ZATERDAG 30 JUNi 1394
T JUTTERTJE
IaSe?a?ha,MaSrlinS voor ïn
Probleem O. Baeke.
Zw. 1, 9, 13, 14, 19, 22/24, 28, 30, 34.
Wit 16, 31/33, 35, 37/39, 41, 49.
1
16-11
34X43
2
32—27
43X21
3
41—36
28X39
4
11—7
1X12
5
49—43
39X48
6
31—26
48X31
7
36X20
14X25
8
26X8
13X2
9
35X4
OplossiDgen
Eindspel Blankenaaf:
Zwart 6, 19, 23
Wit 16, 20, 39. Zwart aan zet,
1 23—28
Op 23-29; 20-15, 19-23; 15-10,
23—28; 10—4, 28—33; 39X28
zie hoofdvar.
De oplossing van den vierzet van den heer van der Ven is 1 Lbi. Kr volgt
d5, Kg7, Ke4, Tc4f, Kf5 en Lc8f. Het aardige is den sleutelzet, men moet zien,
dat de toren en de looper elkaar op c8 moeten afwisselen. De oplossing van
het probleem van der Linden is 1 Pg7. De sleutelzet ligt hier nogal voor de
hand,
A. F. Mackenzie.
Brooklyn Chess Chronicle 1885.
„Gelooft u, dat onze gastvrouw voor
ons zingen zal?"
„Ik vrees van wel. We zaten met z n
dertienen aan tafel."
de speler of de blinde in die kleur
lengte hebben, speel dan de derde niet,
in geen geval wanneer ge minder dan
5 kaarten in die kleur hebt, doch kom
volgens den regel met uw partners
kleur in den derden slag uit.
b. Indien uw eigen kleur bestaat
uit een vier- of vijfkaart, beginnende
met h. v. b., wanneer gij bovendien
nog een rentrant hebt. Begin met den
h. en wordt deze niet overgenomen,
vervolg dan, doch speel geen lengte "bij
den speler of den blinde vrij. Houdt
gij in uw? eigen kleur op, vervolg dan
volgens den regel in uw partners kleur.
c. Indien gij in uw partners kleur
slechts 1 kaart of een zwakke 2 kaart
hebt en een eigen kleur die misschien
iets öp kan leveren met een rentrant;
of een vijfkaart beginnende met a. h.,
a. v. of a. b. 10 zonder rentrant.
Het eenvoudigste is wel hiervan een
voorbeeld te geven:
Heeft partner Harten geboden en
wordt S. A. door de tegenpartij ge
speeld, zoodat gij uitkomen moet, be
gin dan met S. v., indien ge hebt:
S. v. b. 10. 8. 3.; H. 6.; R. a. 8. 7.;
K. 9. 8. 3. 2.
Hierbij is een vijfkaart die .misschien
iets opleveren kan, een syigleton in de
kleur van den partner en een rentrant,
heeft partner Harten geboden en
wordt S, A. door de tegenpartij ge
speeld, zoodat ge uitkomen moet, be
gin dan met de vierde van boven in
R. met:
S. 8. 7. 6,; H. 8.; R. a. h. 9. 8. 4,;
K. 9. 8. 3. 2.
Hierbij is een vijfkaart beginnende
met a. h., een singleton in de kleur
van den partner en geen rentrant.
d. Indien uw eigen kleur bestaat
uit a. h. b. x., of h. v. b. x. x., zonder
een rentrant kunt gij den heer spelen
voor de kleur van den partner.
Bij a. h. is hieraan geen risico ver
bonden. omdat ge toch aan slag blijft
en nu den partner een waardevolle in
lichting hebt gegeven; bij h. v. b. zal
de speler in de meeste gevallen den eer
sten slag ook niet met het aas overne
men, omdat dan nog niets vrij gespeeld
is in eigen hand. Echter moet ge bij
den tweeden slag niet de eigen kleur
vervolgen, doch volgens den regel in
partners kleur uitkomen.
N. D. S.
EVENTJES LACHEN,
DAT IS GEZOND!
Ach meneer de directeur, wilt u éven
den centimeter vasthouden, dan loop
ik met het andere eind vlug om, ik
ben weer heel gauw terug 1
Jimmy, je moet je aan tafel beter
gedragen! Zijn dat manieren....
lukt wel een big!Jimmy zwijgt-
v ader denkt, dat hij hem niet begre
pen heeft en zegt: Jimmy, je weet tocb
wel, wat een big is.
Ja vader, dat is het kind van een
tarkenü!
V at beteekent dat papier met
,.Wacht-en-zie" erop? Ik heb nog nooi'
van zoon plant gehoord.
tuinman: Ja, ziet u, ik ben vergeten,
wat ik daar gezaaid heb.
Is deze vliegmachine absoluut veilig'
Ja mevrouw, deze is het veiligst oP
aarde!
Kleine Tom is in de sloot gevallet1
enA/lt.natuurlijk vol modder.
Aloedei Jij ondeugende jongen et1
«at nog wel met je nieuwe pak aan!
Tom: Ik had geen tijd, hi, hi, hi,
het pak..,, uit.... te.... trekkef-
voordat ik in de hi, hi, hi, sloot viel-
Wit begint en geeft mat in drie zetten.
Wit: Ka8, Tdl en g8, Ld3, Pc4 en e4, pi a5, c2, e2 en g5.
Zwart: Kd4, pi c3, d7 en e3.
De 20ste partij uit de match om het wereldkampioenschap geeft de laatste
ideeën over den CambridgeSprings variant.
Aljechin Bogoljubow
1 Pf3 Pf6
2 c4 e6
A. wil eerst Reti opening spelen, maar
bedenkt zich.
3 d4 d5
4 Pc3 c6
5 Lg5 Pbd7
6 - e3 Da5
En hier komt de Cambridge—Springs.
7 Pd2 Lb4
8 Dc2 dc4
Vroeger speelde Bogoljubow hier 0-0,
wat wel iets sterker is.
9 Lf6Pf 6
10 Pc4: Lc3 :f
Ook Dc7,,om met b6, Lb7 en c5 voort
te gaan, wordt veel gespeeld.
11
Dc3
Dc3:
Na bc3:
volgt Dc7.
12
bc3:
Ke7
13
f3
Ld7
14
Pë5
Thc8
15
Kd2
Tc7
In de 10e partij werd hier Tbl gespeeld.
16 Ld3
17 Thbl
18 a4
Na b6 zou a5 volgen.
19 a5
20 Pd7
21 Le4
Pd7
Ld7
Lc8
22 f4 h6
23 Tb5 fó
Ook h4 ware goed geweest voor wit.
24 Lf3 g5
Want dan kon g5 niet.
g4
Tdd7
Kd6
hó
cd4
Dit moet nu wel,
30 Td4 :f Ke7
Sterker lijkt ed4
31 Td7 :f Kd7
32 e4 a6
33 Te5 Kd6
34 Kd3 h4
Na gh3: volgt Th7.
.35 ef5ef5
36 Td5t Ke7
Om d8 te dekkenmaar nn kan
37 gh4Le6
38 Td4 Tc5
39 Tb4 Ta5
Hier had h5 winstkans gegeven.
40 Tb7 :f Kf6
41 Tb6 Ke7
42 Tb7t
remise.
Na Tb2 zou Tc5, Tc8 en Th8 volgen.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
2 20—15 19—24
Op 28-32; 15-10, 32—38; 10—5,
19—24; 5-37,24-30 (1); 37-48,38-43;
48—26, 43X34; 16-11, 6X17; 26X45
w. w.
(1) 24-29; 37-48, 38—43; 39-34,
29X40; ,48X45
Op 19—23; 15—10, 28—32 (op 23—29;
10—4 w. w); 10—5, 23—28; 5—10 w.w.
3 15—10 24—29
4 10-4 28—33
Op 29-33; 4-22, 28X17; 39X28,
6—11; 16X7, '17—21; 7—1, 21-26;
1—18 w. w.
Op 29— 34; 39X30, 28-32; 4—31,
32—38; 31—48 w. w.
Op 28—32; 4—27, 32X21; 16X27,
6—11; 27—21, 11-16; 21—17 w. w.
5 39X28 29—34
6 28-23! 34—39
Op 34—40; 4-22, 40—45; 22—50 w.w.
7 4—27 6—11
Op 39—44; 27—22, 44 -50 (op 44-49;
2227 w. w.); 22—17 w. w.
8
16X7
39-44
9
27-49
44—50
10
7—1
50—33
11
49—44
33X50
12
1—6
50—45
13
6—1 wit wint
Alles betreffende deze rubriek te
adresseeren aan:
G. L. GORTMANS,
61 Sinclair Road, Flat 2,
Kensington, London W. 14.
UITKOMEN BIJ SANS-ATOUT,
Zooals in het vorig artikel werd ge
schreven, bestaan er uitzonderingen op
den regel betreffende het uitkomen
met de hoogste van den door den part
ner geboden kleur, waarvan er één be
handeld werd.
Hield de behandelde uitzondering in,
dat niet met de hoogste doch met de
laagste van partners geboden kleur
moet worden uitgekomen, een andere
uitzondering is het uitkomen met een
geheel andere kleur, dus een nog groo-
tere afwijking van den regel.
„Indien gij de door u partner gebo
den kleur niet kunt steunen kom dan
tegen S. A. uit in uw eigen kleur, zeer
zeker als deze sterk is.''
De eenige moeilijkheid1 van dezen
regel is te moeten vaststellen wanneer
geen en wanneer wel steun in partners
kleur voorhanden is; dit is ook werke
lijk moeilijk te bepalen en zal hiervan
veel aan den speler zelf moeten worden
overgelaten.
Indien niet één of meer honneurs in
partners kleur voorhanden met een be
hoorlek sterke kleur, waarin misschien
direct eemge slagen te maken zijn of
na m die eigen kleur één slag te heb-
h™, verloren verschillende kunnen
oiden gemaakt, kunt gij met uw eigen
kleur uitkomen, indien gij bovendien
"°£.ee" rentra,lt hebt. In elk gevai
deeltn, dat deze uXoBmX "l"1'"' te
m? UIndig^ ^H^heginnen.1 §1>1 dan
a. h. t. en|nHi^rwaneilkletUr bestaat
w en speto.
Eindspel van C. Blankenaar,
Rotterdam.
Zwart 19, 24, 35.
Wit 17, 34, 50.
Wit speelt en wint.
Probleem uit den wedstrijd van
L' Eclaireur du Soir.
12 3 4
Zwart 13, 14, 17, 18, 19, 22, 27, 36 en
dam op 26.
Wit 25, 28, 30, 33, 34, 37/42.
V* it speelt en wint.