moeders zorgen
Het Menu
•T JUTTERTJE
PAG. 3
Zondag:
ZATERDAG 2 JUNI 1934
Hoe zij werkt en waakt,
altijd in de weer - nooit rustl
Zn blijven gelooven in het goede, dat
zjj jn de harten hunner kinderen hebben
gezaaid
door
TINE BREEBAART.
Zijn moeders voeten wel ooit lan
ger dan slechts een zeer korte spanne
tjjds in rust?
Wordt er wel eens over nagedacht
welk een grooten afstand zij per dag
aflegt.
Is het wel te verwonderen, dat die
voeten des avonds moede en pijnlijk
zijn? Vol verlangen wordt uitgezien
naar het rustige avonduurtje, wanneer
weliswaar de verstelmand opgehoopt
met kousen of waschreparaties wacht,
maar dan volgt tenminste een rusttijd.
Altijd in de weer, bezig met een of
ander werkje voor het gezin, zóó ken
nen wij de meeste moeders!
Haar groote liefde voor hare kinde
ren doet haar echter wel eens teveel
eigen rust over het hoofd zien. Het be
gint reeds met het kleine wiegekindj6
en alle zorgen om zijn welzijn, deze
vragen menigen voetstap.
Zij is de aangewezen persoon om het
kleine hulpelooze wichtje te verzorgen,
te baden, te voeden, te kleeden. Zij leidt
de eerste schreden, zijn spel, gaat met
hem uit en als een trouwe zorg waakt
zij over zijn gansche' bestaan, vraagt
zich nooit af of het soms niet t e veel
is wat zij doet.
Vele moeders wenschen de kleintjes
wel eens grooter, omdat zij zooveel
werk geven, dat de verzorging hare
physieke krachten te boven gaat, maar
wanneer de kinderen ouder zijn,
dan zien die moeders zelve in, dat
iedere leeftijd zijn lief, maar óók zijn
zijn leed geeft.
Dit laatste in dien zin bedoeld, dat
iedere leeftijd zijn eigen moeiten met
zich brengt, en zoolang als wij, moeders
leven, en al worden onze kinderen zelfs
reeds ouder, dan nog blijven de moei
lijkheden, die zij, reeds op eigen be€-
nen staande, ondervinden, ons zoo ter
harte gaan.
Men zegt wel eens, als de kinderen
maar eerst naar school gaan, dan wordt
het gemakkelijker. Ook dit is niet het
geval, want het kind weet, dat hij, met
al zijn zorgen en kleine verdrietighe
den bij moeder kan komen en dat een
enkel bemoedigend woord van haar
kant veel leed kan opheffen.
Trouwens, hoevelen hebben geen
moeite met hun lessen en kunnen
slechts met moeite mee.
Vele moeders zijn echter gedeeltelijk
„Ik meende, dat u zei, dat uw paard
het eerste aankwam?"
„Dat was onjuist. Mijn paard was
het eerste, dat ingespannen werd!"
zelve de schuld, dat zij altijd zoo in de
weer zijn, omdat zij de kinderen, groo
ter geworden zijnde, niet leeren zelf
aan te pakken.
Het gaat vaak zooveel vlugger als
moeder het zelf doet en hierin ligt juist
de fout. Kinderen zijn kleine egoïsten
en wennen er zoo aan, hun moeder als
altijd dienende geest voor hen heen en
weer te zien draven.
Slechts zelden zullen zij uit zich zelf
iets doen; daarom is het noodig, de kin-
ren vroeg allerlei kleine werkjes op te
dragen, die verricht moeten worden,
niet alleen als ze zelf zin hebben, doch
eenvoudig omdat het een opgelegde
taak is.
Hoevele nachten zijn er niet, die de
oververmoeide moeder slapeloos door
brengt, niet alleen omdat de moede
voeten haar uit den slaap houden, doch
door de drukkende zorgen, die de tij
den met zich mede brengen.
Zorgen om de opgroeiende kinderen,
die zij al het mooie en ware, dat in haar
ziel was, meegegeven heeft op hun
levensweg, door woord en daad, maar
die het leven veelal zóó verbittert door
het „zwarte spook" der werkloosheid.
De wil om te werken is aanwezig,
doch waar is de uitkomst te vinden en
hoe vaak gebeurt het niet, dat in jonge
menschen gedachten gewekt worden
door het gedwongen nietsdoen en het
gezelschap waar zij onwillekeurig ver
zeild raken, die zij van huis uit niet
meekregen.
De trippelende kleine voetjes, geleid
door moeders zorgen, worden eenmaal
voeten van mannen en vrouwen, die
stevig in het leven dienen te staan.
Zeker is, dat de gedachte aan de
leidster dezer wankele schreden en de
groote, dienende liefde, die van haar
uit ging, haar kinderen op eigen
beenen staande zal behoeden, ook in
deze tijden van ellende en druk, voor
verkeerde dingen.
Vrees is een slechte geleidster en
daarom willen wij, moeders, ook al lijkt
de toekomst wel eens donker en som
ber, blijven gelooven aan het goede,
dat wij in de harten onzer kinderen
hebben gezaaid.
van deze week.
Groentensoep.
Wiener Schnitzel met roerei.
Doperwten en aardappelen.
Aardbeien met slagroom.
Maandag:
Vleesch in schelpen.
Runder rollade.
Stoofsla.
Aardappelen.
Dinsdag:
Koud vleesch.
Peultjes.
Aardappelen.
Gevulde chocolade-pudding.
Woensdag:
Karbonade.
Bloemkool.
Aardappelen.
Eiergelei.
Donderdag:
Bloemkoolsoep.
Asperge-schotel
met aard. purée.
Sla van komkommer en tomaten.
Vrijdag:
Warme kaaskoek.
Ge-toofde tomaten en spaghetti.
Vruchtensla.
Zaterdag:
Gebakken lever met spek.
Spinazie.
Aardappelen.
Rabarber.
Wiener schnitzel met roerei.
5 kalfslapjes, 5 augurkjes, 1 ei, pa
neermeel, boter, 4 eieren, 4 lepels melk,
zout, gehakte peterselie, 5 sneetjes oud
brood.
De kalfslapjes worden geklopt en ge
zouten, daarna gepaneerd door het ge
klopte ei en paneermeel en in de warm
gemaakte boter in de braadpan
zachtjes mooi bruin en gaar gebakken.
Voor de roereieren kloppen we 4
eieren met 4 lepels melk, peterselie en
zout, smelten de boter, liefst in een
hoog pannetje, doen hierbij de geklopte
eieren, steeds roerende, totdat de massa
geleiachtig is. Men lette vooral op, dat
de massa niet droog en brokkelig
wordt; daarna nemen we de pan van
het vuur en roosteren het brood, waar
na elk sneetje brood in tweeën wordt
gesneden.
Op een verwarmden schotel worden de
kalfslapjes gelegd; op elk lapje komt
een waaiervormig gesneden augurkje,
terwijl rondom het vleesch de stukjes
toast en het roerei gerangschikt wor
den.
Jus wórdt apart opgediend.
Lunchschoteltjes.
I en II.
8 tomaten, 1 beker vol fijne brood
kruim, 2 eetlepels boter, zout, peper,
kerry.
De tomaten worden eenige oogenblik-
ken in kokend water gelegd en daarna
van het buitenste vlies ontdaan. Daarna
worden ze voorzichtig in plakken ge
sneden.
Een niet te hoog vuurvast schoteltje
wordt met boter ingevet en laag om
laag gevuld met tomaten, waarover
peper, zout en kerry wordt gestrooid
en broodkruim. Op de bovenste laag
wordt twee eetlepels gesmolten boter
gegoten, waarna de schotel een half
uur in den oven geplaatst wordt of af
gedekt op een kleine gaspit, liefst op
een asbest plaatje.
Warm opdienen.
II.
Gebakken tomaten zijn een zeer
vlug te bereiden 12 uur schoteltje, dat
bij de meesten zeer in den smaak valt.
We fruiten een groote, gesnipperde
ui met boter, doch zóó dat deze niet
bruin, doch wel gaar wordt. Daarna
leggen we de plakken tomaten op de
uien met zout en peper, desgewenscht
ook kerry, en laten ze zachtjes gaar
smoren met een deksel op de koekepan.
Desgewenscht kan men óp de tomaten
voorzichtig eenige eieren breken, en
deze als spiegel-eieren mee bakken.
Gevulde chocolade-pudding.
1 liter melk, 50 gr. poederchoeolade,
125 gr. suiker, 10 blaadjes gelatine
(witte), 50 gr. sunmaid rozijnen, 50 gr.
gepelde okkernoten, 1 dl. slagroom, 4
eiwitten.
De okkernoten, die we gepeld in cel-
lophaanzakjes kunnen koopen, welke
ongeveer 100 gram inhouden, worden
gehakt, doch niet te fijn, terwijl de ro
zijnen even opgeweld worden in zoo
weinig mogelijk water, daarna op een
zeef gedaan om het aanhangende water
te laten uitlekken. De gelatine in ruim
koud water weeken.
We mengen vervolgens suiker en
chocolade in een kom dooreen en ma
ken er een dik papje van; de rest van
de melk brengen we aan de kook en
gieten de kokende melk bij de aange
maakte chocolade en suiker, gieten al
les even terug in de pan en laten het
weer opkoken, totdat de suiker g e-
h e e 1 is opgelost. De pan wordt van
het vuur genomen en de geweekte goed
uitgeknepen gelatine erdoor geroerd,
waarna we de massa laten afkoelen en
van tijd tot tijd roeren om het zakken
van de gelatine te voorkomen. Wordt
de pudding drillerig, in den regel eerst
na eenige uren, dan worden de zeer
stijf geklopte eiwitten erdoor geroerd,
en de rozijnen en noten. Alles wordt
overgegoten in een met koud water
omgespoelden vorm. Koud en stijf laten
worden en garneeren met slagroom.
De eierdooiers gebruiken we voor de
pudding van Woensdag.
Eiergelei.
Sap van 2 citroenen en 1 sinaasappel,
100 gr. suiker, h liter water, 4 eier
dooiers, 1 blaadjes witte gelatine.
De halve liter water wordt aan de
kook gebracht met de suiker, totdat ze
geheel opgelost is. Een dun afgesneden
citroenschilletje kunnen we mee koken,
waaraan echter geen wit mag blijven
zitten en dat we verwijderen, nadat de
suiker is opgelost.
De eierdooiers worden flink schunnig
geklopt en druppelsgewijze bij het
water gevoegd, steeds goed roerende,
waarna de pan op een asbestplaatje op
het gas wordt gezet en de massa wordt
vervolgens nog eens opgekookt. We
blijven gedurende de tijd, dat de eieren
op het gas staan flink kloppen, om te
voorkomen, dat de eieren schiften.
Daarna wordt de pan van het vuur
genomen; de geweekte en uitgeknepen
gelatine in de eiermassa oplossen; het
gezeefde vruchtensap toevoegen.
Gelei af laten koelen en van tijd tot
tijd roeren om het zakken van de ge
latine te voorkomen, daarna als de
massa drillerig wordt overbrengen in
kleine met koud water omgespoelde
vormpjes of in één groote vorm.
Asperge-schotel.
1 kg asperges, 1 eigeel, 30 gr. boter,
25 gr. bloem, noot, zout, 1 dl. room,
harde eieren, gesmolten boter.
De asperges worden geschild en de
harde onderdeelen afgesneden, daarna
bij bosjes bijeengebonden en in licht
gezouten water gaar gekookt. Van de
boter, bloem en li dl, aspergewater
wordt een sausje gemaakt, dat eenige
minuten moet doorkoken en dat we ai-
maken met het geklopte dooier en d6
room. Van 1 kg gekookte en gemalen
aardappelen hebben we met melk en
boter "een luchtige purée gemaakt, die
we flink opkloppen met de garde, ter
wijl de eieren hard gekookt, gepeld en
gehalveerd worden.
De asperges worden op een ver
warmden schotel gelegd en overgoten
met de dikke gebonden saus, terwijl d6
aardappelpuree er als een rand om
heen gelegd wordt, evenzoo de gehal
veerde eieren met het geel naar boven
en even in den rand gedrukt worden.
Warme kaaskoek,
50 gr. boter, 70 gr. bloem, 250 gr. ge*
raspt6 kaas, 4 eieren.
We smelten de boter en strooien
hierin de gezeefde bloem en de ge
raspte (oude) kaas, waarna we alles op
een zacht vuur tot een geheel laten
vormen, dat we van het vuur nemen
en even af laten koelen. Eén voor één
worden nu de dooiers door de massa
geklopt en het volgende niet eerder bij
gevoegd, alvorens we het voorgaande
geheel en al vermengd hebben. Naar-j
mate de dooiers langer geklopt worden,
zal het geheel luchtiger worden; het
laatst worden de zeer stijf geklopte ei
witten erdoor vermengd en de massa
overgebracht in een met boter be
smeerde warme puddingvorm of klein
hooikistpannetje; de pan wordt iffet d6
deksel afgesloten en daarna één uur in
een pan kokend water gekookt. Het
water moet steeds ongeveer 1 a 2 cm
onder den rand van den vorm blijven
en zoonoodig bijgevuld worden.
Gebakben lever met spek.
500 gr. lever, 150 gr. mager pekeD
spek of bacon, 50 gr. delfrite is 1 blokje
50 gr. boter, peterselie (gehakte), ci
troensap, bloem, peper en zout.
De lever wordt in plakken gesneden
van 1 vinger dik en het spek dun of
machinaal gesneden. Bacon is minder
vet, doch ook duurder in prijs. In een
koekepan wordt 1 blokje delfrite ge
smolten en warm gemaakt; intusschen
worden de plakken lever met fijn zout
en peper bestrooid en om en om door
bloem gehaald; daarna aan beide zijden
bruin bakken. Boter bijvoegen, waarna
we alles zachtjes met een deksel op de
pan gaar smoren; het gas komt nu heel
laag en desgewenscht doen we er nog
een 1 kopje water bij. Even voor de
lever gaar is, wordt het spek uitgebra
den, waarna de lever op een verwarm
de schotel wordt gelegd met het uitge
bakken spek er boven op. Over de laag
spek strooien we peterselie en druppe
len we citroensap.
i