Amsterdamsche Brieven. Marine-brieven uit Indié ZATERDAG 23 JUNI 1934 PAG. 5 Een goed idee. •T JUTTERTJE Het „schriklijk pleit" Nog hield het schriklijk pleit van dwang en vrijheid aan, er zijn op het oogenblik zoowel in als buiten den Raad Amsterdammers, die, aange zien zii oordeelen dat Gedeputeerde Staten" den laatsten tijd den ..dwang" vprteeenwoordigen en onze Raad de vrijheid", dezen dichtregel van Tol lens aanhalen naar aanleiding van het veder om opwerpen van bezwaren te- een de begrooting van de zijde van Haarlem". Inderdaad hebben de hee- ren op het Prinsenhof, ook zelfs de iongste wijziging, die toch zooveel mo gelijk tegemoet kwam aan de wenschen van „hooger gezag", het nog niet naar den zin kunnen maken van de heeren in Haarlem en wordt vanuit de bloe menstad voor de zooveelste maal om nadere toelichting van enkele punten „evraagd. Die punten betreffen dan „a de dekking van de 22000 restee- rende rente van de crisisschuld; de utikeeriDg uit het Electriciteitsbedrijf, welke met 400.000 is verhoogd; ën de geraamde 2.2 millioen lagere uitgaven voor Maatschappelijken Steun, inge volge de lagere steunnormen, strengere controle en werkverruiming. Een depu tatie uit het gemeentebestuur is nu deze week wederom naar Haarlem ge togen teneinde een en ander met gege vens toe te lichten. De vraag is nu of Gedeputeerden, ook al vallen deze toe lichtingen naar hun genoegen uit, niet opnieuw met weer nieuwe bezwaren zullen komen en of zij nu eindelijk zu'len oordeelen dat Amsterdam nu dan toch wel voldoende de teugels ge voeld heeft en verder zijn gang mag gaan.. Het krijgt langzamerhand den schijn alsof men in Haarlem door alles heen blijft aansturen, tengevolge van een wenk uit Den Haag, op een soort permanente contróleIntus- schen voeden onze stedelijke bestuur- deren zich dan toch nog met een kleine hoop, dat de volgende week de zaak alsnog in orde komt. Laat ons dan ook nog maar deze week deze kleine hoop met hen blijven hopenMet dat al is de persoonlijke verhouding, naar -'.'tnen het zou. kunen noemen, tusschen de. provinciale b.estuurderen en onze stedelijke er door deze begrootings-ge- schiedenis niet beter op geworden. Vroeger was die verhouding een vrij gemoedelijke, werden de zaken on derling in wederzijdsch vertrouwen binnenkamers besproken en afgehan deld en hoorde d6 buitenwereld er eerst van als de betreffende „kwestie" naar het genoegen van beide partijen al weer was opgelost.... Nu werkt men, vooral van de zijde van Haarlem, met communiqué's aan de pers, die de hoofdstedelijke regeerders in hun och tendblad aan het ontbijt lezen, nog voordat zij, later op den dag, ten stad- huize, het officieele bericht van de hoogere instantie onder oogen krijgen. Zulk een gang van zaken werkt, naar wethouder Kropman onlangs in een artikel in ;,De Groene", met een zekere verbolgenheid opmerkte, de vlotte sa menwerking van overheidsorganen, in dezen tijd toch zeker nog meer dan anders uiterst wenscheliik!, niet in de hand,Het is een van de vele bij komende, kwade gevolgen, die dit maar niet van stapel loopen van onze begroo ting 1934 heeft.... Draadloos te water! Een druk op den onzichtbaren knop in de verte enhet schip loopt vlot van stapel; Zoo móest het met onze begroo tingen eigenlijk kunnen zijn en zoo ho- Pen wij, dat het in de toekomst weer eens moge worden! Wat voorloopig dan, in figuurlijken zin, helaas nog niet kan, kan wèl al in „letterlijken" zin, en daar moeten we ons dan maar op het oogenblik mee troosten!.... De tewaterlating van het m.s. „Bloemfon tein" in het IJ draadloos verricht door president generaal Hertzog vanuit het stamverwante Zuid-Afrikaansche land was dan ook een blij en verheugend gebeuren, dat niet het minst ook in de hoofdstad als een groot feit van den dag ondervonden werd. Niet alleen omdat men zich hierbij kon verlusti gen in een overwinning der moderne teehniek, maar ook vooral omdat het weer eens een kennelijk teeken is van het feit. dat onze leidende handels- en veederskringen geenszins bii de pak ken neerzitten en nog vol initiatief en ondernemingsgeest zijn. Nog een dergelijk teeken werd het STOofe publiek dezer dagen gewaar door de opdracht, die de Turksche "ogeering verstrekte aan de Amster damsche maatschappij van havenwer ken, niettegenstaande de offerten van éen aantal groote butienlandsche concurreerende concerns, voor het maken van plannen voor een groote nieuwe oorlogshaven, een opdracht waaruit na verloop van tijd zeer waar schijnlijk ook wel de opdracht tot uit voering van dit millioenenverk zal voortspruiten. Deze teekenen gevoegd bij de uitlatingen van den president van de Nederiandsche Bank en van die van den president van de Ned. Handelmaatschappij in de onlangs verschenen jaarverslagen dezer beide toonaangevende instellingen, hebben degenen die na al deze crisisjaren vol komen moedeloos dreigden te worden, althans weer een klein hart onder den riem gestoken-.... Men kan laatstge noemde uitlatingen zeker nog niet op timistisch noemen, maar zij geven in alle geval wel blijk van het feit, dat de leiders van ons economisch leven de positie van ons land en speciaal ook van Amsterdam geenszins als volledig hopeloos zien en zij wel degelijk nog goede kansen in e6n niet zoo heel verre toekomst zien. Een der eersten, misschien mag men wel zeggen, dé eerste onder genoemde „leiders", namelijk dr. O. J. K. van Aalst, lange jaren president-directeur van de Ned. Handelmaatschappij en daarnaast president-commissaris en voornaamste stuwkracht en vraagbaak van ontelbare, vooral hoofdstedelijke handelszaken en bedrijven, zullen wij in den vervolge moeten missen, nu hij den tijd gekomen achtte af te tre den. Vooral ook voor datgene wat hij, door het oprichten van de N.O.T., die grootendeels zijn schepping was, in de oorlogsjaren voor ons economisch leven gedaan heeft, werd hem bij dit zijn aftreden nog eens hulde gebracht. Tot zijn opvolger werd benoemd mr. Orena de Jongh, een der jongere direc teuren der Maatschappij, die thans de niet gemakkelijke taak kriigt deze groote instelling, eens door Willem I gesticht, heen te loodsen naar de betere tijden. „Euust en vliegwerk." Inmiddels „varen" we nog steeds niet in het meer kalme water van di6 betere tijden en moeten W6 nu nog maar zien hoe we, dikwijls met behulp van „kunst en vliegwerk", zee houden. Zonder zulk een „kunst en vliegwerk" komen zelfs vele instellingen, die der gelijk „werk" in vroeger jaren min of meer beneden hun waardigheid acht ten, er hiet. Getuig6 b.v. het Concert gebouw, dat de sensatie-attractie, want dit toch mocht het in de eerste plaats heeten!, van „monst6r-open- lucht-muziek-uitvoeringen" in het Sta dion niet versmaadde. Ook het Vondel park, d6 nog steeds particuliere in stelling van de iet of wat op oud-Am- sterdamsche regenten-wijze beheerde „Vereeniging tot aanleg en onderhoud van Rij- en Wandelwegen", moet in deze tijden zoo nu en dan eenig „kunst en vliegwerk" te hulp roepen om haar begrooting sluitend te houden. Juister, precies de spijker op den kop slaan de, ware het intusschen bier te spreken van „kunst envuurwerk"; Zaterdagavond j.1. toch heeft men ons hoofdpark van de extra attractie van kunst en vuurwerk voorzien, attracties waartoe het publiek toegang had tegen een kwartje per persoon. De kunst wérd er vertolkt door verschillende muziekcorpsen en zangvereeniging (te zamen uit niet minder dan 2500 „man" bestaande) en het vuurwerk werd er vertoond door honderden in petroleum gedrenkte turven, die op stokken langs de randen der vijvers gestoken waren, een nieuw soort illuminatie, die men aan het initiatief van het z.gIni tiatief Comité Amsterdam te danken had. Beiden, de kunst zoowel als het vuurwerk slaagden uitmuntend. En de Vondelpark-bestuurders kunnen tevre den zijn over het resultaat van hun „kunst en vliegwerk", want niet minder dan ruim tienduizend betalende bezoekers hebben, op dezen bijzonde ren park-avond, mede geholpen de iet wat benarde kas der Vereeniging te stijven.... Volksdansfeest. Dezen Zaterdagmiddag en -avond kunnen we overigens weer 'n grootsch park-feest beleven. Ditmaal te houden in het Oosterpark, waar een Volks dansfeest zal plaats hebben. Een groot aantal instellingen, die zich recht streeks dan wel min of meer zijdelings met'den „dans" inlaten, verleend mede werking: de Oisterwüksche volksdan sers, Ons Huisgroepen, Nederlandse! Meis.jesgilde, Academie van Lichame lijke Opvoeding, het Ned. Centraal Bu reau voor Volksdansen uit Utrecht, enz., enz. Er zullen verschillende de monstraties gegeven worden, maar als bijzonder attractie en tot besluit zal tevens, teneinde, zooals wordt aan gekondigd, „ook de toeschouwers actief te betrekken in de volksdans- vreugde,, een soort ronde-dans „De Groote Ronde" worden uitgevoerd, waarbij iedere deelnemer iemand uit het publiek ten dans zal vragen.... Een, door de ijverige propagandisten van een herleefden volksdans, zeer ze ker goed bedoelde poging het moderne publiek in dezen wat „op te voeden", maar een wel wat gewaagd experiment vreezen wijGezien het feit, dat de Amsterdamsche massa het beroem de en beruchte „hossen in de Kalver- straat" op onze nationale feestdagen als eenige en hoogste uiting van dans- vreugde kent, lijkt de kans zeer groot, dat deze „Groote Ronde" ten slotte slechts zal voeren tot de alge- meene climax van een hartig: „En van je heila, hola, houd er den moed maar in, houd er den moed maar in" en zoo verder en zoo verder.... Maar enfin: ook op volks-dans-gebied doet de hoop leven!.... „Die jongen van u heeft een diplo- matenhoofd." „Ja, die stakker, heelemaal buiten zijn schuld. Als zuigeling is hij uit den kinderwegen gevallen." Amateur teoneelspelers: „U hebt ons nu te woord gestaan, kunt u ons nu ook nog raad geven betreffende de kleeding die wij zullen dragen?" Directeur: „Wapenrustingen." De geheelonthouders-automobilisten in Noorwegen hebben met aanvankelijk 300 leden een eigen Verzekeringsmaat schappij gesticht. Sedert 3 .ïaren ver leende een algemeene verzekerings maatschappij hun 10 reductie op de premie, omdat hun kansen op onge lukken geringer blijken te zijn. De blauwe automobilisten ziin even wel met deze 10 niet tevreden, omdat ze overtuigd ziin, dat alcohol-ongeval len een belangrijke verzwaring van het budget der verzekeringsmaatschappijen beteekenen en zij bii uitschakeling van deze gevallen hun onderling risico aanmerkelijk zullen verminde ren. Met belangstelling mag de ontwik keling van deze onderlinge verzekering worden tegemoet gezien. 3=3 WIST JE' AL. dat de oude Egypt6naren en Ohinse- zen duizenden jaren geleden reeds in staat waren in een speelalen broed- 'oven eieren' uit té broeden zonder kloèk? A Waarde jaargenoot! Weer teruggekeerd zijnde van verlof, benut ik den eersten Zondagmorgen om jou te schrijven. Ja! De ko6k zit er weer op, na 2 heerlijke weken in de hergen* gaan we er weer 50 in Soera baai doorbrengen. Terugkomende van Sarangan ben ik van Madioen uit met den trein gegaan, maar dat is met een heele familie met kinderen bij je een heele onderneming hoor. Ja, als straks de vacanties beginnen dan neemt ook een groot deel van de marinemenschen het jaarlijksch verlof en dan is Saran- gan één van d6 uitgezochte plaatsen- Zoo zitten we dan nu weer aan de Oedjong waar gedurende mijn afwe zigheid weinig bijzonders zich heeft voorgedaan. Allereerst was er het afscheid van onzen „dokter buiten dienst", dokter Heysteck officier van gezondheid eerste kl. bij de land macht. In de loods van de M. K. Goebeng werd Z.W.E.G. gehuldigd met zijne echtgenoote door de Marine. Overste Mackay sprak daarbij een rede uit, waarbij ook mevrouw Heysteck ge noemd werd. Tot slot kreeg de dokter een „Hoogtezontoestel", een zilveren sigarendoos en werd aan mevrouw een mooie tasch overhandigd. Ik schrijf hierover zoo uitvoerig omdat er in Nieuwediep natuurlijk heel wat Ma rinemenschen wonen, die onder be handeling van den repatrïeerenden ge neesheer zijn geweest en die het pret tig zullen vinden te vernemen dat zijn afscheid niet geheel ongemerkt voor bem is voorbijgegaan. Vermoedelijk zal ook zijn vervanger weer een dokter van de landmacht worden Het eskader heeft het afgeloopen week-end doorgebracht in Makassar, ook een eskadrille Dorniers heeft op zijn rondvlucht door de Oostzijde van onzen archipel Makassar aangedaan. Hiermede is weer een van de vele Dezoeken aan Makassar gebracht, al waar we zoo langzamerhand als een kind aan huis raken. Herinner jij je nog, amice, dat we destijds op de M.K.0 een aap aan een touw rond hadden loopen. Later is dat beest blijkbaar vrijgelaten en wellicht beeft een ander# marineman er ook hier of' daar eentje zijn vrijheid her geven, want thans zwervên er vele losloopende apen door de tuinen en boomen van de diverse Marine-inrich tingen hier aan de Oedjo6ng, met als g6volg dat de omwonende werfmen- schen er last van krijgen, omdat de beesten het eten uit de keukens weg stelen. Thans maakt 'de politie 'er jacht op en zijn er reeds drie naar de eeuwig6 jachtvelden vertrokken, of onze goeie oude Kees van de kazerne Oedjoeng er bij is weet ik echter niet Vanavond maken we ons weer op om den wedstrijd HollandZwitser land te gaan hooren. In de recreatie zalen mag de radio aanblijven, want h6t is een Iatertj6 hier zoo van half elf tot half een. Ook in d6 Marinecan- tine kan m6n gaan' luisteren. Trouwens hoven in de stad zijn dok diverse cen trale luisterposten, b.v. in den stads tuin, bij van Wingen en in het Kunsfc- kringhuis. Er bestaat een enorme be langstelling voor, gelukkig dat de Phohi voor ons uitzendt en we dus niets te maken hebben met die zend- tijdverdeelingen tijdens den wedstrijd zooals dat in Holland het geval is. Na een verschrikkelijk langen re gentijd en kentering is dan eindelijk de Oostmoesson hier op Soerabaja doorgekomen. We behoeven 's avonds niet meer tusschen twee regenbuien naar boven, met de risico van geen taxi meer te kunnen vinden, de schiet banen zoowel voor het pistool als voor het geweer óp Goenoegsari zijn wat minder drassig, zoodat we er niet meer zoo besmeurd vandaan komen en we hopen dta het nu vooral 's nachts wat koeler zal ..gaan worden. Enfin, d6 Indische zomer is dus komende. Nu jullie daar in Holland schieten ook al weer een aardig eindje in de richting. Als je dezen brief krijgt is het zomer- verlof al amper op til. In ieder geval is het 's avonds al licht in de stelling en kun je zoo na tafel nog eens een dijkje omloopen dan wel nog eens even naar het badpaviljoen op Huisduinen gaan kijken. Sjonge kerel daar kan ik al zit mijn verlof er pas op. toch wel weer erg r^ar verlangen, ook Saluut hoor, waneer wordt jij nu weer uitgezonden? HENK

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 17