Nog niets bepaald over de bijzetting, Algemeene deelneming in de Residentie. De indruk in de hoofdstad. Herdenkingen in ons Land. De Prinses aan boord van De Batavier II. Groote verslagenheid ten Paleize Het Loo. Feestelijkheden afgelast. Te Groningen. Te Rotterdam. Te Delft. Landdag afgelast. Radio-uitzendingen stopgezet. Bioscopen in ons land gesloten. Herdenking in de Staten-Generaal Herdenking in den Haagschen raad Wanneer er zieken zijn op 't Loo, wanneer een jubilé wordt gevierd, wanneer er ongeval of rouw is de Prins is altijd een der eersten, die van zijn deel neming doet blijken. Niet zelden bezoekt Hij zieken, ten Paleize of in het Ziekenhuis; zelfs is het voorgekomen, dat de Prins, een bezoek brengend in het sterfhuis van een zijner oudste beambten, wiens vrouw was over leden. verzocht de doode voor het laatst te mogen zien, om daarmede overblijvenden en afgestorvene te eeren. Dergelijke daden zeggen meer dan bladzijden vol over de humaniteit van den Prins. Vraagt men dan ook aan menschen, die dagelijks met hem verkeeren, of in zijn dienst zijn, hoe zij over Prins Hendrik denken, dan luidt het antwoord bijna altijd beslist: „O, zoo'n innemend, goedhartig man en zoo eenvoudig Op het station te Apeldoorn bestond vroeger de ge woonte bij aankomst of vertrek van Z. K. H. een looper in de vestibule te leggen. De Prins liet zich dat welge vallen. Doch toen hij eens wat vroeger, dan aangekon digd was, aan het station verscheen en bemerkte, dat de looper speciaal voor hem gelegd werd, verzocht Hij den chef vriendelijk dit na te laten. „Ik apprecieer de beleefdheid", zei de Prins minzaam, „maar geeft u zich voortaan niet zooveel moeite voor mij". De Prins is ook gewoon zeer eenvoudig te reizen, d.w.z. zelden maakt Z. K. H. gebruik van een extra- trein. In den regel neemt Hij met zijn adjudant in een gereserveerden coupé der eerste klasse plaats. Wanneer bij een vertrek de trein zich laat wachten, neemt de Prins niet in de wachtkamer plaats, maar begeeft Hij zich rechtstreeks naar het perron, steekt huiselijk een sigaar op en ziet eens rond, of er geen bekenden in de omgeving zijn. Heeft Hij iemand gevonden, dan knoopt de Prins, die nu eenmaal van de gezelligheid houdt, heel intiem een gesprek met hem aan. Prins Hendrik verstaat ook bij uitnemendheid de kunst om door een leuk of geestig gezegde iemand uit de verlegenheid te redden. Eenigen tijd geleden bracht Hij een bezoek aan een fabriek te Apeldoorn, waar belangrijke werkzaamheden voor het Hof werden uitgevoerd. Na aldaar in verschillende werkplaatsen en dienst vertrekken te zijn rondgeleid, gaf de Prins het voor nemen te kennen ook de spoelzaal te bezichtigen. Op dat bezoek was bij den rondgang natuurlijk niet gerekend en, om nu den koristen weg te nemen, wilde de fabrikant gebruik maken van een deur in zijn kan toor, waarvan de sleutel echter zoek bleek. In allerijl werd toen een bos sleutels opgezocht, waar aan zich het verloren schaap moest bevinden; en ter wijl de Prins geduldig wachtte, probeerde de fabrikant den eenen sleutel voor den anderen na, doch zonder resultaat. Inmiddels merkte de Prins, die zelden uit Zijn hu meur geraakt, doodleuk op; „Wanneer u een bos sleu tels heeft, mijnheer X, dan moet u altijd den laatsten nemen, die weigert nooit". Gelukkig werd de verdwenen sleutel spoedig gevon den, al was het dan ook zonder gebruikmaking van de problematische raadgeving van den Prins. Telkens wanneer het publiek in de nieuwsbladen leest, dat Z. K. H., de Koningin of Zijn gasten ver van het Loo gevoerd heeft om getuige te zijn van het afbranden der heide, dan wil dit schijnbaar vermaak zeggen, dat de Prins weder een nieuw arbeidsveld heeft gevonden, dat daar aan honderden arbeiders werk wordt verschaft en de waardelooze, onvruchtbare heidevlakten weldra in schoon bloeiende rogge- en havervelden zullen wor den herschapen. Tonnen gouds heeft de Prins» die» zooals bekend, geen inkomen van den Staat geniet, reeds uit eigen middelen in den moeilijk te cultiveeren Veluwschen heidegrond vastgelegd, geen ander loon verlangend dan het bekoorlijk gezicht van 't golvend graan of den krachtigen groei der jonge dennen en den dankbaren blik der nijvere werkers. De residentie is diep ontroerd door den nieuwen slag zoo schrijft de correspondent van „De Telegraaf' welke zoo kort na het overlijden van Koningin Emma ons Vorstenhuis getroffen heeft door het heengaan van Z. K. H. Prins Hendrik. Men voelt intens mede met het leed der beide Vorstinnen, die thans nog slechts elkaar hebben de Koningin, die binnen enkele maanden haar Moeder en baar Gemaal verloor, de Prinses, die na haar Grootmoeder haar vader moet missen. De liefde van de Prinses voor haar Vader is in de residentie een algemeen bekend feit. Ieder wist hier te vertellen van de diepe genegenheid, die de Kroon prinses voor haar Vader koesterde. Men wist anec- doten, waaruit bleek, hoeveel Prins Hendrik voor zijn dochter beteekende, hoe zijn opgewekt, bijkans joviaal karakter zon in haar leven bracht, hoe vader en dochter in oogenblikken van ongedwongen samenzijn dikwijls grapjes bedachten en genoten van die zorge- looze blijde kameraadschappelijkheid, die er tusschen Vader en Dochter kon zijn. Daarom voelt men het in de residentie zoo smarte lijk aan, dat de Prinses haar vader niet meer heeft kunnen spreken. Men begrijpt hier wat het voor haar moet hebben beteekend, toen Zij gistermiddag door haar moeder op de hoogte werd gesteld van het smartelijk verlies dat haar getroffen had. De Prinses had sinds haar het eerste bericht omtrent de ziekte van haar Vader bereikte, voortdurend laten informeeren naar den toestand en het verloop van de ziekte. Meermalen heeft zij den doctoren gevraagd of het niet beter was dat zij haar reis in Londen atbrak en naar Den Haag zou terugkeeren. Ten slotte vroeg zij zelfs of zij terug mocht komen, om haar Vader te bezoeken en zich persoonlijk van zijn toestand te overtuigen. liet werd echter beter geoordeeld, dat de Prinses haar verblijf niet afbrak en in Londen bleef. Men deed dat met het oog op den Prins zelf en om geen onnoo- dige ongerustheid bij het publiek te wekken. Naar de N. Rott. Ct. vernam wenscht H. M. de Koningin met betrekking tot de bijzetting van het stoffelijk overschot van den Prins, den datum daarvan enz., geen enkele maatregel te nemen, al vorens zij met Prinses Jnliana overleg heeft kannen plegen. Nu de Koningin reeds haar vacantie had afgebroken en ijlings naar Nederland was teruggekeerd om haar zieken Gemaal te bezoeken, achtten de geneesheeren het beter den Prins, die immers leed aan een hart kwaal, niet te verontrusten door nu ook zijn Dochter verandering in haar plannen te doen brengen. Het zou, meende men, voor het verloop van het ziekteproces van den Prins niet gunstig zijn, wanneer Z.K.H. verontrust werd door het feit, dat ook de Prinses om zijnentwille haar vacantie in Londen had afgebroken. De Prinses stond er echter op, toch haar vader te bezoeken. Daarom werd ten slotte besloten, dat H.K.H. heden (Woensdag) uit Londen zou gaan, om een bezoek aan haar Vader te brengen, doch daarbij werd tevens vastgesteld, dat de Prinses nog den zelfden avond^weer naar Londen zou terugkeeren. Zoo weinig rekende men dus op den onverwachten noodlottigen afloop van 's Prinsen ziekte. Ook gister ochtend telefoneerde de Prinses nog uit Londen, om te informeeren naar den toestand van haar Vader. De berichten, die men haar toen kon geven, waren alles zins bemoedigend en deden geenszins een zoo snel einde verwachten. Des te meer gaat dan ook het medelijden uit naar de Dochter, die haar Vader nu niet meer in leven zal kunnen aanschouwen, des te meer kan men begrijpen, hoe ontzettend haar het bericht van het overlijden getroffen moet hebben, hoe zwaar de taak was van de Koningin, die zelf Haar Dochter op de hoogte wilde stellen van den slag, die haar had getroffen. Gisteravond was Amsterdam een stad zonder publieke vermakelijkheden, zonder muziek. De schouwburgen en de bioscopen waren gesloten. Een vreemd gezicht, de donkere fronten van de gebouwen, die zich anders baden in een vloed van licht, waar kleurige lijnen den omtrek van de entrée en den vorm van den voor gevel plegen te markeeren. Op het Rembrandtsplein met het Rembrandt-theater viel dat al zeer op. Het was een zwarte plek in den muur van licht, welke het plein omvat. De bands en strijkorkesten waren afgelast, het podium bleef leeg» de piano's bleven dicht. En zoo bleef er in de drukke centra slechts één stem overde stem van het verkeer. Eu ook deze was niet zoo luid als anders, want er behoefden om acht en elf uur geen taxi's voor het schouwburgbezoek af en aan te rijdön. Het gevolg van het sluiten der theaters was dat h|et op straat leeg en in een aantal café's en restauradts drukker was dan op gewone avonden. De Amsterdam mers, die toch wilden uitgaan, waren alléén op die gelegenheden aangewezen. Er wordt zeer druk gevlagd. Dat was gistermiddag in de city even een plechtig moment. Herhaaldelijk zag men vensters openen en vlaggestokken uitsteken. In de Kalverstraat gebeurde dat als op een afgespro ken teeken, zoo ook op de grachten. Rijks- en ge meentegebouwen heschen het dundoek. Pas later wer den de vlaggen op de stadstorens ontplooid. En voor de tweede maal in 1934 wapperden zij halverwege den stok. De klokken werden niet geluid. Dat kan pas ge beuren, wanneer B. en W. daarvoor wat de stads torens betreft last geven. Dit is nog niet geschied. Te Maastricht. In de gisteren te Maastricht gehouden gemeente raadszitting heeft de voorzitter woorden van waar deering gewijd aan de nagedachtenis van Z. K. H. Prins Hendrik, dien hij vooral herdacht in wat hij voor het Roode Kruis heeft gedaan. Ten teeken van rouw werd de vergadering onmiddellijk gesloten. Te Middelburg. De Provinciale Staten van Zeeland hebben gisteren de voorstellen van Gedep. Staten tot wijziging der ambtenarenbezoldigingen behandeld. Tijdens de dis cussies kwam bericht binnen van het overlijden van Z.K.H. Prins Hendrik. De commissaris der Koningin verhief zich van zijn zetel, welk voorbeeld door alle leden werd gevolgd, en deed mededeeling van dit overlijden. Hij deed deze mededeeling vergezeld gaan van woorden van deelneming, terwijl hij de bede uit sprak, dat God H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana moge sterken en dat zij voor verdere verliezen gespaard mogen blijven. Ten teeken van rouw werd daarop de vergadering opgeheven. Een speciale verslaggever van „De Telegraaf" schrijft: 3 Juli. Zoo blijde de komst van de Prinses in Engeland was, zoo droevig is thans de terugtocht. Schrijnend was het afscheid op het Victoriastation van Prinses Alice Athlone, schrijnender nog was de gang van Gravesendpierstation naar de gereedliggende boot, die de Nederlandsche vlag halfstok geheschen had, zichtbaar teeken van rouw in het vaderland. Aan boord van de Batavier werd de Prinses verwelkomd door kapitein Bakker. Gezant De Marees van Swinderen had de treinreis meegemaakt en vergezelde de Prinses een oogenblik aan boord met de heeren Rinck en Noest. Toen de boot vertrok, volgde een kort roerend afscheid. De Prinses bleef met Haar gevolg op het bovendek, terwijl de gezant op de kade wuifde. Met van ontroering bevende stem riep de Prinses den achterblijvenden een: „Tot weerziens" toe. Buitengewone zitting van den Raad van State. Nadat de gewone vergadering van den Raad van State gistermiddag was afgeloopen, heeft de vice- president de leden in buitengewone vergadering bijeen gehouden om mededeeling te doen van het ontstellende bericht van het overlijden van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, die sinds 1901 zitting in het college heeft gehad. In de Provinciale Staten van Utrecht. In de gistermiddag gehouden vergadering van de Provincialen Staten van Utrecht zijn de besprekingen, toen te ongeveer kwart voor vier de Domklokken be gonnen te luiden, gestaakt. De leden verhieven zich van hun zetels en jhr. mr. dr. L. H. N Bosch ridder van Rosenthal, commissaris der Koningin, sprak naar aanleiding van het overlijden van den Prins een korte rede uit. Tijdens de vergadering bereikte mij reeds het gerucht, zeide spr., dat de Prins der Nederlanden overleden was. De Domklokken komen dit bericht bevestigen. Ons aller gedachten en ons innig medeleven gaan thans uit naar onze geëerbiedigde Koningin en H. K. H. Prinses Juliana. God sterke Beiden in de moeilijke dagen en trooste Ze in Haar verlies. Spr. stelde voor, een adres van rouwbeklag namens de Staten van Utrecht tot H. M. de Koningin te richten. Z. h. st. werd hiertoe besloten. De Statenzitting werd hierop ten teeken van rouw gesloten. Op de Haagsche rechtbank. Tijdens de strafzitting van de vacantiekamer der Haagsche rechtbank, gepresideerd door mr. G. Scholten, heeft de president mededeeling gedaan van het on verwachte overlijden van Z.K.H. den Prins, waarbij de in de zaal aanwezigen eerbiedig opstonden. Ten teeken van rouw werd daarop de zitting voor een kwartier geschorst. Een diepen indruk maakte het overlijden van Z. K. H. Prins Hendrik te Apeldoorn, waar ter stond na het bekend worden van alle openbare gebouwen en instellingen de vlag halfstok werd geheschen, hetgeen door tal van particulieren werd nagevolgd. Ten paleize Het Loo, waar de verslagenheid vooral bij het personeel zeer groot was, werden onmiddellijk alle gordijnen gesloten, en de vlag thans voor den tweeden keer in een korten tijd halfstok geheschen. In den loop van den middag is ten paleize de ge legenheid opengesteld de registers van rouwbeklag te teekenen. Reeds velen hebben er gebruik van ge maakt. Op de straten groepten de menschen bijeen en bespraken het plotseling overlijden van Prins Hendrik, die in Apeldoorn een zeer geziene figuur was. De ondertoon der gesprekken was een diep medelijden met ons vorstelijk huis dat thans opnieuw door een zwaren slag wordt getroffen. i De gemeenteraad komt Woensdagmiddag in spoed vergadering bijeen. Op last van den waarnemenden burgemeester zijn alle muziek- en zanguitvoeringen afgelast. Alle feesten, die ter gelegenheid van het lustrum der Groningsche Hoogeschool deze week nog zouden wor den gegeven, zijn afgelast. Er is onmiddellijk na het bekend worden van het overlijden van Z. K. H. den Prins begonnen met het afnemen van de bloemenver siering van de Studentensociëteit „Mutia Fides". De vlaggen op de particuliere en openbare gebouwen zijn onmiddellijk half stok gehaald. Alle feestelijkheden en plechtigheden aan de Rotter- damsche V.V.V.-week verbonden, zijn afgelast, in ver band met het overlijden van Prins Hendrik. Voor zijn ziekte had ook de Prins toegezegd de bij eenkomst te zullen bijwonen. De fakkeloptocht van Dinsdagavond, de folkloristische optocht van Woens dagmiddag en alles wat verder op het program stond, is afgelast. De vlaggen, die in de stad overal wapperden ter eere van de feestweek, zijn blijven hangen, maar waaien nu halfstok. In verband met het overlijden van Prins Hendrik hebben 't Delftsche studentencorps, de Delftsche Vrou welijke studentenvereeniging, de Delftsche Studenten- bond, en de R. K. Studentenvereeniging Sanctus Vir- gillius den rouw aangenomen voor den tijd van drie weken. Van heden af tot aan den dag der begrafenis zijn alle vergunningen tot het maken van muziek in cafés enz. ingetrokken. Wegens het overlijden van Z. K. H. den Prins is de groote landdag van de Vrijzinnig-Democratische Jonge ren Organisatie, die op Zondag 8 Juli te Soesterberg zou worden gehouden, tot nader order uitgesteld. Gistermiddag, onmiddellijk na het bekend worden van het overlijden van Prins Hendrik, zijn de radio-uitzen dingen van A.V.R.O. en K.R.O. stopgezet. Om 8 uur des avonds werden officieele berichten uitgezonden. Gisteravond waren alle bioscopen in ons land ge sloten. Eveneens zullen zij op den dag van de teraarde bestelling van het stoffelijk overschot van Z. K. H. gesloten worden. Zooals men weet heeft de heer Van Twisk zijn theaters opengehouden en ging de filmvoorstelling door, naar hij ons mededeelt, omdat hij het telegram van den Bond van Bioscoophouders te laat ontving. In verband met het overlijden van Prins Hendrik zijn de leden van de Eerste Kamer ter vergadering bijeengeroepen Donderdag 5 Juli» om half een. De Tweede Kamer zal op dienzelfden datum voor een analoge plechtigheid vergaderen om een uur. Adres van rouwbeklag aan H.M. de Koningin. De Haagsche correspondent van het „Hbl. schrijft: Onder wel zeer bijzondere omstandigheden is de Haagsche gemeenteraad Maandag en Dinsdag twee maal bijeen geweest voor buitengewone vergaderingen. Maandagmiddag heerschte er in de raadszaal aan de Javastraat een min of meer feestelijke stemming in ver band met de intrede van den nieuwen burgemeester, mr. De Monchy, en palmen en bloemen gaven van die stemming blijk. Vanavond had die vreugdige stemming plaats gemaakt voor een plechtige stilte. De leden van den Raad waren met spoed bijeengeroepen tegen half zeven ter herdenking van Z. K. H. Prins Hendrik en ter behandeling van het voorstel tot het zenden van een adres van rouwbeklag aan H. M. de Koningin. Rede Burgemeester De Monchy. Even over half negen kwam het college van B. en W. de raadszaal binnen. Mr. De Monchy opende de vergadering met een korten hamerslag en, terwijl de aanwezigen zich van hun zetels verhieven, hield de burgemeester de volgende rede: „Dames en Heeren, „Toen ik gisteren met uwe instemming de hoop mocht uitspreken, dat de ziekte, waaraan Z. K. H. Prins Hen drik lijdende was, spoedig geweken zou zijn, hadden wij wel niet kunnen vermoeden, dat wij reeds heden avond zouden samen zijn om Zijn overlijden te ge denken. „Het heeft niet anders mogen zijn. Aan ons zoo klein koninklijk gezin, treurend nog om de liefhebbende groot moeder, is thans de vader ontvallen. Hedenmiddag heeft een hartverlamming Hem plotseling ontrukt aan H. M. onze geliefde Koningin en aan onze beminde Prinses Juliana. Nederland, maar in de eerste plaats de residentie, waar Hij leefde, werkte en stierf, draagt rouw om het heengaan van onzen Prins, die immers in de ruim dertig jaren, waarin Hij met de Koningin door den echt ver bonden was, met het Nederlandsche volk heeft mede geleefd en één der onzen geworden was. Tallooze ma len deed Prins Hendrik in die jaren blijken van zijn belangstelling in het maatschappelijk leven van Neder land, waarbij ziekenverpleging, reddingwezen en pad vinderij op den voorgrond stonden. En allen, die daarbij met hem in aanraking mochten komen, werden wel im mer getroffen door Zijn groote beminnelijkheid, voort spruitende uit Zijn eenvoud des harten. Uitteraard mocht in het bijzonder de residentie tel kens getuige zijn van 's Prinsen hartelijk medeleven bij zoo talrijke gebeurtenissen op maatschappelijk gebied in deze stad en hier vooral zullen velen met dankbaarheid zich Zijn zoo gaarne geziene persoonlijkheid blijven herinneren. Allereerst gaan onze gedachten uit naar H. M. de Koningin, die na slechts enkele dagen Haar rusttijd en ontspanning in de bergen moest afbreken en thans zoo kort na het verlies van Haar Koninlijke Moeder door dezen nieuwen slag getroffen werd. En mede gedenken wij met innige deelneming Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, die op nog zoo jeugdigen leeftijd Haar beminden Vader missen moet. Moge de liefde, waarmede in deze dagen het Neder landsche volk meer nog dan anders onze Vorstin en haar Dochter zal omringen, haar troost en kracht geven tot het dragen van deze groote smart. Ik mag U namens B. en W. voorstellen, deze gevoe lens neer te leggen in een tot H. M. te richten adres van rouwbeklag, waarvan ik den secretaris verzoek het ont werp te willen voorlezen. Adres van rouwbeklag. De burgemeester verzocht hierna den gemeente secretaris, mr. dr. J. J. Boasson, het ontwerp-adres van rouwbeklag voor te lezen. Dit luidde: Aan H. M. de Koningin, Mevrouw, Slechts enkele maanden nadat aan Uwe Majesteit Hare Koninklijke Moeder is ontvallen, wordt 's-Gra- venhage opgeschrikt door de ontstellende tijding van den nieuwen slag, die Haar heeft getroffen, door het overlijden van Hoogst Derzelver Gemaal, Z. K. H. den Prins der Nederlanden. De gemeenteraad heeft behoefte, mede als vertolking van de gevoelens der burgerij aan Uwe Majesteit zijne oprechte deelneming te betuigen in het groote leed, dat God Haar wederom heeft opgelegd, en Haar de ver zekering te geven, dat zijne gedachten evenzeer uit gaan naar H. K. H. Prinses Juliana, die het droeve be richt van het heengaan van Haar beminden Vader in den vreemde heeft moeten ontvangen. Is het afsterven van den Prins der Nederlanden voor het geheele Nederlandsche Volk een smartelijk verlies, voor de ingezetenen der residentie is het verscheiden van Uwer Majesteits gemaal in dubbele mate treffend. Wij treuren met Uwe Majesteit in deze uren van rouw om Hem, die hier ter stede zoo ontelbare malen Zijne hooge belangstelling voor het maatschappelijke leven in zijn vele en verschillende verschijningsvormen aan den dag heeft gelegd, en die er dagelijks met volle toe wijding werkzaam was ten behoeve van de lijdende menschheid. Als vertegenwoordiging der burgerij richt zich daar om de gemeenteraad van s-Gravenhage met diepen eerbied tot Uwe Majesteit, Haar de kracht toewen- schende. om het onherstelbare verlies, dat Zij heeft ge leden, met berusting te dragen. De gemeenteraad voornoemd, w. g. S. J. R. de Monchy, burgemeester. J. J. Boasson, secretaris. Zonder debat of hoofdelijke stemming vereenigde de Raad zich hiermede, waarna de voorzitter deze bijzon dere zitting sloot. De plechtigheid had ongeveer tien minuten geduurd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 10