Buitenlandsch Overzicht. S. A. KANNEWASSER. De Tweelingzusters KOS KONINGSTRAAT 76 NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA CT. VOOR GROOTE STUKKEN No. 7446 EERSTE BLAD ZATERDAG 16 JUNI 1934 62ste JAARGANG HEDENAVOND ZIJN ONZE ZAKEN van 10-11 uur geopend. ZONDAGS tot 2 uur. De ontwapeningskwestie. Het geval Koeramoto. 27„ OBLIGATIËN 1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer Hoofdkantoor KONINGSTRAAT 112 PIJN IN DE GFWRICHTFN. Patricia Wentworth COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet. Heldersche Courant 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel t' 1.65-.binnen- land f 2.— Nederl. Oost- en West lndië per zeepost 1 2.10, dem per mail en overige landen 13.20 losse ros. 4ct.fr.p.p fict. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f1.50, 1 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16006. ADVERTENTIËN 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte ais redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De Belgische minister van landsverdediging over de voortzetting van de defensiepolitiek. De behandeling van de oorlogsbe grooting in de Fransche Kamer. Het vraagstuk der oorlogs schulden. De Belgische defensie' politiek Dc Brusselsche mi litaire medewerker van het Fransche blad „Le Soir", heeft den Belgischen minister van landsverdediging, Devèze, geïnterviewd over de defensie politiek van de nieuwe regeering, waarbij de minister verklaarde, dat deze politiek de voortzetting zal zjin van de tot dusver op dit gebied door hem gevolgde gedrags lij"- In het voorjaar van 1935 zullen de in- fanteriebestellingen in de provincies Lim burg, Luik en Luxemburg, alsook die ten Zuiden van Gent geheel klaar zijn. Het zelfde geldt voor het reusachtige werk bij de Maastrichtsche bocht aan den mond van het Albert-kanaal, alsmede voor de gemoderniseerde werken van Luik en Na men. Alleen de vestingwerken op het Pla teau van Hervé zullen dan nog moeten worden voltooid. De Koning volgt met groote belangstelling de uitwerking van de defensie-plannen. Deze plannen voorzien in de integrale verdediging van het rijksgebied. Op de vraag, of de generale staf niet een andere defensie-politiek nastreeft, antwoordde de minister: Er bestaat geen politiek van den generalen staf en er mag er geen be staan. De Koning beveelt. De minister is verantwoordelijk voor het parlement en voor de natie. De staf is een lichaam van technische studie en informatie en van uitvoering van de eenmaal getroffen be sluiten. Trouwens het is onjuist te bewe ren, dat de generale staf tegen de inte grale verdediging van het grondgebied zou zijn gekant. Wel is het waar, dat men van meening kan verschillen over de wijze, waarop deze verdediging het best wordt verzekerd. De Broqueville heeft herhaaldelijk in het openbaar verklaard, dat in geval van oorlog onze tegenstand van de grens af zal worden verzekerd en dat zulks in al onze operatieplannen steeds is voorzien. Er bestaat dus geen principieele tegenstelling. Wat de soms in het buitenland ge hoorde bewering betreft, als zouden achter de Belgische militaire maatre gelen oorlogzuchtige bedoelingen en een politieke onderwerping aan Frankrijk schuilen, verzekert minis ter Devèze dat België vrii blijft in zijn handelingen en nimmer in een oorlog zal kunnen worden gewikkeld, tenzij tengevolge van schending van zijn grenzen. Frankrijk verwacht niets anders van onze zijde, dan een vervulling van onzen plicht. Deze plicht is, niet passief toe te laten, dat een vijand gebruik maakt van ons grondgebied, om de Fransche verde digingswerken te omtrekken. Bij een nieuwen inval zullen wij het gebruik van ons grondgebied als slagveld voorkomen. Moest het gebeuren, dat onze grens door een machtigen buurstaat" geschonden wordt, dan zullen wij, evenals in 1914, al de naties, die het beginsel van internatio nale eer en internationaal recht eerbiedi gen, te hulp roepen. De Fransche oorlogs' begrooting We bepalen ons in dit overzicht wel tot het militaire vraag stuk In de Fransche Kamer zijn de sup- pletoire oorlogsbe- grootingen behandeld. Deze betreffen den oorlog te land, met name de aanvulling van de versterkingen aan de Oostgrens, de marine en de luchtvloot, Daarmede zijn enorme bedragen gemoeid en was het niet de angst voor Duitschland, men zou ze er waarschijnlijk nooit doorkrijgen, doch Frankrijk, men weet het, vreest Duitschland en is daarom bereid tot een militaire verdediging tot het uiterste. Over de Kamerzitting schrijft de Pa- ï'ijsche corr. van de N. R. Crt. o.m.: De socialisten zijn schichtig geworden van de belangrijke sommen, waarmede de ramingen overschreden werden. Zij wij ten dit aan het wanbeheer van de mili taire administratie. Daarom stelden zij vandaag voor, de behandeling aan te houden. De financieele commissie van de Kamer was het hiermede niet eens. Ook zij betreurt de overschrijding van de ra ming, maar schrijft deze toe aan het bij zonder karakter van de versterkingswer- ken, aan de stijging van de prijzen en aan den wil om voort te maken, teneinde ge reed te zijn, wanneer de „magere" lich- 25 4 '.EN;.. DE GESCHENKENBONS BLIJVEN GEHANDHA/ ting begint wegens de steile daling van het' geboortecijfer gedurende de oorlogs jaren. De socialisten hebben ernstige bezwa ren tegen het opdrijven van delucht macht. Frankrijk beschikt nu over 5400 vliegtuigen en 270 moderne bombarde mentstoestellen. Geen enkele mogendheid, Italië, Rusland noch Engeland heeft er zooveel. De socialisten ontkennon daar tegenover niet het van Duitschland drei gend gevaar. Zij duchten vooral de ont wikkeling in Duitschland van de mach tige handelsvliegerij, die onmiddellijk in een militaire kan worden omgezet. Zij vreezen, dat Frankrijk teveel hooi op zijn vork neemt. Het is onmogelijk, aldus redeneeren zij, te land, ter zee èn in de lucht sterk te zijn. Frankrijk zal. moeten kiezen tusschen de verdedigingswerken, de nieuwe oorlogsschepen en een armada in de lucht. De toorn van de oppositie vindt voed sel in de maatregelen die de laatste we ken genomen zijn tot oefening in de pas sieve verdediging tegen gas-aanvallen. De socialistische en communistische pers keert zich daar fel tegen. Het zou onmo gelijk zijn de burgerlijke bevolking daar tegen te beschermen. Het eenige middel om den chemischen oorlog te bestrijden is naar hun meening den oorlog in het al gemeen te bestrijden. Daartoe moet men te Genève blijven, en geen enkelen staat eenig voorwendsel verschaffen om te wa penen. De afgescheiden socialisten gaan niet zoo ver in hun tegenstand t. o. v. die maatregelen. Ook met die aangaande de vliegerij gaan zij accoord. Zij aarzelen in-, zake het crediet ter versterking van de vloot, in hoofdzaak voor de voorziening met zware olie en een versteviging van de grensverdeeling achten zij overbodig. Voor het overige hebben de beide afdeelingen van de socialisten zich onverbloemd op het standpunt van de noodzaak der landsverdediging gesteld. De voorzitter van de Fransche Kamer commissie gaat er van uit, dat het Fran sche volk defensief, het Duitsche offen sief gezind is. Als aan deze volken een gelijkheid van rechten zou worden toe gekend, zou dit een duidelijk overwicht voor het Duitsche volk zijn. Daarom kan Frankrijk niet verder gaan dan rechtsge lijkheid in de veiligheid. De voormalige minister-president Dala- dier had Donderdag in de wandelgangen van de Kamer aangekondigd, dat hij bij het debat over de militaire aanvullings- credieten zou opkomen tegen inwilliging daarvan en bovendien de kwestie van den 2-jarigen diensttijd zou aanroeren. Daarop heeft de huidige premier Dou- mergue te kennen gegeven, dat hij, inge val de Kamer de credieten mocht verwer pen, hetgeen hij trouwens onwaarschijn lijk achtte, deze credieten toch door mid del van een decreet en op zijn persoonlijke verantwoording zou toestaan. Indien de Kamer zich dan tegen het kabinet mocht uitspreken, zou hij van Senaat zijn ont binding eischen. Men ziet, het is de heeren ernst. Het probleem der oorlogs schulden Het vraagstuk der oorlogsschulden baart ook menige regeee- ring ernstige zorg, te meer natuurlijk daar men millioenen noo- dig heeft voor zijn voorbereiding voor een nieuwen oorlog. Men weet eenvoudig niet waar men de duiten vandaan zal ha len. Amerika heeft nu, zooals men weet uit ons nummer van Donderdag, in zijn nieuwe nota over de schulden, aan En geland laten doorschemeren, dat het niet ongeneigd blijft de schulden in natura te incasseeren. Uncle Sam kiest dus eieren voor zijn geld, want hij begrijpt wel als hij niet spoedig zorgt wat van zijn schuldenaren binnen te krijgen, ze straks waarschijnlijk heelemaal geen gelegenheid meer zullen hebben om nog iets te betalen. De Amerikaansche pers is vrii alge meen van meening, dat de Amerikaansche nota aan Engeland moet worden opgevat als een algemeene uitnoodiging aan alle schuldenaars, om met de Vereenigde Sta ten in onderhandeling te treden over de afdoening hunner schulden door leverin gen in natura. Het Witte Huis zou deze opvatting bevestigd hebben, met dit voor behoud, dat natuurlijk slechts een deel der schulden op deze wijze gedelgd zou kunnen worden, en dat van dumping van buitenlandsche goederen op de Ameri kaansche markt geen sprake mag zijn. Tegelijkertijd publiceert het Witte Huis die vroeger jaarlijks door het departement een balans der internationale betalingen, van handel werd gemaakt, doch thans door den specialen adviseur van president Roosevelt voor kwesties betreffende den buitenlandschen handel, Peek, is samen gesteld. Peek beweert, dat de Vereenigde Staten geen voordeel hebben gehad van hun financieele betrekkingen tot het bui tenland. Ondanks de actieve handelsba- lansert sloten de 88 jaar van 1896 tot 1933 met een saldo van 22.6 milliard dollar schuld van het buitenland aan de Veree nigde Staten. Dit bedrag beteekent een BB* vermindering van het Amerikaansche na tionale vermogen met deze som. Het Witte Huis hoopt uit deze gegevens con clusies te trekkken, die waarschijnlijk hierop zullen neerkomen, dat ernaar ge streefd zal worden de handelsbalans met elk ander land afzonderlijk zooveel moge lijk in evenwicht te houden, een eisch, dien Roosevelt al eerder gesteld heeft. MacDonald doet nogmaals een beroep op Duitschland. In zijn kiesdistrict Seaham Durham heeft MacDonald Donderdag een rede gehouden. Hij zeide o.m.: Waarom zou den alle Europeesche volken niet aan de ontwapening kunnen medewerken, zon der eigen veiligheid te verzwakken? Wij rekenen er op dat Duitschland tot de ont wapening meer zal medewerken dan het tot dusver heeft gedaan. Bij herhaling is het in den loop der besprekingen duide lijk gebleken dat Duitschland op den voet van rechtsgelijkheid zou worden behan deld In dit opzicht heeft Engeland zijn woord gegeven en het zal dat houden. Wij hebben ons deel aan de ontwapening bijgedragen en ik doe een beroep op Duitschland, om desgelijks te doen en andere staten geen reden te geven om zijn politiek in twijfel te trekken. Wij willen een ontwapeningsconventie, die alle sta ten in Europa omvat, en ik betuig zoo vriendschappelijk mogelijk en met den op rechten wcnsch om het Duitschland ge makkelijk te maken, dat elke staat van goeden wil bereid moet zijn om gemeen schappelijk tot een vergelijk te komen. Indien Duitschland dan niet krijgt wat het rechtmatig acht, kan het nog altijd den Raad der Volken verlaten. Een verrassende ontknooping. De geheimzinnige verdwijning van den Japanschen vice-consul te Nanking, Koeramoto, heeft tot een uiterst verras sende ontknooping geleid. De Chinee- sche autoriteiten zijn n.1. voor den dag ge komen met een verklaring van het ge beurde, welke alle schuld van Chinee- UNICUM HORLOGERIE schen kant verwerpt. Koeramoto zou n.1. niet zijn ontvoerd, doch uit eigen be< weging weggeloopen. Hij had van zijn chef, den consul-generaal Soema, een standje gehad, omdat zekere belangrijke documenten, die onder zijn berusting waren, verdwenen waren. In groote over spanning was hij toen gaan zwerven en ten slotte werd hij slapende, en volko men in de war, ontdekt. Een later bericht uit Nanking meldt, dat Koeramoto aan de Chineesche politie heeft bekend, dat hij eenige dagen in de heuvelen van de omstreken had rondge dwaald. Hij was voornemens geweest een einde aan zijn leven te maken door zichzelf te laten verhongeren, doch ten slotte was de honger zoo hevig gewor den, dat hij om voedsel was gaan bedelen. De Chineesche autoriteiten, die den vice-consul aan de Japansche overheid hebben uitgeleverd, verklaren dat Koera moto waarschijnlijk naar Japan zal wor den teruggezonden. Gewrichtspijnen worm-u veroorzaakt door urinezuur dat zich heeft kunnen af-, zetten in de gewrichten tengevolge van onvoldoende zuivering van tiet bloed d or verzwakte werking der daarvoor zorg dragende organen. Verkeeren deze orga nen in gezondei toestand, dan wordt het urinezuur geregeld met dc urine uit het lichaam afgevoerd. Zijn zij verzwakt, dan raakt het bloed overzadigl ermede, het urinezuur kristalliseert en zet zich af in de spieren, gewrichten enz De scherpe kanten der kristallen veroorzaken de on dragelijke pijnen, waaraan rheumatiek- patiënten lijden Meer dan ooit is het in zulke gevallen noodzakelijk de oorzaak van het kwaad weg te nemen. Tijdelijke verlichting mag aangenaam zijn, doch de pijn herhaalt zich daarna slechts erger. Door echter de afvoerorganen tot gezonde werking te brengen, wordt 'net urinezuur ook gere geld afgevoerd, en hiervoor kunt gij niets beters gebruiken dan het middel, dat reeds jarenlang zijn deugdelijkheid bewe zen heeft en waarvan duizenden verklaar den, dat het hun uitstekend geholpen heeft: Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Deze werken uitsluitend op de bovenge noemde organen, zij doen slechts één ding, doch doen dat dan ook uitermate goed. Neem nog heden een proef en ook gij zult overtuigd worden van de uitste kende hoedanigheden van dit probate middel. Verkrijgbaar bij apothekers en dro- gisten a 1.—, 1.75 en 3.— per doos, >i omzetbelasting inbegrepen. Let vooral op den juisten naam Feuilleton Uit het Engelsch van Nadruk verboden. 36) Woensdags kwam Anne's koffer. Alles waar ze om gevraagd had, was er bij en ook allerlei, waar ze zich niet herinnerde om gevraagd te hebben. Op enkele van haar bezittingen stonden haar naam of haar initialen. Ze vernietigde al deze kenteekenen van haar identiteit en voel de een vreemde pijn terwijl ze het deed. Het was alsof van nu af Anne Waveney tot de naamlooze en vergeten dingen ging behooren. Hier waren de zakdoek jes, die Jenny haar met Kerstmis ge geven had kleine niemendalletjes van het ragfijne linnen met een sierlijk ge borduurde A in den hoek. Die „A" kon blijven, maar mevrouw Fossick Yates zou zeker wat te beweren hebben, als haar binnenmeisje zakdoeken gebruikte, die van een aanmerkelijk fijner kwaliteit wa ren dan de hare. Dan was er de avondjapon van blauw met zilver, die ze gedragen had op het jachtba). Ronny Carstavis had haar half gevraagd dien avond, nadat hij haar ver teld had dat ze er uitzag als een blauwe bloem op een zilveren steel. Een pat»1 maanden tevoren was Ronny's eerste dunne, bundeltje verzen verschenen, dus wat hij zei behoefde niet au sérieux geno men te worden. Toch was het prettig om er nu aan te denken. Alleen, wat had Nanna bezield om er deze japon en haar zilveren schoentjes bij te pakken? Daar had Anne toch zeker niet om gevraagd. Ze pakte ze heelemaal onder in den koffer. Toen schreef ze John. De „brief" bestond nit een enkelen regel zonder een aanhef of onderteeke- ning. „De koffer is gekomen. Ik speel geen golf". John had dien morgen bezoek. De mededeeling: „Een dame voor u, me neer," deed hem vliegensvlug naar de hall gaan. Natuurlijk, het kon Anne wel niet zijn, maar als het zoo was Het was Jenny Marr, in het elegante donkere mantelpak, dat ze altijd droeg als ze naar de stad ging en dat haar blanke huid en glanzende haren zoo geraffineerd onderstreepte. Het zonlicht speelde in den ketting, dien ze van Nicholas gekre gen had en het leek alsof het geslepen kristallen diamanten waren. „Hoe gaat het?'* begroette John haar, maar toen haar hand ternauwernood de zijne raakte, vroeg ze al op een angstig- gespannen toon: 'vVaar kunnen we piaten?" En hij be sefte onmiddellijk dm ze aiet maar zou even gekomen was om een luchtig praatje te maken. Hij ging !ia>r vo >r naar een kleine spreekkamer, die aan den salon grensde en ze zetten zi(h op een ongemakkelijke, stjjf-burgerliike pension. anapé Jennv had haar handschoenen uit en gooide ze tus schen hen. „Nanna is er gisteren geweest," begon ze. „Ik kon niet eerder komen. Waar is Anne?" John was zich bewust van een gevoel van voldoening. Hij had ze allemaal tegen zich gehad, verward in leugens; nu wa ren de bordjes verhangen en het was Jenny, die nu kleintjes moest komen vragen: „Waar is Anne?" Hij glimlachte. „Waarom vraag je mij dat?" „Nanna zei dat je haar gestuurd had om Anna's kleeren te halen. Ze vertelde dat je haar een brief van Anne had ge geven. Waar is ze, John?" „Waarom wil je dat weten?" Een mislukt lachte gleed om Jenny's mond. „Ik ben vteeselijk ongerust geweest. Ik zou zeggen, dat je dat wel kon weten. Waar is ze? Het zou zoo'n opluchting zijn als ik wist dat ze veilig is. Je kunt je niet voorstellen...." Haar woorden stierven weg onder zijn harden blik. „Kan ik dat niet? Ik dacht van wel," antwoordde hij. „Wat bedoel je? Wat doe je toch eigen aardig! Ik wil zoo graag weten waar ze is. Het spreekt toch vanzelf dat ik dat wil." John liet zich een beetje gaan. „Heb je haar al niet genoeg pijn ge daan?" Jenny werd vuurrood. „Waarom zou ik haar pijn willen doen? Waarom denk jij.... Wat heeft ze ge zegd?" Er was nu minachting in de uitdrukking van zijn gezicht en toon. „Als je haar niet honderd pond per jaar biedt op voorwaarde dat ze je uit den weg blijft, doe je haar dan geen pijn?" „O!" riep Jenny ontsteld. „Dat heeft ze toch niet gezegd?" „Ze heeft niets gezegd. Het was Nicho las, die mij dat vertelde. Hij zei dat hij Anne het geld had aangeboden, dat haar vader haar nagelaten heeft op voorwaar de dat ze jou en Nicholas met rust zou laten." „O!" zei Jenny nog eens en het was als of ze even ineenkromp. „Daarom zei ik: „Heb je haar al niet genoeg pyn gedaan?" „John, je.... je begrijpt het niet. Je bent boos om Anne. Ik houd van je, om dat je boos bent en haar partij opneemt. Maar je begrijpt het niet." „Niet?" Ze legde haar hand een oogenblik te gen haar vochtige oogen. „Neen je kunt het niet begrijpen. Het is jou schuld niet. Het is zoo'n hope- looze warboel. Dacht je dat ik niet van Anne houd? Dacht je dat ik haar niet graag bij me wilde hebben? Maar het is zoo'n afschuwelijk verwarde geschiedenis, dat ik niets kan doen. Het is in de eerste plaats ter wille van Anne zelf. Als zij het geld wilde aannemen, zou ze kunnen reizen nieuwe vrienden kunnen ma ken. Ik zou haar meer dan de helft ge ven zes honderd pond. Ik zou van Nicholas wel gedaan kunnen krijgen, dat hij dat goed vindt." „Het is niet de kwestie wat jij wilt ge ven, maar wat Anne wil aannemen. En je weet net zoo goed als ik dat Anne nog geen sixpence aanneemt als ze een belee- (iiging op den koop toe krijgt Wat geeft het om „o" te zeggen en te schreien? Het i s een beleediging, dat moet je toch toegeven? Wat zou jij voelen als Nicho las ja, Nicholas tegen jou zou zeg gen: Ik wil je nooit meer zien en niets meer met je te maken hebben, maar je kunt een toelage krijgen als je belooft uit mijn buurt te blijven?" Jenny's stem liet haar in den steek. Ze stak haar handen uit en trachtte te zeg gen: „Dat niet!" maar er kwam alleen een schorre fluistering over haar lippen. Johns woorden hadden gestalte gegeven aan die onbestemde, heimelijke ontzetting, die in de beklemmende eenzaamheid van den nacht beving door haar huiverde, als ze den slaap niet kon vatten. John stond op en liep van de canapé weg. Aan het andere eind van de kamer stond een tafel, met tijdschriften erop. Hij ging er heen en bladerde in een ge ïllustreerd weekblad. Op iedere bladzijde stonden platen, maar hij zag er geen en kele van. Na enkele mjnüten kwam hij weer bij de zitbank terug. Jenny had een verfrommeld zakdoekje in haar hand; ze hield het in een stevi- gen, bevenden greep. „Je begrijpt het niet," zei ze weer „Waarom ben je zoo fel en onhandelbaar? Waarom wil je mij niet vertellen wat ik zoo graag weten wil?" „Luister eens, Jenny," klonk het toen, langzaam en ernstig, maar zonder boos heid. „het heeft geen zin. Je kunt geen twee wegen tegelijk bewandelen je kunt niet met je eene hand Anne uit je leven bannen en haar met de andere vasthouden. Je hebt haar gezegd weg te gaan. Nu, ze is weggegaan. Wat je nu verder moet doen, is haar met rust laten." Jenny keek enkele seconden zwijgend naar hem. Toen vroeg ze aarzelend: „Is ze gezond? Is ze gelukkig?" „Ze heeft nogal veel om gelukkig te zijn, nietwaar?" viel John uit, zóó bitter, dat Jenny haar adem inhield. „Waarom trek je het je zoo vreeselijk aan?" vroeg ze. En dat was het moment waarop het in alle duidelijkheid tot Johns geest door drong hoeveel hij om Anne gaf. Zijn woede, zijn bitterheid, zijn vastbesloten heid die gevoelens kende hij; maar tot op dit oogenblik had hij niet geweten, dat ze de reflecties van liefde waren.van zijn liefde voor Anne. Het was hem nu alsof hij altijd van haar gehouden had, met een onmetelijke, beschermde teeder- heid. Iets van de plotselinge ontdekking scheen op zijn gezicht leesbaar te zijn. want Jenny hijgde: „Maar John, dat is onmogelijk!" „Wat is onmogelijk?" „Dat je van Anne houdt op die ma nier." „Is dat onmogelijk?" „Dat weet je immers best! Wat heeft het voor zin om de dingen nog moeilijker voor jezelf te maken dan ze al zijn. En niet alleen voor jezelf, maar ook voor haar en voor iedereen." Ze hield haar zakdoekje voor den mond en fluisterde: „Je weet Nicko zei dat hij het je ver teld heeft dat.... ze in de gevan genis gezeten heeft." Een kort oogenblik keek John haar aan. Toen lachte hij. „Wat maakt dat voor verschil? Ze is Anne." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1