"AKKERTJES"
Texel
BINNENLAND
Draag dit zakdoosje
altijd bij U
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 24 APRIL 1934.
De berechting
van de muiterij op
De Zeven Provinciën'
7
Stoomvaartberichten
Het pleidooi van eten raadsman
der officieren.
Zaterdag heeft, zooals wij zeiden voor
den Zeek rijksraad de officier van admini
stratie der tweede klasse, H. C. van 't Hoff,
e(.|) pleidooi gehouden voorde beklaagden,
luitenant ter zee A. N. Baron de Vos van
Steenwijk, den officier van gezondheid
H. O. Bos, de luitenants ter zee E. M.
Hornsveld en L. D. de Kroon en de offi
cieren van den marine stoomvaartdienst
L. de Wilde en C. M. W. van Balkon).
Na eenige juridische beschouwingen
betoogde spreker dal beklaagden, ook
indien vaststond dat zij hun plicht tot'het
gebruikmaken van wapengeweld kenden,
nog niet strafbaar zouden zijn, aangezien
zij dwaalden, daarbij afgaand op hetgeen
tle autoriteiten van hen verwachtten.
De raadsman critiseerde de lankmoedige
houding der regeering welke bleek uit
het herstel van het contact met de marine
bonden door den toenmaligen minister
Lambooy.
Struisvogelpolitiek.
De raadsman betoogde, dat tal van
marine-officieren waarschuwden tegen
uitbreiding van het Inlandsche element
bij de marine. De regeering miste echter
den moed om krachtig in te grijpen uit
'vrees voor politieke verwikkelingen,
speciaal met de Volksvertegenwoordiging
in Nederland. De regeering volgde met
beide handen voor de oogen welbewust
een struisvogelpolitiek.
De raadsman betoogde, dat de officieren
van „De Zeven Provinciën" onkundig
werden gehouden van alle dreigende voor
teekenen. Zij ontvingen slechts het con
signe om tactvol en niet-provoceerend op
te treden. „Is het wonder dat door hen
geen geweld werd gebruikt Beklaagden
hebben hulp van den wal verwacht. Deze
verwachting was niet naïef, het ging
immers om gelijkwaardige wapens als
waarvan de muiters gebruik konden
maken".
Mogelijkheid van succes bij eventueel
optreden bestond alleen onmiddeljjk na
het uitbreken van de muiterij, doch dit
werd toen opgehouden door het drama
van het langdurig laden der pistolen,
terwijl in de longroom geen koevoeten of
Engelsche sleutels plegen rond te zwerven.
Hoe weinig een aanval door de officieren
kans op succes zou hebben gehad, blijkt
uit de demping van de muiterij, waarbij
een bomaanval alleen onvoldoende werd
geacht.
Aan het slot van zijn pleidooi betoogt
de verdedediger, de officier van admini
stratie oer tweede klasse H. C. van 't Hoff,
ten aanzien van den beklaagde den luiten
ant ter zee der tweede klasse E. M.
Hornsveld, dat het schip nog niet onder
stoom was toen de vlet afvoer.
De heer Hornsveld wist slechts dat het
voorschip in donker was en de communi
catie met den wal verbroken. Hij was
geen getuige van andere strafbare han
delingen.
Beklaagde mag niet worden gestraft
terzake van een verkeerde keus zijner
handelingen, daar die keuze redelijk en
en gegrond was. Zelfs zou beklaagde
verantwoordelijk zijn geweest indien de
tocht met de vlet was mislukt.
Raadsman i3 er bitter over gestemd,
dat beklaagde zelfzucht en zelfbehoud
wordt toegeschreven.
Pleidooi voor baron De Vos
van Steenwijk.
Ten aanzien van den beklaagde den
luitenant ter zee der derde klasse A. N.
baron dé Vos van Steenwijk vangt de
raadsman Van 't Hoff aan met een be
spreking van het Aneta-interview, welke
bijna een half uur duurt. Hij qualificeert
dit interview al een journalistiek misbaksel
dat de zaak-De Vos van den aanvang af
heeft vertroebeld en een aanleiding
vormde voor een aantasting van de eer
van den mensch en den officier baron
De Vos van Steenwijk.
Raadsman zegt dat baron De Vos van
Steenwijk het niet liet voorkomen alsof
uit zijn initiatief het optreden van den
officier van den Marine Stoomvaart Dienst
Beets zou zijn voortgesproten. De scène
in de Radio-hut is door beklaagde juist
gekenschetst, in tegenstelling met de
verklaring van den luitenant ter zee dei-
derde klasse J. A. Agelink van Regtergem.
De beklaagde gaf blijk een slecht waar
nemer te zijn, zoodat het aannemelijk is
dat baron De Vos van Steenwijk van den
luitenant ter zee der tweede klasse D.
Dekker de order ontving tot verzameling
van de officieren in de longroom en geen
wapens te gebruiken.
De raadsman concludeert, dat beklaagde
baron De Vos van Steenwijk het schieten
alleen naliet uit een besef van militaire
gehoorzaamheid. Hij verzoekt den „zon
debok van een schandelijke perscampag
ne" te rehabiliteeren door vrijspraak,
hetgeen een goede en rechtvaardige daad
zou zijn.
Ten aanzien van den beklaagde den
luitenant ter zee der tweede klasse L. D.
de Kroon betoogt de raadsman, dat deze
niet handelde uit lijfsbehoud. Het sluiten
van de deur beteekende de mogelijkheid
tot verweer door de officieren. Beklaagde
voerdo loyaal uit wat de oudste wilde.
Verdere pleidooien.
Ten aanzien van den officier van den
Marine-Sloom vaart Dienst der tweede
klasse L. de Wilde zegt raadsman, dat
deze een voorbeeld is van het doordringen
van de lijdelijkheid der regeering tot de
officieren. Overigens is liet <ie groote
fout, dat beklaagde de muiterij niet uit
oen militair doch wel uit een menschelijk
standpunt zag, waarvoor beklaagdes niet-
"ïilitaire vorming, alsmede het feit dat
men niet kon verwachten dat een tech
nicus de leiding zou nemen, een veront
schuldiging is.
ren aanzien van den officier van den
Marine Stoom vaart Dieilst der tweede
Klasse C. M. W. van Balkom beantwoordt
raadsman uitsluitend de vraag of van
mklaagde individueel gewelddadig op
treden verwacht mocht worden, hetgeen
'aadsman ontkent, daar blijkens de ver-
u!"1'f«K®n van getuigen aansluiting van
de officieren beter was.
1 en aanzien van den officier van ge
zondheid der tweede klasse H. O. Bos,
oei oogt raadsman, dat vervolging van
een ol beier van gezondheid wegens het
niet uenien van offensief nimmer gegrond
Kan worden op rechtvaardigheid, billijk-
neul eu een juist inzicht in de positie
van een officier van gezondheid bij de
Koninklijke Marine, daar bem niet is
njgebracht waar zijn plicht als medicus
ophoudt en zijn plicht als officier begint.
Muiters zijn geen vogelvrije zeeroovers,
weswege zij de bescherming van den
Nederlandschen Staat niet verloren, wes
wege de menschlievende bepalingen van
liet Verdrag van Genéve toegepast moeten
worden.
Daar de nationale wetgeving den muiter,
als opstandeling gelijk stelt met den vijand
strafwetboek) moest beklaagde-
olllcier vuren, beklaagde-medicus achter
de kogel aanrennen ten behoeve van
medische hulp.
Het leiding nemen door een officier
van gezondheid is militair-rechterlijk on
juist, daar de luitenant ter zee der 2de
klasse Van Boven de leiding had.
Raadsman concludeert tot vrijspraak
van dezen beklaagde.
De laatste loodjes.
Nadat het commando over de Goebeng-
kazerne in den vroegen morgen was over
gedragen aan den luitenant ter zee der
2de klasse A. H. W. von Freytag Drabbe,
opent de president van den Krijgsraad,
de luitenant-kolonel van het korps Mari
niers, Dorren, te 9u.80 de, vermoedelijk
laatste zitting (uitgezonderd het uitspre
ken van de vonnissen) van den Zeekrijgs
raad.
Beklaagde de luitenant ter zee der 1ste
klasse W. E. J. Fels, die Zaterdag na
afloop van de zitting onmiddellijk naai
den ziekenboeg was gebracht wegens den
invloed welke de behandeling zijner zaak
op zijn nerveus gestel heeft gehad, woont
deze zitting bij gezeten op een langen
stoel, achter een drietal belangstellende
officieren.
De luitenant van het korps mariniers
Romswinckel verdedigt beklaagde den
luitenant ter zee der 2de klasse D. Dekker.
Hij geeft achtereenvolgens een beschou
wing over de persoonlijkheid, de wijze
van optreden en de militaire vorming
van beklaagde.
Ondanks de verwaarloozing van de
vorming in de praktijk streefde de heer
Dekker onbevreesd naar het einde van
de muiterij.
Het gedrag van den heer Dekker ge
tuigde niet van een houding tegen ge
weld, welke alleen werd opgemerkt door
den 19-jarigen Beets, doch niet gestaafd
werd door de feiten, zoodat pleiter con
cludeert dat de typeering van een on
militair karakter onjuist is. Ten rechte
moet worden gesproken van een onvol
doend geschoold militair karakter.
Beklaagde werd gelaakt wegens het ge
ven van zijn eerewoord aan de muiters om
niet te schieten. Dit is echter onjuist. De
heer Dekker sloot een „tijdelijken wapen
stilstand" ten behoeve van de onderhan
delingen meteen deputatie. Hij gaf dei
Verzekering, na een gelijke belofte van
den korporaal Boshart te hebben ontvan
gen, dat deze deputatie van muiters niets
zou overkomen, hetgeen een algemeen
krijgsgebruik is.
Raadsman betreurt het, dat zijn collega
verdediger Van 't Hoff den beklaagde
Dekker belastte ten bate van een anderen
officier (BaronDe Vos van Steenwijk)
Het optreden van den luitenant ter zee
der tweede klasse Dekker op de brug om
den koers te wijzigen, enz., alsmede het
openen van de waterdichte deuren, getui
gen van ten eerste een zucht om het schip
te behouden, ten tweede de waardigheid
van een officier.
Raadsman concludeert tot bet vellen
van een vonnis milder dan de eisch, in het
het bijzonder ten aanzien van de handha
ving in den militairen dienst.
De raadsman, de luitenant ter zee dei-
eerste klasse H. D. Lindner, verdedigt de
terechtstaande luitenants ter zee der derde
klasse, uitgezonderd Baron de Vos van
Steenwijk.
Hij betoogt, dat vanouds de luitenants
ter zee der derde klasse niet werden be
schouwd als volwaardige zee-offieieren.
Zelfs onthield men hun vóór 1915 gedu
rende twee jaar den titel van officier, on
der handhaving van de benaming adel
borst.
Raadsman constateert dat de muiterij
de militaire gehoorzaamheid niet beëin
digde, noch de normale verhouding tus-
schen meerdere en mindere, weshalve de
luitenants ter zee der derde klasse leiding
zochten en deze volgden, terwijl de ver
warring, welke ontstond, niet aan de jon
geren te wijten is.
De luitenants ter zee der derde klasse
dienden hun aanvoerder te volgen, het
geen geschiedde blijkens het nakomen van
de orders van den luitenant ter zee dei-
tweede klasse Van Boven, hetgeen blijkt
uit de verklaringen en door de feiten
wordt gestaafd.
Raadsman eindigt zijn pleidooi met aan
te dringen dat geen principieele veroor
deeling zal volgen, daar speciaal de jon
geren uit het proces hebben geleerd, dat
eindelijk het eeuwige geparlementeer is
beëindigd, zoodat de handhaving van de
tucht in de toekomst is verzekerd en het
niet noodig is een voorbeeld te stellen.
Om deze redenen verzoekt pleiter vrij
spraak.
De fiscaal bij den Zeekrijgsraad repli
ceert. Hii handhaaft de bedoeling van den
wetgever met artikel 143, als in zijn requi
sitoir is uiteengezet en aanvaardt niet de
critiek van den raadsman Van 't Hoff oo
een voltooid misdrijf, dat niettemin voort
duurt. Hii is van oordeel, dat het betoog
van den raadsman Lindner kant noch wal
raakt, daar dit enkel slaat op de straf-
positie.
Ten aanzien van de pleidooien, welke
voor de beklaagden afzonderlijk werden
gehouden, zegt de fiskaal o. a. het vol
gende:
Ten behoeve v>) den beklaagde den lui
tenant ter zee der eerste klasse Fels wer
den reeds verzachtende omstandigheden
in aanmerking genomen, daar het maxi
mum 18 jaar en de eisch 1 Mjaar is. Overi
gens kan niet alle schuld op de autotitei-
ten worden gelegd, daar de lieer Fels ont
slag had moeten vragen.
Ten aanzien van den beklaagde den lui
tenant ter zee der tweede klasse Horns
veld wordt op grond van diens verklarin
gen het hem toegeschreven totaal gebrek
aan kordaatheid gehandhaafd.
De fiscaal heldert een misverstand op
ten aanzien van den beklaagde den luite
nant ter zee derde klasse Baron de Vos
van Steenwijk, wiens min-sympathieke
houding ten processe niet blijkt uit ver
klaringen van zijn medebeklaagden, doch
uit verklaringen van beklaagde zelf.
Voorts wordt geconcludeerd, dat het mili
tair besef van beklaagde diens geweldda
dig optreden belette.
Ten aanzien van den beklaagde den of
ficier van gezondheid der tweede klasse
Bos, is de fiscaal van oordeel, dat een be
roep op de Conventie van Genève onjuist
is, daar deze conventie betrekking heeft
op het geval van oorlog tusschen de mo
gendheden, die het verdrag hebben geslo
ten, terwijl ten aanzien van de behande
ling van zieken het zwaarst weegt „onder
speciale bewaking handelen".
Een conflict medicus-officier was niet
aanwezig, daar beklaagde de officier van
gezondheid der tweede klasse Bos even
zeer zou hebben geschoten, indien hii per
soonlijk was aangevallen, zoodat ziin op
treden als officier noodig was, gevolgd
door zijn optreden als medicus zoodra rust
en orde zouden zijn hersteld.
De fiscaal spreekt niet over handhaving
van de door hem gestelde eischen, doch
zulks blijkt uit de verwerping van de door
de verdedigers aangevoerde argumenten.
MINISTER VERSCHUUR
ONDERSCHEIDEN.
Bij Kon. besluit van 20 dezer is be
noemd tot ridder in de Orde van den Nè-
derlandschen Leeuw mr. T. J. Verschuur,
oud-minister van Oeconomische Zaken, te
's-Gravenhage.
De „Maasbode" deelt nog mee, dat de
ministers van het kabinet-Colijn hun oud
collega de versierselen der orde hebben
aangeboden.
HET RAPPORT OVER DE ZAAK
ABRAHAMS. j
Men herinnert zich het geruchtmakend
geval over den Amsterdamschen wethou
der dr. Abrahams. Deze genoot als keu
rend arts van de liefdadigheidsvereeni-
ging „Trein 8.28" een toelage van 2000.
Naar aanleiding van critiek in de com
missie van bijstand voor de openbare ge
zondheid hierop uitgeoefend, liet de heer
Abrahams dit bedrag varen, waarna even
wel het salaris van mevrouw Abrahams-j-
Van der Reyden van 3000 op 5000 ver
hoogd werd.
Toen een en ander bekend werd, heeft
deze kwestie veel stof doen opwaaien. Bij
het publiek ontstond over deze betaalde
liefdadigheid verontwaardiging. Intus-;
schen trad wethouder Abrahams af als
raadslid en als lid der Provinciale Staten.
Een raadscommissie werd benoemd wel-
ke deze zaak zou onderzoeken. Deze isj
thans met haar rapport gereedgekomen;
zij meent, dat de gemeente, althans voors
hands, goed zal doen zich in verband met!
eventueele subsidieering te bepalen tot
den eisch maar anderzijds dien eisch
dan ook te stellen dat uit de statuten
der vereeniging duidelijk moet blijken, of
salarieering van bestuursleden, hetzij op
grond van hun werkzaamheden als zoo-i
danig, hetzij uit hoofde van speciaal vak-;
kundige werkzaamheden, tot de mogelijk-j
heden behoort, en dat daarnaast uit be-
grooting en/of rekening blijkt, dat zooda
nige salarieering tot de werkelijkheid be
hoort, zulks opdat het gemeentebestuur in
elk concreet geval kennis hiervan kunne
dragen en kunne overwegen, of de sala
rieering van bestuurderen van invloed be-i
hoort te zijn op de subsidieering der ver
eeniging door de gemeente.
Regeer! ngsbemoelïag.
Inmiddels hebben, naar de Haagschei
correspondent van „De Telegraaf" meldt,!
de verschillende vereenigingen, welke zich
belasten met dê uitzending en de verzor-j
ging van kinderen, van het departement
van Sociale Zaken een schrijven ontvan
gen, waarin er op gewezen wordt, dat de'
minister van meening is, dat de bestuur-1
ders van dergelijke vereenigingen geen'
bezoldiging behooren te genieten. 1
Het departement maakt den gesubsi-;
dieerden vereenigingen er opmerkzaam]
op, dat zij haar subsidies in de waag-]
schaal stellen, indien zij de bezoldigingen;
van de bestuurders handhaven.
Naar vernomen wordt is het departement,
voornemens dezen maatregel zoo toe te
passen, dat tegen een redelijke vergoe
ding van bepaalde onkosten geen bezwaar
zal worden gemaakt. Ieder geval zal daar
toe op zichzelf beoordeeld moeten worden.
BOLLENZONDAG.
Groote drukte alom.
Zondag was wel de echte Bollen-Zon-I
dag met alles op de velden volop uit en het
groote verkeer van bezoekers, dat er bij,
hoort.
Het weer was voortreffelijk, de velden:
vertoonden zich in hun volle pracht en
duizenden en duizenden hadden zich op
gemaakt om het bloemenfeest mee te vie
ren. Een feest was het in de letterlijke be-
teekenis van het woord en er heerschte in
de bollenstreek een vroolijkheid en opge
wektheid, die vooral in deze spreekwoor
delijk geworden ongunstige tijden dubbel;
weldadig aandeed.
Te Leiden was het reeds 's morgens
zeer druk, vooral in den omtrek van het!
station, waar de politie uitgebreide maat
regelen had genomen om het verkeer te
regelen. Reeds vroeg ook kwamen de au
tobussen van elders, vele dit keer uit het
buitenland.
Nog enkele dagen heeft men gelegen
heid van de bollenvelden te genieten, maar
de meeste bloemen zijn reeds zoover uitge
bloeid, dat het niet lang meer zal duren
of ook deze bloemenvreugde behoort weer,
tot het verleden. c
Nu zijn handige meialen zakdoosjes
verkrijgbaat mei 3 "AKKERTJES".
Voor Uw veslzak! Voor Uw laschje!
Allijd bij de hand om dadelijk le
kunnen gebruiken legen.- Hoofdpijn,
Kiespijn, Gevalle Kou, Griep, enz.
Di) zakdoosje Vost slechts 20 een!
De glazen buis mei 12 stuks 52 cent
{Omzetbelasting!
inbegrepen.'
9' H M
Ge kun! hieruit 4 x Uw zakdoosje vullen. De groote
verpakking >s dus veel voordeeliger in het Seb ruik.
Volgens recept van Apotheker Dumont
Ook te Noordwijk was de drukte over
weldigend. Reeds in den vroegen morgen
volgden volgeladen reeksen van groote
reiswagens uit alle deelen des lands elkaar
gestadig op, afgewisseld door auto's, au
tobussen en fietsen, terwijl wandelaars uit
overvolle trams zich met moeite daar tus-
schendoor bewogen.
ZWEEDSCH OORLOGSSCHIP.
Het Zweedsche oorlogsschip Oscar II
zal van 25 tot en met 27 Mei een niet
officieel bezoek aan Vlissingen brengen.
Stoomvaart Mij. Nederland.
Baarn, u., 21 April te Callao.
johan de Witt, u., 20 April v. Genua.
Simalo-er, t„ 23 April te Suez.
Kon. Holl. Lloyd.
Zaanland, 21 April v. A'dam.
ZeJandia, u„ 21 April v. Bahia.
plandria, t., 21 April v. Pernambuco.
Ludwi.gshafen, u„ pass. 21 April Vlissingen.
Montferland, t., 2.' April v. Montevideo.
Rotterdamsche Lloyd.
Kota Radja, 20 April te Makassar.
Sibajak, u., pass. 22 April Finisterre.
Kota Pinang, t., 21 April v. Marseille.
Poelau Tello, t„ pass. 19 April Gibraltar.
Baloeran, t„ 24 April te Marseille verw.
Dempo, u„ 23 April te Bilawan.
Garoet, u„ pass. 22 April Gibraltar.
Tndrapoera, u., 22 April v. Suez,
Kertosono, 22 April te R'dam.
Kota Agoeng, 23 April te Batavia.
Kota Baroe, u„ pass. 22 April Perim.
Kota Nopan, t., pass. 23 April Point de Galle.
Kota Tjandi, 22 April te R'dam.
Slamat, t., 22 April v. Sabang.
Kon. Paketv. Maatschappij.
Ombilin, 18 April v. Tamatave.
Van Rees, 25 April v. Sydney.
LEGERBERICHTEN.
Oefeningen in de stelling van Den Helder.
Het regiment kustartillerie zal dit jaar
oefeningen houden in enkele batterijen (met
bijbehoorendeposten en werkkamer) op het
kustfront in de stelling van Den Helder, waar
bij geoefend zal worden het bezetten, alsmede
ue vuurleiding en vuurregeüng, in samenwer
king met marine-vaartuigen en een detache
ment der verlichtingstroepen van het regiment
genietroepen uit Utrecht.
VERGADERING VAN DEN RAAD
DER GEMEENTE TEXEL.
Gehouden op Zaterdag 21 April 1934.
Voorzitter: de heer W. B. Oort.
Secretaris: de heer C. Jonker.
Tegenwoordig alle 13 leden.
Bij de opening der vergadering wijdt
de voorzitter woorden aan de nagedach
tenis van wijlen H. M. de Koningin
Moeder.
De agenda wordt aangevuld met punt
9a, „Verkoop van bouwterrein", waarna
de notulen van de vorige en voorlaatste
vergadering aan de orde worden gesteld,
welk na voorlezing onveranderd worden
vastgesteld.
Ingekomen Stukken.
Kasverificatie.
Het proces-verhaal van de op 22 Maart
j.1. gehouden kasverificatie ten kantore
van den gemeente-ontvanger.
LeerpHchtcornmissle.
Berichten van aanneming hunner be
noeming van de leden der Commissie tot
wering van schoolverzuim.
Gemelde stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
Onderwijs.
Een adres van het R.K. Kerkbestuur
te Den Burg, houdende het verzoek om
medewerking voor het maken van een
houten overkapping met tegelvloer op
het speelterrein van de onder zijn beheer
staande lagere school en het speelterrein
overigens met tegels te beleggen, waar
van de kosten worden begroot op 2000,
wordt om prae-advies gesteld in handen
van B. en W.
Begrooting Weeshuls.
De begrooting van het Algemeen Wees
huis voor liet jaar 1934 wordt ter visie
van onderzoek en rapport in handen ge
steld van een commissie, bestaande uit
de heeren Epe, Keijzer en Bruin.
Onderwijs.
Een adres van den heer B. T. Zonder
van, inhoudende, onder handhaving zij
ner sollicitatie voor hoofd der school te
De Cocksdorp, het verzoek hem als hoofd
hoofd der school te Oost over te plaatsen
naar die te De Cocksdorp.
De Voorzitter zegt, dat dit ver
zoek niet meer voor inwilliging vatbaar
is, omdat het eervol ontslag van den
heer Zondervan met 1 April is ingegaan.
Dei heer Kikkert bevreemdt het,
dat de benoeming van een hoofd voor de
school te De Cocksdorp niet op de agen
da vermeld staat, waarop de Voorzit
ter mededeelt, dat B. en W. met de
voordracht nog niet gereed zijn.
Aangezien het adres op 31 Maart is in
gekomen, is de heer Bruin van mee
ning, dat het alsnog in behandeling kan
worden genomen, wat de Voorzitter
bestrijdt.
De heer Bruin stelt voor den heer
Zondervan tot hoofd aan de school te
De Cocksdorp te benoemen, waartoe, naar
de V 00 r z i 11 e r zegt, de Raad niet be
voegd is, omdat een voordracht ont
breekt.
De heer De G r aa f vraagt waarom
de heer Bruin een dergelijk voorstel doet.
De heer Bruin zegt van den aan
vang af het gevoel te hebben gehad, dat
de heer Zondervan als het ware moest
worden weggewerkt. Spreker heeft nooit
contact gehad met den heer Zondervan,
die echter door tot het laatst op zijn post
te blijven, getoond heeft een hoogstaand
persoon te zijn. Laat daarom het Ge
meentebestuur van zijn dwaling terug
komen; het doet daarmede een goede
daad, ook ten opzichte van De Cocksdor-
perbevolking.
De Voorzitter brengt den heer
Bruin in herinnering hem in de verga
dering van B. en W. te hebben medege-
dedeeld, dat voor het Dagelijksch Bestuur
het openbaar lager onderwijs no. 1 is en
de heer Zondervan in de tweede plaats
komt. Van eenige achteruitstelling van
laatstgenoemde is geen sprake. Spr. her
haalt, dat het uitsluitend gaat om het
belang van de openbare school.
De heer Dogger: Als dat waar
was.
De Voorzitter: Geen insinuatie!
De heer Bruin citeert de waardee-
rende woorden door den Voorzitter ge
sproken bij den laatsten schooldag van
den heer Zondervan.
De heer De Graaf herinnert zich
de uitspraak van een zeer geacht oud
wethouder, „we nemen de beste uit de
besten"; de heer Zondervan is indertijd
benoemd, als zijnde de eenige sollicitant.
De heer Dogger trekt het in twijfel
of er geen andere beweegredenen zijn,
dan door den heer De Graaf genoemd:
van het oogenblik af, dat de kwestie aan
de orde is gekomen, is gezinspeeld op de
politieke richting van den heer Zonder
van, die trouwens niemand aangaat; bo
vendien is hij niet „rood"; is hij nooit
„rood" geweest; alleen hoopt spreker, dat
hÜ het worden zal.
De heer Bruin dient een motie in,
waarbij B. en W. worden uitgenoodigd
stappen te doen voor de indiening van
een voordracht, opdat de heer Zondervan
benoemd zal kunnn worden.
De heer Vlaming (wethouder) advi
seert ter wille van de consequenties tot
intrekking dezer motie, waartoe de heer
Bruin overgaat.
De heer Epe betreurt de trainee
ring van de benoeming van een hoofd
der school ten zeerste, waarbij de heer
Lap zich aansluit.
De heer Vlaming (wethouder) voegt
hieraan toe, dat ook B. en W. dit «ruiden
kunnen onderschrijven.
Arbeidsbemiddeling.
Het verslag van het agentschap der
arbeidsbemiddeling over het jaar 1933,
wordt voor kennisgeving aangenomen.
Ziekenverpleging.
Een adres van de drie plaatselijke zie
kenfondsen en drie artsen, houdende het
verzoek de contributie van de verple-
gingsfondsen voor rekening der gemeen
te te nemen van de gezinnen, die geacht
moeten worden niet meer in staat te zijn
deze contributie op te brengen.
De Voorzitter stelt voor het ander
in handen te stellen van B. en W. om
prae-advies; evenwel zullen B. en W. er
prijs op stellen als leden van den Raad
reeds thans van hun meening zouden wil
len doen blijken.
De heer De Graaf geeft zijn voll®
instemming, als de ziekenfondsen met
gemeentelijke bijdragen in de gelegen
heid worden gesteld in de noodige ver
pleging van zieken te voorzien. Het ia
eenmaal noodzakelijk; wordt deze rich
ting niet ingeslagen, dan komen de kos
ten via het Algemeen Armbestuur toctt
ten laste van de Gemeente.
De heer K e y z e r onderscibrjjft bet
gesprókene door den heer De Graaf.
Het gesprokene doet den lieer Dog
ger veel genoegen. Het is spreker be
kend, dat juist de armsten de duurste le
den der fondsen zijn; wordt het verzoek
niet ingewilligd, dan zouden de kosten
der gemeente, in plaats van 2.500.—
'sjaars, wel eens 10.000.— per jaar
kunnen heloopen; spreker wijst op een'
patiënt, die het fonds 578.'— gekost
heeft.
De heer Lap zegt niets onder te doen'
voor de waardeering voor hen, die on
machtig zjjn tot betaling; spr. voorziet
echter, dat de aanneming van het voor
stel voor de gemeente grootere finan-
eieele gevolgen zal hebben dan noodzake
lijk is, omdat het hek van den dam'
raakt.
Den heer Epe komt het voor, dat de
Diaconiën meer konden helpen, wat den
heer Dogger doet opmerken, dat
deze instellingen zich niet geheel onbe
tuigd laten.
Den heer L e b e r komt het voor, dat,
nu de fondsbesturen zeggen tot royeering
te moeten overgaan, als contributiebeta-
ling achterwege blijft, het aanbeveling
verdient in voorkomende gevallen de
premie van gemeentewege, 11a overleg met
die besturen, te betalen.
Conform het voorstel A-an den Voorzit
ter wordt besloten.
Vervolgonderwijs.
Aan den heer P. B. Ritéco en de dames
J. W. Dros en M. Brouwer wordt wegens
opheffing eervol ontslag verleend uit
hunne betrekking bij het openhaar ver
volgonderwijs.
Ontslag onderwijzeres.
Aan mej. A. van Ooyen wordt op haai*
verzoek eervol ontslag verleend als on
derwijzeres aan de O.L. school te De
Cocksdorp met ingang van den datum
door B. en W. te bepalen.
Sehoolartsendienst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aan
genomen de voordracht van B. en W. tot
wijziging van de gemeenschappelijke re
geling tusschen de gemeenten Den Hel
der, Texel, Anna Paulowna, Wieringen en
Callantsoog, betreffende het geneeskun
dig schooltoezicht, zoodanig, dat verhaal
van pensioensbijdragen op den schoolarts
mogelijk wordt.
Marktgelden,
Ter ondervanging van de klachten van!
de zijde van de Texelsche Middenstand-
vereeniging stellen B. en W. voor de
marktgelden wegens het in gebruik nemen
van gemeentegrond, door niet-ingezetenen
per kalenderkwartaal te heffen en het
recht te bepalen op 1.25 per m3 met een'
minimum van 7.50, met dien verstande
dat het recht de helft zal bedragen, wan
neer de éigenaar der goederen een ver
tegenwoordiger heeft, die ingezetene den
gemeente is en die goederen of soortge
lijke pleegt te verkoopen.
Deze gewijzigde voordracht wordt zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Grondverhtirfng.
B. en W. stellen voor aan den heer J.
Bonne een perceel weiland, groot 0.77.101
ha te De Koog voor 60."— per jaar, voon
twee jaar als weiland te verhuren, met
dien verstande, dat tegen pondspondsge
wijze vermindering van de pacht, overi
gens zonder schadeloosstelling de over
eenkomst zoowel voor het geheele perceel
als voor gedeelten ontbonden kan worden.
Na een opmerking van den heer D
Graaf. 1
Verkoop van grondf,
B. en W. stellen voor aan den heer Jb,
Huisman te Nieuwendam een perceel
grond, groot pl.m. 400 m2, gelegen aan het
Kamerwegje te De Koog te verkoopen:
voor 600.onder voorwaarde, dat daar
op binnen een jaar een woning moet wor
den gebouwd, waarvan de bouwkosten ten'
minste 3300.bedragen.
Naar B. en W. mededeelen, geschiedt
de verkoop in het vertrouwen dat doof
Ged. St. de vereischte toestemming zal
worden gegeven tot het verleenen eene*
bouwvergunning.
De voordracht wordt zonder stemming
aangenomen.
Bij monde van den Voorzitter deelen BI»
en W. mede, dat juist voor de vergadering
van den heer E. Vlessing q.q. het verzoek
is binnengekomen om hem voor 652.5$
te verkoopen een perceel bouwterrein
groot pl.m. 435 m3, gelegen annex h
vorengenoemde. 1
B. en W. stellen voor tot den verkoop
over te gaan onder de bijzondere bepaling
dat op den grond een woning moet wor
den gebouwd, waarvan de Bouwkosten ten'
minste 3300.bedragen en zoo lang dit
woonhuis niet gebouwd is, het gekochte
niet anders gebruikt mag worden dan als
weiland of tuingrond.
Wegaanleg te De Koog;
B. en W. vragen een crediet vaff
1250.voor het afheinen van een 15 ma
ter breeden weg te voorzien van een tegrf
trottoir, over de gemeente gronden te Bé
Koog, verbindende den Koogerweg me?
den Minister Ruysweg, met de bedoeling
den weg later te vei Veeden overeenkom
stig het ontwerp-uitbreidingsplan tot een1
brink.
Na diverse opmerkingen wordt beslo
ten eerst overleg te plegen met den direc
teur der gemeentewerken.
Strandexploitatie-
B. en W. vragen den Raad goed te keu
ren, dat door hen voor den tijd van drift
jaren overeenkomsten worden aangwgaan'
met den eigenaar van het badhotel wi dft
heeren P. W. Daalder en C. Kok, omtrent!
het exploiteeren van strandtenten op het
zeestrand bij De Koog.