en ander moet dienen om den verdachte Onnes te bezwaren. Verdachte brengt dan enkele feiten naar voren om aan te toonen dat hij ook in groote dingen correct is geweest, dat hij ook correct is gebleven toen er zeer groote verliezen geleden werden. Verdachte bespreekt voorts nog enkele tegen hem ingebrachte beschuldigingen en, hoog opgericht naast de verdachten- bank, legt hij een verklaring af, waarin hij er tegen protesteert, dat zooveel ver dachten als hoofdgetuigen tegen hem zijn gehoord. De zitting wordt hierop geschorst tot a.s. Dinsdag, op welken datum des- mor gens te 10 uur requisitoir zal worden ge houden. DE TYPHUSGEVALLEN AAN BOORD VAN DE „STREEFKERK". Te 's-Gravenhage is bericht ontvangen dat de stuurmansleerling Doeksen, van het stoomschip „Streefkerk", die, lijdende aan typhus, te Port Said was achterge bleven, Zondag is overleden. DOOR EEN TREIN OVERREDEN EN GEDOOD. De 54-jarige vrouw C. v. V. is, toen zij Dinsdagmiddag de spoorbaan nabij Half weg wilde oversteken, door een passee- renden trein uit Haarlem aangereden. De vrouw, die doof is, had den trein niet hooren aankomen. Zij was op slag dood. Per auto van den G.G. en G.D. werd het stoffelijk overschot van de vrouw, die te Amsterdam woonachtig was, naar het O.L. Vrouwen gasthuis aldaar gebracht. Het treinverkeer ondervond een kwar tier vertraging. VERDRONKEN. Maandagmiddag is te Apeldoorn het 7-jarige knaapje G. v. d. D., die in gezel schap van eenige vriendjes aan het vis- schen was langs den kant van het Apel- doorn-Diercnsche kanaal, voorover in het water gevallen. Zijn vriendjes konden geen hulp bieden. De heer G. Aldag uit Beekbergen zag van de overzijde van het kanaal af het ongeluk en sprong, zonder zich te bedenken, in het water. Het go- lukte hem den drenkeling op den wal te brengen. Ongeveer een uur is kunstmatige ademhaling op het kind toegepast, echter zonder succes. Het lijkje is daarna naar de ouderlijke woning gebracht. Feuilleton Uit het Engelsch van 12) Nadruk verboden. IX. John genoot volop van zijn week-end op Waterdene van het kleine uitgele zen gezelschap, den opgewekten gezelli- gen toon, de vlotte vriendelijkheid, die niets stijfs of gedwongens had. Jenny was een volmaakte gastvrouw, en Nicho- las Marr een even prettig gastheer. Ook de andere gasten waren allen jongelui; Nicholas was de oudste van het gezel schap, hoewel slechts enkele jaren ouder dau de anderen. John vond hem sympa thiek en toch vroeg hij zich herhaaldelijk af of er geen grimmige, onhandelbare trots achter zijn charmante manieren ver soholen lag. Hij kon zich voorstellen, dat Nicholas Marr een onverstoorbare wel levendheid zou blijven toonen tegenover iemand, dien hij uit den grond van zijn hart haatte, onverzoenlijk en wraakgierig achter het masker van zijn glimlach. Jenny van haar kant was buitengewoon lo haar schik met den pas ontdekten neef. Mij stal haar hart door op te merken, dat de baby een kuiltje in zijn wang had, een feit, dat zij zelf sinds weken tegenover Nicholas' twijfelzucht had volgehouden en bejegende haar met een bewonderende hoffelijkheid niet uitbundiger overi gens dan voor een neef gepast was. Jenny had aan niets grooter behoefte dan aan een warme atmosfeer van toegewijde be wondering; haar heele leven had ze daar in geademd haar vader, haar broers, tante Jen, hadden die atmosfeer om haar heen geschapen en Nicolas' aan verafgo ding grenzende liefde deed er haar dieper teugen van genieten, dan zij voor haar huwelijk ooit had gedaan. En hoe meer zij ontving, hoe meer zij teruggaf. Na de eerste vier-en-twintig uur vond John dat hij geen gelijkenis met Anne meer zag; er was een zekere overeen komst van gelaatstrekken, meer niet. Jenny was Jenny, en daarmee was alles gezegd. Ze was een schitterend, stralend wezen in den vollen zonneschijn van jeugd. In welke vallei van schaduw, onder wat voor sombere wolk, leefde Anne? Een eigenaardige weerzin kwam in hem op bij deze gedachte; hij voelde jaloezie voor Anne. Jenny had alles: vrienden en een heerlijk tehuis, aanzien en fortuin, man en kind. Wat was Anne's deel? Waar was zij? Dit was hte punt, waarin al zijn overwe gingen uitliepen. Hij had zich voorgeno men geduldig te zijn, maar zijn verlan gen om te weten werd hem te machtig. Hij wendde zich tot Jenny met de vraag, die hem op het hart en op de lippen brandde: „Jenny, waar is je zuster Anne?" Ze hadden samen gedanst en zaten nu in een der met zachte kussens bedekte vensterbanken van de groote, in mahonie betimmerde kamer. Aan het andere einde draaide op de gramofoon een luidruch tige jazz plaat. De andere paren waren nog aan het dansen. Nichalas gleed voor bij met Pamela Austin. Haar kortgeknipt, donker hoofd stak boven het zijne uit. Het had een jongenskop kunnen zijn, ook wat de trekken betrof, en contrasteerde daardoor allerwonderlijkst met de op vallende scliarlaken-roode avondjapon, die ze droeg. Nicholas lachte tegen zijn vrouw onder het voorbijgaan en Pamela wuifde luchtig. Jenny legde haar hoofd tegen het don- ker-vlammende hout en met ingehouden adem keek ze John aan. „Wat zei je eigenlijk? Zullen we weer gaan dansen?" „Neen; ik wou graag met je praten. over je zuster Anne. Heb je daar bezwaar tegen?" Jenny knikte. „Ik doe het heusch liever niet. Ik.... ik kan het niet.... werkelijk." „Dat is juist de kwestie. Waarom kun je het niet?" Jenny's hart bonsde in haar keel. Als ze zich in 's hemelsnaam maar beter kon beheerschen, dacht ze wanhopig, als haar handen maar niet zoo zenuwachtig trilden en ze iets zou kunnen zeggen, iets, het kwam er niet op aan wat iets heel ge woons, onverschilligs. „Waarom kun je niet?" herhaalde John, Zijn stem klonk zacht, vol sympathie, maar tegelijk overredend, 'n tikje drin gend zelfs: „Om je de waarheid te zeg gen, Jenny, ik kan het gevoel niet van me afzetten, dat er iets niet in den haak is. Je weet waarschijnlijk niet, dat ik Anne eens ontmoet heb en. „Wanneer?" viel ze hem verschrikt in de rede. „Verscheiden jaren geleden negen jaren; ze was nog een kind. Zij wist niet wie ik was en ik wist niet wat zij was. Tot ik op Waveney dat geschilderde por tret van jullie beiden zag." Jenny werd beurtelings rood en bleek. „Dat ellendige schilderij!" hijgde ze nauwelings verstaanbaar. „Ik wil weten waar zij is," hield John aan, „ik wil haar spreken." „Dat is onmogelijk!" Het klonk als een zucht. John glimlachte en er was iets in dien glimlach dat Jenny bangmaakte. „Het kan heusch niet, John, werkelijk niet!" „Maar ik vraag je nog eens, waarom dan toch niet? Is het niet beter me de re den te zeggen?" Ze schudde het hoofd. Toch moest ze iets bedenken, flitste haar door den geest, iets dat ze hem vertellen kon. Als ze dat niet deed, zou hij zelf probeeren de waarheid te ontdekken. Ze spande al haar krachten in om haar verwarring en emotie de haas te blijven en woorden te vinden. „Het kan niet, John, omdat Ze aarzelde. „Wel!" moedigde hij aan. Waarom in vredesnaam had ze hem gevraagd hier te komen? verweet ze zich. Als die verschrikkelijke gramofoon maar riiet zoo'n lawaai maakte, dan kon ze ten minste denken. Tot overmaat van ramp waren Pamela en Derek Austin nu aan 't zingen gegaan belachelijke, idiote woorden, die haar als hoongelach in de ooren dreunden en haar gek zouden ma ken, als deze marteling nog lang duurde. Ze zat ongemakkelijk rechtop nu en schoof zenuwachtig haar trouwring op en neer, tot deze groeven in haar fijne vin ger sneed. „Ze is ziek geweest ze is in het bui tenland." „Ja, dat heeft Mrs. Courtney me ver teld. Ze is in gezelschap van Miss Fairlie, niet?" Jenny klikte. Haar blik hechtte zich aan John's gezicht, in hopen en vreezen of hij tevreden zou zijn gesteld en niet verder vragen. Maar haar flauwe hoop bleek terstond ijdel. „Dan wil je me zeker haar adres wel geven? Ik heb hier in Engeland niets serieus om handen een excuus om eens naar het buitenland te wipen, zou me wa rempel niet onwelkom zijn." Jenny voelde haar oogen branden van moeilijk-bedwongen tranen en haar stem klonk gesmoord toen ze antwoordde: „Je kunt haar niet spreken, John. Ze kan niemand ontvangen mij niet eens." „Waarom niet, Jenny?" „Kun je dat niet raden?" Trillend, heeseh, kwamen de woorden over Jenny's lippen. „Neen, het spijt mij erg, maar ik heb heb geen idee. Je zult me de reden moe ten zeggen." Jenny sprong op. „Niet hier," hijgde ze. „Ze kijken alle maal naar ons Pamela brandt ge woon van nieuwsgierigheid om te weten wat we toch hebben, zie maar." Jenny wipte door het openstaande ven ster op het betegelde terras het was maar een klein sprongetje. John volgde haar voorbeeld en zag haar als een witte schaduw voortbewegen door het duister van den tuin. Het geluid van de gramo foon doofde uit tot een ver gejengel. Het I huis stond halverwege op een flauwe heuvelhelling. Van het punt waar John zijn nichtje inhaalde daalde het terrein terrasvorming naar malsche graslanden, waar een breede, ondiepe beek doorheen liep. Helder water viel over het als vloeiend zilver voortstroomendewater en de zwaar-geurende seringen op het ter ras beneden hen. „En Jenny, kun je het me niet vertel len?" Jenny keek hem aan. In het vage sche merlicht voelde ze haar zelfvertrouwen groeien. „Je zult me wel heel dwaas vinden, John," begon ze. „Maar ik moest er beter aan gewend zijn maar ik kan er ge woon niet aan wennen. We waren altijd samen en nu heb ik haar al in meer dan een jaar niet gezien. En zij heeft de baby nog niet eens gezien...." Er klonken tranen in haar stem. „Maar ik begrijp er niets van, waarom dan toch. Jenny stampvoette. „Ik geloof dat je het erop toelegt om mij pijn te doen. Heb je er 'n soort wreed plezier in om anderen pijn te doen? Is dat je aard?" „Absoluut niet. Ik wil alleen weten waar Anne is". „Zij is ergens waar jij haar niet kunt bezoeken. Waarom geloof je me toch niet? Kort voor mijn trouwen is ze.... is ze ziek geworden en ze hebben haar opge sloten. Niemand mag bij haar... Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1