Buitenlandsch Overzicht. S. A. KANNEWASSER. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND De Tweelingzusters No. 7440 EERSTE BLAD 62ste JAARGANG HEDENAVOND ZIJN ONZE ZAKEN van 10-11 uur geopend. ZONDAGS tot 2 uur. Een bijzonder sla-recept Polderbemalingen in N.-Holland. De loting voor den dienstplicht. Pijn in de lendenen. Patricia Wentworth ZATERDAG 2 JUNI 1934 Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.06binnen land f 2.— Nederl. Oost- en West Indië per zeepost 1 2.10, dem per mail en overige landen 1 3.20 Losse r os. 4ct.fr.p.p Oct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70.f 1.- Modeblad resp. f 1.20, fl.50, f 1.50, fl.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorokening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Een sensationeele redevoering van Barthou te Genève. - De toestand van de besprekingen vrij hopeloos. Een Duitsch minister over het Saarvraagstuktegen aansluiting bij Frankrijk. De eenige moge- Genève in lijkheid dat er van de moeilijkheden besprekingen te Ge- nève nog iets terecht zou komen, al had den we, zooals men weet, van het begin al daarop niet veel hoop, was de uitermate voorzichtige diplomatie van de aanwezige ministers. Alle wrijving zou moeten wor den vermeden, wilde men althans niet direct een fiasco -tijden tegenover de bui tenwereld. De Fransche minister van bui- tenlandsche zaken, Barthou, heeft zich daaraan echter niet gehouden. Hij heeft Donderdag in de algemeene commissie van de ontwapeningsconferentie een redevoering gehouden, die de haren van de afgevaardigden ten berge hebben doen rijzen. Zooveel vrijmoedigheid ging daar toch buiten de schreef schrijft de „Nw. Rot.t Crt." Men heeft na zijn redevoering de vergadering opgeheven om van den Vice-kanselier VON PAPEN. schrik te bekomen. De voortzetting werd tot gisteren (Vrijdag) uitgesteld, zoodat voor bekoeling een etmaal nog niet ge noeg werd gevonden. Het blad schrijft dan o.m.: Barthou heeft gesproken, zooals hij spreken zou, wanneer hij zijn hart eens flink zou willen luchten over een erger lijke oppositie in het Fransche parlement. Hij heeft zich onbeheerscht getoond. Wij moeten toegeven, voor een onbeheerscht man met heet Fransch bloed en Fransche scherpzinnigheid, is Sir John Simon ook wel het prikkelendste dat denkbaar is. Zijn logica is van het egocentrische soort, die redeneeringen van den tegenstander, welke in zijn opvatting niet passen, als teen beschouwing waardig terzijde laat. imon redeneerde, alsof er geen andere mogelijkheden meer bestonden dan het alleenzaligmakende (gewijzigde) plan MacDonald, alsof de conferentie slechts te redden was met dit plan, terwijl denk beelden als die van Mussolini om van de Fransche voorstellen te zwijgen geen bespreking meer verdienden. Goede trouw in de uitvoering van verplichtingen was slechts te verwachten van Engeland, in ieder geval van anderen niet meer dan in de mate, die Engeland te Locarno gepast had geoordeeld. „In 1924 hebben wij geconstateerd dat veilig heidsverdragen slechts mogelijk waren op een basis van ontwapening. Hoe zou den wij nu dan veiligheidsverdragen kun nen sluiten als de ontwapening mislukt?" Daarmede schoof hij de denkbeelden van Litwinof en tot zekere hoogte zelfs die van Norman Davis terzijde. Dat men, in een zeer gevaarlijken tijd, ook veilig heidsverdragen zou kunnen sluiten als uiterste middel om een oorlog te voorko men, dat overeenkomsten tegen een oor log nog noodzakelijker zouden wezen als ontwapeningspogingen mislukt zijn dan wanneer men in ontwapening is geslaagd, dat viel buiten den kring van redeneerin gen van Simon's gemakkelijke logica. Wij kunnen begrijpen dat dit een Franschman razend moet maken schrijft het blad maar wij begrijpen niet, dat een Fransche diplomaat zich zoo door zijn geprikkeldheid liet meeslepen. Barthou stortte zijn bijtende ironie uit over het, in zijn naief egocentrisch karak ter logisch heel kwetsbare, Engelsche standpunt. Hij zou êr meer wil, en Frank rijk meer nut van hebben gehad, als hij zijn. bezwaren, juist omdat hü ze zoo tref fend kon formuleeren, in een beza- digden vorm gegoten had. Hoe bezadigder de vorm, des te krachtiger zou hun effect zijn geweest, vooral in Engeland, waar velen Simon's wijze van betoog verre van bewonderen. Op even felle wijze is Barthou tegen Duitschland losgebarsten. Na dat hij eerst de Engelschen en met hen ook wel anderen het land had opgejaagd, vereenigde hij deze ge troffenen met de Duitschers in een gemeene zaak van verontwaardiging over onpassende toespraak. Een ontwapeningsconferentie zonder Duitschers, dat betoogde juist Barthou, heeft geen waarde. De beste manier om ed Duitschers gelegenheid tot wegblijven te geven, en de conferentie volmaakt ho peloos te maken, heeft hij toegepast. „Indien wij geen ontwapening krijgen, San willen wij toch een veiligheidsverdrag zien op te stellen", heeft zijn vriend Lit winof betoogd. De afdoende wijze om dit onmogelijk te maken, heeft Barthou op Simon toegepast. Was hü te onervaren om te weten, dat, wat hij bij het betoog van Simon dacht, ook vele anderen ge voelden en beseften? Nu heeft hij al die anderen ontdaan gemaakt. Beek, de Pool, wilde na hem niet het woord nemen. Dit heeft de man bewerkt, die wellicht de Nestor der vergadering was. Tot zoover de „N. Rott. Crt." We heb ben ons nu met bezorgdheid af te vragen wat er verder van de conferentie zal wor den. Hoe men zal trachten haar weer op gang te krijgen en hoe een eenigszins dragelijk resultaat met de besprekingen te bereiken. Wij herhalen wat we aan het begin schreven: veel hoop hebben we niet. zeer onaangename gevolgen aanleiding geven als de stemming niet naar den zin van Duitschland of Frankrijk afloopt en zeker zal een van tweeën niet tevreden ZUll. Vice-kanselier von Papen heeft dezer LOUIS BARTHOU. Minister van Buitenlandsche Zaken van Frankrijk. dagen voor de vereeniging van de buiten landsche pers een rede gehouden over buitenlandsche politieke vraagstukken, in het centrum waarvan de Saarkwestie stond. Wij ontleenen aan die redevoering het volgende: De gedachte, dat 16 jaar na den oorlog een groote natie gedwongen moet worden, door een volksstemming vast te stellen tot welk land een edel van zijn burgers wen- schen te behooren, noemde vice-kanselier von Papen een uitvloeisel van den impe- rialistischen geest. 1 De ware vrede van Europa zal pas be reikt worden als de wereld deze politiek van imperialisme laat varen en een poli tiek van rechtvaardigheid aanvaardt. Wij wenschen overeenstemming vóór de stem ming, aldus von Papen, opdat niet door de hartstochten, die bij zoo'n stemming ont ketend worden, nieuwe spanningen tug-L schen de twee groote naties zouden ont staan. Frankrijk heeft ons niet begrepen. Het verschanst zich achter verdragartike len, terwijl het niet alleen om het welzijn van twee volken, maar om de rust van het gekwelde Europa gaat. De verwachting, dat het Saargebied zich voor Frankrijk zou uitspreken is verdwe nen, na de opruiming van den leugen der 130.000 Saarfranschen. Dan blijft over de voortduring van den status quo, met een vreemde regeering, die volgens den re- geeringspresident Knox alleen dictatoraal zou kunnen regeeren, zooals ze inderdaad dan'.ook sinds 15 jaar doet. Öeconomisch gezien zou een dusdanig geregeerd gebied zich bij één van de naburige landen moe ten aansluiten. Daarom zou als beheerder van de Saarmijnen en van de douane al leen Frankrijk in aanmerking komen, wat op ontrechting en oeconomische inlijving zou uitloopen. Men moet de vraag stellen of de Vol kenbond zijn ongeschiktheid om groote politieke problemen op te lossen, opieuw denkt te demonstreeren en ook of het Saagebied tenslotte op deze wereld niet een langer leven beschoren zal zijn dan den Volkenbond. Ten aanzien van de afzetmogelijkheden voor het Saargebied zeide von Papen, dat Frankrijk geen zekerheid van afzet biedt en de gevolgen van de crisis zooveel mo gelijk voor het eigen oeconomische leven poogt te verzachten en op het Saargebied af te schuiven. Von Papen erkende, dat bii den terug keer van het Saargebied bii Duitschland de oeconomische verhoudingen met Frankrijk achteruit zouden gaan hetgeen echter niet wilde zeggen, dat het Saarge bied de oeconomische uitwisseling met Frankrijk zou willen prijsgeven. Deze moet echter op het beginsel van onder linge aanvulling gebaseerd zijn en niet door politieke afpersing worden verkre gen. Aan het slot van zijn toespraak zeide von Papen: Duitschland wil niets onbeproefd laten om dit treurige hoofdstuk van de vredes verdragen zoo snel mogelijk af te sluiten, opdat daarover in de toekomst tusschen Frankrijk en Duitschland geen kwesties meer kunnen ontstaan. LEGATEN VAN KONINGIN EMMA. Het bestuur van Kolff's Blindenfonds deelt mét groote waardeering mede, dat het een legaat heeft ontvangen van de Koningin-Moeder. In verband hiermede vernemen wij, dat de Koningin-Moeder aan onderscheidene instellingen legaten heeft vermaakt. Geen moderniseering. Het Saarvraagstuk is buiten het ontwa- peningsvraagstuk een van de zorgenkinde ren van de interna tionale diplomatie en het kan voor Europa misschien nog tot Duitschland en het Saar-vraagstuk In ieder gezin wordt sla gegeten, aan gemaakt op de gebruikelijke manier en natuurlijk met slaolie. Maar weet U dat U van een gewone sla-schotel iets heel bijzonders kunt maken? Volg dan niet de gewone bereiding, maar onderstaand recept, en gebruik geen gewone slaolie, maar Saladine! Een verrukkelijk sla-gerecht is het resultaat. Twee kroppen sla voorzichtig plukken, goed afwasschen en gedurende I uur in frisch water laten staan. De sla laten uitlekken op zeef of sla-mand niet uitdrukken. Een hard gekookt ei fijnwrijven met een vork. Dit aanmaken met een lepeltje Holland- sche mosterd, een theelepeltje zout, een snufje peper en een fijn gehakt uitje of sjalotje. Daarna oproeren met 3 lepels azijn en 4 lepels Saladine. De sla met deze saus op het laatste oogenblik aanmaken. GOUDZEGEL 80 CENT - GROENZEGEL 65 CENT - ROODZEGEL 50 CENT De heer W. H. van Zutphen heeft in het Hbl. van 10 Februari betoogd, dat vele bemalingsinstallaties van water schappen dermate verouderd zijn, dat de kosten van vernieuwing in betrekkelijk korten tijd zouden worden teruggewon nen door besparing op de exploitatie- uitgaven. Naar aanleiding hiervan heeft de keer C. Thomassen aan Ged. Staten van Noord- Holland gevraagd of er ook in deze pro vincie nog zulke verouderde bemalings- inrichtingen bestaan, en zoo ja, of er hunnerzijds, ook uit een oogpunt van werkverruiming, o.m. voor de metaalin dustrie, aandrang geoefend kan worden op de betrokken polderbesturen om tot vervanging van de oneconomisch wer kende inrichtingen door moderne over te gaan? In hun antwoord zeggen Ged. Staten, dat sedert 1922 door den provincialen waterstaat gegevens zijn verzameld om trent de in deze provincie bestaande pol- derbemalinge,!!, ten getale van bijna 300, alsmede omtrent de wijze, waarop het be heer over deze inrichtingen wordt ge voerd. Omtrent de vraag of er in Noord-Hol land nog verouderde bemalingsinrichtin gen bestaan, leeren deze gegevens, dat van meer dan 90 van die 300 bemalin gen kan worden verklaard, dat door het aanbrengen van wijzigingen geen noe menswaardige bezuiniging op de exploi tatie is te verkrijgen. Bij ongeveer 7 der bemalingsinrich tingen zou dooi' wijziging mogelijk eenige verbetering in economisehen zin ziin te bereiken. Ten aanzien van ongeveer 2 der be malingsinrichtingen, waarbij door wijzi ging wellicht eenige besparing is te be reiken, moet het nemen van maatregelen tot zoodanige wijziging thans worden ont raden in verband met plannen, welke eer lang in de betreffende bemalingsgebie- den zullen worden uitgevoerd. Van de resteerende 5 is er voorts geen, waarvan de verbetering dermate urgent is te achten, dat er voor Ged. Sta ten aanleiding bestaat op het aanbrengen van Wijzigingen aan te dringen, c.q. dit krachtens art. 38 van de Waterstaatswet 1900 te gelasten. Dinsdag 12 Juni a,s. De minister van defensie heeft bepaald, dat de loting voor den dienstplicht voor de lichting 1936 in het openbaar zal wor den gehouden op Dinsdag 12 Juni, des middags om 2 uur, in de Rolzaal, Binnen hof 8, te 's-Gravenhage. De minister heeft in de commissie voor deze loting benoemd: tot lid, tevens vooiv zitter, mr. R. W. J. C. de Menthon Bake, raadsheer in den Hoogen Raad, te 's-Gra venhage; tot lid, tevens plaatsvervangend voor zitter, den heer M. Bezer, luitenant-gene raal, lid van het Hoog Militair Gerechts hof, te 's-Gravenhage; tot lid den heer Th. Sanders, directeur van de Staatsloterij, te 's-Gravenhage; tot hun plaatsvervangers voor wat de heeren De Menthon Bake en Belzer betreft uitsluitend in hun hoedanigheid als lid onderscheidenlijk: mr. J. van Heerde, oud-administrateur ter gemeente-secretarie van Amsterdam, te Haarlem; den heer J. G. Leverland, gep. luite- nant-generaal-tit., te 's-Gravenhage; en mejuffrouw J. M. J. A. Meiier, lid van de Tweede Kamer en lid van den gemeen teraad van Rotterdam, te Rotterdam; tot secretaris den heer V. H. Laforêt, hoofdcommies bii het departement van defensie, te 's-Gravenhage: tot adjunct-secretaris den heer C. de Wilde, administratief ambtenaar le klasse bij de Staatsloterij. Als ge niet slapen kunt van de pijn in uw rug, als ge bij uw werk ook voort durend gekweld wordt door doffe en ste kende spierpijn, en gij last hebt van een afgemat gevoel, hoofdpijn, duizeligheid en dergelijke verschijnselen, is dit een teeken, dat de organen, welke het urine zuur uit het bloed dienen af te voeren, traag werken of verzwakt zijn. Dit urine zuur kan zich dan naar gelang van het gestel van den lijder afzetten in verschil lende deelen van het lichaam en ver schijnselen als de bovenstaande veroor zaken. Grijpt gij niet spoedig in om het kwaad in zijn aanvang te stuiten, dan kan het zich steeds verder uitbreiden en wordt gij een slachtoffer van chronische rheumatiek of andere ongewenschte ver wikkelingen Neemt bijtijds uw maatregelen en ge bruikt het middel, dat reeds zoo talloos velen geholpen heeft en dat, wetenschap pelijk samengesteld, reeds jarenlang be wezen heeft aan zijn doel te beantwoor den: Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Personen uit uw eigen omgeving zullen u bevestigen, dat zij inderdaad hun ge zondheid volkomen herkregen door het gebruik van dit alom bekende middel. Stelt het niet langer uit, doch haalt van daag nog een doos gij zult ons dank baar zijn voor dien raad Verkrijgbaar bij apothekers en dro gisten a 1.—, ƒ1.75 en 3.— per doos, omzetbelasting inbegrepen. Let vooral op den juisten naam. Feuilleton Uit het Engelsch van r Jadruk verboden. 80) Hij brak abrupt den zin af, een beetje verlegen. Dit was eigenlijk heelemaal niet wat hij had willen zeggen. Anne's heldere blik bleef een oogenblik op hem rusten toen zei ze met een stem, vol weemoed, maar toch ook met een gedecideerden klank er in: ...Ze hadden groot gelijk. Ik wilde ook niet gevonden worden. Je moet me be loven aan niemand te zullen vertellen, «at je mijn schuilplaats ontdekt hebt. Je fiwet me heusch met rust laten." Een oogenblik liepen ze zwijgend ver oor. Dit gedeelte van Malmesbury Ter- foce was heel stil een rij deftige, oude huizen met zware gordijnen voor de hooge ramen. Daarna kwam de drukke jiigh Street, waar in beide richtingen tram niet luid belgerinkel en schurend Hetaalgerinkel voorbijgleden, en auto's ®n vrachtwagens benevens een onophou- Iel'.|ke wedren van fietsen, die de rest van den rijweg vulden. „Ik kan je niet met rust laten," weer streefde John norsch. 'oh, alsjeblieft!" Het werd op smee kenden toon, nog bedroefder dan zooeven gezegd. „Neen, ik kan het niet." Een lange pauze. Toen: „Waarom niet?" John bleef het antwoord schuldig; hij wist niet wat hij zeggen moest. Dit was wel de manier om haar te prikkelen; vrouwen vinden nu eenmaal niets ver schrikkelijker dan eigen woorden in een lang zwijgen te hooren bezinken. „Hoe heb je me gevonden?" viel ze ongeduldig uit. „Niemand wist het en ik ben pas twee dagen bij Mrs. Fossick Yates." „Ik heb al den tijd, dat ik in Londen ben, mijn best gedaan om je te vinden. Ik ben ongerust over je geweest. Ik wilde weten of je het goed maakte." „Hoe ben je er achter gekomen, waar ik was?" De klank van haar stem werd steeds scherper. Tot haar groote verbazing begon hij plotseling te lachen. „Dat was puur toeval! Ik heb alles in het werk gesteld om je te vinden; heb Jan en alleman aan het hoofd gezeurd cm wat over je te weten te komen. Maar zonder succes! En toen ik ten slotte begon te vreezen, dat ik voor een blinden muur stond wel. toen zag ik je onverwacht. De kleine Fossick Yates hield net zoo lang aan tot ik eindelijk beloofde bij hem te komen, om zijn collectie te zien. Dat was niet bepaald een amusement, zooals je begrijpt. En opeens vond ik jou." „Maar hoe wist je ik begriin niet hoe wist je dan hoe kón je weten, dat ik het was?" „Ik zag het aan je hand." „Aan mijn hand?" „Ja, toen die langs mijn schouder reikte en je zei: „Gerstewater." „Maar hoe is het mogelijk, dat je mijn hand kende? Je hebt die nooit gezien je hebt mij nooit gezien?" „Toch wel, eens." Ze waren nu aan het eind van Malmes bury Terraee. Het drukke verkeer in High Street golfde voorbij als een bewe gelijke, snelstroomende rivier. Bij het laatste der deftige huizen bleef Anne staan. „Wanneer?" vroeg ze nieuwsgierig. „Wanneer heb je me gezien? Ik ben vreeselijk benieuwd." John voelde een eigenaardigen tegen zin om het te vertellen. Hij bloosde licht; toen schitterde er iets in zijn oogen. „Je hebt me beloofd te zullen huilen, als ik sneuvelde." „Heb i k dat gezegd?" „Negen jaar geleden, op Waveney." „Maar voor vandaag, had ik je nog nooit gezien." „Je vergeet gisteren en nog een keer en dan voor negen jaar op Waveney, toen je zoo plechtig beloofde te zullen schreien." „Ik Beloofde ik dat? Oh. Verre heugenis begon in haar geest te scheme ren. „Was je was je gewond?" John knikte. „Ik liep nog moeilijk. Ik had 'n verwon ding gehad. Het was in 1917. Ik moest binnen een week weer naar het front terug maar eerst wilde ik Waveney eens zien; ik was er nog nooit geweest. We raakten aan 't praten en je vroeg of ik geen familie had, en toen ik „neen" zei, deed je erg in je nopjes en beweerde, dat het schitterend wa3, want dan hinderde het ook niet als ik zou sneuvelen.' „Dat kan ik toch niet gezegd hebben!" „Ja zeker, dat heb je heusch. Je zei het in vollen ernst. En toen was je tocht wel een beetje bang, dat je mij verdriet met je woorden gedaan had en je beloofde, dat je het erg naar zou vinden, als ik ge dood werd." Anne's gezichtje klaarde op in bekoren de herinnering. Ze zag er nu jonger uit verward en verlegen; maar in haat oogen was een schalksche twinkeling. „Was jij die mijnheer, waarmee ik op Waveney sprak? Wat zul je me onhebbe lijk gevonden hebben!" Plotseling was alle schalkschheid ver dwenen. „Courtney en Tom waren toen pas ge sneuveld. Je begrijpt wat een slag dat voor ons allen beteekende. Vader is daar na nooit meer de oude geweest. Ik ver onderstel, dat ik er aan dacht hoe ver schrikkelijk zoo'n verlies voor de achter- blij venden is!" „Ja, dat zal het gefeest zijn. Ik begrijp het best, hoor!" „Maar nu weet ik nog steeds niet, hoe je me herkende." „Het kwam door het kleine moeder vlekje aan je hand. Dat had ik bü onze eerste ontmoeting al opgemerkt en het is me steeds bij gebleven. En toen ik je weerzag. „Gisteravond?" „Neen. niet gisteravond." „Wanneer dan?" Ze keek hem ver schrikt aan. Een paar minuten was hij slechts een naam voor haar geweest, een verre onbekende bloedverwant, wicn dooi de tragische kansen van den oorlog het erfdeel van haar broers in den schoot was gevallen; nu was er eensklaps die herin nering van negen jaar geleden, die hen samenbond. Er kwam een vodle, dftepe klank, een licht-ontroerde trilling van in timiteit in haar stem en die intimiteit leek hen beide zoo natuurlijk, alsof ze elkaar van kindsbeen af gekend hadden. Het was het zintuig der verwantschap, dat dit saamhoorigheidsgevoel deed ontlui ken. „Wanneer heb je me dan voor het eerst teruggezien?" „Ik geloof, dat ik beter doe, je dat niet te vertellen. Je hebt mij toen niet gezien." Anne werd zoo bleek, dat John schrok. Wat dacht ze? Wat meende ze in vredes naam, dat hij bedoelde? „Misschien is het verstandiger, het toch maar te zeggen," ging ljij voort. „Het was op Waterden e. Je was nogal van streek en zag me niet." Anne herinnerde het zich nu vaag: ze was duizelig en suf geweest, blind; ze had zich aan iemand vastgegrepen en ge zegd: „Laten ze me niet zien" of iets der gel iiks. „Was jij dat?" Het rumoer van de straat ging ruste loos door, toen ze daar op den hoek ston den. Als alles en iedereen haast heeft en slechts aandacht voor eigen belang en doel, dan kunnen twee mensehen tus schen dat gewoel heel alleen zijn „.Ta, maar daar moet je niet meer over tobben. Je zag mij niet. Tk wilde je het ook niet zeggen maar ik kreeg een idee dat ie misschien dacht dacht...." „Dank je," zei Anne zacht Ze haalde diep adem. „Dat dat was heel vriende lijk van je." Dus hij had haar niet in de beklaagdenbank gezien, zooals het een oogenblik in feilen schrik bii haar onge- komen was. Fn het gaf haar een warm gevoel, dat hii haar snelle, angstige ge dachte geraden moest hebben en haar zoo kiesch gerustgesteld had. Er volgde een zwijgen. Onwillekeurig liepen ze verder en kwamen in het druk ste gedeelte van High Street. „Weet jij den weg?" „Neen, maar ik zal het wel eens vra gen." Ze schoot op een vrouw met een kinder wagen af. „We moeten oversteken. Het postkan toor is aan den overkant, waar die tram stopt. Ik heb het land aan oversteken op drukke kruispunten." Een jaar van stilte tusschen hooge mu ren maakt iemand gevoelig voor geluid en beweging. Anne stapte van het trottoir af en kon haast den drang om zoo hard mogelijk te loopen, niet bedwingen. De trams kwamen alle zoo plotseling opdui ken en dan hetlawaai dat ze maakten! Het waren onmeedoogende, liefdelooze stukken machinerie en Anne haatte ma chines. Eens was ze in een groote fabriek geweest, maar ze was er bleek en bevend uitgekomen. Ze had nog geen twee stappen gedaan, of ze voelde John's hand onder haar elle boog. Zoo vlot en vroolijk bracht hij haar aan den overkant, dat ze onmogelijk boos kon ziin. Hq moést wel gezien hebben hoe onhandig ze deed. Als ze ook maar een greintje geestkracht bezeten had, zon ze boos on hem geweest zijn.... Ze besliste, dat haar geestkracht ver dwenen was en keek hem lachend aan. „Goede herder!" dankte ze hem, een tikje ondeugend en verdween met het pekie in het postkantoor. Tn«n ze terugkwam keek ze erg ver schrikt. f Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1