Buiten' andsch Overzicht.
HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct.
FQSHR'sMMGPIUillI
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
GEMENGD NIEUWS
20/o OBLIGATIËN
ICOS
!CÖ«ÖSÏKAAÏ 78
De Tweelingzusters
Patricia Wentworth
DINSDAG 19 JUNi 1934
62ste JAARGANG
1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer
Hoofdkantoor
HELDERSCHE COURANT
Abonnement per ij maanden bij vooruitbet. Heidersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen lexelf 1.66: binnen
land f 2.- Nederl. Oost- en West Indië per zeepost 1 '2.10, dem per
mail en overige landen 3.20 l osse i os. 4ct. :fr.p.p 6ct. Zondagsblad
resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 1 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V Drukkerij v b C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 7b Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekering No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Lngez. uieded (kolombreedte als redaction.
tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en niet
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Hitier en de Duce. - Zorgen van den Führer. Zorgen van
Dollfnss. - Spanje en de burgeroorlog.
Nog is het geen komkommertijd, maar
nu de zomer tenslotte eenmaal gekomen
js, kan het niet lang meer duren of alle
Europeesche staatslieden laten de zorg
voor hun portefeuille en de beslommerin
gen van moratoriums op hun stoffige les
senaars en bekommeren zich alleen maar
over de kwestie, hoe zij zich het best bruin
kunnen laten branden. Nog is het zoover
niet; maar toch, als we voor dit nummer
de buitenlandsche balans gaan opmaken,
komen we tot een verrassend poover re
sultaat. Nu ja, er is in Duitschland iets
gaande, in verband met de berooide schat
kist, en ook in Oostenrijk is het niet hee-
lemaal pais en vree, maar dat alles is al
vieux jeu. is het tegendeel van nieuw.
Maar toch moeten we het daarover nog
even hebben. Vooreerst: die ontmoeting
tusschen Hitier en Mussolini. Er ziin mis
schien naïevelingen, die meenen, dat er
in Duitschland nog zooiets als een presi
dent en in Italië zelfs een koning is. En
dat is inderdaad zoo, maar we weten allen
wel, dat Hitier en Mussolini in beide lan
den de feitelijke gezagsdragers zijn en dat
de staatshoofden weinig meer ziin dan
hun satellieten. Zoo heeft men het in
Italië ook opgevat, want de regie van de
ontmoeting tusschen de twee was geheel
zooals een ontmoeting tusschen twee
staatshoofden zou zijn geweest. Mussolini
had een prachtige mise-en-scène in el
kander gezet om ziin vriend Hitier te....
overbluffen is misschien wat onvriende
lijk, in ieder geval (e imponeeren dan. En
Hitier zelf? Scherp en waarschijnlijk
juist ook karakteriseert het de „Nw. Rott.
Crt." in een harer jongste overzichten:
Hitier komt om hulp bij den Duce.
Er is, aldus dit blad, veel gesproken, en
wü betwijfelen, of Hitier het leeuwendeel
der conversatie heeft gedragen. Het ge
sprek ligt niet in den aard van den Dnit-
schen rijkskanselier. Hü spreekt zelf in
monoloogvorm, met een doordringendheid
en kracht, alsof hü een menigte toe
spreekt, of wel hij luistert voornamelijk
en dan luistert hü goed. Hü kwam nu
om raad, niet om Mussolini tot iets te
overreden. Van Italiaansche ziide verne
men wii, dat Hitier op liet belangrijkste
punt voor den vrede in Europa den raad
van den Duce ten volle heeft aanvaard.
Hitier zou bereid zijn een einde te ma
ken aan de gevaarlijke actie der Duitsche
nationaal-socialisten in Oostenriik. Dit
klinkt geloofwaardig. Ware Hitier niet bü
voorbaat tot deze concessie besloten ge
weest, dan had hü zich de reis naar Italië
zeer zeker kunnen besparen.
Wü moeten nu zien, in hoever Hitier in
staat zal blijken de gedane beloften ge
stand te doen. Heel gemakkelijk zal bem
dat niet vallen. Deze belofte moet het
conflict in de nationaal-socialistische par-
tü in Duitschland verscherpen. Het laat
ste nationalistische doel der partij, nadat
alle anderen reeds waren losgelaten, wordt
daarmede prijsgegeven. Wat het socia
lisme der partij betreft, daarover heerscht
eveneens diepe verdeeldheid tusschen de
groep rondom Hitier en zeer breede
massa's in de partij. Laat ons hopen, dat
Hitier zal toonen de kracht te bezitten
om door te zetten wat hü heeft beloofd;
rnaar wij vreezen dat dit nog met tegen
slagen gepaard kan gaan.
Ook over de andere redenen, welke
Hitier naar Italië dreven, wordt in dit
overzicht gesproken. Het is waarschijn
lijk, dat Duitschland, dat zich hoe langer
hoe meer geïsoleerd gaat voelen, meer en
meer de noodzakelijkheid van een terug
keer in den Volkenbond gaat voelen. De
kwestie is maar hoe dat te doen op de
meest eervoile wüze. Hierin schünt de
Duce (tusschen twee haakjes, lezer: u
moet dit uitspreken als doetsjee, met den
klemtoon op de eerste lettergreep, het be-
teekent niet anders dan Hertog), als
groote broer te zijn opgetreden en Hitier
te hebben toegezegd, dat hü zijn best zal
doen voor een eervollen terugkeer.
Ach, er was nog wel meer, dat Hitier
naar Mussolini dreef. Reeds thans wordt
in Duitschland weder op groote schaal ge
hamsterd; levensmiddelen, wollen stoffen,
enz., worden in massa's opgekocht, uit
vrees voor aanstaande duurte en
schaarschte. Terwijl in tal van andere
dingen het geld wordt belegd uit vrees
voor inflatie en devaluatie van de mark.
Met innerlijke onrust beladen, deze zin
is wederom van de „Nw. Rott. Crt." af
komstig, is Hitier naar Italië gegaan,
om over dit alles te spreken.
Dollfuss' dagen geteld?
Dan krijgen we als tweede brandpunt
van Europa de zaak van Oostenrijk. Hit-
Ier heeft nu wel aan Mussolini toegezegd,
dat zijn menschen niet meer actief deel
nemen zullen aan nationaal-socialistische
propaganda in Oostenrük, maar dat neemt
niet weg, dat waarschijnlijk de nazi's zelf
er anders over zullen denken. En doen
misschien ook. In Praag schijnt men zich
te dezen opzichte ongerust te maken. Een
der Oostenrijksche leiders van het nat.-
soc., Frauenfeld, heeft indertijd in een
interview aan Anierikaansche bladen ge
zegd: Thans zijn wii, Hitlerianen, de ge
vangenen, maar in Augustus al zullen de
machthebbers van nu gevangeniskleding
aan moeten trekken. Dat is voor den heer
Dollfuss nu niet zoo aangenaam. Deze
Frauenfeld heeft zich nooit door een of
andere verklaring om geene actie te zul
len voeren, de handen laten binden.
Achter het huidige offensief staat de
wraakzucht van Frauenfeld en van an
dere aanvoerders der Oostenrijksche
Hitler-beweging. De zwakheid naar bin
nen en naar buiten van het regime in
Oostenryk kent men in München door en
door. De voorstelling, als zouden slechts
vele enkelingen aan den strüd der Hit
lerianen deelnemen, is in strijd met de
waarheid. Het Hitlerianisme heeft met
name op het platteland diep wortel ge
slagen: men kan zeggen, dat op het
oogenblik de helft van Oostenrük achter
Hitier staat. Daarlüj kan men den indruk
niet van zich afzetten, dat de regeering
Dollfuss het met haar bestrijding van het
bruine gevaar niet heelemaal ernstig
neemt. Voortdurend worden pogingen
gedaan, om Weenen en Berlün nader tot
elkaar te brengen: Dollfuss zou den Hit
lerianen graag een zetel in het kabinet
geven by wjjze van concessie, doch dezen
willen "een compromis, maar een heele
regeering voor zich alleen. Ook de laatste
radicale maatregelen tegen de Hitleria
nen, zooals der standrechtelüke bepalin
gen en de oprichting van plaatselyke
wachtkorpsen worden geenszins radicaal
toegepast; de regeering weet zeer goed,
dat, wanneer werkelijk een of ander retch-
ter een paar Hitlerianen aan de galg
mocht brengen, een complete burgeroor
log onvermiidelyk ware.
Daarby komt, dat de Hitlerianen bljik-
baar over krachtige bewapening beschik
ken: de soldaten sympathiseeren met de
beweging en, naar gemeld wordt, zal de
regeering den huidigen toestand dan ook
geen maand meer kunnen uithouden.
Wanneer niet alles bedriegt, zyn de da
gen van Dollfuss' kanselierschap geteld:
zün vroegere populairiteit heeft hij ook
by de diplomaten verloren, en, wat in
Oostenrük nog meer zegt, ook zelfs Mus
solini vertrouwt hem niet meer. De Duce
is tot de overtuiging gekomen, dat hij
door onjuiste inlichtingen omtrent de
binnenlandsche politike kracht van Doll
fuss is misleid: de betrokken ambtena
ren zyn reeds van hun posten ontheven.
Wanneer de zelfstandigheid van Oosten
ryk nog te. redden ware met eigen
krachten kan het land zelf dit niet meer.
Ook hier dus gisting in den centraal-
Europeesehen heksenketel. En het overig
Europa ziet in bange spanning toe wat uit
dit te vuur staande gerecht zal worden
gebrouwen.
Stakingen in Spanje.
We gaan nu naar het Zuiden, naar
het „zonnige Spanje". Ook daar staat een
potje te vuur, een monarchistisch potje,
als wy het goed begrijpen;
De staking breidt zich volgens de ver
schillende. niet-officieele berichten, die
wij ontvingen, met groote heftigheid uit,
zoodat die, door andere directe informatie
bevestigd werden, wel geheel afwyken
van de officieele lezing. Het aantal gevan
gen landarbeiders loopt in de duizenden,
en de door de cencuur doorgelaten mede-
deelingen, dat na de locale, ook de pro
vinciale gevangenissen overladen zyn,
bewijzen wel dat de omvang der staking
zeer groot is.
In verschillende streken is de staking
zelfs algemeen en de maatregelen van de
regeering leïden tot telkens weer grooter
excessen. In de steden beginnen de ge
beurtenissen het karakter van een gue-
rilla aan te nemen. Büvoorbeeldl: Er is te
Madrid een aanslag gepleegd op José
Prima de Rivera. Toen de civiele garde
naderde, schoot men ook op deze. waar
door een sergaent doodelijk werd gewond.
Als antwoord op dezen aanslag zyn hier
op fascisten bezoekers van volksbaden
gaan provoceeren. De woedende menigte,
voor het meerendeel in badcostuum, heeft
zich met messen en vorken, voor de
maaltyden bestemd, op de fascisten ge
worpen en dezen flink toegetakeld. Daar
op hebben, uit wraak onbekenden met een
mitrailleur het vuur geopend op een
groep socialisten, en in den avond heeft
de politie gechargeerd op een andere
groep socialisten, waarWj vrouwen en
kinderen gewond werden. Tenslotte vond
nog een botsing plaats op het sportter
rein van de Spaansche Kolonie. Dit was
eigen schuld van de Duitschers die
zeer ontactvolle wyze de menigte provo
eeerden door o.a. een hakenkruisvlag te
hijsehen.
Dit alles wyst wel op gespannen toe
standen ook hier.
Buitenland
HITLER TERUGGEKEERD,
Zaterdagochtend is Adolf Hitier met
zyn gezelschap in drie vliegtuigen naar
Duitschland teruggekeerd.
Mussolini was op het vliegveld aan
wezig om afscheid van hem te nemen.
Reuter meldt nader nog over wat Mus
solini en Hitier hebben besproken, dat
Duitschland uitgenoodigd zou worden om
loe te treden tot het economisch accoord
dat 15 Februari te Rome onderteekend
is door Oostenryk, Hongarije en Italië.
Duitschland zou de nationaal-socialisti
sche propaganda in Oostenryk matigen,
terwyl Italië geen veto zou laten hooren,
en ook niet zich zou kanten tegen een
eventueele candidatuur van de nationaal-
socialisten bü verkiezingen in Oostenryk.
Het Italiaansch-Duitsch accoord betref
fende de erkenning van de onafhankelyk-
heid van Oostenryk sluit geen enkele
garantie in van deze onafhankelijkheid
door de wederzydsche partyen, maar
Duitschland zal de terroristische bedrij
vigheid niet ondersteunen.
STUDENTEN PROTESTEEREN
TEGEN HITLER-JUGEND.
Een aantal leden van Studentencorps-
sen van de Universiteit van Bonn is Vrij
dag weggeloopen van een bijeenkomst in
de openlucht, welke georganiseerd was
door de Hitler-Jugend in het kader van
de campagne tegen de reactie, de critici
oti de pessimisten, meldt de „Times"
Zy liepen weg op het oogneblik, waarop
de voornaamste spreker felle critiek
oefende op de excessen van de Duitsche
Studenten en verklaarde dat de Hitler-
Jugend niet zou rusten voor de laatste
vertegenwoordiger van dat studententype
uitgeroeid was.
In verband met deze feiten heeft de lei
der van de studenten van Bonn thans een
bevel uitgevaardigd, waarin het aan alle
studentencorpsen wordt verboden hun
kipuren te dragen tot nader order. Door
het provoceerende optreden van Vrydag,
aldus dit bevel, hebben eenige studenten
openlyk getoond, dat zij de beteekenis
van de nationale eenheid niet willen be
grijpen, en zy hebben daardoor een blaam
geworpen op de eer der Duitsche studen
ten.
GEEN ERKENNING VAN
SOVJET-RUSLAND.
Een tegengesproken gerucht.
De corr. van de N. R. Crt. te Brussel
meldt:
In verband met nieuwe stappen, die van
Antwerpsche oeconomische en parlemen
taire zyde by de nieuwe regeering zyn
gedaan, teneinde haar te bewegen, in het
voordeel van den handel de Sovjet-regee-
rin" officieel te erkennen, is door ver
schillende bladen geschreven, dat het
het nieuwe kabinet de Broqueville niet
ongeneigd zou zyn in deze rekening „de
UNICUM
jure" toe te stemmen. Naar mij evenwel
in de onmiddellyke omgeving van een
minister-president is medegedeeld, blykt
dit bericht op een misverstand te berus
ten.'Evenmin als de vorige regeering, zou
het huidige kabinet geneigd zyn de Sov
jets officieel te erkennen.
DE GRAAF DE SEGUR KRIJGT EEN
JAAR GEVANGENISSTRAF.
De graaf de Segur, de echtgenoot van
de bekende actrice Ceeille Sorel, die on
langs door woest riiden een boerenvrouw
heeft gedood, is door de rechtbank te
Pontoise tot een jaar gevangensstraf ver
oordeeld. De man van het slachtoffer
oïfer heeft schadevergoeding gekregen
DE DROOGTE.
In Londen wordt proces-verbaal
gemaakt wegens verkwisting;
alleen in Schotland heeft men vol
doende water.
Inspecteurs van de waterleidingmaat-
schappy hebben thans voor de eerste
maal proces-verbaal opgemaakt tegen
eigenaars van buitens en villa's, die hun
tuinslangen langer dan een uur per et
maal lieten sproeien. Tevens is een nieu
we algeineene waarschuwing tot de be
volking gericht om nog zuiniger te zijn.
Het verbruik per dag is met 3 miljioen
gallons afgenomen, maar moet met volle
5 millioen teruggaan, wil men veilig
wezen als de droogte nog een paar weken
zou aanhouden.
In Bedfordshire wordt het water met
vrachtauto's naar het land gebracht, om
het vee drenken, en te Basingstoke heeft
men het openbaar zwembad moeten slui
ten, omdat er nog slechts een voet water
stond.
Alleen in Schotland is nog voldoende
water, zoowel in de steden als op het
platteland, en langs de Oostkust van En
geland is de toestand nog redelyk, maar
in het Zuiden en de Midlands zyn hon
derden dorpspompen onder bewaking
gesteld en krijgen de bewoners afgepaste
emmers water.
DE NEDERLANDSCH-INDISCHE EN
DUITSCHE HANDELS
BETREKKINGEN.
(pe inhoud van de vcorlflopige
Overeenkomst.
Het Reichsgesetzblatt publiceert in zijn
nummer van 15 Juni den tekst van de
f zijn onze eigengebreide
Sportkousen, Wandel
kousen en Sokken. Ie klas reparatie-inr. voor
alle soorten wollen kleeding, kousen en sokken
(ook de allerfijnste). JAAP SNOR, Zuidstraat 19.
(Let op den gelen winkelj.
van 1 Juli af geldende voorloopige over
eenkomst inzake het goederenverkeer
tusschen Duitschland en Nederlandsch-
Indië. De overeenkomst, welke geldt tot
30 Juni 1937, bevat o.a. do volgende
bepalingen:
Duitschland zal voor de aan een byzon-
dere invoerregeling ontworpen producten
aan welker invoer naar Duitschland Ne-
dertandsch-Indië een byzonder belang
heeft op passende wijze rekening houden
met dit belang. De beide regeeringen
staan op het standpunt dat de verhou
ding tusschen den Duitschen invoer naar
Nederlandsch-Indië en den Nederlandsch-
Indischen uitvoer naar Duitschland zich
in de laatste jaren door buitengewone om
standigheden op abnormale wyze heeft
verschoven. Zij zullen trachten de nor
male verhouding weder te herstellen. Tot
dit doel zal in het byzonder bij het ver
strekken van orders in Nederlandsch-
Indië op passende wyze rekening wor
den gehouden met de Duitsche belangen.
Beide regeering zullen officieele com
missies benoemen, welker taak erin zal
bestaan, de met de toepassing van deze
overeenkomst verband houdende aange
legenheden te behandelen in voortdurend
onderling contact.
DE ONTWAPENINGSKWESTIE.
Een rede van Lord Hailsham.
De Engelsche minister van oorlog, lord
Hailsham, heeft te Torquay een rede ge
houden over het ontwapeningsvraagstuk.
De minister zeide, dat indien er te Ge-
nève geen ontwapeningsovereenkomst tot
stand komt, Engeland tot op zekere hoog
te tot versterking van zyn bewapening
moet overgaan. Van verscheidene züden
wordt verklaard, aldus spreker, dat een
algeheele ontwapening de beste politiek
voor Engeland zou zyn. In verband hier
mede wensch ik onomwonden te verkla
ren, dat ik persoonlyk nimmer deel zou
kunnen uitmaken van een regeering, die
een dergelyke politiek zou voeren.
Om misverstanden uit den weg te rui
men, veogde de minister er ana toe, dat
geen der leden der huidige regeering een
dergelyke politiek wenscht.
Er zou een groot gevaar voor oorlog
Indien gij voortdurend last hebt van
schele hoofdpijn als gevolg van een
slechte spijsvertering, gebruik dan
eens een poosje Foster'sMaagpillen,
het betrouwbare, zacht werkende
laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar bfO.65 per flacon.
Feuilleton
Uit het Engelsch van
1iadruk verboden.
37)
Een priemende steek van jaloezie ging
door Jenny's hart. Het was niet om John
ze verlangde John niet, of iets van
hem; ze hield van Nicko. Maar ze voelde
een vreemd en ongedefinieerd verlan
gen voor een Nicko, die kon kyken zoo
als John nu deed; een Nicko, voor wien
ook niets verschil zou maken. Als zy in
Anne's plaats was, zou Nicko dan hebben
gezegd wat John nu zei? Ze wist het niet.
Ze wist het niet; en ze voelde een name-
looze vrees in zich opkruipen. Ze schreide
niet. Het zou makkeüjker zyn geweest als
ze had kunnen schreien; want haar ge
heime angst fluisterde van ontzettende en
ondragelyke dingen. Even bleef ze zoo
zitten; toen hoorde ze John mopperen:
„Zet niet zoo'n gezicht, Jenny."
Ze opende —de ooren.
„Houdt je van Anne, werkelyk?"
„Ja zeker."
„Ben je van plan nipt haar te trou
wen?"
„Wat dacht je anders?" De kleur op
zijn gezicht werd dieper; hü keek haar
'echt in de oogen en lachte.
w il zy met jou trouwen"
„Ik hoop het," verklaarde John vroo-
üjk.
„01" Iets anders kon Jenny weer niet
zeggen. Ze bette haar oogen en stond op.
„Ik zou by tante Jenifer gaan lunchen
ik moet weg."
Ze gaf hem geen hand, maar liep naar
een spiegel, haalde een poederdons uit
haar tasch en poederde zich. Ze bleef voor
den spiegel staan en met den rug nog
steeds naar John gewend, trok ze haar
witte suède handschoenen aan, die ze van
de rustbank had meegenomen. Toen ging
ze naar de deur. Maar even voor ze die
bereikt had, draaide ze zich otn en keerde
terug.
„Dus je wilt me niet vertellen waar ze
is?"
„Neen ze zou het me hoogst kwalijk
nemen als ik dat deed."
„Wil je haar een boodschap overbren
gen?"
„Dat zai ik je zeggen, als ik weet wat
het is."
„Myn groeten," zei Jenny, „en die van
den kleinen jongen.van Tony."
Ze sprak de woorden alsof ze er haar
adem mee uitputte. Daarom zonder John's
antwoord af te wachten, keerde ze zich
weer naar de deur en ging de kamer uit.
XXVIII.
John wandelde dien middag door
Bondstreet en op een gegeven moment
trad hy een juwelierszaak aan de linker
zijde der straat binnen. De winkel had
een groot étalagevenster van spiegelglas,
in het midden waarvan traliewerk was
aangebracht ter beveiliging van de uit
gestalde diamanten en smaragden.
Aan den eenen kant van de ruit waren
kostbare antieke Fransche en Russische
juweelen geëtaleerd: aan den anderen
kant kandelaars, en zilveren lepels en vor
ken en ander tafelgerei. Het mat-koperen
bord aan de deur vermeldde den naam
Pollard.
Het was niet het eerste bezoek, dat John
Waveny aan den juwelierswinkel bracht.
Een week tevoren had hy er een sigaret
tenkoker gekocht en twee dagen daarna
was hy er nog eens geweest en had een
half uur lang met Mr. Nigel Pollard in
hoogst eigen persoon over oud zilver ge
sproken. Hy werd thans door den eige
naar met een stralenden glimlach begroet
en de candelabres die, naar hy vertelde,
zoo op het oog byzonder in zyn smaak
vielen, werden uit de étalage gehaald en
hem van naby getoond.
„Uit de verzameling van Lord Claren-
ce", deelde Mr. Pollard half fluisterend
mee. „Ja, juist, de Lord Clarence van de
beroemde collectie. Ik was zoo gelukkig
om op dit paar de hand te kunnen leg
gen. Ze zyn schitterend, vind u niet?"
Mr. Pollard was een korte, gedrongen
man, met een bleek, dik gezicht en don
kere, levendige oogen, die een uitdruk
king van intelligentie gaven aan het an-
anders onbeteekenenende gelaat. Hy was
een erkend expert in zyn vak; wat hy
van edelsteenen en antiek zilver niet wist,
was ook niet de moeite van het weten
waard. John moedigde hem aan om ver
der te praten over de candelabres en Lord
Clarence.
„U kunt mij gelooven," hernam Pollard,
„Lord Clarence had geen enkel minder
waardig stuk in zyn collectie. Als u dit
paar koopt, hebt u uw geld in een solide
bezit gestoken, dat zyn waarde houdt. U
geeft het niet uit u belegt het, en heel
wat beter dan in staatspapieren tegen
woordig."
„Je loopt altyd het risico dat ze gesto
len worden."
„Hoe zeldzamer een stuk, hoe minder
risico men loopt. De markt voor dergelijke
dingen is klein, en er zyn te veel men
schen op de hoogte: de kunstkenners, de
handelaars, de douane, de politie. Het ge
vaar om gesnapt te worden is groot en de
kans om zooiets met een behoorlyke
winst weer kwyt te raken, gering. Het
loont de moeite niet."
„Juweelen gaat zeker beter?" infor
meerde John. „Zijn er een tijd geleden
niet parels by u gestolen?"
Mr. Pollard spreidde in een gebaar
van hulpeloosheid de handen uit.
„Parels? Ach, ja! Parels. Het snoer
wordt doorgeknipt enpfft! Wie zal
zeggen, deze zyn van my, die van jou,
behalve dan als ze byzondere kenmerken
hebben: kleur, vorm grootte iets spe
ciaals, dat ze van andere onderscheidt."
„Maar er zyn u toch parels ontstolen,
nietwaar? Ik las het in de krant, toen het
gebeurd was. En eigenlyk ben ik daar
door by u gekomen. Toen ik uw naam
op het bord by de deur zag staan, herin
nerde ik mij dien dag bü mezelf, ik zal
hier maar eens binnengaan. U hebt die
parels ook weer teruggekregen, is het
niet?"
„Ja, ik heb ze terug. Ik heb geboft ik
heb trouwens altyd nogal geluk gehad,
behalve toen ik pas begon."
„Hoe zyn ze er in vredesnaam mee weg
gekomen?"
„Vraagt u dat wel! Maar als het u in
teresseert, wil ik het u met genoegen ver
tellen. Ik was zelf in den winkel, net zoo
als nu. Ik hielp een heer en een dame,
pas verloofde jongelui, leken ze me. Ze
zochten een ring uit; eerst wilde de dame
een robyn, toen een saffier, tenslotte een
diamant, dus ik stalde een heele collectie
voor ze uit. En terwyl ik weer met een
nieuwe bezending ringen kom aandragen,
neem ik tegelyk een pakje mee, dat ik
zoo juist ontvangen heb vyf strengen
parels, pracht-exemplaren. Ik denk, dat is
wel wat voor 'n meisje dat gaat trouwen.
Niets is zoo geëigend voor een huwelyks-
cadeau als een snoer parels. Dus ik leg
ze op de toonbank neer. En onderwyl zie
ik, dat er een dame met mijn bediende
staat te praten. Later vertelde hy me, dat
ze den prijs vroeg van iets uit de étalage.
Ze was jong en chic, heel chic in een
grijs mantelpak en een coquet zwart
hoedje. Opeens hoor ik haar zeggen:
„Wat een schitterende parels! Mag ik ze
eens even zien?" Myn bediende komt by
me en ik geef hem het pakje met de
parelsnoeren. Ik kyk langs de toonbank
en zie, dat liet jonge meisje haar hand
schoenen uittrekt. Ik denk bij mezelf: Zy
houdt van parels en heeft er verstand
van; ze wil ze met de bloote hand betas
ten. Daar kunt u inkomen, nietwaar? Je
betast iets, wat je mooi vindt niet met
handschoenen aan. Ik zie dat ze een kost
baren ring aanhad en dat brengt me op
het idee, dat ze de parels niet alleen be
kijken en betasten wil, maar ook koopen.
Maar ik keek niet langer, want ik moest
myn aandacht by de klanten bepalen, die
ik zelf stond te helpen by dat verloof
de paar. Ze kochten myn mooisten dia
manten ring, een prachtsteen niet den
grootsten, begrypt u, maar den mooisten.
Ik vond het prettig ik vind het altijd
prettig als koopers goeden smaak toonen
dat doet je als vakman goed, dat be
wijst, dat de menschen apprecieeren waar
je zelf in opgaat. Enfin, het tweetal neemt
me verder heelemaal in beslag, doordat
er nog een inscriptie in den ring moest.
En toen ik klaar was, was de jongedame
in het gryze mantelpak verdwenen."
Pollard zweeg een oogenblik.
„Nu komt het. Ik ga de parels terug
halen en zeg tegen myn bediende:
„Dus ze heeft er geen gekocht?" en hij
schudt van neen. „Zou ze terugkomen?",
vraag ik. Hy antwoordt: „Ik weet het
niet." Daarop neem ik de strengen, die in
watten lagen op en zie dat één 6treng iets
langer is dan de anderen. Hy steekt uit
het scheelt maar twee parels, maar zoo
iets ontgaat my niet. Ik zeg: „Wat betee-
kent dat kerel, wat beteekent dat?" En
myn bediende wordt zoo wit als een doek.
Wat was het geval? Er waren vier snoe
ren échte parels en een streng nage-
maakten: een goedkoope imitatie, zooals
je ze voor dertig shilling overal kunt krij
gen! Ik roep m'n bediende toe: „Wel
ken kant is ze uitgegaan?" en ren met
een Bond Street in. Maar of ik links of
rechts kykt: nergens een grijs mantel
pak te zien geen spoor van een chique
winkeldievegge. Ik terug en de politie ge-
tefoneerd en daarna geef ik mijn bedien
de er van langs en niet zoo'n klein beetje
ook want die parels moeten voor zyn
neus verwisseld zyn! Ik was helsch, dat
begrypt u, en hy huilde letterlyk. En de
politie kon me niet veel meer vertellen
dan ik al wist, namelyk dat er weinig
hoop was. Er waren de laatste twee. drie
maanden zoo dikwyls parels verdwenen
de kranten stonden er vol van en
niemand van de benadeelden had er ook
maar een stuk van teruggezien."
(Wordt vervolgd).