Raadsels
TOM DE NEGERJONGEN
ZATERDAG 2 JUNI 1934
PAG. 7
Een moeilijke legpuzzle
De Pelikaans gaan op
visite.
We teekenen een molen
Ruilhoekje.
EEN KLEINE MAAR FIJNE
DENKSPORT-OPGAVE.
Nieuwe Raadsels.
11
>-j- JUTTERTJE
het
alvast. Maar als je thuis bent, dan kruip
jiever in je eigen bed natuurlijk. Je zal an
jers eens zien, hoe heerlijk het is, als je straks
je strooien bedje kruipt, je roept als de
boeien. je snurkt als de varkens en je bent
vroolijk als de lammetjes. Dat komt van het
buitenleven.
jopie Bomhoff. Ja, je buurmeisje gaat mee,
i ie en Annie kan je dus straks alles van de
et vertellen, die ze gehad heeft en dan be
leef jij het in gedachten. Ik heb een oom, die
t het kan mij niets schelen om reizen te
maken, als ik de plaatjes er van zie, geniet ik
net zoo veel van. Nu, zoo ben ik niet, hoor,
zou best een wereldreis willen maken. Jij
ook zeker wel?
Marie v. Horik. Dat is aardig van je, hoor,
Marietje, dat je Piet het pretje naar Texel gunt
en hij zal er wel erg blij om zijn, dat zijn naam
bij de twaalf jongens staat. Je rijmpje is leuk.
Klaas Oliebol
Had o zoo'n lol.
Z n zakken staken boordevol
Met buurman's rijpe appelen.
Maar Piet en Lou
Bedachten gauw
'n Leepe zet.
„Ik wed met jou,
Wie 't langst op z'n k°P staat."
Klaas, onbeducht,
Denkt aan geen klucht,
Slaat bei z'n beenen in de lucht
En Piet en Lou aan 't grabbelen.
Marie van Horik, oud 13 jaar.
jansje Uijleman. Nee, ik moet geen 25,
maar 45 meisjes teleurstellen, Jansje, en bij die
45 ben jij ook. Akelig, hè? Enfin, hoop op een
volgenden keer.
Geertje de Vroome. Dat is een grapje van
den zetter of van het zetfoutenduiveltje ge
weest, dat ze van jouw naam Grietje gemaakt
hebben. Maar 't is misschien wel eens leuk om
anders te heeten dan je heet, er zijn tenminste
zooveel menschen, die graag anders willen zijn
dan ze zijn.
Jannie de Vroome, Ook jij bent uitgevallen,
jannie. Dat komt omdat jullie nog niet zoo
lang meedoen, dan hebben de andere kinderen
meer recht, hè. Kijk nu eens vroolijk, nu je dat
teleurstellende briefje hebt gelezen. Of kan je
dat niet? En lach je misschien als een boer die
kiespijn heeft?
Nu, dag allemaal, volgende week ben ik
misschien met vacantie, ik weet het nog niet
zeker, maar als ik er niet ben, dan neemt de
andere kindervriend het wel even van me over
en krijgen jullie vast wel een briefje van hem.
Je weet wel van dien anderen ik, die jullie ook
geschreven heeft, toen ik van den winter ziek
was.
Kindervriend.
'N VREK,
Een vrek viel in 't water
En schreeuwde „hulp" en „moord".
Daar kwam nu juist 'n schipper an,
Die riep: „Hou maar je mondje, man,
'k Red je op mijn eerewoord.
Hij sprong direct te water
En bracht den vrek aan kant.
Toen die nu daar te druipen stond,
Toen sprak ie met z'n scheeven mond:
„Je bent 'n flinke klant".
„Is dat nou heel m'n dankje?"
Zoo nam de schipper 't woord,
„En valt er geen belooning af?"
,,'k Was gek", zei die, „als 'k u iets gaf,
We hadden geen accöord 1
Dat hoorde juist 'n boertje.
Die zei: „Da's ongehoord!
Zeg schipper, pak hem in den rug,
Smijt hem in 't water weer terug
En maakt dan eerst accoord!"
Ja, vrek, 't was loon naar werken,
Als hij je in 't water stiet
En zag verdrinken, zonder smart!
Maarwees gerust: hij heeft een hart,
Alleen de vrekken niet.
Knip onderstaanden cirkel uit, of
teeken zelf een grooteren en gooi de
stukken door elkaar. Nu moeten je
vriendjes probeeren weer een cirkel te
vormen. Dat zal hen beslist niet ge
lukken, voordat je het hen hebt voor
gedaan. Je kunt een aardig prijsje er
voor uitlooven, b.v. een reep chocolade!
Dan zal je eens zien, wat een aardig
spel het wordt. Als je vijf of zes van
die cirkels teekent en uitknipt, kan je
vijf of zes vriendjes tegelijk aan het
werk zetten en een heelen wedstrijd
ervan maken!
„Zeg Tilly," zei Vader Pelikaan
nite het Nederlandsche vliegtuig, hoor!
Neen, een pelikaanvogel! tegen
zijn echtgenoote, „morgen is het Zon
dag en dan zou ik best eens zin heb
ben, om een visite te gaan brengen
aan onzen ouden vriend Theo van
Hobbezakken! Wat zou jij ervan den
ken?"
„He ja, naar Theo!" zei mevrouw
Pelikaan, „die oude, dikke goedzak!
Hoe zou hij het maken? Een goed idee,
man." En mevrouw Pelikaan knikte
goedkeurend met haar gelen snavel
Zoo gezegd zoo gedaan! Zoodra
de Zondag aanbrak gingen ze beiden op
het pad. En waarlijk, die goeie, ouwe
Theo zat achter zijn potje thee en was
geweldig blij, dat ze hem eens kwamen
opzoeken. „Op mijn leeftijd krijg je
niet zoo dikwijls meer bezoek, „zei hij
mistroostig! „Nu," zeiden de beide
Pelikaans, „Theo het is hier zoo gezel
lig, dat we van plan zijn hier dikwijls te
komen hoor!"
Nu zijn jullie zeker bar nieuws
gierig, wie de oude Theo van Hobbe
zakken eigenlijk wel is, niet waar?.
Wel, verbindt de cijfers dan maar eens
in de goede volgorde, dus met 1 te
beginnen, met elkaar, dan zie je van
zelf, wie het is?
De molen is een echt-Hollandsch
symbool. Ook in het buitenland vind
je wel molens, maar lang niet die aar
dige, begroeide schilderdachtige mo
lens, die wij in ons graslandje kennen.
Daarom moeten we den molen hier in
eere houden. Er is trouwens een ver-
Ik heb 32 plaatjes van „Vetplanten", die ik
wil ruilen voor 32 plaatjes van „De Bloemen
en Haar Vrienden".
Ik heb 1 bon van Douwe Egberts thee, die
ruil ik voor 2 plaatjes van „De Bloemen en
Haar Vrienden
Wim Meijer,
Koningstraat 108, Den Helder.
eeniging in Nederland, die zooveel
mogelijk de molens aankoopt, om ze
voor afbraak te behoeden. Nu zullen
we samen eens zoo'n echt-Nederland-
schen molen gaan teekenen! Doodge
makkelijk is het! En als je een erg-
goede teekenaar bent, teeken je er nog
een landschapje om heen en kun je
den molen een kleurtje geven met
kleurkrijt of met waterverf. Probeer
het eens!
Oplossing van de vorige week.
±~_iUHtT.-"
Oplossingen vorige raadsels:
L
Eerlijk duurt het langst.
H.
Een slak, want die draagt haar hui3
op den rug.
Hl.
Hoop doet leven,
vlot, hoed, pen, ode.
Goede oplossingen ontvangen van:
Harm L.; Antje H.; Jannie R.; Johan
en Cornelis L.; Rietje W.; Gretha M.;
Tienie W.; Christina B.; J. G.; Johan-
na C. B.; Fietje K.; Marietje en Frans
D.; Ida de B.; Sientje N.; Kees D.; Tiny
D.; Geertje P.; Annie W.; Wim M.;
Lieny v. L.; Marietje E.; M. L.; Henk
G.; André W.; Agatha K.; Annie T.;
Rini V.; Annie J.; Piet van H.; Dedi
de Vr.; Jenny R.; Piet en Marietje V.;
Lien v. G.; T. S.; Jopie B.; Marie v. H.;
Jansje M.; Jac. P. N.; Tonia S.; Maar-
tje S.; Tinie v. d. H.; Leentje de Gr.;.
Bram S.; Nellie J.; Geertje de Vr.;
Trijntje v. T.; Jannie de Vr.; Joop v,
B.; Dina W.; Klaas B.; Nellie N.;
Jantje L.; Catrientje L.; Annie v. H,;
Jo v. S.; Marie v. S.
I. Wie bouwt bruggen zonder hout
of ijzer?
II. Wat kan men niet nat maken?
III. Het geheel bestaat uit elf let
ters en is iets, waar vooral de afge-
loopen week veel over gesproken is.
1, 10, 9, 3 vindt men in klokken en
horloges.
4, 2, 3, 11 is een gebouw.
Een 7, 6, 5, 11 gebruikt men meestal
alleen in den winter.
8, 10, 3, 4 is een ander woord voor
arbeid.
43. Maar, ze konden niet zoo gauw
Wegkomen. En door de haast keken ze
J1'et zoo goed uit ook. Zoo kwam het,
1)31 zij ineens op Toms schip stootten
3n dat wel met zoo'n schok, dat alles
ijoor elkaar in de lucht vloog. Geluk-
3lg waren ze dicht bij den oever, en
^vamen de negers allen tegelijk op
den kant neer.
44. Maar Tom, die ook een schok
gekregen, werd uit zijn gevange
ns geschud, net in de verlaten kano
an de negers. Neen, maar dat was
een verrassing. Tom jubelde luid. Een
orachtige boot voor hem alleen. Dat,
,vas meer dan hij ooit had durven
hopen.
45. Maar zijn beide halve stammen
wilde hij toch niet verliezen. Er was
was nu wel niets meer in, alles was in
het water gevallen, maar de boot zelf
kon nog wel eens te pas komen. Hij
vischte dus uit het water het touw op,
waar hij de boot ook eerst aan had
gesleept en bond dit vast aan zijn
nieuw schuitje. De negers, in hun
angst om gauw weg te zijn, keken niet
meer om en zagen dus ook niet dat er
toch alleen maar een jongen in dat
rare vaartuig had gezeten.
46. Met deze boot was het een plezier
op het water te wezen. Tom was al
Ta uw de achtervolging vergeten en
dacht aan niets meer dan aan zijn wa
tertochtje. Hij voelde hoe er een
beetje wind kwam opzetten en daar hij
in de boot een zeiltje zag liggen, be
sloot hij te gaan zeilen, dan hoefde hij
zelf niet zoo hard meer te werken om
vooruit te komen. Zoo gedacht, zoo
gedaan. Al spoedig blies de wind hem
met een vaart vooruit. Hij vond het
heerlijk en merkte nu, dat hij moe was
geworden van alles wat hij had beleefd.