Buiteniandsch Overzicht S. A. KANNEWASSER. De Tweelingzusters a°/0 ©BLIGÜTIEM KOS - KONINGSTRAAT 76 NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Patricia Wentworth Hitler tegen ontbinding van den Stalen Helm. GEMENGD NIEUWS Ernstig ongeluk bij den Deyl. Moordenaar gearresteerd. Dat ziet er heerlij k uit! f lïeleman No 7452 EERSTE BLAD ZATERDAG 30 JUNI 1934 62ste JAARGANG 1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer Hoofdkantoor HEDENAVOND ZIJN ONZE ZAKEN van 10-11 uur geopend. ZONDAGS tot 2 uur. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heidersche Courant 11.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen 'lexelf 1.05binnen land f 2.- Nederl. Oost- en West Indië per zeepost i 2.10, dem per mail en overige landen f 3.20 l osse ros. 4ct. :fr. p. p 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50, I 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ju. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Een terugblik op Juni 1914 en het beeld van heden. - De Engelsche regeering gaat over tot uitbreiding van de luchtvloot, We zyn in gedach- Herinnering ten twintig jaar te- n g gegaan, tot 28 Juni van het jaar 1914, toen de moord op den Oostenrijk-Hongaarschen kroon prins en zijp gemalin, te Serajewo, aan leiding werd tot den wereldoorlog, onder de gevolgen waarvan we nog diep gebukt gaan. Het is wel bedroevend, dat de mensch zoo hardleersch is en dat, niette genstaande we de bittere vruchten nog plukken van de krankzinnige dwaasheid 19141918, de wereld zich alweer aan het bewapenen is voor de volgende botsing. 'Met bezorgdheid, zoo schreef de „Nw. Rott. Crt." Donderdagavond in een hoofd artikel, ziet men verjaardag na verjaar dag van den aanslag voorbijgaan. Zullen volgende jaren voor de terugblikkende menschheid nog grootere wereldramp plaatsen tusschen haar en wat ons nu het onovertroffen uitgangspunt van ongeluk lijkt. Wij zien, dat wat Europa betreft, gelukkig nog geen reden dit al te waarschijnlijk te achten. In het laat ste jaar zijn de omstandigheden wel eens dreigender geweest dan op dit oogenblik en wij zijn dat gemakkelijk te boven gekomen. Wij gaan stellig nog rustige en opge wekte tijden tegemoet, zooals de wereld van voor den oorlog die gekend heeft. Het gebeurde na 28 Juni 1914 leert ons echter, dat die gelukkige wereld van 1913 geva ren verscholen hield, die nu veel beter dan toen bebakend zijn. Ondanks alles. Over de schuldvraag van den oorlog spreekt het blad niet. Wie is trouwens de schuldige? Men heeft dat immers nog nooit uit kunnen maken. De oorzaken, die tot de menschensl achting geleid hebben, zijn natuurlijk wel tot in bizonderheden>. bekend. Het blad schreef daar o. m. over: Toen was er midden in Europa een grpot rijk, samengesteld uit middelpunt vliedende krachten. Het voelde zich beJ stookt en beknabbeld, en had daartegen over de neiging van den zwakke tot om zich heen slaan en naar zich toe trekken. Het groote rijk der Habsburgers was iri ontbinding. Ieder was zich het naderend einde bewust. Men wist, dat het alleen rondom de figuur van den 84-jarigen kei zer Frans Jozef nog samenhing. Diplo maten te Weenen zetten de oude, eerzuch tige politiek der Habsburgers voort, zoo als een uitgeleefd man, die door prikke lende middelen schijn van vitaliteit tracht te wekken, al was het maar voor zich zelf. Het Weenen van 1914 wilde niet loslaten, hield krampachtig vast, lokte vijandschap pen aan, en ook begeerten van hen, die op het uiteenvallen wachtten. De nieuwe tijd stond voor de deur: Frans Ferdinand. Waarlijk geen modern Feuilleton Uit het Engelsch van Nadruk verboden. 42) „Ik geloof van wel. Ik zie ook geen uitweg voor je. Zou je een ring met saf fieren en diamanten willen hebben of alleen diamanten? Of een groote saffier met kleine diamantjes er om heen?" „John, ik ben niet. „Ik weet het. Je hebt het al eerder ge zegd. Ik wou, dat je het niet telkens her haalde; het maakt het me zoo vreeselijk moeilijk om een besluit te nemen. Zie je, ik kan je niet gewoon komen opzoeken en dan over ringen praten. Wij moeten het nu afspreken, anders zou ik je moe ten opbellen. En dan luistert dat ver schrikkelijke mensch ons telefoongesprek misschien af. Dus je ziet, dat het absoluut noodig is om alles nu af te spreken. Zie jt het ook in?" Anne gaf geen antwoord. „Ik voor mij houd veel van blauwe steenen. Ik zou je dolgraag een groote saffier willen geven. We moesten er sa men maar een gaan uitzoeken, een, die precies bij je oogen past." John praatte door over ringen, tot ze by den hoek van Malmesbury Terrace waren. man, maar niet vastgegroeid in Ween- sche centralistische begrippen. Een vriend der te Weenen gehate Slaven. Niet groot genoeg om niet een hater der Hon garen te zijn. Aldus party in den strijd der nationaliteiten in het Donaurijk. Maar in ieder geval een man, die, kwam hij aan de macht, de spanning door decentrali satie zou trachten af te leiden; die ge poogd zou hebben de Slaven te verzoenen, inplaats van de middelpuntvliedende krachten in hun wereld te prikkelen. Een man ook, die niet in mobilisaties- dacht, en onder wien de strijd tusschen laatste politiek besef en militaire eerzucht, nu eens tegen Italië, dan weer tegen Servië, iri den acahtergrond vaak tegen Rusland gericht, niet zoo vrij zou zijn uitgevoch ten als onder den stokoud geworden Frans Jozef. „Wee u, land, welks Koning een kind is", zou door harde ervaringen, kun nen worden aangevuld met: „Wee u, land, welks Koning een hulpeloos grijsaard is". De toepassingen liggen voor het grijpen. Een nieuwe of een verbeterde oude tijd stond in 1914 voor de deur in Oos tenrijk. De schoten van Serajewo velden alles neer. Er is veel goede wil, die altijd te laat komt, of gesaboteerd wordt. Een En gelsch bemiddelingsvoorstel, dat Oosten rijk alles biedt, maar ook onpartijdig on derzoek van het gebeurde omvat, is voor Berlijn onvereenigbaar met de waardig heid van Oostenrijk, dat zich als groote mogendheid geen arbitrage in een geschil met een land als Servië kan laten welgevallen. Het is een heksenketel van misverstan den, wanbegrippen, noodlottig gestook, alles met angstwekkende nauwkeurig heid gedoseerd, om zooveel en zoo ge vaarlijk mogelijk knalgas te vormen, plus de vonk, die dit zou ontsteken. Het speelt zich alles af in weinige weken. Er zijn geen remmen, die de vaart ophouden. Er is geen mogelijkheid tot onderlinge be spreking der hoofdpersonen. O, hemel, hoe ondankbaar zijn wij, als wij in ge vaarlijke perioden ons beklagen over het eindelooze onzer machtelooze conferen ties! Men stelle zich het conflict van Juli 1914 voor, toevertrouwd aan een van die! eindelooze en machtelooze conferenties. Het ware er even verhaspeld uit te voor schijn gekomen als oeconomische ont spanning en ontwapening uit de desbe- trefende conferenties. Maar oorlog? De gedachte aan oorlog ware daar even ze ker verstikt, als zoo menige gezonde ge dachte. Het prestigebegrip van 1914 is dood. Het Britsche Rijk zou zich dat zelfs tegen Liberië niet meer kunnen veroorloven. Bij dreigend gevaar geen kothurnen meer en geen pathetische telegrammen, maar oogenblikkelijke bijeenkomst, waar alle hoofdpersonen heensnellen. Alles Is in juridische regels en begrippen van ten deele heel twijfelachtige, ten deele heel vage beteekenis gebracht; er is een hand vest van Genève, een pact-Kellogg, ver dragen van nonagressie, bij elkaar meer dan genoeg om aarzelingen die nog be staan onmiddellijk een basis te geven, waarop zij zich kunnen ontwikkelen. Wie is nu nog zoo zeer van volstrekte eenzij dige schuld overtuigd, dat hij het bestaan van een aarzeling te Berlijn en St. Pe tersburg in 1914 zou durven ontkennen? Haast iedere stap van toen zou nu voor zichtiger worden gedaan. De psycholo- Anne bleef zwijgen. Ze luisterde naar zijn verhaal over kostbare steerien en anecdotes over verlovingen en verlo vingsringen. Soms had ze behoeftte om te lachen, dan weer om te huilen, maar ze slaagde erin om geen woord te zeggen. John stopte bij den hoek en liep met haar de Ossington Road in. Het was een donkere avond. Er stonden niet veel lantaarns; midden in den weg was er een en de volgende brandde zoo goéd als niet. Terwijl ze door een donker gedeelte van den weg liepen, voelde Anne John's arm om zich heen. Zijn stem, zacht en dringend, klonk aan haar oor: „Ben je nog boos?" Anne was heelemaal niet boos, maar ze zei: „Ja." „Omdat ik je in Wisley gekust heb?" „Ja." „Maar waarom? Anne, je liet me mijn gang gaan dat weet je wel!" „O!" Het was een zachte kreet van protest. „Anne je liet het toe! Ik zou je nooit gekust hebben, als je het niet goed ge vonden had. Dat weet je toch wel?" „O!" klonk het weer. John bracht zijn hand heel zacht naar haar kin, duwde haar gezicht omhoog en kuste haar zooals hij eerder gedaan had twee kussen op haar oogen en een op haar mond. „O!" zei Anne weer. Toen stootte zp hem met alle macht van zich af en rende weg. Nadat hij haar het verlichte gedeelte van den weg had zien oversteken en door een poort van hte blok huizen verdwij nen, keerde hij zich om en wandelde naar den auto terug. gische kwesties, en vooral het begrip van prestige zouden van heel anderen aard zijn. De storm van het vodje papier zou reeds preventief opsteken. Wij hebben ook nu autocraten, die gaarne op kothur nen spreken. Maar juist hun kenmerk is dat zij, als' zij den tempel van de inter nationale politiek betreden, dit gevaarlijk schoeisel uittrekken, en op kousevoetjes loopen, waarop men minder zwikt! Daar om vervult deze dag ons niet met enkel sombere gedachten! De uitbreiding van de Britsche luchtvloot Het optimisme van de N. R. Crt. in de laatste alinea hier boven uitgesproken, moge een grond van waarheid hebben, de practijk in Europa doet ons toch minder optmistisch zijn, de bewapeningen, als gevolg van de mis lukking van Genève, vervullen ons met bezorgdheid. Een tot de tanden bewapend volk zal immers lichter zijn kracht meten met een tegenstander, dan een volk dat zichzelf niet safe voelt in den strijd. En we kunnen ook den machtigen invloed van de particuliere wapenfabrikanten, van het groot-kapitaal, dat financieele baat heeft bij een gewapend conflict, niet uitschakelen. Laat ons echter van harte hopen, dat een oorlog nog verre is. In Engeland heeft de regeering beslo ten niet langer te kunnen wachten met het nemen van maatregelen, die noodig zijn om te komen tot noodzakelijke voor- zórgen voor de luchtverdediging van het Britsche Rijk. Dezer dagen is de „lucht; verdediging" in het Hoogerhuis behan deld. De Londerische cörr. van de N. R, Crt. meldde daarover o.m. aan zijn blad: In het Hoogerhuis heeft Lord London- derry zich over de verwachte ontwikke ling van de Britsche luchtvloot uitgelaten op een manier, die de voorstanders van een snelle uitbreiding niet bevredigt. Deze minister heeft erkend, dat de ont wapeningsconferentie geen hoop overliet en dat Groot-Britannië dus tot ontwikke ling van zijn hulpmiddelen moet over gaan,1 maar hij vermeed zorgvuldig om eeiiig cijfer te noemen en zelfs waar schuwde hij, dat allerlei factoren het on- wenschelyk maken om de Britsche lucht vloot in zoo korten tijd zoo snel uit te breiden als menigeen hier gewenscht en ook al verwacht heeft. Als argument daartegen noemde hij overwegingen van zuinigheid, van admi nistratie, van politiek en eveneens de noodzaak om met de openbare meening rekening te houden. Volgens een der woordvoerders bestaat geen twijfel, dat een groot deel van Londen door brand bommen verwoest kan worden, maar deze mohikaan meende nochtans, dat het beste besluit om den vijand volle betaling af te dwingen door zulk een ramp alleen ver sterkt zal worden. Snelle versterking van de luchtvloot was zijn eisch. De „Daily Telegraph", die meent, dat deze spreker een voorloopige uitbreiding met 600 vliegtuigen wel aanvaard zou heb ben, is zeer teleurgesteld, dat Lord Lon- donderry nog niet in staat was om van algemeenheden tot details over te gaan Zij meent dit te moeten toeschrijven aan het feit, dat de drie verdedigingsdiensten nog druk bezig zijn hun respectieve aan spraken tegen elkaar te bepleiten. Zonder twijfel zijn de ministers eensge zind over twee punten, n.1. dat het onmo gelijk is, dat op de ontwapeningsconfe rentie een vermindering van de buiten- landsche luchtmachten tot stand komt en dat Engeland slechts tevreden kan zijn, indien zijn luchtmacht gelijk staat met de naburige staten. Te Berlijn is volgens V.D. groot opzien gebaard door het bericht dat Woensdag bekend werd, dat Adolf Hitler in het con flict tusschen Stalen Helm en S. A. zich rondweg zou hebben uitgesproken tegen zijn eigen stormtroepen en de partij zou hebben gekozen van de oud-strijders. Dit wordt beschouwd als een buitenge woon groote overwinning voor de conser vatieve elementen binnen het regime. Voor zoover thans omtrent- de in dit verband door Adolf Hitler gedane stap pen bekend is, heeft de rijkskanselier den minister van arbeid én leider van den Stalen Helm, Frans Seldte, medege deeld, dat hij zich volkomen houden zou aan de indertijd gesloten ovéreenkomst en dat hij weigerde de N.S.D.F.B. (d.w.z. de Stalen Helm) te ontbinden gelijk dit door do Bruinhemden wordt geëischt. DE DUITSCHÈ PANTSERKRUISER C. Locpt heden van stapel. Naar de Times uit Berlijn verneemt, zal de derde pantserkruiser van 16.000 ton (de z.g. „slagschepen in zakfor maat") heden (Zaterdag) te Willems- hafen van stapel loopen. MACBONALDS NOODZAKELIJKE VACANTIE. MacDonald zal vermoedelijk zijn drie maanden, vacantie als yolgt doorbrengen: Zondag zal hij Londen verlaten en naar Lossiemouth gaap, waar hij eenige dagen zal blijven. Vervolgens zal hij naar Ca nada gaan, waar hij geruimen tijd in de Rocky Mountains zal vertoeven. Op den terugweg naar Engeland zal hij een kort bezoek brengen aan Ne.wfoundland. UNICUM «ps Gisteren heeft MacDonald voor het laatst voor zijn vacantie de wekelijksche kabinetszitting gepresideerd; zijn col lega's wensehten hem aangename vacan- tiet en drukten de hoop uit, dat hij over eenige maanden hersteld terug zal ko men. Binnenland Een wielrijder het slachtoffer. Donderdagavond heeft op den Leidr schen straatweg nabij den Deyl een ern stige aanrijding met doodelijken afloop' plaats gehad. De heer K. uit Wassenaar wilde met zijn auto de Rust en Vreugde- laan inrijden, doch stopte midden op deri wég, omdat hij uit tegenstelde richting een auto met groote snelheid zag nade: ren. De bestuurder van dien wagen, dé heer van Z„ reiziger in gedistilleerd te Rotterdam, heeft blijkbaar deze manoeu vre niet opgemerkt; hij raakte den linker achterkant van den auto van K., schoot over het rijwielpad langs een boom en botste vervolgens tegen een tweeden boom op. Juist bevond zich daar een wiel rijder, die beklemd geraakte tusschen den auto en den boom. Het slachtoffer was onmiddellijk dood. De auto van den heer van Z., die ern stig beschadigd is, is in beslag genomen en tegen den heer van Z. is proces-ver baal opgemaakt. SMOKKELAUTO MET BROWNINGS EN PATRONEN. De politie te Utrecht heeft in den nacht van Dinsdag op Woensdag op den Pel- molenweg aangehouden een luxe auto, waarin twee Duitschers van wie een met een valschen pas en een Nederlander uit Hilversum, die uit Duitsehland hier te lande binnengesmokkeld hadden 50 brownings, 1250 patronen en een groote hoeveelheid sigarettenpapier. De auto met de smokkelwaar werd in beslag genomen en de inzittenden zijn voorloopig in verzekerde bewaring ge steld. De in beslag genomen auto, behoorde aan den Duitscher K„ te Bothop, een der inzittenden, die echter met het oog op het rijbewijs den auto gestald had ten name van den 19-jarigen Nederlander uit Hilversum. Deze is, nadat proces verbaal tegen hem was opgemaakt, vrij gelaten. De twee Duitschers zijn vastge houden. BERUCHT INBREKEF GEARRESTEERD. Woensdagnacht heeft de politie te Vught gearresteerd zekeren J. G. uit 's-Hertogenbosch, een berucht inbreker, die reeds verschillende malen door de rechtbank is veroordeeld. De politie had aanwijzingen gekregen, dat hij trachten zou in te breken in een eenzaam gelegen boerderij en had zich verdekt opgeste.d. Zoo kon zij hem op heeterdaad betrappen. Zooals gemeld is in den nacht van Zaterdag op Zondag in den tuin van een perceel aan den Waalsdorperweg te Rot- tenrdam, een Belg door surveilleerende agenten aangehouden. Een onderzoek wees uit, dat de man eenige inbraken te Rotterdam op zijn geweten had. De man werd in bézit bevonden van een revolver met een aantal scherpe patronen. De po litie, die 's mans antecedenten aan een nauwkeurig onderzoek onderwierp kwam daarbij tot de ontdekking, dat hij in het Belgische politieblad gesignaleerd stond als verdacht van moord op een vrouw te Gent. De naam, signalement en ook het in het politieblad opgenomen portret klopte volkomen. Na een scherp verhoor gaf de man toe de gezochte te zijn en bekende dat hij tijdens een woordenwis seling een vrouw in de onmiddellijke om geving van Gent had doodgeschoten. De revolver waarmede het misdrijf was ge pleegd, was nog iri zijn bezit en is in be slag genomen. De Belg is in verzekerde bewaring gesteld tot dat hij aan de Bel gische justitie zal worden uitgeleverd. Een ware zomerlafe- nis, zoo'n glas zuivere limonade van Tieleman Dros. Proef eens die natuurlijke vruchtensmaak! Toen hij in Malmesbury Terrace kwam, neuriede hij een vroolijk deuntje. XXXII. I K Aurora Fairlie beide John den volgen-' den dag op voor hij nog met zijn ontbijtf klaar was. „Ben je daar, John Waveney? Ja? Jij bent zoo ongeveer de dertiende persoon,, die ik gesproken heb sedert ik in het- hotel terug ben. Ik wilde graag, dat je- bij mij kwam lunchen. Ik moet je spre ken. Als je een afspraak hebt, zeg die dan af," „Ik heb geen afsrpaak." „Om half twee dan. Ik ben niet meer in het hotel, want Muriel Deane is naar Schotland vertrokken en heeft mij haar flat geleend. Schrijf het adres even op. Rigalo Mansions 110." Om half twee vond hij Aurora temid den van vergulde meubeltjes en zacht gekleurde aquarellen, haar massieve voe ten stevig op een rose Aubusson karpet geplant. Ze droeg grove schoenen cn het tweed pak van onbestemde kleur, waarin hij haar al twee keer gezien had. Hij vroeg zich af, of ze er wellicht ook in sliep, zoo zag het eruit. Ze begroette hem hartelijk en sprak over haar schouder heen tegen het dienstmeisje, dat hem had binnengelaten. „Lunch, Horocks!" Toen, nadat de deur gesloten was: „Dwaze gewoonte om een meisje hij haar achternaam te noemen! Aanmatigend. Zeker om voor te wenden dat je een butler hebt, terwijl dat niet het géval is. Echt iets voor Muriel. Kom, ga mee, ik heb al om half acht ontbeten dus ik heb trek." De eetkamer was aangrenzend, eeri kleine kamer in wit met ebbenhouten meubelen, zwart karpet, zwarte gordijnen waarin een kunstbloem, een witte water en een zwarte kom midden op de tafel-, lelie dreef, vuil aan de randen. „Begrafenisachtïg vind je niet?" zei Aurora met haar levendige stem. „Ik heb Muriel gezegd, dat ik hoogstwaarschijn lijk haar zwart en witte servies breken zou in haar afwezigheid en haar iets vroolijkers er voor in de plaats zou ge ven. Zij is nogal een kwijnend type goudblond haar en doorschijnende han den, die een heel gewicht aan goud én diamanten dragen; ze ziet er uit alsof ze nooit in de buitenlucht komt, arme stak ker. Deze kamer bezorgt me rillingen, maar het eten is prima. Kwijnende vrou wen hebben altijd goede keukenmeisjes. Kijk hier, alles is koud en we moeten ons zelf bedienen, omdat ik met je praten wil en Horroeks heeft een manier om ka- nier in en uit te sluipen, dat ik er grie zelig van word. Daar is zalm en biefstuk en een soort sla, een uitvinding, van het keukenmeisje. Bedien jé." Toen John hen beiden bediend had, at juffrouw Fairlie een minuut of vijf zon der iets te zeggen; daarna hield ze op, nam nog een grooter stuk zalm en begon te praten. „Dus je hebt Anne toch gevonden. Waar is z.e?" „Ze wil niet, dat iemand het weet." „Ik heb nooit in mijn leven zoo'n on- zin gehoord! Waarom mag niemand het weten?':' „Niemand mag het weten!" „Bespottelijk! Geef me haar adres, clan zal ik eens probeeren of ik haar niet verstandig kan krijgen." „Ik ben bang, dat dat niet gaat." Aurora kt vlug van haar zalm. „Hoe heb je haar gevonden?" „Heel toevallig." „Wat voert ze uit?" „Ze is kamermeisjes," aei John. „Onzin!" „Toch is het zoo." „Maar beste nian, waarom is ze dat?" „Om haar brood te verdienen." Aurora's kleine, grijze oogen hadden een vragende uitdrukking. Ze ging door met eten en keek naar John, maar ze sprak eerst nadat ze met haar zalm klaar was. Toen viel ze uit: „Snijd de biefstuk alsjeblieft. En geef me niet zoo'n onmo gelijk klein stuk als straks Ik heb hon ger. Waarom moet Anne haar brood verdienen? Heeft Anthony Waveney haar niet verzorgd achter gelaten? „Hij heeft zijn testament veranderd." „Waarom?" John stond met zijn rug naar haar toe. Hij legde nog een plakje vleesch op haar hord en gaf geen antwoord. Toen hij haar de sla en aardappelen overhandigde en haar glas bijgevuld had, begon hij vleesch voor zich zelf te snijden. „Sir Anthony heeft alles aan Jenny nagelaten," antwoordde hij, terwijl hij naar de tafel liep. Aurora, mes en vork in de hand, keek met gefronste wenkbrauwen naar de af- tandsche lelie. „We zijn aan liet verkeerde eind be gonnen," zei ze. J.ohn was het volkomen met haar eens. „Het vervelende is, dat ik niet weet waar ik beginnen moet." De rimpels op haar voorhoofd werden dieper en haar blik vestigde zich. strak op John. „Zie je, het gaat er om hoeveel jij weet en of we allebei hetzelfde weten. Wat weet jij van Anne af, John Waveney?" John dacht na. „Een heeleboel," gaf hij toe. „Ik weet bijvoorbeeld dat zij niet met jou in Spanje v/as. Vind je 't erg als ik je vraag wat Jenny tegen je zei, toen je dien avond op Waterdene kwam? Wist jij zelf wel dat verondersteld werd dat Anne met jou mee naar Spanje was?" „Neen." John knikte. „Ik vond Jenny ook al zenuwachtig. Wat zei ze tegen je?" Aurora at haar biefstuk. Toen ant woordde ze: „Dat kan ik je niet vertellen." „Best. Dan zal ik het jou vertellen. Een van ons beiden moet de kaarten op tafel gooien, anders komen we geen steek ver der. Heeft Jenny je verteld dat Anne in de gevangenis gezeten heeft?" „Ja. Wie heeft dat jouw verteld?" „Nicholas Marr vertelde het mij drie weken geleden. Anne heeft het me giste ren zelf verteld." Miss Fairly's blozende wangen werden nog rooder. Ze haalde een paarsen zak doek te voorschijn en veegde er haar voorhoofd mee af. „Heeft Anne jou dat zelf verteld?" John knikte. „Ze kreeg een jaar. Voor het stelen van paarlcn." „Hoeveel menschen weten dat?" vroeg Miss Fairly norsch. „Nicholas en Jenny, Mr. Carruthers, jij en ik juffrouw Jones, Anne en jenny's kindermeid weet het ook. Anne gaf Annie Jones ais haar naam op." „Weet verder niemand het?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1