Buiten' andsch Overzicht. HONIG S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 10 ct. FQSHR'sMMGPIUillI NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA GEMENGD NIEUWS 20/o OBLIGATIËN ICOS !CÖ«ÖSÏKAAÏ 78 De Tweelingzusters Patricia Wentworth DINSDAG 19 JUNi 1934 62ste JAARGANG 1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer Hoofdkantoor HELDERSCHE COURANT Abonnement per ij maanden bij vooruitbet. Heidersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen lexelf 1.66: binnen land f 2.- Nederl. Oost- en West Indië per zeepost 1 '2.10, dem per mail en overige landen 3.20 l osse i os. 4ct. :fr.p.p 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, 1 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V Drukkerij v b C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 7b Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekering No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Lngez. uieded (kolombreedte als redaction. tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60ct. (Adres Bureau van dit blad en niet brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Hitier en de Duce. - Zorgen van den Führer. Zorgen van Dollfnss. - Spanje en de burgeroorlog. Nog is het geen komkommertijd, maar nu de zomer tenslotte eenmaal gekomen js, kan het niet lang meer duren of alle Europeesche staatslieden laten de zorg voor hun portefeuille en de beslommerin gen van moratoriums op hun stoffige les senaars en bekommeren zich alleen maar over de kwestie, hoe zij zich het best bruin kunnen laten branden. Nog is het zoover niet; maar toch, als we voor dit nummer de buitenlandsche balans gaan opmaken, komen we tot een verrassend poover re sultaat. Nu ja, er is in Duitschland iets gaande, in verband met de berooide schat kist, en ook in Oostenrijk is het niet hee- lemaal pais en vree, maar dat alles is al vieux jeu. is het tegendeel van nieuw. Maar toch moeten we het daarover nog even hebben. Vooreerst: die ontmoeting tusschen Hitier en Mussolini. Er ziin mis schien naïevelingen, die meenen, dat er in Duitschland nog zooiets als een presi dent en in Italië zelfs een koning is. En dat is inderdaad zoo, maar we weten allen wel, dat Hitier en Mussolini in beide lan den de feitelijke gezagsdragers zijn en dat de staatshoofden weinig meer ziin dan hun satellieten. Zoo heeft men het in Italië ook opgevat, want de regie van de ontmoeting tusschen de twee was geheel zooals een ontmoeting tusschen twee staatshoofden zou zijn geweest. Mussolini had een prachtige mise-en-scène in el kander gezet om ziin vriend Hitier te.... overbluffen is misschien wat onvriende lijk, in ieder geval (e imponeeren dan. En Hitier zelf? Scherp en waarschijnlijk juist ook karakteriseert het de „Nw. Rott. Crt." in een harer jongste overzichten: Hitier komt om hulp bij den Duce. Er is, aldus dit blad, veel gesproken, en wü betwijfelen, of Hitier het leeuwendeel der conversatie heeft gedragen. Het ge sprek ligt niet in den aard van den Dnit- schen rijkskanselier. Hü spreekt zelf in monoloogvorm, met een doordringendheid en kracht, alsof hü een menigte toe spreekt, of wel hij luistert voornamelijk en dan luistert hü goed. Hü kwam nu om raad, niet om Mussolini tot iets te overreden. Van Italiaansche ziide verne men wii, dat Hitier op liet belangrijkste punt voor den vrede in Europa den raad van den Duce ten volle heeft aanvaard. Hitier zou bereid zijn een einde te ma ken aan de gevaarlijke actie der Duitsche nationaal-socialisten in Oostenriik. Dit klinkt geloofwaardig. Ware Hitier niet bü voorbaat tot deze concessie besloten ge weest, dan had hü zich de reis naar Italië zeer zeker kunnen besparen. Wü moeten nu zien, in hoever Hitier in staat zal blijken de gedane beloften ge stand te doen. Heel gemakkelijk zal bem dat niet vallen. Deze belofte moet het conflict in de nationaal-socialistische par- tü in Duitschland verscherpen. Het laat ste nationalistische doel der partij, nadat alle anderen reeds waren losgelaten, wordt daarmede prijsgegeven. Wat het socia lisme der partij betreft, daarover heerscht eveneens diepe verdeeldheid tusschen de groep rondom Hitier en zeer breede massa's in de partij. Laat ons hopen, dat Hitier zal toonen de kracht te bezitten om door te zetten wat hü heeft beloofd; rnaar wij vreezen dat dit nog met tegen slagen gepaard kan gaan. Ook over de andere redenen, welke Hitier naar Italië dreven, wordt in dit overzicht gesproken. Het is waarschijn lijk, dat Duitschland, dat zich hoe langer hoe meer geïsoleerd gaat voelen, meer en meer de noodzakelijkheid van een terug keer in den Volkenbond gaat voelen. De kwestie is maar hoe dat te doen op de meest eervoile wüze. Hierin schünt de Duce (tusschen twee haakjes, lezer: u moet dit uitspreken als doetsjee, met den klemtoon op de eerste lettergreep, het be- teekent niet anders dan Hertog), als groote broer te zijn opgetreden en Hitier te hebben toegezegd, dat hü zijn best zal doen voor een eervollen terugkeer. Ach, er was nog wel meer, dat Hitier naar Mussolini dreef. Reeds thans wordt in Duitschland weder op groote schaal ge hamsterd; levensmiddelen, wollen stoffen, enz., worden in massa's opgekocht, uit vrees voor aanstaande duurte en schaarschte. Terwijl in tal van andere dingen het geld wordt belegd uit vrees voor inflatie en devaluatie van de mark. Met innerlijke onrust beladen, deze zin is wederom van de „Nw. Rott. Crt." af komstig, is Hitier naar Italië gegaan, om over dit alles te spreken. Dollfuss' dagen geteld? Dan krijgen we als tweede brandpunt van Europa de zaak van Oostenrijk. Hit- Ier heeft nu wel aan Mussolini toegezegd, dat zijn menschen niet meer actief deel nemen zullen aan nationaal-socialistische propaganda in Oostenrük, maar dat neemt niet weg, dat waarschijnlijk de nazi's zelf er anders over zullen denken. En doen misschien ook. In Praag schijnt men zich te dezen opzichte ongerust te maken. Een der Oostenrijksche leiders van het nat.- soc., Frauenfeld, heeft indertijd in een interview aan Anierikaansche bladen ge zegd: Thans zijn wii, Hitlerianen, de ge vangenen, maar in Augustus al zullen de machthebbers van nu gevangeniskleding aan moeten trekken. Dat is voor den heer Dollfuss nu niet zoo aangenaam. Deze Frauenfeld heeft zich nooit door een of andere verklaring om geene actie te zul len voeren, de handen laten binden. Achter het huidige offensief staat de wraakzucht van Frauenfeld en van an dere aanvoerders der Oostenrijksche Hitler-beweging. De zwakheid naar bin nen en naar buiten van het regime in Oostenryk kent men in München door en door. De voorstelling, als zouden slechts vele enkelingen aan den strüd der Hit lerianen deelnemen, is in strijd met de waarheid. Het Hitlerianisme heeft met name op het platteland diep wortel ge slagen: men kan zeggen, dat op het oogenblik de helft van Oostenrük achter Hitier staat. Daarlüj kan men den indruk niet van zich afzetten, dat de regeering Dollfuss het met haar bestrijding van het bruine gevaar niet heelemaal ernstig neemt. Voortdurend worden pogingen gedaan, om Weenen en Berlün nader tot elkaar te brengen: Dollfuss zou den Hit lerianen graag een zetel in het kabinet geven by wjjze van concessie, doch dezen willen "een compromis, maar een heele regeering voor zich alleen. Ook de laatste radicale maatregelen tegen de Hitleria nen, zooals der standrechtelüke bepalin gen en de oprichting van plaatselyke wachtkorpsen worden geenszins radicaal toegepast; de regeering weet zeer goed, dat, wanneer werkelijk een of ander retch- ter een paar Hitlerianen aan de galg mocht brengen, een complete burgeroor log onvermiidelyk ware. Daarby komt, dat de Hitlerianen bljik- baar over krachtige bewapening beschik ken: de soldaten sympathiseeren met de beweging en, naar gemeld wordt, zal de regeering den huidigen toestand dan ook geen maand meer kunnen uithouden. Wanneer niet alles bedriegt, zyn de da gen van Dollfuss' kanselierschap geteld: zün vroegere populairiteit heeft hij ook by de diplomaten verloren, en, wat in Oostenrük nog meer zegt, ook zelfs Mus solini vertrouwt hem niet meer. De Duce is tot de overtuiging gekomen, dat hij door onjuiste inlichtingen omtrent de binnenlandsche politike kracht van Doll fuss is misleid: de betrokken ambtena ren zyn reeds van hun posten ontheven. Wanneer de zelfstandigheid van Oosten ryk nog te. redden ware met eigen krachten kan het land zelf dit niet meer. Ook hier dus gisting in den centraal- Europeesehen heksenketel. En het overig Europa ziet in bange spanning toe wat uit dit te vuur staande gerecht zal worden gebrouwen. Stakingen in Spanje. We gaan nu naar het Zuiden, naar het „zonnige Spanje". Ook daar staat een potje te vuur, een monarchistisch potje, als wy het goed begrijpen; De staking breidt zich volgens de ver schillende. niet-officieele berichten, die wij ontvingen, met groote heftigheid uit, zoodat die, door andere directe informatie bevestigd werden, wel geheel afwyken van de officieele lezing. Het aantal gevan gen landarbeiders loopt in de duizenden, en de door de cencuur doorgelaten mede- deelingen, dat na de locale, ook de pro vinciale gevangenissen overladen zyn, bewijzen wel dat de omvang der staking zeer groot is. In verschillende streken is de staking zelfs algemeen en de maatregelen van de regeering leïden tot telkens weer grooter excessen. In de steden beginnen de ge beurtenissen het karakter van een gue- rilla aan te nemen. Büvoorbeeldl: Er is te Madrid een aanslag gepleegd op José Prima de Rivera. Toen de civiele garde naderde, schoot men ook op deze. waar door een sergaent doodelijk werd gewond. Als antwoord op dezen aanslag zyn hier op fascisten bezoekers van volksbaden gaan provoceeren. De woedende menigte, voor het meerendeel in badcostuum, heeft zich met messen en vorken, voor de maaltyden bestemd, op de fascisten ge worpen en dezen flink toegetakeld. Daar op hebben, uit wraak onbekenden met een mitrailleur het vuur geopend op een groep socialisten, en in den avond heeft de politie gechargeerd op een andere groep socialisten, waarWj vrouwen en kinderen gewond werden. Tenslotte vond nog een botsing plaats op het sportter rein van de Spaansche Kolonie. Dit was eigen schuld van de Duitschers die zeer ontactvolle wyze de menigte provo eeerden door o.a. een hakenkruisvlag te hijsehen. Dit alles wyst wel op gespannen toe standen ook hier. Buitenland HITLER TERUGGEKEERD, Zaterdagochtend is Adolf Hitier met zyn gezelschap in drie vliegtuigen naar Duitschland teruggekeerd. Mussolini was op het vliegveld aan wezig om afscheid van hem te nemen. Reuter meldt nader nog over wat Mus solini en Hitier hebben besproken, dat Duitschland uitgenoodigd zou worden om loe te treden tot het economisch accoord dat 15 Februari te Rome onderteekend is door Oostenryk, Hongarije en Italië. Duitschland zou de nationaal-socialisti sche propaganda in Oostenryk matigen, terwyl Italië geen veto zou laten hooren, en ook niet zich zou kanten tegen een eventueele candidatuur van de nationaal- socialisten bü verkiezingen in Oostenryk. Het Italiaansch-Duitsch accoord betref fende de erkenning van de onafhankelyk- heid van Oostenryk sluit geen enkele garantie in van deze onafhankelijkheid door de wederzydsche partyen, maar Duitschland zal de terroristische bedrij vigheid niet ondersteunen. STUDENTEN PROTESTEEREN TEGEN HITLER-JUGEND. Een aantal leden van Studentencorps- sen van de Universiteit van Bonn is Vrij dag weggeloopen van een bijeenkomst in de openlucht, welke georganiseerd was door de Hitler-Jugend in het kader van de campagne tegen de reactie, de critici oti de pessimisten, meldt de „Times" Zy liepen weg op het oogneblik, waarop de voornaamste spreker felle critiek oefende op de excessen van de Duitsche Studenten en verklaarde dat de Hitler- Jugend niet zou rusten voor de laatste vertegenwoordiger van dat studententype uitgeroeid was. In verband met deze feiten heeft de lei der van de studenten van Bonn thans een bevel uitgevaardigd, waarin het aan alle studentencorpsen wordt verboden hun kipuren te dragen tot nader order. Door het provoceerende optreden van Vrydag, aldus dit bevel, hebben eenige studenten openlyk getoond, dat zij de beteekenis van de nationale eenheid niet willen be grijpen, en zy hebben daardoor een blaam geworpen op de eer der Duitsche studen ten. GEEN ERKENNING VAN SOVJET-RUSLAND. Een tegengesproken gerucht. De corr. van de N. R. Crt. te Brussel meldt: In verband met nieuwe stappen, die van Antwerpsche oeconomische en parlemen taire zyde by de nieuwe regeering zyn gedaan, teneinde haar te bewegen, in het voordeel van den handel de Sovjet-regee- rin" officieel te erkennen, is door ver schillende bladen geschreven, dat het het nieuwe kabinet de Broqueville niet ongeneigd zou zyn in deze rekening „de UNICUM jure" toe te stemmen. Naar mij evenwel in de onmiddellyke omgeving van een minister-president is medegedeeld, blykt dit bericht op een misverstand te berus ten.'Evenmin als de vorige regeering, zou het huidige kabinet geneigd zyn de Sov jets officieel te erkennen. DE GRAAF DE SEGUR KRIJGT EEN JAAR GEVANGENISSTRAF. De graaf de Segur, de echtgenoot van de bekende actrice Ceeille Sorel, die on langs door woest riiden een boerenvrouw heeft gedood, is door de rechtbank te Pontoise tot een jaar gevangensstraf ver oordeeld. De man van het slachtoffer oïfer heeft schadevergoeding gekregen DE DROOGTE. In Londen wordt proces-verbaal gemaakt wegens verkwisting; alleen in Schotland heeft men vol doende water. Inspecteurs van de waterleidingmaat- schappy hebben thans voor de eerste maal proces-verbaal opgemaakt tegen eigenaars van buitens en villa's, die hun tuinslangen langer dan een uur per et maal lieten sproeien. Tevens is een nieu we algeineene waarschuwing tot de be volking gericht om nog zuiniger te zijn. Het verbruik per dag is met 3 miljioen gallons afgenomen, maar moet met volle 5 millioen teruggaan, wil men veilig wezen als de droogte nog een paar weken zou aanhouden. In Bedfordshire wordt het water met vrachtauto's naar het land gebracht, om het vee drenken, en te Basingstoke heeft men het openbaar zwembad moeten slui ten, omdat er nog slechts een voet water stond. Alleen in Schotland is nog voldoende water, zoowel in de steden als op het platteland, en langs de Oostkust van En geland is de toestand nog redelyk, maar in het Zuiden en de Midlands zyn hon derden dorpspompen onder bewaking gesteld en krijgen de bewoners afgepaste emmers water. DE NEDERLANDSCH-INDISCHE EN DUITSCHE HANDELS BETREKKINGEN. (pe inhoud van de vcorlflopige Overeenkomst. Het Reichsgesetzblatt publiceert in zijn nummer van 15 Juni den tekst van de f zijn onze eigengebreide Sportkousen, Wandel kousen en Sokken. Ie klas reparatie-inr. voor alle soorten wollen kleeding, kousen en sokken (ook de allerfijnste). JAAP SNOR, Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkelj. van 1 Juli af geldende voorloopige over eenkomst inzake het goederenverkeer tusschen Duitschland en Nederlandsch- Indië. De overeenkomst, welke geldt tot 30 Juni 1937, bevat o.a. do volgende bepalingen: Duitschland zal voor de aan een byzon- dere invoerregeling ontworpen producten aan welker invoer naar Duitschland Ne- dertandsch-Indië een byzonder belang heeft op passende wijze rekening houden met dit belang. De beide regeeringen staan op het standpunt dat de verhou ding tusschen den Duitschen invoer naar Nederlandsch-Indië en den Nederlandsch- Indischen uitvoer naar Duitschland zich in de laatste jaren door buitengewone om standigheden op abnormale wyze heeft verschoven. Zij zullen trachten de nor male verhouding weder te herstellen. Tot dit doel zal in het byzonder bij het ver strekken van orders in Nederlandsch- Indië op passende wyze rekening wor den gehouden met de Duitsche belangen. Beide regeering zullen officieele com missies benoemen, welker taak erin zal bestaan, de met de toepassing van deze overeenkomst verband houdende aange legenheden te behandelen in voortdurend onderling contact. DE ONTWAPENINGSKWESTIE. Een rede van Lord Hailsham. De Engelsche minister van oorlog, lord Hailsham, heeft te Torquay een rede ge houden over het ontwapeningsvraagstuk. De minister zeide, dat indien er te Ge- nève geen ontwapeningsovereenkomst tot stand komt, Engeland tot op zekere hoog te tot versterking van zyn bewapening moet overgaan. Van verscheidene züden wordt verklaard, aldus spreker, dat een algeheele ontwapening de beste politiek voor Engeland zou zyn. In verband hier mede wensch ik onomwonden te verkla ren, dat ik persoonlyk nimmer deel zou kunnen uitmaken van een regeering, die een dergelyke politiek zou voeren. Om misverstanden uit den weg te rui men, veogde de minister er ana toe, dat geen der leden der huidige regeering een dergelyke politiek wenscht. Er zou een groot gevaar voor oorlog Indien gij voortdurend last hebt van schele hoofdpijn als gevolg van een slechte spijsvertering, gebruik dan eens een poosje Foster'sMaagpillen, het betrouwbare, zacht werkende laxeermiddel. Alom verkrijgbaar bfO.65 per flacon. Feuilleton Uit het Engelsch van 1iadruk verboden. 37) Een priemende steek van jaloezie ging door Jenny's hart. Het was niet om John ze verlangde John niet, of iets van hem; ze hield van Nicko. Maar ze voelde een vreemd en ongedefinieerd verlan gen voor een Nicko, die kon kyken zoo als John nu deed; een Nicko, voor wien ook niets verschil zou maken. Als zy in Anne's plaats was, zou Nicko dan hebben gezegd wat John nu zei? Ze wist het niet. Ze wist het niet; en ze voelde een name- looze vrees in zich opkruipen. Ze schreide niet. Het zou makkeüjker zyn geweest als ze had kunnen schreien; want haar ge heime angst fluisterde van ontzettende en ondragelyke dingen. Even bleef ze zoo zitten; toen hoorde ze John mopperen: „Zet niet zoo'n gezicht, Jenny." Ze opende —de ooren. „Houdt je van Anne, werkelyk?" „Ja zeker." „Ben je van plan nipt haar te trou wen?" „Wat dacht je anders?" De kleur op zijn gezicht werd dieper; hü keek haar 'echt in de oogen en lachte. w il zy met jou trouwen" „Ik hoop het," verklaarde John vroo- üjk. „01" Iets anders kon Jenny weer niet zeggen. Ze bette haar oogen en stond op. „Ik zou by tante Jenifer gaan lunchen ik moet weg." Ze gaf hem geen hand, maar liep naar een spiegel, haalde een poederdons uit haar tasch en poederde zich. Ze bleef voor den spiegel staan en met den rug nog steeds naar John gewend, trok ze haar witte suède handschoenen aan, die ze van de rustbank had meegenomen. Toen ging ze naar de deur. Maar even voor ze die bereikt had, draaide ze zich otn en keerde terug. „Dus je wilt me niet vertellen waar ze is?" „Neen ze zou het me hoogst kwalijk nemen als ik dat deed." „Wil je haar een boodschap overbren gen?" „Dat zai ik je zeggen, als ik weet wat het is." „Myn groeten," zei Jenny, „en die van den kleinen jongen.van Tony." Ze sprak de woorden alsof ze er haar adem mee uitputte. Daarom zonder John's antwoord af te wachten, keerde ze zich weer naar de deur en ging de kamer uit. XXVIII. John wandelde dien middag door Bondstreet en op een gegeven moment trad hy een juwelierszaak aan de linker zijde der straat binnen. De winkel had een groot étalagevenster van spiegelglas, in het midden waarvan traliewerk was aangebracht ter beveiliging van de uit gestalde diamanten en smaragden. Aan den eenen kant van de ruit waren kostbare antieke Fransche en Russische juweelen geëtaleerd: aan den anderen kant kandelaars, en zilveren lepels en vor ken en ander tafelgerei. Het mat-koperen bord aan de deur vermeldde den naam Pollard. Het was niet het eerste bezoek, dat John Waveny aan den juwelierswinkel bracht. Een week tevoren had hy er een sigaret tenkoker gekocht en twee dagen daarna was hy er nog eens geweest en had een half uur lang met Mr. Nigel Pollard in hoogst eigen persoon over oud zilver ge sproken. Hy werd thans door den eige naar met een stralenden glimlach begroet en de candelabres die, naar hy vertelde, zoo op het oog byzonder in zyn smaak vielen, werden uit de étalage gehaald en hem van naby getoond. „Uit de verzameling van Lord Claren- ce", deelde Mr. Pollard half fluisterend mee. „Ja, juist, de Lord Clarence van de beroemde collectie. Ik was zoo gelukkig om op dit paar de hand te kunnen leg gen. Ze zyn schitterend, vind u niet?" Mr. Pollard was een korte, gedrongen man, met een bleek, dik gezicht en don kere, levendige oogen, die een uitdruk king van intelligentie gaven aan het an- anders onbeteekenenende gelaat. Hy was een erkend expert in zyn vak; wat hy van edelsteenen en antiek zilver niet wist, was ook niet de moeite van het weten waard. John moedigde hem aan om ver der te praten over de candelabres en Lord Clarence. „U kunt mij gelooven," hernam Pollard, „Lord Clarence had geen enkel minder waardig stuk in zyn collectie. Als u dit paar koopt, hebt u uw geld in een solide bezit gestoken, dat zyn waarde houdt. U geeft het niet uit u belegt het, en heel wat beter dan in staatspapieren tegen woordig." „Je loopt altyd het risico dat ze gesto len worden." „Hoe zeldzamer een stuk, hoe minder risico men loopt. De markt voor dergelijke dingen is klein, en er zyn te veel men schen op de hoogte: de kunstkenners, de handelaars, de douane, de politie. Het ge vaar om gesnapt te worden is groot en de kans om zooiets met een behoorlyke winst weer kwyt te raken, gering. Het loont de moeite niet." „Juweelen gaat zeker beter?" infor meerde John. „Zijn er een tijd geleden niet parels by u gestolen?" Mr. Pollard spreidde in een gebaar van hulpeloosheid de handen uit. „Parels? Ach, ja! Parels. Het snoer wordt doorgeknipt enpfft! Wie zal zeggen, deze zyn van my, die van jou, behalve dan als ze byzondere kenmerken hebben: kleur, vorm grootte iets spe ciaals, dat ze van andere onderscheidt." „Maar er zyn u toch parels ontstolen, nietwaar? Ik las het in de krant, toen het gebeurd was. En eigenlyk ben ik daar door by u gekomen. Toen ik uw naam op het bord by de deur zag staan, herin nerde ik mij dien dag bü mezelf, ik zal hier maar eens binnengaan. U hebt die parels ook weer teruggekregen, is het niet?" „Ja, ik heb ze terug. Ik heb geboft ik heb trouwens altyd nogal geluk gehad, behalve toen ik pas begon." „Hoe zyn ze er in vredesnaam mee weg gekomen?" „Vraagt u dat wel! Maar als het u in teresseert, wil ik het u met genoegen ver tellen. Ik was zelf in den winkel, net zoo als nu. Ik hielp een heer en een dame, pas verloofde jongelui, leken ze me. Ze zochten een ring uit; eerst wilde de dame een robyn, toen een saffier, tenslotte een diamant, dus ik stalde een heele collectie voor ze uit. En terwyl ik weer met een nieuwe bezending ringen kom aandragen, neem ik tegelyk een pakje mee, dat ik zoo juist ontvangen heb vyf strengen parels, pracht-exemplaren. Ik denk, dat is wel wat voor 'n meisje dat gaat trouwen. Niets is zoo geëigend voor een huwelyks- cadeau als een snoer parels. Dus ik leg ze op de toonbank neer. En onderwyl zie ik, dat er een dame met mijn bediende staat te praten. Later vertelde hy me, dat ze den prijs vroeg van iets uit de étalage. Ze was jong en chic, heel chic in een grijs mantelpak en een coquet zwart hoedje. Opeens hoor ik haar zeggen: „Wat een schitterende parels! Mag ik ze eens even zien?" Myn bediende komt by me en ik geef hem het pakje met de parelsnoeren. Ik kyk langs de toonbank en zie, dat liet jonge meisje haar hand schoenen uittrekt. Ik denk bij mezelf: Zy houdt van parels en heeft er verstand van; ze wil ze met de bloote hand betas ten. Daar kunt u inkomen, nietwaar? Je betast iets, wat je mooi vindt niet met handschoenen aan. Ik zie dat ze een kost baren ring aanhad en dat brengt me op het idee, dat ze de parels niet alleen be kijken en betasten wil, maar ook koopen. Maar ik keek niet langer, want ik moest myn aandacht by de klanten bepalen, die ik zelf stond te helpen by dat verloof de paar. Ze kochten myn mooisten dia manten ring, een prachtsteen niet den grootsten, begrypt u, maar den mooisten. Ik vond het prettig ik vind het altijd prettig als koopers goeden smaak toonen dat doet je als vakman goed, dat be wijst, dat de menschen apprecieeren waar je zelf in opgaat. Enfin, het tweetal neemt me verder heelemaal in beslag, doordat er nog een inscriptie in den ring moest. En toen ik klaar was, was de jongedame in het gryze mantelpak verdwenen." Pollard zweeg een oogenblik. „Nu komt het. Ik ga de parels terug halen en zeg tegen myn bediende: „Dus ze heeft er geen gekocht?" en hij schudt van neen. „Zou ze terugkomen?", vraag ik. Hy antwoordt: „Ik weet het niet." Daarop neem ik de strengen, die in watten lagen op en zie dat één 6treng iets langer is dan de anderen. Hy steekt uit het scheelt maar twee parels, maar zoo iets ontgaat my niet. Ik zeg: „Wat betee- kent dat kerel, wat beteekent dat?" En myn bediende wordt zoo wit als een doek. Wat was het geval? Er waren vier snoe ren échte parels en een streng nage- maakten: een goedkoope imitatie, zooals je ze voor dertig shilling overal kunt krij gen! Ik roep m'n bediende toe: „Wel ken kant is ze uitgegaan?" en ren met een Bond Street in. Maar of ik links of rechts kykt: nergens een grijs mantel pak te zien geen spoor van een chique winkeldievegge. Ik terug en de politie ge- tefoneerd en daarna geef ik mijn bedien de er van langs en niet zoo'n klein beetje ook want die parels moeten voor zyn neus verwisseld zyn! Ik was helsch, dat begrypt u, en hy huilde letterlyk. En de politie kon me niet veel meer vertellen dan ik al wist, namelyk dat er weinig hoop was. Er waren de laatste twee. drie maanden zoo dikwyls parels verdwenen de kranten stonden er vol van en niemand van de benadeelden had er ook maar een stuk van teruggezien." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1