VAN WILLIGEN
Rad
aaio'programma
ï;rKl«rdasrK"te° n°* "m 00
Van links en rechts'
GEMENGD NIEUWS
Het spellingsprobleem
«d »a*rr mee ™rdiend
Pe t role u m-gastoestel
ÏO UUR KOKEN van 1 Liter
petroleum
roet
reuk
walm
pomp
brandgevaar
Onverwachte bliksem.
Dood door schuld.
Ongeluk op een
onbewaakten overweg.
lieg te SoesSberg H Bt, i'?„'V"ar""dee'
/-uit zi-jarige collena w
uit Maastricht. Even vóór d?Dircke
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 3 MEI 1934
den vorigeu avond als prooi van een jon-
SKS ÖToude MM. di.
niet meer in staat zijn met su"'^de
3tr»d tegen ander wild aan te binden,
door honger gedreven, den menscli aa -
vallen. De bevolking durft «ch des «rond»
dan ook niet meer alleen op straat te be
geven.
door
J. HENDRIX.
II.
In ons vorige artikel hebben ^^ach"
ten uiteen te zetten, 't verschil tusschen
taal en spelling, zoodat we nu
zijn aan de vraag: Hoe moet de spelling
ZUl)e ontwerper van 'n spelling zal na
tuurlijk van 'n aantal principes moeten
uitgaan en aangezien lui beoogt in tekens
af te beelden de klanken, die gesproken
moeteitwordèit, kom, iedere ontwerp.,
vöiizcif tot deze eerste refrel. 1
De letterteekens moeten beantwoorde
aan de klanken van dgesproken taaLIn
z'n consequentie is deze
regel zonder
eeiügel,uUtHvi'din£"onhoudbaar. Niet ieder
apSl de klanken op dezelfde wo» utt.
'n Liburger, 'n Brabander, n Zeeuw en
noemt u verder maar andere dialectspre-
k^s hebben voor dezelfde klinkers en
medeklinkers 'n afwijkende uitspraak
Vandaar dat men deze regel uitgebreid
heeft met de toevoeging, dat de teekens
moeten beantwoorden aan de klanken, die
we in 't „Algemeen Beschaafd hooien, de
taal, die algemeen in boek, tijdschrift en
krant gebruikt wordt en die op de scholen
wordt onderwezen.
Is 't echter mogelijk, altijd de klanken
door 'n letterteeken af te beelden? 't Is in
derdaad mogelijk, maar niet met de 2b Let
terteekens, die ons alfabet heeft. De k van
bak en de k van bakboord verschillen: de
eerste is veel scherper dan de tweede, die
overeenkomt met de g van t fra. garcon,
de ee vqn been verschilt van de meer 1-
achtige klank van beer. 'n Uitbreiding van
't aantal letterteekens zou dus vereischt
zijn om alle klanken zoo zuiver mogelijk
weer te geven, wat om practische redenen
niet wenschelük is. Bovendien heeft de
practijk geleerd, dat 't ook niet behoeft.
'n Verzuchting, die men tegenwoordig,
vooral in de laatste dagen wel eens hoort
is: „Als we allemaal maar mochten schrij
ven, zooals we spreken, zouden we van al
't gezeur af zijn", is op grond van 't in de
vorige alinea betoogde, onlogisch. Ook nog
om 'n andere reden, die we willen duide
lijk maken met 'n eenvoudig voorbeeld. Er
zijn mensehen, die bii 't maken van instru
mentale muziek, nog nooit geziene mu
ziekstukken bii 'n eerste kennismaking
vlot kunnen spelen. Lezen zij noot voor
noot van t' blad af? Neen, ze nemen heele
groepen van noten in zich op en spelen
die. Slaat iemand anders de muziek voor
een pianist om, dan speelt deze laatste
door, terwijl 't blad wordt gekeerd, waar
reeds 'n begin mee gemaakt werd, voor de
pianist de laatste regel had beëindigd. Bij
't lezen is 't evenzoo. U herinnert zich
misschien, hoe uw leeraar of onderwijzer
onder 't voorlezen telkens de klas inkeek
en toch doorpraatte. Ook hü had in z'n
bewustzijn 'n voorstelling van heele groe
pen teekens, die voor hem aanwijzingen
waren voor de klanken die hij moest uiten
en daardoor „las" hij voort, zonder de
teekens te zien. 'n Aardige proef hiervan
kunt u zelf nemen, door van iemand, die
voorleest de te lezen bladzijde plotseling
te bedekken en hij zal nog eenige w oorden
verder lezen. Dit vlotte lezen zou onmoge
lijk zijn, wanneer de woorden in hun ver
schillende posities verschillend werden
gespeld. Daarom schrijft men niet hat,
moet, voetsel, bet, maar had, moed, voed
sel, bed, aangezien deze woorden 'n d ook
in uitspraak vertoonen in de vormen
hadden, moedig, voeden, bedden.
Hetzelfde woord of woorddeel stellen
we zooveel mogelijk voor door dezelfde
letterteekens.
Deze principes zijn tot nu toe door de
gebruikte spellingsystemen aanvaard,
maar daarnaast heeft de spelling De Vries
en Te Winkel, die nu ongeveer zeventig
jaar in gebruik is, nog enkele, waarvan
we er een moeten bespreken, omdat tegen
deze 't meeste verzet is gekomen.
De professoren De Vries en Te Winkel
oordeelden 't noodig om in de spelling
vast. te leggen 'n herinnering aan 'n vroe
gere uitspraak. De meeste klanken, die we
in de tegenwoordige uitspraak hooren, zijn
in 'n vroegere periode geheel anders ge
weest. W anneer we de vorm van sommige
woorden in 'n vroegere periode nagaan,
dan zien we, dat de ee teruggaat op 'n
tweeklank of op 'n enkele klinker, de oo
eveneens. Hoewel deze klanken in onze
tijd en al eerder geen verschil in uitspraak
vertoonden, handhaafden deze spelling-
ontwerpers dit verschil in de spelling: de
uit tweeklanken ontstane ee en oo werden
in open lettergroepen door 'n dubbel, de
uit klinkers ontstane door 'n enkel letter-
teeken aangeduid. Als gevolg daarvan
schrijft men leven, eten, steken, genomen
bode, maar loonen, genooten (znw.), broo-
den, breeder, steenen enz. Door deze
grondregel zijn we ook gelukkig gemaakt
met de niet uitgesproken ch in mensch,
visch, barsoh. Deze ch moet als 'n onnoo-
dig versiersel worden aangewend, omdat
daar vroeger n k heeft gestaan. Behalve
de hier aangehaalde voorbeelden zijn er
nog meer te noemen, die 'n spelling heb
ben, die voorgeschreven is door 'n vroegere
toestand van 't woord, 't Onlogische van
deze spelling blijkt, wanneer we 't verge
lijken met de woning, waarin u woont, en
waarvan de deur uw naambordje te zien
geeft. Gaat u verhuizen, dan wordt het
naambordje verwijderd, of laat u 't aan de
l n herinnering aan uw vroe-
nial Vh. fl.zo" te mal zÜn, maar zoo
ki»„i 111 onze ^Hing. De twee-
dé kuit de Cn 00 zUn ontstaan,
de k. uit mensch, enz. zijn niet eens ver-
naamiiórdlp reed.?. ,a"e *er ziele, maar hun
n Ander bezwaar tegen deze regel is
nttl J memand de geschiedenis van
tlSi \°°rden kent en zeker niet de niet-
taalgdeerden. De etymologie, de weten
schap die zich bezighoudt met de ontw ik-
noJn^h,,edeniS der woorden. staat
-5 a i van Problemen. Van vele
woorden is de herkomst onbekend of on
zeker en van de woorden, waar men ze
wel van weet, is ze aan 't groote publiek
in elk geval onbekend. En wie moeten de
spelling gebruiken, alleen de taalgeleer
den, die een zeer te w aardeeren, maar toch
'n betrekkelijke kennis hebben van de ge
schiedenis der woorden, of 't volk? t Ant
woord op deze vraag is niet twijfelachtig.
Uit de onderzoekingen van Dr. Beckering
Vinckers is ook later gebleken, dat De
Vries en Te Winkel hier en daar zich in
de herkomst der woorden hebben vergist.
't Gevolg is dan ook geweest, dat deze
spelling geleerd is door 'n in 't hoofd zet
ten van onbegrepen regels en 'n zeer
groot aantal oefeningen. Op de lagere
school en ook op de middelbare scholen
(hoewel daar gelukkig in mindere mate)
zijn vele uren besteed, we mogen gerust
zeggen verknoeid aan t aanleeren van de
„geleerde" spelling, uren, die veel nuttiger
hadden besteed kunnen worden aan ge
zond moedertaalonderwijs. En wat is 't re
sultaat van al die uren arbeid? Dat de
minder begaafde leerlingen, zoo gauw ze
na 't verlaten der school niet meer met
dictees en oefeningen geplaagd worden,
die overbodige ballast in de kortst moge
lijke tijd vergeten en de in dit opzicht
meer begaafde toch nog telkens naar 'n
woordenboek moeten grijpen uit vrees an
ders „fouten" te schrijven.
Wat de tot nu toe officieele spelling De
Vries en Te Winkel niet als grondregel
heeft gegeven, stellen we nu als eisch: De
spelling moet practisch zijn, in korte tijd
te Ieeren en zoo logisch samengesteld, dat
even nadenken 't geheugen te hulp kan
komen. Weg dus met de overbodige ch,
weg met 't oo- en ee-teeken in open letter
grepen, weg met de verschillende spel
lingen van de toonlooze klinker. Deze
eischen zijn reeds ongeveer veertig jaar
geleden gesteld door de „Vereniging tot
vereenvoudiging van onze spelling" nadat
Dr. R. A. Kollewiin in 1891 zijn gerucht
makend artikel „Onze moeilike spelling"
had gepubliceerd. Al die jaren heeft deze
vereeniging gestreden voor de vereenvou
digde spelling en 't volk laten zien in boek,
tijdschrift en krant, dat 'n eenvoudiger,
logischer spelling mogelijk en noodig was.
En wat heeft ze bereikt? Dat de schare
vereenvoudigers hoe langer hoe grooter
geworden is, dat 't volk is gaan inzien,
dat de categorie van vereenvoudigers,
waartoe geleerden van naam, knappe za
kenlui, politici, kortom vooraanstaande
personen op allerlei gebied, behoorden,
niet, omdat ze „te lui waren om de spel
ling te leeren". Maar niet heeft de Ver
eeniging 'n groote groote groep van tegen
standers kunnen genezen van de waan,
dat die nieuwe spelling „zoo leelijk" was.
Laten we ons dat verwijt eens indenken.
Wat kan er leelijk zijn aan 'n spelling?
Waarom is „eten' loten, huis" mooi en
„heren, boten, kuis" leelijk of nog duide
lijker: waarom is poten (werkw.) met één
o, wezen (werkw.) met één e en de bijwoor
den trots, vergeefs, schaars, rechts, links,
enz. mooi en poten (znw.) en de bijv.
naamw. trots, vergeefs, schaars, rechts,
links leelijker, dan wanneer men ze resp.
met twee o's twee e's of seh had geschre
ven?
De kwestie mooi of leelijk heeft met
spelling niets te maken, 't Bezwaar, dat
men met dit verwijt eigenlijk bedoelt, is:
„Deze spelling is me zoo vreemd" en dat
bezwaar is volkomen juist, 't Is vreemd,
net zoo vreemd ais wanneer de mode in de
kleeding plotseling verandert, 'n Lange
japon, als de korte nog mode is, 'n groote
hoed, als de kleine gedragen wordt, 'n
heerenjas met hooge revers, als de lage
nog in trek zijn, 't is allemaal vreemd.
Maar worden deze nieuwigheden eenmaal
gedragen, dan is men er al zoo gauw aan
gewend, dat men niet meer naar de nu
ouderwetsche terugverlangt, 't Is 'n kwes-
tei van wennen.
Ook 'n andere spelling moet wennen.
In t begin levert 't schrijven, zelfs 't lezen
moeilijkheden op. Na eenige tijd merkt
men t niet meer. De romanschrijvers, die
in de vereenvoudigde spelling schrijven,
hebben er geen last van, dat hun boeken,
c oor de „leelijke spelling minder gelezen
gorden, t Groote aantal drukken, dat A.
M de Jong's „Meriintje G ijzen" beleefde
is daarvan wel 'n bewijs.
In hoeverre spellingverandering, i. c.
vereenvoudiging invloed op de taal kan
hebben, hopen we in 'n volgend artikel
aan de orde te stellen.
(Wordt vervolgd).
WAT VAN BELANG KAN ZIJN TE
WETEN BIJ DE INVULLING VAN
HET AANGIFTEBILJET VOOR
INKOMSTEN- EN VERMOGENS
BELASTING.
III
(Vervolg.)
Is de uitoefening van een beroep of be-
diqf aan een bepaald gedeelte van het
jaar gebonden of vindt zjj om andere
redenen met tusschenpoozen plaats, het
geen het geval is o.a. bij.
seizoen bed rij ven.
dan is de datum 1 Mei in zoo verre door
den wetgever uitgeschakeld, dat deze be
dienen die vóór 1 Mei zijn uitgeoefend,
ais een op 1 Mei nog bestaande bron van
inkomen worden aangemerkt, indien zij
H zijn 8estaakt- De omstan-
igneid dat dus bijv, een pensionhouder
n L f°e? op 1 Mei niet uitoefent, doet
ploft a. \zooIang hij' het niet definitief
heeft gestaakt.
Van meer belang is de afwijkende re
geling voor
°p zichzelf staande werkzaam
heden (biljet A vraag 24, biljet B
vraag 37).
Hieromtrent bepaalt art. 18 der wet, dat
de regels, welke voor de gewone bron
nen van inkomen gelden, hierbij buiten
?aTSlgH b!yv,en- doch dat telkens be-
wo,rdt de !n efgeloopen kalender
jaar daarmede verkregen opbrengst
Schattingen over het komende belasting
jaar, als we hierboven leerden kennen ko
men h.er dus niet bij te pas; op Mef geefi
men aan wat men in het daaraan voor
nfet nn 1 Mo- werkzaamheden al dan
niet op 1 Mei verricht worden, doet niet
terzake, evenmin of men ze nog weer
zal verrichten. g
Als zoodanige werkzaamheden gelden
nu de inkomsten welke men naast zijn
hoofdberoep of -bedrijf trekt uit het ge
ven van privaatlessen, het houden van
een kostganger, het bijhouden van boeken,
het zijn van executeur-testamentair, het
agentschap van een verzekeringsmij. het
verrichten van schrijfwerk, e.d.
Op 1 Mei 1934 moet dus aangegeven
worden, wat deze werkzaamheden netto in
het kalenderjaar 1933 hebben opgeleverd,
onverschillig of men deze op 1 Mei 1934
nog verricht. Begint men in Jan. 1934 met
het geven van privaatlessen, dan behoeft
daarvan bij de aangifte op 1 Mei 1934 nog
geen melding gemaakt te worden. Wat in
1934 hiermee verdiend wordt, wordt op 1
Mei 1935 aangegeven, ook als men na
Nov. 1934 geen privaatlessen meer gaf,
noch vooreerst zal geven.
Had men vroeger een kostganger bijv.
tot 1 April 1933 en schafte men sindsdien
deze bijverdiensten voorgoed af, dan moet
men thans bij de aangifte op 1 Mei 1934
nog aangeven wat men netto aan dezen
kostganger verdiende van 1 Jan. 1933
1 April 1933.
Een derde uitzondering den door
sneebelastingbetaler wordt het voorzeker
niet te gemakkelijk gemaakt behelst
de
afwijkende regeling voor tan
tièmes e.d.
Aandeelen in de opbrengst van een be
drijf of beroep, dat niet door den bel.-
plichtige zelve wordt uitgeoefend, wor
den beschouwd als baten van het kalen
derjaar, waarin hun bedrag wordt vastge
steld, aldus leert art. 13 lid 2 der wet. De
tantièmes, dividenden, omzetprovisies e.d.,
welke in 1933 zijn vastgesteld, wor
den dus beschouwd als baten van het
kalenderjaar 1933 en moeten alzoo bij de
aangifte op 1 Mei 1934 in aanmerking
komen. Alleen op het jaar van vaststel
ling komt het aan; het jaar waarin deze
baten inbaar werden of het jaar, waarin
zy eigenlijk verdiend werden, spelen geen
rol. Had men de bron, waaruit deze winst-
aandeelen voortvloeien, op 1 Mei 1934
nog geen vol kalenderjaar, dan moet men
deze baten schatten evenals andere inkom
sten van nieuwe bronnen.
Tantièmes, die niet jaarlijks, doch tel
kens over een meer-jarig tijdvak worden
vastgesteld, beschouwt men als opbrengst
van één kalenderj'aar, n.1. dat waarin het
bedrag is vastgesteld.
Aangifte van interim-dividend, en in
terimtantième moet op dezelfde wijze ge
schieden als van het gewone dividend of
tantième.
Tenslotte kennen we nog een afwijken
de regel voor
op 1 Mei tijdelijk onbelegde
gelden en gelden a deposito (bil
jet A vraag 20 g; biljet B vraag
33 g).
De jaarlijksche zuivere opbrengst van
tijdelijk niet belegde gelden wordt, aldus
art. 16, bepaald naar de wijze waarop zij
zullen worden belegd of indien aan de
gelden nog geen bestemming is gegeven,
op 4 pet. berekend. Is men gewoon 1000
contant in huis te hebben, dan behoeft
men hiervan geen opbrengst aan te geven,
immers dat is geen tijdelijk onbelegd geld,
doch geld dat niet bestemd is belegd te
worden. Hieronder vallen dan ook alleen
de op 1 Mei aanwezige gelden, die voor
korten tijd onbelegd zijn. Is de toekom
stige beleggingswijze op 1 Mei reeds be
kend, dan komt deze bekende jaarlijksche
opbrengst der gelden in aanmerking; is
dit op 1 Mei nog niet bekend, dan wordt5"
aangenomen, dat de jaarlijksche op
brengst 4 pet. zal zijn. Heeft men dus op
1 Mei 1934 10.000 contant thuis liggen
en heeft men het voornemen dit te beleg
gen in 5 pet, pandbrieven, dan moet men
daarvan 500, opbrengst aangeven; weet
men op dien datum nog niet hoe dit geld
te beleggen, dan moet 400 als opbrengst
vermeld worden, 't Zelfde geldt voor gel
den a deposito, die men tijdelijk met de
bedoeling deze bjj de eerste de beste ge
legenheid te beleggen, bij de Bank ge
deponeerd heeft. Draagt de plaatsing a
deposito daarentegen een meer blijvend
karakter, bijv. ingeval men doorloopend
een som gelds beschikbaar wil hebben,
dan zijn deze gelden belegd en komt de
jaarlijksche deposito-rente als opbrengst
in aanmerking.
Wij zullen thans nog enkele toelichtin
gen geven inzake de berekening van de
aan te geven zuivere opbrengst van de
diverse groepen van bronnen van inko
men, zooals die op het aangifte-biljet voor
komen. Het biljet vangt aan met de
zuivere opbrengst van onder
neming en arbeid (biljet A, vraag
18; biljet B, vraag 31).
Onder de letters a tot en met i worden
diverse soorten van deze opbrengst opge
somd. Men geeft aan de zuivere op
brengst welke de bron „onderneming en
arbeid" over het tijdvak hetwelk in aan
merking komt (welk tijdvak genomen
moet worden, bespraken wij hierboven)
heeft opgeleverd. Als algemeene regel
geldt, dat men tot de zuivere (aan te
geven) opbrengst geraakt door van de
bruto opbrengst de kosten tot verwerving,
inning en behoud der opbrengst en de op
de opbrengst rustende lasten af te trek
ken.
Als zoodanig komen in aanmerking de
kosten noodig voor de uitoefening van
het beroep of bedrijf of rechtstreeks daar
toe betrekking hebbende, met inbegrip
van de kosten van onderhoud, verschul
digde renten en belastingen, die op het
beroep of bedrijf drukken en de afschrij
vingen op de voor de uitoefening van het
beroep of bedrijf gebruikt wordende
zaken. Het is niet doenlijk om in een kort
bestek deze algemeene regels nader te be
lichten. De kosten moeten door bet be
roep of bedryf naar zijn aard worden
meegebracht. Bijv. de kosten van
een rijwiel voor iemand die ver van zijn
kantoor woont, zijn geen beroepskosten,
omdat dit kosten zijn van persoonlijken
aard, m.a.w. niet gemaakt moeten worden
door een ieder, welke ook zijn bijzon
dere omstandigheden zijn, die dat beroep
naar behooren wil uitoefenen.
Voor aftrek komen o.a. w 1 in aanmer
king:
personeele belasting verschuldigd voor
bedrijf sobjecten;
rijwielbelasting wegens bedrljfsfietsen;
kost en inwoning van meerderjarige
(iiet minderjarige) in bet beroep of be
drijf meewerkende kinderen;
meerdere kosten wegens verplichte
uniformkleeding;
contributie voor de vakvereeniging;
aanschaffingskosten van (c.q. afschrij
ving op) vaklitteratuur;
verhuiskosten voor een overgeplaatst
a ambtenaar;
i autokosten voor zooveel gemaakt in de
uitoefening van beroep of bedrijf;
verplichte pensioenstortingen.
Daarentegen komen niet voor aftrek
in aanmerking o.a.:
inkomsten- en vermogensbelasting;
personeele belasting (behalve van be
drijf sobjecten);
afschrijvingen op zaken die niet in de
uitoefening van het beroep of bedrijf ge
bezigd worden (bijv. niet op woonhuis, wel
op winkel);
verbouwingskosten van een bedrjjfs-
VRIJDAG 4 MEI.
Hilversum, 301 M.
8.00 VARA, 12.00 AVRO, 4.00 VARA, 8.00
VPRO, 11.0012.00 VARA.
8.00 Gramofoonpl.
8 30 Orgelspel C. Stevn.
9.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding VPRO.
20.15 P. J. Kers: Onze keuken.
10.45 Gramofoonpl.
11.00 Causerie Dr. H. B. Wiardi Beekman.
11 20 Viool-recital H. v. d. Lijn.
11.50 Gramofoonpl.
12.00 Gramofoonpl.
12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest en gramo-
foonmuziek.
2.30 Causerie mevr. I. de Leeuw-Van Rees.
3 00 Gramofoonpl.
4.00 Orgelspel J. Jong.
4-30 Voor de scholen.
500 VARA-orkest o.t.v. H. de Groot.
5 45 Zang M. Nabarro.
6.05 De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst.
6.30 Vervolg zang.
6.45 Vervolg orkestconcert
7-30 H. J. v. Braambeek: Het economisch ver
zet.
7-50 Gramofoonpl.
8.00 Reportage u. h. Tehuis „Nieuw Veldzicht",
o.a. toespraak door Ds. F. H. G. Iterson.
900 Prof. Dr. J. Lindeboom: Het Vrijzinnig
Protestantisme in ons volk.
9-3Q Gramofoonpl.
10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau.
;o.o5 Vaz Dias.
10.15 Causerie H. Rutters.
10.45 Gramofoonpl.
11.00 Gevarieerd concert.
i
Huizen,. 1875 M.
Algemeen programma, verzorgd door den
KRO.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonpl.
11.30 Voor zieken en ouden van dagen.
12.15 Gramofoonpl.
1230 Sextetconcert en Gramofoonpl.
2.00 Orgelconcert m.m.v. sopraan.
3.15 Gramofoonpl., Declamatie en Zangreci
tal.
5-00 Causerie.
5.20 Schlagermuziek en causerie
7.P5 Lezing.
7.35 Gramofoonpl.
7-50 Orkestconcert m.m.v. piano-solm.
8.30 Vaz Dias.
8.35 Causerie.
8.50 Vervolg concert.
0.40 Lezing.
9-55 Koorconcer't.
;o,io Gramofoonpl.
ro.30 Vaz Dias.
10.35 Koorconcert.
to.5012.0G Gramofoonnuiziek.
ZATERDAG 5 MEI.
Hilversum, 301 M.
i
VAR A-uitzending.
8.00 Gramofoonpl.
9.00 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Voor Arb. in de Continubedr.: G. Steyn
(orgel), Hetty Beek (declamatie) en gramo
foonpl.
12.00 Klein VARA-ensemble o.l.v. F. Bakets
gramofoonpl.
2.00 Zen der verzorging.
2.15 De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst.
3.00 Causerie Dr. W. v. Ravesteyn (met gr.pl.)
3.50 Residentie-orkest o.l.v. Dr. P. v. Anrooy.
4.3O Fimpraatje M. Sluyser.
4.50 Vervolg orlcestconcert.
5.40 Literaire causerie J. v. d. Woude.
6.05 „De Wielewaal" o.l.v. P. Tiggers.
6,30 Gramofoonpl.
7.00 VRO.
8.00 Herhaling SOS-berichten.
8.03 Gramofoonpl.
8.20 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot.
9.00 Toespraak J. W. Lebon.
9.15 Vervolg orkestconcert.
10.00 Vaz Dias en VARA-varia.
?o.iS Vervolg orkestconcert.
n.00 Gramofoonmtiziek.
Huizen, 1875 M.
KRO-programma.
3.00—9.15 en 10.00 Gramofoonpl.
11.30 Godsd. halfuur.
12.15 Schlagermuziek en gramofoonpl.
2.00 Voor de jeugd.
2.30 Kinderuur.
4.00 Gramofoonpl.
4.30 HTRO.
5 30 V.L.R.A..
7.15 Causerie.
7.40 Schlagermuziek.
8.30 Vaz Dias.
8.35 Voordracht.
8.55 Gramofoonpl.
9.05 Omroeporkest en RadiotoonceL
10.15 Voordracht.
TO.30 Vaz Dias.
ro.35 Orkestconcert.
i'i.oo12.00 Gramofoonmuziek. - -
pand (hierop kan wel worden afgeschre
ven);
kosten van hulp in de huishouding als
de vrouw in het bedrijf mee helpt;
kosten van geneeskundige behande
ling;
studiekosten voor het verwerven van
een nieuwe akte;
uitgaven na aankoop, verbetering, stich
ting of verandering van bedrijfsgebouwen
of gronden;
uitgaven voor de vorming van een
reservefonds.
(Wordt vervolgd).
Binnenland
TEGEN EEN BOOM GEBOTST.
Op den Dordtschen straatweg onder
Rijsoord is de 30-jarige W. Lindstra uit
de Tuindersstraat te Rotterdam met zijn
motorfiets tegen een boom gebotst. Met
een gebroken linkerarm, een snijwond
aan de linkerhand, een verbrijzelden vin
ger aan die hand, inwendige kneuzingen
en een gekneusd rechterbeen is hjj in het
ziekenhuis aan den Coolsingel opgenomen.
VERDRONKEN.
Dinsdagavond is de 12-jarige G. K. bij
bet visehjesvangen in de Nieuwe Haven
te Schiedam gevallen. De jongen ver
dween onmiddellijk in de diepte en is na
ruim tien minuten opgehaald. Hoewel
eenigen tijd kunstmatige ademhaling is
toegepast, bleken de levensgeesten reeds
te zijn geweken.
DOOR DE TRAM DOODGEREDEN.
De 70-jarige Ph. Witmond van den Boe
zemsingel te Rotterdam is op dien singel
onder een motorwagen van lijn 18 geraakt.
Zwaar gewond is hij naar het ziekenhuis
aan den Coolsingel vervoerd, waar hij
Dinsdagavond aan de gevolgen is over
leden.
DOOR EEN AUTO OVERREDEN
EN GEDOOD.
Op den Catharijnesingel ter hoogte van
de Nioolaas Beetstraat te Utrecht is Dins
dagmiddag de 50-jarige L. met zijn fiets
in botsing gekomen met een anderen wiel
rijder. L. viel daardoor, waarbij hij vlak
voor een zeswielige vrachtauto van de
firma J. terecht kwam. Hij werd door dien
auto overreden en op slag gedood.
Een arbeider gedood.
Te Trivières in Henegouwen is Dins
dagmiddag, hoewel geen donderwolken
van den hemel zichtbaar waren, geheel
onverwachts de bliksem op drie plaatsen
ingeslagen. Een der bliksemschichten
kwam terecht te midden van een groep
arbeiders. Len der arbeiders werd op slag
gedood. Twee paarden werden door het
hemelvuur omvergeworpen en kregen
lichte brandwonden.
Dinsdag heeft het Gerechtshof te Am
sterdam bet vonnis der rechtbank be
vestigd, waarbij de 33-jarige koopman D.
B. wegens het veroorzaken van zwaar
lichamelijk letsel den dood tengevolge
hebbend, werd veroordeeld tot 14 dagen
hechtenis met ontzegging van de be
voegdheid tot het besturen van een mo-
torrjjtnig voor den tijd van één jaar
Op 18 Juli 1933 vond op de kruisin»
Spaarnwouderweg—Sloterdljk een bot
sing plaats tusschen een auto, bestuurd
dooi- verdachte, die uit de richting van
Sloten kwam en een motorrijwiel waar
op twee personen waren gezeten Het
motorrijwiel reed tegen het achteimortiei
van den auto; de berijder en de duonas
sagmr Zfln jonge eph(genootJe ™opa^
tegen den weg geslingerd. Ze werden bei"
ernstigada|Cj7i"<'ï ,d' 2
n,.™ rt daarna overleed De
procureur-generaal mr. A baron van n!
nnxma thoe Sloten had Ha"
trnis geëiseht me? InhJkktn?^ 'hlï
Ulbewijs voor den-tijd van drie Zandt
J^aa"iag!aV°nd reed de 21-jarige mili-
eien-mecanicien van nnli-
'"'et de Korte Kade ,1 tL?,U"J"0,or-
de richting naar J Botterdam In
M m 21-jarige "««i?!
den Terbregsehe'i eg b'j
3 Mei. Het Franscb is eea DuitSC(j
dialect.
Dit is om maar met de deur in huis U'
vallen, bet nieuwste wetenschappelijk,
dogma.
Of zoo heelemaal nieuw is het óók wee*
niet. Al elf jaar geleden verscheen, „aan
de kenner van de Fransehe literatuur Mr
Martin J. Premsela in de N.R.C. vertelt"
bjj den Folkwang-Verlag in Hagen, ee»
werk van Ernst l uhrmann, getiteld*
„Die Französische Sprache, ein deut*
scher Dialekt".
En laat ons nu eens allen v rooi ijk zyns
„Lièvre" (haas) komt niet van 't Latijnscb,
„lepus", maar van bet Duitsoh Laufer
d.L Hardlooper.
„Loup" (wolf) mag nog zooveel met uin
dere Komaansche woorden overeenstem.,
men, toch is bet Duitsch „Lauf", want d«
wolf is de hardlooper (dus blijkbaar ookj
de baas) bij uitnemendheid.
„Fromage" (kaas) komt niet van Lat.
„formaticum", maar van af-rabm, d.i,
„afrooming" van de melk.
„Echanger" (uitwisselen) komt niet
van Lat. ex-cambire, maar uit bet Duitsch
aus Schaak, d.i. bet wederzljdscbe schetn
ken. (Het is dus duidelijk, dat een Aus.
schank of café een gelegenheid is, waar
men elkaar rondjes geeft).
„Edifice" (gebouw) heeft niets te ma*
ken met Lat. aedificium. Welnee! Het
komt van bet Duitsch Stif Steif. Iets
zoo op eikaar zetten, dat bet stijf wordt,
„Egravillonner" (de wortels schoonma.
ken van een te verplanten gewas), letter*
lijk: ontdoen van „gravier",, zand, kiezel.
Belachelijk! Het komt van ausgraben.
„Naitre", geboren worden, komt niet
van Lat. nascere, maar komt vanné,
geboren z ij n, én dat beteekent: n e u.
Wanneer men dit alles weet, zal bet
wel niemand verbazen, dat volgens deu
beer Fuhrmann „Mignon" een verbaste*
ring is van „min Jung", mijn lieveling.
Als geboren speculant (dit is afgeleid!
van speculaas, een typische Sinterklaas-
lekkernij, ni.a.w. iemand die verzot L op
surprises of verrassingen) ben ik altijd!
dol geweest op etymologische napluizin*
gen. Ik heb dan ook het wetenschappe-
llike spoor van bovengenoemden Fuhr*
mann gevolgd en nog verscheidene an*
dere bewijzen voor zijn stelling gevon*
den, waarmede hij zijn voordeel kan doen:
Om met de „wetenschap" zelf te begin
nen, iedereen voelt dat het Fransehe
woord daarvoor science een ver*
bastering is van het Duitsche schaft,
verkorting van Wissenschaft In het
Fransch is „wissen" verdonkermaand;
geen wonder, bij zoo'n plagiaat. In het
bijvoegelijk naamwoord s c i e n t i f i-
que vindt men het echter plotseling
weer terug; fique en wissen is namelijk
hetzelfde, dat merkt men aan de i.
E s t a ni i n e t, kroeg beteekent niets
anders dan E s s d a (later geworden Iss
da), Mina. Uit het feit dat deze aan
moediging noodig is, blijkt reeds, it
men met een tweede-rangs gelegenheio te
doen heeft. Hetzelfde „ess" vindt men
overigens in e s t o m a c. de m a o
(„Magen") die bet Essen verteert.
Om nog even bij het eten te blijven,
wie rneenen mocht dat het Duitsclio
Frase van het Fransehe phrase
komt, heeft het heelemaal bli het ver
keerde eind. Phrase komt van
f ressen, datgene waaraan iemand:
(hier: een spreker) zich te buiten gaat.
Even weinig Fransch is h a b i t (kleeding-
stuk). Het is afgeleid van haben, dat
gene wat men aan heeft, evenals
machine is ontleend aan machen,
want een machine is een toestel dat iets
maak t.
Dat 1 a n g u e, taal, afgeleid zou zijn
van 1 i n g u a, is ai een even groote ver
gissing. Langue komt natuurlijk vau
Duitsch v e r 1 a ng e n, het verlangen na-
melijk 0111 zich in woorden te uiten.
Misère is niets anders dan de toe
stand waarin iemand zich bevindt wien
het mies gaat. „Mies" is namelijk plat
Duitsch voor leelijk, slecht.
Over het woord e s p a c e tenslotte,
dat zooals men weet „ruimte" beteekent,
ware een heele verhandeling te schrij*
ven. Weinigen zullen op de gedachte ge-<
komen zijn, dat e s p a c e het Duitsclio
woord S p a s z is. „Spasz" (espace) geeft
namelijk den grooten afstand of ruimte
aan, die er bestaat tusschen ernst en luim.
Hij die zou willen ontkennen, dat luim en.'
ernst inderdaad ontzaglijk ver uit elkaar
liggen, moet na het boek van den heer
Fuhrmann maar eens een wetenschappe*
llik werk lezen!
van den bestuurder te veel op dezen auto
geconcentreerd, waardoor hij niet zag, dat
de overwegboomen gesloten waren. Do
overwegwachter, die de motorfiets met
groote snelheid zag naderen, heeft, om
een ongeluk te voorkomen, de boomen
weer haastig opgelicht, maar de motoM
fiets is nog net tegen het ijzerwerk van
den eersten boom gereden. De beide jon-<
gemannen vielen en bleven bewusteloos
liggen. Toevallig passeerde juist dr. Do
Jong uit Zevenhuizen. Hij heeft de eer
ste hulp verleend. Buis bleek een zwaro
hersenschudding en enkele schaafwonden
te hebben opgeloopen. Dircke had een
zware hoofdwond. Beiden zijn in het zie-
kenhuis aan den Coolsingel opgenomen.
Buitenland
DE BOM UNTER DEN LINDEN.
Een gerechtelijk naspeL
De 30,000 mark, uitgeloofd voor de
ontdekking van dengene, die vier weken
geleden te Berlijn Unter den Linden een
oom had geworpen, zijn een 23-jarig be-
.1 oner van de hoofdstad, met name Her-
mann Richter, noodlottig geworden. Hij
vervoegde zich bjj de politie en deed er
en verhaal over een „terreurtroep", wie.r
r hq beschuldigde de bom te hebben
geworpen. Die leider zou het gemunt
o Rtd,ad °P het leven van de minis-
Su?g en Goebbels. Uit het onder-
rimL .f101'3- dat Richter zijn bewe-
tihnna inf en duim had gezogen. Ht) i»
en' ririi ne£en maanden gevangenisstraf
veroordeeld^ VedieS van burgerreC