Buitenlandsch Overzicht.
S. A. KANNEWASSER.
De Tweelingzusters
KOS
KONINGSTRAAT 76
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
CT.
VOOR
GROOTE STUKKEN
No. 7446 EERSTE BLAD
ZATERDAG 16 JUNI 1934
62ste JAARGANG
HEDENAVOND ZIJN ONZE ZAKEN
van 10-11 uur geopend.
ZONDAGS tot 2 uur.
De ontwapeningskwestie.
Het geval Koeramoto.
27„ OBLIGATIËN
1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer
Hoofdkantoor
KONINGSTRAAT 112
PIJN IN DE GFWRICHTFN.
Patricia Wentworth
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet. Heldersche Courant 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel t' 1.65-.binnen-
land f 2.— Nederl. Oost- en West lndië per zeepost 1 2.10, dem per
mail en overige landen 13.20 losse ros. 4ct.fr.p.p fict. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f1.50, 1 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16006.
ADVERTENTIËN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte ais redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De Belgische minister van landsverdediging over de voortzetting
van de defensiepolitiek. De behandeling van de oorlogsbe
grooting in de Fransche Kamer. Het vraagstuk der oorlogs
schulden.
De Belgische
defensie'
politiek
Dc Brusselsche mi
litaire medewerker
van het Fransche blad
„Le Soir", heeft den
Belgischen minister
van landsverdediging,
Devèze, geïnterviewd over de defensie
politiek van de nieuwe regeering, waarbij
de minister verklaarde, dat deze politiek
de voortzetting zal zjin van de tot dusver
op dit gebied door hem gevolgde gedrags
lij"-
In het voorjaar van 1935 zullen de in-
fanteriebestellingen in de provincies Lim
burg, Luik en Luxemburg, alsook die ten
Zuiden van Gent geheel klaar zijn. Het
zelfde geldt voor het reusachtige werk bij
de Maastrichtsche bocht aan den mond
van het Albert-kanaal, alsmede voor de
gemoderniseerde werken van Luik en Na
men. Alleen de vestingwerken op het Pla
teau van Hervé zullen dan nog moeten
worden voltooid. De Koning volgt met
groote belangstelling de uitwerking van
de defensie-plannen.
Deze plannen voorzien in de integrale
verdediging van het rijksgebied. Op de
vraag, of de generale staf niet een andere
defensie-politiek nastreeft, antwoordde de
minister: Er bestaat geen politiek van
den generalen staf en er mag er geen be
staan. De Koning beveelt. De minister is
verantwoordelijk voor het parlement en
voor de natie. De staf is een lichaam van
technische studie en informatie en van
uitvoering van de eenmaal getroffen be
sluiten. Trouwens het is onjuist te bewe
ren, dat de generale staf tegen de inte
grale verdediging van het grondgebied
zou zijn gekant. Wel is het waar, dat men
van meening kan verschillen over de
wijze, waarop deze verdediging het best
wordt verzekerd. De Broqueville heeft
herhaaldelijk in het openbaar verklaard,
dat in geval van oorlog onze tegenstand
van de grens af zal worden verzekerd en
dat zulks in al onze operatieplannen
steeds is voorzien. Er bestaat dus geen
principieele tegenstelling.
Wat de soms in het buitenland ge
hoorde bewering betreft, als zouden
achter de Belgische militaire maatre
gelen oorlogzuchtige bedoelingen en
een politieke onderwerping aan
Frankrijk schuilen, verzekert minis
ter Devèze dat België vrii blijft in zijn
handelingen en nimmer in een oorlog
zal kunnen worden gewikkeld, tenzij
tengevolge van schending van zijn
grenzen.
Frankrijk verwacht niets anders van
onze zijde, dan een vervulling van onzen
plicht. Deze plicht is, niet passief toe te
laten, dat een vijand gebruik maakt van
ons grondgebied, om de Fransche verde
digingswerken te omtrekken. Bij een
nieuwen inval zullen wij het gebruik van
ons grondgebied als slagveld voorkomen.
Moest het gebeuren, dat onze grens door
een machtigen buurstaat" geschonden
wordt, dan zullen wij, evenals in 1914, al
de naties, die het beginsel van internatio
nale eer en internationaal recht eerbiedi
gen, te hulp roepen.
De Fransche
oorlogs'
begrooting
We bepalen ons in
dit overzicht wel tot
het militaire vraag
stuk In de Fransche
Kamer zijn de sup-
pletoire oorlogsbe-
grootingen behandeld. Deze betreffen den
oorlog te land, met name de aanvulling
van de versterkingen aan de Oostgrens,
de marine en de luchtvloot, Daarmede
zijn enorme bedragen gemoeid en was het
niet de angst voor Duitschland, men zou
ze er waarschijnlijk nooit doorkrijgen,
doch Frankrijk, men weet het, vreest
Duitschland en is daarom bereid tot een
militaire verdediging tot het uiterste.
Over de Kamerzitting schrijft de Pa-
ï'ijsche corr. van de N. R. Crt. o.m.:
De socialisten zijn schichtig geworden
van de belangrijke sommen, waarmede de
ramingen overschreden werden. Zij wij
ten dit aan het wanbeheer van de mili
taire administratie. Daarom stelden zij
vandaag voor, de behandeling aan te
houden. De financieele commissie van de
Kamer was het hiermede niet eens. Ook
zij betreurt de overschrijding van de ra
ming, maar schrijft deze toe aan het bij
zonder karakter van de versterkingswer-
ken, aan de stijging van de prijzen en aan
den wil om voort te maken, teneinde ge
reed te zijn, wanneer de „magere" lich-
25
4
'.EN;.. DE GESCHENKENBONS BLIJVEN GEHANDHA/
ting begint wegens de steile daling van
het' geboortecijfer gedurende de oorlogs
jaren.
De socialisten hebben ernstige bezwa
ren tegen het opdrijven van delucht
macht. Frankrijk beschikt nu over 5400
vliegtuigen en 270 moderne bombarde
mentstoestellen. Geen enkele mogendheid,
Italië, Rusland noch Engeland heeft er
zooveel. De socialisten ontkennon daar
tegenover niet het van Duitschland drei
gend gevaar. Zij duchten vooral de ont
wikkeling in Duitschland van de mach
tige handelsvliegerij, die onmiddellijk in
een militaire kan worden omgezet. Zij
vreezen, dat Frankrijk teveel hooi op
zijn vork neemt.
Het is onmogelijk, aldus redeneeren zij,
te land, ter zee èn in de lucht sterk te
zijn. Frankrijk zal. moeten kiezen
tusschen de verdedigingswerken, de
nieuwe oorlogsschepen en een armada in
de lucht.
De toorn van de oppositie vindt voed
sel in de maatregelen die de laatste we
ken genomen zijn tot oefening in de pas
sieve verdediging tegen gas-aanvallen.
De socialistische en communistische pers
keert zich daar fel tegen. Het zou onmo
gelijk zijn de burgerlijke bevolking daar
tegen te beschermen. Het eenige middel
om den chemischen oorlog te bestrijden
is naar hun meening den oorlog in het al
gemeen te bestrijden. Daartoe moet men
te Genève blijven, en geen enkelen staat
eenig voorwendsel verschaffen om te wa
penen. De afgescheiden socialisten gaan
niet zoo ver in hun tegenstand t. o. v. die
maatregelen. Ook met die aangaande de
vliegerij gaan zij accoord. Zij aarzelen in-,
zake het crediet ter versterking van de
vloot, in hoofdzaak voor de voorziening
met zware olie en een versteviging van
de grensverdeeling achten zij overbodig.
Voor het overige hebben de beide
afdeelingen van de socialisten zich
onverbloemd op het standpunt van
de noodzaak der landsverdediging
gesteld.
De voorzitter van de Fransche Kamer
commissie gaat er van uit, dat het Fran
sche volk defensief, het Duitsche offen
sief gezind is. Als aan deze volken een
gelijkheid van rechten zou worden toe
gekend, zou dit een duidelijk overwicht
voor het Duitsche volk zijn. Daarom kan
Frankrijk niet verder gaan dan rechtsge
lijkheid in de veiligheid.
De voormalige minister-president Dala-
dier had Donderdag in de wandelgangen
van de Kamer aangekondigd, dat hij bij
het debat over de militaire aanvullings-
credieten zou opkomen tegen inwilliging
daarvan en bovendien de kwestie van den
2-jarigen diensttijd zou aanroeren.
Daarop heeft de huidige premier Dou-
mergue te kennen gegeven, dat hij, inge
val de Kamer de credieten mocht verwer
pen, hetgeen hij trouwens onwaarschijn
lijk achtte, deze credieten toch door mid
del van een decreet en op zijn persoonlijke
verantwoording zou toestaan. Indien de
Kamer zich dan tegen het kabinet mocht
uitspreken, zou hij van Senaat zijn ont
binding eischen.
Men ziet, het is de heeren ernst.
Het probleem
der oorlogs
schulden
Het vraagstuk der
oorlogsschulden baart
ook menige regeee-
ring ernstige zorg, te
meer natuurlijk daar
men millioenen noo-
dig heeft voor zijn voorbereiding voor
een nieuwen oorlog. Men weet eenvoudig
niet waar men de duiten vandaan zal ha
len. Amerika heeft nu, zooals men weet
uit ons nummer van Donderdag, in zijn
nieuwe nota over de schulden, aan En
geland laten doorschemeren, dat het niet
ongeneigd blijft de schulden in natura te
incasseeren.
Uncle Sam kiest dus eieren voor zijn
geld, want hij begrijpt wel als hij niet
spoedig zorgt wat van zijn schuldenaren
binnen te krijgen, ze straks waarschijnlijk
heelemaal geen gelegenheid meer zullen
hebben om nog iets te betalen.
De Amerikaansche pers is vrii alge
meen van meening, dat de Amerikaansche
nota aan Engeland moet worden opgevat
als een algemeene uitnoodiging aan alle
schuldenaars, om met de Vereenigde Sta
ten in onderhandeling te treden over de
afdoening hunner schulden door leverin
gen in natura. Het Witte Huis zou deze
opvatting bevestigd hebben, met dit voor
behoud, dat natuurlijk slechts een deel
der schulden op deze wijze gedelgd zou
kunnen worden, en dat van dumping van
buitenlandsche goederen op de Ameri
kaansche markt geen sprake mag zijn.
Tegelijkertijd publiceert het Witte Huis
die vroeger jaarlijks door het departement
een balans der internationale betalingen,
van handel werd gemaakt, doch thans
door den specialen adviseur van president
Roosevelt voor kwesties betreffende den
buitenlandschen handel, Peek, is samen
gesteld. Peek beweert, dat de Vereenigde
Staten geen voordeel hebben gehad van
hun financieele betrekkingen tot het bui
tenland. Ondanks de actieve handelsba-
lansert sloten de 88 jaar van 1896 tot 1933
met een saldo van 22.6 milliard dollar
schuld van het buitenland aan de Veree
nigde Staten. Dit bedrag beteekent een
BB*
vermindering van het Amerikaansche na
tionale vermogen met deze som. Het
Witte Huis hoopt uit deze gegevens con
clusies te trekkken, die waarschijnlijk
hierop zullen neerkomen, dat ernaar ge
streefd zal worden de handelsbalans met
elk ander land afzonderlijk zooveel moge
lijk in evenwicht te houden, een eisch,
dien Roosevelt al eerder gesteld heeft.
MacDonald doet nogmaals een
beroep op Duitschland.
In zijn kiesdistrict Seaham Durham
heeft MacDonald Donderdag een rede
gehouden. Hij zeide o.m.: Waarom zou
den alle Europeesche volken niet aan de
ontwapening kunnen medewerken, zon
der eigen veiligheid te verzwakken? Wij
rekenen er op dat Duitschland tot de ont
wapening meer zal medewerken dan het
tot dusver heeft gedaan. Bij herhaling is
het in den loop der besprekingen duide
lijk gebleken dat Duitschland op den voet
van rechtsgelijkheid zou worden behan
deld In dit opzicht heeft Engeland zijn
woord gegeven en het zal dat houden.
Wij hebben ons deel aan de ontwapening
bijgedragen en ik doe een beroep op
Duitschland, om desgelijks te doen en
andere staten geen reden te geven om zijn
politiek in twijfel te trekken. Wij willen
een ontwapeningsconventie, die alle sta
ten in Europa omvat, en ik betuig zoo
vriendschappelijk mogelijk en met den op
rechten wcnsch om het Duitschland ge
makkelijk te maken, dat elke staat van
goeden wil bereid moet zijn om gemeen
schappelijk tot een vergelijk te komen.
Indien Duitschland dan niet krijgt wat
het rechtmatig acht, kan het nog altijd
den Raad der Volken verlaten.
Een verrassende ontknooping.
De geheimzinnige verdwijning van
den Japanschen vice-consul te Nanking,
Koeramoto, heeft tot een uiterst verras
sende ontknooping geleid. De Chinee-
sche autoriteiten zijn n.1. voor den dag ge
komen met een verklaring van het ge
beurde, welke alle schuld van Chinee-
UNICUM
HORLOGERIE
schen kant verwerpt. Koeramoto zou n.1.
niet zijn ontvoerd, doch uit eigen be<
weging weggeloopen. Hij had van zijn
chef, den consul-generaal Soema, een
standje gehad, omdat zekere belangrijke
documenten, die onder zijn berusting
waren, verdwenen waren. In groote over
spanning was hij toen gaan zwerven en
ten slotte werd hij slapende, en volko
men in de war, ontdekt.
Een later bericht uit Nanking meldt, dat
Koeramoto aan de Chineesche politie
heeft bekend, dat hij eenige dagen in de
heuvelen van de omstreken had rondge
dwaald. Hij was voornemens geweest
een einde aan zijn leven te maken door
zichzelf te laten verhongeren, doch ten
slotte was de honger zoo hevig gewor
den, dat hij om voedsel was gaan bedelen.
De Chineesche autoriteiten, die den
vice-consul aan de Japansche overheid
hebben uitgeleverd, verklaren dat Koera
moto waarschijnlijk naar Japan zal wor
den teruggezonden.
Gewrichtspijnen worm-u veroorzaakt
door urinezuur dat zich heeft kunnen af-,
zetten in de gewrichten tengevolge van
onvoldoende zuivering van tiet bloed d or
verzwakte werking der daarvoor zorg
dragende organen. Verkeeren deze orga
nen in gezondei toestand, dan wordt het
urinezuur geregeld met dc urine uit het
lichaam afgevoerd. Zijn zij verzwakt, dan
raakt het bloed overzadigl ermede, het
urinezuur kristalliseert en zet zich af in
de spieren, gewrichten enz De scherpe
kanten der kristallen veroorzaken de on
dragelijke pijnen, waaraan rheumatiek-
patiënten lijden
Meer dan ooit is het in zulke gevallen
noodzakelijk de oorzaak van het kwaad
weg te nemen. Tijdelijke verlichting mag
aangenaam zijn, doch de pijn herhaalt
zich daarna slechts erger. Door echter de
afvoerorganen tot gezonde werking te
brengen, wordt 'net urinezuur ook gere
geld afgevoerd, en hiervoor kunt gij niets
beters gebruiken dan het middel, dat
reeds jarenlang zijn deugdelijkheid bewe
zen heeft en waarvan duizenden verklaar
den, dat het hun uitstekend geholpen
heeft: Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Deze werken uitsluitend op de bovenge
noemde organen, zij doen slechts één
ding, doch doen dat dan ook uitermate
goed. Neem nog heden een proef en ook
gij zult overtuigd worden van de uitste
kende hoedanigheden van dit probate
middel.
Verkrijgbaar bij apothekers en dro-
gisten a 1.—, 1.75 en 3.— per doos,
>i omzetbelasting
inbegrepen.
Let vooral op
den juisten
naam
Feuilleton
Uit het Engelsch van
Nadruk verboden.
36)
Woensdags kwam Anne's koffer. Alles
waar ze om gevraagd had, was er bij en
ook allerlei, waar ze zich niet herinnerde
om gevraagd te hebben. Op enkele van
haar bezittingen stonden haar naam of
haar initialen. Ze vernietigde al deze
kenteekenen van haar identiteit en voel
de een vreemde pijn terwijl ze het deed.
Het was alsof van nu af Anne Waveney
tot de naamlooze en vergeten dingen
ging behooren. Hier waren de zakdoek
jes, die Jenny haar met Kerstmis ge
geven had kleine niemendalletjes van
het ragfijne linnen met een sierlijk ge
borduurde A in den hoek. Die „A" kon
blijven, maar mevrouw Fossick Yates
zou zeker wat te beweren hebben, als haar
binnenmeisje zakdoeken gebruikte, die
van een aanmerkelijk fijner kwaliteit wa
ren dan de hare.
Dan was er de avondjapon van blauw
met zilver, die ze gedragen had op het
jachtba). Ronny Carstavis had haar half
gevraagd dien avond, nadat hij haar ver
teld had dat ze er uitzag als een blauwe
bloem op een zilveren steel. Een pat»1
maanden tevoren was Ronny's eerste
dunne, bundeltje verzen verschenen, dus
wat hij zei behoefde niet au sérieux geno
men te worden. Toch was het prettig om
er nu aan te denken.
Alleen, wat had Nanna bezield om er
deze japon en haar zilveren schoentjes bij
te pakken? Daar had Anne toch zeker
niet om gevraagd. Ze pakte ze heelemaal
onder in den koffer. Toen schreef ze
John. De „brief" bestond nit een enkelen
regel zonder een aanhef of onderteeke-
ning.
„De koffer is gekomen. Ik speel geen
golf".
John had dien morgen bezoek. De
mededeeling: „Een dame voor u, me
neer," deed hem vliegensvlug naar de
hall gaan. Natuurlijk, het kon Anne wel
niet zijn, maar als het zoo was
Het was Jenny Marr, in het elegante
donkere mantelpak, dat ze altijd droeg als
ze naar de stad ging en dat haar blanke
huid en glanzende haren zoo geraffineerd
onderstreepte. Het zonlicht speelde in
den ketting, dien ze van Nicholas gekre
gen had en het leek alsof het geslepen
kristallen diamanten waren.
„Hoe gaat het?'* begroette John haar,
maar toen haar hand ternauwernood de
zijne raakte, vroeg ze al op een angstig-
gespannen toon:
'vVaar kunnen we piaten?" En hij be
sefte onmiddellijk dm ze aiet maar zou
even gekomen was om een luchtig
praatje te maken.
Hij ging !ia>r vo >r naar een kleine
spreekkamer, die aan den salon grensde
en ze zetten zi(h op een ongemakkelijke,
stjjf-burgerliike pension. anapé Jennv had
haar handschoenen uit en gooide ze tus
schen hen.
„Nanna is er gisteren geweest," begon
ze. „Ik kon niet eerder komen. Waar is
Anne?"
John was zich bewust van een gevoel
van voldoening. Hij had ze allemaal tegen
zich gehad, verward in leugens; nu wa
ren de bordjes verhangen en het was
Jenny, die nu kleintjes moest komen
vragen: „Waar is Anne?"
Hij glimlachte.
„Waarom vraag je mij dat?"
„Nanna zei dat je haar gestuurd had
om Anna's kleeren te halen. Ze vertelde
dat je haar een brief van Anne had ge
geven. Waar is ze, John?"
„Waarom wil je dat weten?"
Een mislukt lachte gleed om Jenny's
mond.
„Ik ben vteeselijk ongerust geweest.
Ik zou zeggen, dat je dat wel kon weten.
Waar is ze? Het zou zoo'n opluchting
zijn als ik wist dat ze veilig is. Je kunt
je niet voorstellen...."
Haar woorden stierven weg onder zijn
harden blik.
„Kan ik dat niet? Ik dacht van wel,"
antwoordde hij.
„Wat bedoel je? Wat doe je toch eigen
aardig! Ik wil zoo graag weten waar ze
is. Het spreekt toch vanzelf dat ik dat wil."
John liet zich een beetje gaan.
„Heb je haar al niet genoeg pijn ge
daan?"
Jenny werd vuurrood.
„Waarom zou ik haar pijn willen doen?
Waarom denk jij.... Wat heeft ze ge
zegd?"
Er was nu minachting in de uitdrukking
van zijn gezicht en toon.
„Als je haar niet honderd pond per
jaar biedt op voorwaarde dat ze je uit
den weg blijft, doe je haar dan geen
pijn?"
„O!" riep Jenny ontsteld. „Dat heeft
ze toch niet gezegd?"
„Ze heeft niets gezegd. Het was Nicho
las, die mij dat vertelde. Hij zei dat hij
Anne het geld had aangeboden, dat haar
vader haar nagelaten heeft op voorwaar
de dat ze jou en Nicholas met rust zou
laten."
„O!" zei Jenny nog eens en het was als
of ze even ineenkromp.
„Daarom zei ik: „Heb je haar al niet
genoeg pyn gedaan?"
„John, je.... je begrijpt het niet. Je
bent boos om Anne. Ik houd van je, om
dat je boos bent en haar partij opneemt.
Maar je begrijpt het niet."
„Niet?"
Ze legde haar hand een oogenblik te
gen haar vochtige oogen.
„Neen je kunt het niet begrijpen.
Het is jou schuld niet. Het is zoo'n hope-
looze warboel. Dacht je dat ik niet van
Anne houd? Dacht je dat ik haar niet
graag bij me wilde hebben? Maar het is
zoo'n afschuwelijk verwarde geschiedenis,
dat ik niets kan doen. Het is in de eerste
plaats ter wille van Anne zelf. Als zij
het geld wilde aannemen, zou ze kunnen
reizen nieuwe vrienden kunnen ma
ken. Ik zou haar meer dan de helft ge
ven zes honderd pond. Ik zou van
Nicholas wel gedaan kunnen krijgen,
dat hij dat goed vindt."
„Het is niet de kwestie wat jij wilt ge
ven, maar wat Anne wil aannemen. En
je weet net zoo goed als ik dat Anne nog
geen sixpence aanneemt als ze een belee-
(iiging op den koop toe krijgt Wat geeft
het om „o" te zeggen en te schreien?
Het i s een beleediging, dat moet je toch
toegeven? Wat zou jij voelen als Nicho
las ja, Nicholas tegen jou zou zeg
gen: Ik wil je nooit meer zien en niets
meer met je te maken hebben, maar je
kunt een toelage krijgen als je belooft uit
mijn buurt te blijven?"
Jenny's stem liet haar in den steek. Ze
stak haar handen uit en trachtte te zeg
gen: „Dat niet!" maar er kwam alleen
een schorre fluistering over haar lippen.
Johns woorden hadden gestalte gegeven
aan die onbestemde, heimelijke ontzetting,
die in de beklemmende eenzaamheid van
den nacht beving door haar huiverde, als
ze den slaap niet kon vatten.
John stond op en liep van de canapé
weg. Aan het andere eind van de kamer
stond een tafel, met tijdschriften erop.
Hij ging er heen en bladerde in een ge
ïllustreerd weekblad. Op iedere bladzijde
stonden platen, maar hij zag er geen en
kele van. Na enkele mjnüten kwam hij
weer bij de zitbank terug.
Jenny had een verfrommeld zakdoekje
in haar hand; ze hield het in een stevi-
gen, bevenden greep.
„Je begrijpt het niet," zei ze weer
„Waarom ben je zoo fel en onhandelbaar?
Waarom wil je mij niet vertellen wat ik
zoo graag weten wil?"
„Luister eens, Jenny," klonk het toen,
langzaam en ernstig, maar zonder boos
heid. „het heeft geen zin. Je kunt geen
twee wegen tegelijk bewandelen je
kunt niet met je eene hand Anne uit je
leven bannen en haar met de andere
vasthouden. Je hebt haar gezegd weg te
gaan. Nu, ze is weggegaan. Wat je nu
verder moet doen, is haar met rust laten."
Jenny keek enkele seconden zwijgend
naar hem. Toen vroeg ze aarzelend: „Is
ze gezond? Is ze gelukkig?"
„Ze heeft nogal veel om gelukkig te
zijn, nietwaar?" viel John uit, zóó bitter,
dat Jenny haar adem inhield.
„Waarom trek je het je zoo vreeselijk
aan?" vroeg ze.
En dat was het moment waarop het in
alle duidelijkheid tot Johns geest door
drong hoeveel hij om Anne gaf. Zijn
woede, zijn bitterheid, zijn vastbesloten
heid die gevoelens kende hij; maar tot
op dit oogenblik had hij niet geweten, dat
ze de reflecties van liefde waren.van
zijn liefde voor Anne. Het was hem nu
alsof hij altijd van haar gehouden had,
met een onmetelijke, beschermde teeder-
heid.
Iets van de plotselinge ontdekking
scheen op zijn gezicht leesbaar te zijn.
want Jenny hijgde:
„Maar John, dat is onmogelijk!"
„Wat is onmogelijk?"
„Dat je van Anne houdt op die ma
nier."
„Is dat onmogelijk?"
„Dat weet je immers best! Wat heeft
het voor zin om de dingen nog moeilijker
voor jezelf te maken dan ze al zijn.
En niet alleen voor jezelf, maar ook voor
haar en voor iedereen." Ze hield haar
zakdoekje voor den mond en fluisterde:
„Je weet Nicko zei dat hij het je ver
teld heeft dat.... ze in de gevan
genis gezeten heeft."
Een kort oogenblik keek John haar
aan. Toen lachte hij.
„Wat maakt dat voor verschil? Ze is
Anne."
(Wordt vervolgd).