Gratis kampeeren op Texel. PAG. 6 ZATERDAG 2 JUNI 1934 'T JUTTERTJE MARIE LEYS, TONIE SINNIGE, LIENTJE VAN LOPIK, T1NY DOL, DINA WISMEYER, ANNIE JANSEN, CATRIENTJE LAAN, DEDI DE VROOME, GEERTJE PUTTING, GRETHA MEBIUS, SIENTJE NIEUWDORP, ANNIE WALBOOM, KLAAS BLOKKER, WILLUM HAVEN, CORNELIS WISSE, JAN KOOYMAN, TOON TROOST, BRAM STAALMAN, ANDRÉ GUNTHERT, TEUNIS v. WILLIGEN, DIRK v. WIERINGEN, PIET v. HORIK, HARM LEYEN, HENDRIK KLITSIE, Noordeinde 11 b, Middenvliet 7, v. Limburg Stirumstraat 16, Jan in 't Veltstraat 71 Begoniastraat 46, Beukenkampstraat 1 I v. Galenstraat 58, v. Hogendorpstraat 24, Brouwerstraat 19, v. Limburg Stirumstraat 10, Ankerpark 6, Beukenkampstraat 36, Oosterstraat 3, Zandvaart, West Frieschedijk G. 66, Boerhaavestraat 66, Binnenhaven 5, Koningstraat 33, KI. Duitstraat 35, Middenstraat 69, Gravenstraat 79, Binnenhaven 90, Cronjéstraat 30, Rotterdam. Julianadorp. Den Helder. Haarlem. Hallum (Fr.) Breezand. Schagen. Den Helder. Beste jongens en meisjes! De slag is gevallen, de namen van de vriendjes en vriendinnetjes, die mee gaan kampeeren, vindt je op deze pa gina. Wat vind ik het jammer, dat ik zoovelen van jullie moet teleurstellen en daarbij nog zooveel van m'n meest trouwe vriendinnetjes, heusch, ik heb gewikt en gewogen, geschift en nog eens geschift, totdat ik geen tijd meer had en beslissen moest en die beslis sing vindt je hiernaast. Misschien kunnen we volgend jaar, bii gezond heid, een grootscher plan uitvoeren, en dan zijn jullie het eerst aan de beutr, die nu teleurgesteld moesten worden. Misschien ook organiseer ik dezen winter iets, waarbij dan ook de vriend jes en vrendinnetjes, die nu niet mee gaan, het eerst profiteeren, want jullie namen bewaar ik goed. Het boek is deze week gewonnen door: MAARTJE STAALMAN, Binnenhaven 3. Nellie Boot, De Waal (T.). Jullie vermaken je best op Texel, Nellie, als ik dat lees kom je nog bijna tijd tekort om te eten en te slapen. Hiernaast vindt je de namen van de jongens en meisjes, die ieder vier dagen aan jullie tafel zullen zitten. Ik had er eigenlijk nog de por tretten bij moeten zetten, hè, «dan kon je zien of- het blondjes of zwartjes, dikke of magere vriendjes en vriendinnetjes zijn. Nu ,ik denk, dat het een soort hutspot wordt, van alles wat. Maar dat jullie pret zullen hebben, geloof ik vast, en daar gaat het toch maar om. Marie Leys, Rotterdam. Fijn, hè, dat je meegaat, Marie. 't Is juist wel leuk, dat het allemaal vreemden voor je zijn, want dan kan je je bij allemaal aansluiten en je zal zien hoe gemakkelijk dat gaat. Met luilak is er nu niet veel drukte meer, hoor. Vorige jaren was ik altijd om drie uur al wakker van de herrie en nu heb ik zoo goed als niets gehoord. Ja, ja, Den Helder wordt wat netjes. Antje Holdorp, 't Wordt een beetje ver velend om het nog eens te schrijven, Antje, maar als je antwoord van me wilt hebben, en dat geldt voor alle vriendjes en vriendinnetjes, dan zal je me ook wat moeten schrijven, waar ik op antwoorden kan, want m'n jongste jon getje kan wel goed uit z'n duim zuigen, maar dat ben ik verleerd, hoor. Gretha Mebius. Ja, je vader heeft z'n be lofte gehouden, hoor, Gretha en heeft me voor de telefoon geroepen. Ik heb je briefje van de vorige week bepaald verkeerd begrepen, want ik dacht beslist, dat je het biljet niet had in gestuurd, maar het was toch binnengekomen en niet zonder resultaat, zooals je hiernaast ziet. Jannie Rezelman. Alleen eigengemaakte versjes neem ik op, Jannie. Vorige week maak te een lezeres me er op attent, dat ik er inge vlogen was, met dat versje van „Zonnetje". Dat was voor de radio gezongen door het Avro kinderkoor en een van de vriendinnetjes had het, met haar naam onderteekend, inge zonden. Dat is leelijk. Time Wullems. Jammer, hè, Tinie, dat je er niet bjj bent. Ik had je graag mee willen nemen, hoor, maar je zal moeten wachten tot een volgende gelegenheid. Je zal evengoed wel een prettige vacantie hebben, denk ik, want met de groote vacantie ben je natuurlijk allang over de teleurstelling heen Christina Beekma. Ik heb lang geaarzeld voor ik jouw biljet op zij heb gelegd, Christina, maar ik meende tenslotte, dat er anderen wa ren, die meer recht hadden en toen ben je uit gevallen, al maak je natuurlijk nog een kans als er een of meer zijn, die niet meekunnen. Jan Goutier. Dat is geen pretje. Jan, in bed liggen, met een gipsverband om je heen. Hoe kan jje nu ook een ijzeren bak op je been laten vallen, daar behoort hij toch niet, je mag liever een reep chocola in je mond laten vallen. Ik hoop, dat je dat voetbalbeen weer gauw ge bruiken kunt en dat je weer mee kan ravotten me tde jongens in jullie straat. Ida de Boer. Ach nee, Ida, ik heb de krant maar niet vroeger gestuurd vandaag, misschien was het beter geweest als ze heelemaal niet Nu, daar staan ze, de namen van de 12 meisjes en 12 jongens, die in Augustus mee zullen gaan met den kampeertocht naar Texel. Het heeft me heel wat overweging gekost, voor ik de gelukkigen gekozen had, vooral bij de meisjes was het moeilijk, omdat er meer dan twaalf trouwe raadselvrieH- dinnetjes waren die graag mee wilden. Ik moest dus wikken en wegen wie het zouden zijn en heb gemeend de twaalf trouwste volgelingen te hebben geko zen. Bij de jongens was het gemakke lijker. Eerst heb ik uit de ingekomen biljetten de raadselvriendjes gehaald, dat waren er acht, de overige invulbil- jetten heb ik toen genummerd en een gelijk aantal lootjes gemaakt. Een van de dames van kantoor heeft toen vier nummertjes getrokken en toen was ook daar het twaalftal vol. De tocht voor de meisjes is nu vast gesteld, met het oog op de schoolvacan- ties, van 6 tot en met 9 Augustus, voor de jongens een week later, van 13 tot en met 16 Augustus. En nu moet ik de jongens en meisjes, wier namen hier onder staan, nog iets vragen. De moge lijkheid betaat n.L, dat een of meerdere van jullie, door een of andere oorzaak niet mee kunnen, 't Zou b.v. kunnen zijn dat je met vader of moeder uit gaat, omdat vader zijn vacantie pre cies in dien tijd heeft of dat Je neefjes of nichtjes over zou krijgen, waardoor je thuis zou moeten blijven. Ik noem maar iets, er kan natuurlijk ook een oorzaak van ziekte zijn, wat ik niet hoop. Maar wat dan ook, zoodra je weet dat je niet meekan, moet je me dat direct melden. Je vader of je moeder of jezelf komt dat even op kantoor zeg gen. Knoop dat dus goed in je oor, want voor een open gevallen plaats zijn er nog tientallen liefhebbers(sters), waar van ik de namen op kantoor heb. Als er dus een van de 24 uitvalt komt een van m'n vriendjes of vriendinnetjes, die ik nu teleur moet stellen, aan de beurt. Heusch, geloof me, het spijt me meer dan ik jullie zeggen kan, dat ik je niet allemaal kan laten gaan, maar dat wordt te kostbaar en het zou ook een te groote groep worden. Maar jullie namen bewaar ik trouw en bij de eerste de beste verrassing zijn jullie het eerst aan de beurt. De Heldersche jongens en meisjes die meegaan, zal ik over twee weken vertellen wie de leidsters en leiders zijn zijn en dan zal ik jullie eens op kan toor uitnoodigen om kennis te komen maken, dan ben je straks voor elkaar en voor je leiders geen vreemden. Het spreekt vanzelf dat je, als je gaat kam peeren, wel een en ander mee moet nemen, maar dat vertel ik nog wel tegen den tijd dat de tocht aanvangt. Je zal b.v. één of twee dekens mee moeten nemen en een emaille bord en kroes, een tafelmes en misschien nog een kleinigheidje, maar nogmaals, dat vertel ik jullie aan het eind van Juli nog wel eens. En nu de namen: gekomen was, want dat had jou een teleurstel ling bespaard. Ik wilde, dat ik twintig meisjes mee had kunnen nemen, dan was jij er zeker bij geweest en nu moest je wijken voor een ander. Jammer, hè, 't spijt mij ook heusch. Ik had je graag meegenomen. Tiny Dol. Gefeliciteerd, Tini, jij mag mee. Fijn, hè? Of ik het naar vind, dat Holland ver loren heeft? Nee, je zal het misschien gek vin den, maar ik vind het veel akeliger, dat ik niet alle meisjes mee kan nemen naar Texel. Geertje Putting. Jij bent er ook bi], Geertje, en ik geloof wel, dat de leidsters van jou geen last zullen hebben, trouwens, ik denk wel van geen van de kinderen, want je bent natuurlijk allemaal in een veel te goede stemming om knorrig te kijken. Denk jij ook niet? Annie Wiersma. Bij een goed rijm behoort ook een zeker rhythme, Annie, en dat ontbrak bij jouw rijmpje. Je ziet wel, dat dat rijmen niet eens zoo gemakkelijk is. Je kan beter een taartje opeten. Lieny v. Lopik. Jij bent er bij, Lieny, hoera, t is wel jammer, dat je vriendinnetje. Ida, nu niet meegaat, hè, maar ja, je kan niet alles krijgen zooals je het hebben wilt. Marietje Elsendoorn. Wat had ik jou ook graag mee willen nemen, Marietje, maar heusch het ging niet. 't Is nu toch fijn, dat je een fiets hebt, want nu kan je tenminste heerlijk uit rijden gaan als je vrij hebt. Marie Ligteringen. Dat is fijn, Marie, jij gaat niet mee, en je wenscht toch, met een blij hart alle raadselvriendjes en vriendinnetjes vee! pleizier en mooi weer. Dank je wel, hoor, we zullen allen hopen, dat je goede wenschen in vervulling gaan. Klaas Blokker. Je mandoline moet je mee nemen als je gaat kampeeren, Klaas, dan kan je 's avonds voor de schuur liedjes tokkelen, zoo dat de muziek over het land danst en je kriebel in je beenen krijgt om ook te gaan hup pelen. Dat zal leuk zijn! Joop v. Bommel. Dat zie ik, Joop, dat je me nu zelf geschreven hebt en dat vind ik fijn, want je bent er groot genoeg voor en je schrijft zoo keurig. Dus nu schrijf je me iedere week? Annie v. Hees. Ja, dat is we! een aardig versje, Annie, maar dat heb je zelf niet ge maakt, ik zal het dus plaatsen zonder je naam. Leentje de Groot Nu, daar heb je dan een briefje, Leentje, maar je moet me beloven, dat je me weer grootere briefjes gaat schrijven, net als van den winter, want andersdan hoor je niets meer van me. Tonia Schouwenaars. Dat rijmpje heb je tenminste zelf gemaakt, Tonia, en dat heb ik liever dan wanneer je het zoo maar overschrijft. 'T MUISJE. We zaten gisterenavond Heel gezelligjes in huis, Toen hoorden wij wat piepen, Moeder zei: 't is een muis. Vader zei: die krijg ik wel, 'k Zet vannacht een klem; Komt zij dan .soms snoepen. Dan heb ik haar zeker wel, Ik was den anderen morgen Al heel vroeg dit m'n bed En ging toen heel goed kijken, Waar 't klemmetje was gezet. Het muisje zat gevangen, 't Piept nu ook niet meer. En nu 't beestje dood is, Eindig ik voor dezen keer. Tonia Schouwenaars. Lien v. Gessel. Maar natuurlijk, Lien, als jij het boek gewonnen had, dan had je het Maandag mogen halen, want als je in Amster dam zit, dan kan je moeilijk even over komen vliegen om een boek af te halen. Maar je hebt het niet gewonnen. Tragisch, hè? Ik beloof je. als je eens een boek wint, dat ik een extra fijn voor je zal uitzoeken, hoor. Rini Visser. Vorige week stond je tot je „groote verbazing" niet in 't Juttertje' vandaag sta je er tot je even groote verbazing, denk ik, wel in. Leuk, hè? Annie Jansen. Jij boft er bij, Annie, dat je vriendinnetje op een boerderij woont, want nu kan je zoo nu en dan bij haar logeeren, zooals Zondag. En wat een wonderlijke duinroosjes hebben jullie gevonden, want ik heb nog nooit duinroosjes gevonden, die „rooken", wel die heerlijk „roken". Je moet me toch eens vertellen waar jullie ze geplukt hebben, want dat is be slist wat nieuws. Jo v. Splunder. Dat is een erg aardig versje, Jo, maarniet van jou, dus had je naam er niet onder mogen staan, maar de naam van de dichteres. Dedi de Vroome. Nu ben je toch zoo ge lukkig geweest, dat je mee mag, Dedi. Vier dagen bij je broertjes vandaan, fijn met vrien dinnetjes spelen op de wei, in de bosschen, in de duinen en aan het strand. Wat wil je nog meer? Je hebt ook zoo'n fijne combinatie van alle heerlijkheden op Texel. Jenny Rooze. 't Is verstandig van je moe der, dat ze je er zoo'n beetje op voorbereid heeft, dat je misschien niet mee kon, dan is de teleurstelling niet zoo groot, al kan ik me be grijpen, dat je oogen toch niet blij staan, nu je je naam niet vond bij het rijtje van twaalf. Troost je er mee, dat er zoo veel zijn, die ik de vreugde niet kon bereiden om mee te mogen. Tony Sinnige, Julianadorp. Dat was mis schien wel verstandig geweest als jullie alvast eens in het hooi hadden geslapen, dan wenl k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 18