l:os
Stadsnieuws
- KONINGSTRAAT 76
*Wat utilili
ABONNEMENTSGELDEN.
vóór 15 Juli,
HET LEVEN IN HET
KERMIS WOONWAGEN
KAMP
2%
VELTHUYS
Feest in het Chr. Mil.
Tehuis.
G0EDK0QPE REISMARKEN
1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer
Hoofdkantoor
BUITENL. SPOORBILJETTEN
VACANTIE-ZEERESZEN
3
2
6
2
7
8
8
8
TWEEDE BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 3 JULI 1934.
Aan onze postabonneé's doen wij het
verzoek de abonnementsgelden voor het
derde kwartaal ten bedrage van 2.
per postwissel over te maken of op onz»
postgirorekening 16006 over te schrijven.
Na genoemden datum wordt beschikt
met 0.15 verhooging.
Over de abonnementsgelden in de stad
wordt dezer dagen per looper beschikt.
Wij verzoeken beleefd de kwitantie bij
eerste aanbieding te voldoen.
DE ADMINISTRATIE.
Onze oud-stadgenoote, mejuffrouw
Nora C. Smith, slaagde te 's Gravenhage
voor liet staatsexamen, acte L.O.
Onze vroegere stadgenoot, A. H.
Boerdijk slaagde te Brielle voor 't eind
diploma H.B.S., 5-jarige cursus.
Onze stadgenoote, mej. F. P. Spits,
slaagde aan de kweekschool voor onder
wijzeressen te Arnhem, voor het acte L. O.
De heer P. van Dalen 30 jaar
bestuurslid.
In het Tehuis voor Militairen aan den
Kanaalweg was gisterenavond feest. En
bij een feest behoort nu eenmaal een held
of heldin en die ontbrak dan ook geens
zins. Het was de heer P. van Dalen, hoofd
van den controledienst en gemeentebelas
tingen, die 30 jaren in het bestuur heeft
zitting gehad en dien men deswege eens
behoorlijk wilde huldigen. De heer Van
Dalen is sedert 1916 zelfs voorzitter van
deze instelling, die aan zooveel militairen
gastvrijheid en verpoozing biedt. Maar
van den aanvang af tot 1916 was hij
secretaris van het Tehuis, daarna, zooals
gezegd, tot den dag van heden, voorzitter.
In het gebouw aan den Kanaalweg
waren gisterenavond velen tezamen geko
men om deze gebeurtenis plechtig te her
denken; Z.Exc. de stelling-commandant
Vice-Admiraal Brutel de la Rivière, zijn
adjudant, luit. ter zee Reynierse, was aan
wezig, namens het Gemeentebestuur was
er wethouder Smits, voorts de besturen
van het Alg. en het R.K. Militair Tehuis,
de Vlootpredikant en Vlootaalmoezenier,
Ds. Tollenaar, de Kerkeraad der Chr,
Geref. Gemeente, de afdeeling Den Hel
der der Kon. Ned. Ver, „Onze Vloot",
afgevaardigden van den Bond van Chr.
Marinepersoneel, enz.
Een Commissie van Huldiging uit het
Bestuur van het Tehuis had zich ge
vormd, bestaande uit de heeren W. de
Boer, voorzitter; Off. M.S.D, G, M. Fey
en Timmens.
De heer W. de Boer. voorzitter van
de Commissie voor de Huldiging, heette
de aanwezigen welkom, in 't bijzonder
Z.Exc. den Vice-Admiraal en wethouder
Smits en verder de hierbovengenoemde
vertegenwoordigers.
Door bijzondere zaken kon de huldi
ging niet op het 25-jarig jubileum worden
gehouden; toevallige omstandigheden
waren oorzaak, dat men uit de notulen
den juisten datum gewaar werd en toen
bleek het 25-jarig jubileum al voorbij te
zijn.
Huldiging van hei bestuur.
De heer Fey bestuurslid van het Te
huis, sprak allereerst woorden van hulde
tot den jubilaris. Bescheidenheid is voor
den heer Van Dalen de kenmerkende
eigenschap, zoo zeide spr., het liefst houdt
hij zich maar op den achtergrond. Het
Bestuur weet welk een geweldig werk is
verricht door den heer Van Dalen, en on
danks het „stille werken" weten wij wat
hij geweest is voor het Tehuis. De heer
Van Dalen heeft al zijn vrijen tijd gegeven
aan het Tehuis; hij heeft meer gedaan
dan zijn functie van voorzitter alleen ver-
eischte. Spr. herinnert aan den mobilisa
tietijd. Eenige jaren terug, toen het Te
huis er slecht voorstond, heeft de heer
Van Dalen met een groot optimisme zich
er voor gespannen; hij wees den weg aan
en de middelen voor een nieuwen bloei
en thans zijn wij zoover, dat wij de zaak
gaande kunnen houden en met vertrou
wen de toekomst tegemoetzien.
In die 30 jaren is veel gebeurd; naast
God danken wij den heer Van Dalen die
al die jaren tijd en lust heeft gevonden
de belangen van het Tehuis te verdedi
gen en te behartigen.
„Wij wenschen geen anderen
voorzitter."
Wij wenschen geen anderen voorzitter
als den heer Van Dalen, zegt spr., zoo
lang hij deze functie nog wenscht te ver
vullen.
Felicitatie van den vice-admiraal.
Daarna was het woord aan Z.Exc. den
Vice-Admiraal. Spr. is het Bestuur zeer
erkentelijk voor de uitnoodiging. De mili
taire tehuizen behooren tot de inrichtin
gen die een commandant van de marine
tot een steun zijn en het is prettig dat
eens in het openbaar te mogen uiten, zegt
spr. Er zijn velen onder de bezoekers die
het wellicht niet zoo in woorden kunnen
brengen maar het op dezelfde wijze voe
len en daarom beschouwt spr, zich als hun
tolk.
De militaire tehuizen hebben een zeer
dankbare taak; aan boord kunnen wij het
de mannen nooit zoo gezellig maken als
dat in zoo n militair tehuis kan geschie
den.
De heer van Dalen, ridder in
de orde van Oranje-Nassau.
Maar er is nog een andere reden waar
om spr. hier gaarne het woord voert. Het
Reisbureau K? 1 |WS
t.o. Postbrug ES.&- iriSJ W «9
heeft nX Hare Majesteit behaagd den
heer Van Dalen te benoemen tot Ridder
in de orde van Oranje Nassau en het is
spr. een eer en een vreugde déze Ko
ninklijke boodschap, vergezeld van een
persoonlijken gelukwensch van den Mi
nister, hier te mogen overbrengen, Spr.
voegt hierbij z'n persoonlijken gelukwensch
en spreekt daarbij den wensch uit, dat het
den heer Van Dalen gegeven moge zijn
nog vele jaren het voorzitterschap van
het Militair Tehuis te mogen bekleeden.
Dat deze mededeeling met luid applaus
begroet werd, behoeft geen betoog,
De heer De Boer betuigt namens het
Bestuur den Admiraal dank voor diens
woorden.
Gelukwenschen van het Ge
meentebestuur,
Namens het Gemeentebestuur brengt
de heer S mits hierop de gelukwenschen
over. Het heeft spr. altijd bizonder ge
frappeerd dat voor vereenigingen met een
sociaal doel, de leidende functies altijd
vervuld worden door menschen die zelf
tal van andere functies bekleeden; ook bij
den heer Van Dalen is het woord „over
belast blijkbaar in zijn woordenboek ge
schrapt.
Dertig jaar lang heeft de heer Van
Dalen mogen arbeiden en aan vele jonge
lieden het pad gewezen. De voldoening
voor u is hierin gelegen dat u getoond
heeft te zijn de rechte man op de rechte
plaats. Eén is er, die u zeer zeker te Zij
ner tijd zal beloonen. En ik wensch u
geluk met de Kon, onderscheiding.
Do draagmedaille.
Nogmaals neemt de heer Fey het
woord. Door de welwillendheid van
Z.Exc. was spr. al met de Kon. onder
scheiding op de hoogte en daardoor is het
I
door WEL DLAWNURQ
Een wirwar van vervelooze wagens. - Pauperisme.
Teleurgestelde kermismenschen. - Het kind en 't
paard. - Een moeder uit een kamp van zwervers
blijft moeder,
Een wirwar van woonwagens, Ieelijke
vervelooze dingen, deuren wijd open,
zwerversfamilieleven openlijk vertoonend,
luid schreeuwende zuigelingen.
Bjj de wielen en onder de wagens
krioelen honden, kinderen en marmotjes.
Rustig kauwen paarden mager voedsel.
Als de „Langs-de-straat-man", het kamp
van de zwervers van langs de straat, be
treedt, is het, of er een bom is gespron
gen. Mannen, vrouwen,, jongens en mei
den dringen enkele dreigend en verbit
terd naar voren. Ze zijn blijkbaar niet
aan bezoek gewend. Rustig 'sta ik tus-
nchen wondervreemde mensehenmeng-
sels.
Nieuwsgierig kijken dan do vrouwen,
sommige met iets wantrouwends in hun
oog. I)o mannen zwartten somher;
Wat ik moet?
ïk haal mijn pen en papier voor den
dag.
Hij schrijft, hij schrijft, sst, sst, een
vrouw houdt den vinger voor den mond.
Niks zeggen, pelisie, een stille smeris
oppassen.
Waarom niks zeggen? omdat tie
kerel een mooi pakkie an heb en een
mooie boord en oindat-ie een pen in zijn
poot houd,- dat zegt niks, hij kan zijn
pakkie ook gepoft hebben, of gekregen
en omdat-ie schrijft. Ik ken ze die kale
schrijvers. Ben wat anders geweest vroe
ger. Die schrijver zijn maag kan toch
leeg weze.
Niemand verdient wat ze maag noodig
heb, schrijf maar in de krant datte we
morrege allemaal naar de burregemees-
ter wille gaan, omdat tie d'r maar twee
me,ziek Iaat maken. Maar twee en d'r
zijne d'r honderden.
Niks hoor, niet aliemaal gaan, we
motte et 'r over stemme wie wel zal gaan,
maar niet allemaal krijscht een vrouwen
UNIC U Sffl
Bestuur in staat den jubilaris de draag-
medaille te kunnen overhandigen voor de
Kon. onderscheiding.
Onder luid applaus hecht spr. die op
's heeren Van Dalen's jas,
Spr. richt nu het woord tot mevr. Van
Dalen en biedt haar namens het Bestuur
een bloemstuk aan.
De jubilaris aan het woord.
De heer Van Dalen vraagt nu zelf
het woord. De dag was voor spr. een vol
komen verrassing, zoo zegt hij, en ver
volgt: Zwakke woorden van dank kunnen
niet vertolken spr.'s gevoelen.
Allereerst een woord van dank aan
Hare Majesteit de Koningin en Haar ver
tegenwoordiger, den Minister en den
Vice-Admiraal.
Het bestuurslidmaatschap van dit Te
huis was een van spr.'s eerste bestuurs
functies en spr. heeft dit altijd met liefde
vervuld. Hij heeft het Tehuis gekend als
heel kleine instelling en den groei er van
meegemaakt. Met deze korte woorden
moet spr. volstaan
De vlootaalmoezenier aan het
woord.
Het woord is thans aan den Vlootaal
moezenier, den Zeereerw. heer Ban-
g e r t. Spr. is van dit jubileum wat ge
schrokken; zelf is spr. nog erg groen in
de marine. Toen hij tot Vlootaalmoezenier
werd benoemd, dacht hij dat 10 jaar erg
lang was voor zoo'n functie, dan zou men
wel op zijn, zoo meende hij. En ziet, daar
to" Postbrug
vernam spr. van een 30-jarigen functio
naris. Ik dacht een oud heertje te zullen
aantreffen, en ik vind een man met jeug
dig vuur en enthousiasme en met optimis
me; met bewondering aanschouwen wij uw
werk van die 30 jaar, zegt spr. Ik wensch
u toe, dat u het werk met dezelfde liefde
zal blijven vervullen. De belangrijkheid
van uw taak behoef ik u niet te zeggen,
Wij wenschen u toe nog vele jaren dé-
zelfde stoere stuwkracht in dit Militair
Tehuis, als tot dusver.
Hulde namens de Geref. Kerk.
Ds. Tollenaar spreekt namens de
Geref. Kerk; er moet ontzaglijk veel op
zedelijk en geestelijk gebied gebeuren dat
buiten de Kerk omgaat en hoewel ^iiet
rechtstreeks hebben wij in zekeren zin
toch eenzelfde taak. Er is van dit Tehuis
al heel veel goeds uitgegaan; dit danken
wij aan uw trouwe liefde. „Ga heen en
wees een zegen", zeide Abraham. De
waarde van een mensch ligt in hetgeen
hij voor anderen is.
De Kon. onderscheiding verheugt spr,
ten zeerste: als er één was in Den Helder,
die haar verdiende was het wet de heer
Van Dalen.
Afdeeling Den Heider van
„Onze Vloot".
De heer De Jong spreekt namens de
afdeeling „Onze Vloot", die met zeer veel
waardeering het werk van den heer Van
Dalen heeft gevolgd. In de waardeering
die O. V. heeft voor de propaganda eener
betere weermacht, worden ook de militai
re tehuizen betrokken. Immers, zij kweeken
het moreel aan van den militair. Naast
den gelukwensch der afd. voegt spr. zijn
persoonlijken, tevens die van de afdeeling
Den Helder van den Bijzonderen Land
storm.
De heer Teitsma zoon van den
vroegeren huisvader) spreekt namens zijn
familie en biedt een fraaie bloemenmand
aan.
Ds. Vaandrager aan het woord.
Ds. Vaandrager, Vlootpredikant
herinnert er aan, dat beider arbeid, zoo
als de Vlootaalmoezenier reeds releveer
de, parallel loopt. Spr. roemt den wijden
en ruimen blik van den heer Van Dalen,
die zonder aanzien van godsdienstige of
andere levensbeschouwing raad en steun
gaf als dat noodig was.
Als wij uw werk moesten missen, zou
spr. persoonlijk een grooten steun mis
sen. Spr. kan zich dan ook voorstellen,
dat het Bestuur zeide dat het Tehuis geen
anderen voorzitter wenscht. Als ontvanger
der gemeente zijt gij een man van nemen,
zoo zegt spr., maar gij zijt óók een man
van geven, namelijk uw groote toewijding
en liefde. „Wees een zegen", zeide Ds.
Tollenaar; maar dat beteekent óók:
„Wees een gezegende". Gij ontvangt uw
kracht van boven en wij wenschen u toe,
dat gij nog vele jaren een gezegende
moogt zijn.
Nog meer sprekers.
Namens de bezoekers sprak nu de
milicien Van Leersum en bood een
bloemenmand aan.
De heer Rebel, sprak als voorgan
ger van de Chr. Geref. Kerk. Bij ervaring
kent spr. de waarde van een Mil. Tehuis
en een voorzitter te hebben als de heer
Van Dalen is een voorrecht. Ook in deze
oogenblikken moeten wij den Heere de
t.o' Postbrug V£LTHU)YS
eere geven. Moge de Heer u nog lang de
bekwaamheid geven de functie te vervul
len.
De vertegenwoordiger van, den Bond
van Chr. Marinepersoneel wil
niet achterblijven, ofschoon al het gras al
voor zijn voeten is weggemaaid. De Bond
heeft altijd een grooten steun gehad aan
het Tehuis.
De heer De B c k meent, dat in 1918
hier de wieg heeft gestaan van de Bur
gerwacht en spreekt namens die instelling
woorden van gelukwensch. Hoewel de
Chr. officieren hier geen afdeeling heb
ben, brengt spr. niettemin namens hen de
gelukwenschen. Als ook eenmaal uw tijd
is gekomen zal het u een rust zijn te
weten, dat gij goed en wel hebt gedaan en
in moogt gaan in de vreugde des Heeren.
De heer Van Oostende, de huis
vader, heeft reeds zijn schriftelijke ge
lukwenschen gebracht, maar brengt nog
voor de Kon. onderscheiding een monde
linge felicitatie.
De heer Van Dalen voert nogmaals
het woord, Spr. weet niet waar te begin
nen en waar te eindigen en dankt dan ook
alle sprekers gezamenlijk voor hun hulde.
Den Vice-Admiraal wenscht spr. toe een
aangenamen levensavond en hoopt, dat hij
nog lang van zijn welverdiend pensioen
moge genieten!
Gezellig tezamen zijn.
Hiermede was de huldiging afgeloopen
en bleef men nog eenigen tijd gezellig bij
een onder genot vaa muziek.
Berichten van verhindering waren in
gekomen van den Commandant der Mari
nekazerne, Ds. Jansen. Ds. Bootsman, den
Kerkeraad der Luth. Gemeente, id. van
de Vereeniging tot verbreiding der waar
heid, het Bestuur der Jongelingsvereeni-
ging-
Behalve de reeds genoemde van den
Minister van Defensie, was ook van den
Burgemeester (die eveneens verhinderd
was) een schriftelijke gelukwensch inge
komen.
OPENBARE LEESZAAL.
Afscheid van den heer W. F. Ia Lau.
Sedert den len dezer maand zullen de
bezoekers van de Openbare Leeszaal een
bekend figuur missen; dig van den von-
cierge, den heer la Lau, die wegens ge
zondheidsredenen eervol ontslag gevraagd
en verkregen heeft.
Het Dagelijksch Bestuur der Leeszaal
meende den heer la Lau, die vanaf de op
richting der Leeszaal in 1913, dus gedu
rende 21 jaren, genoemde functie vervuld
heeft, niet zoo zonder meer te moeten
laten vertrekken. Het had daarom den
heer la Lau en zijne echtgenoote uitge-
noodigd in zijn vergadering van Vrijdag
avond aanwezig te zijn.
De voorzitter, Dr. C. H. Ketner,
sprak bij deze gelegenheid den heer la
Lau toe. Hij gewaagde van diens toewij
ding en nauwgezetheid en herinnerde aan
den eersten, moeilijken tijd van het be
staan der LeeszaaL, toen het salaris nog
zooveel kleiner en de werktijden nog zoo
veel lager waren dan tegenwoordig. Ten
slotte bood hij, onder de beste wenschen
voor de toekomst, den vertrekkenden be
ambte namens het bestuur een vulpen
houder en vulpotlood aan, beiden van
een inscriptie voorzien.
De penningmeester, de heer van
Heusden, die vervolgens het woord
kreeg, legde vooral den nadruk op het
groote vertrouwen dat het bestuur steeds
en terecht! in den heer la Lau heeft
gesteld.
De Directrice, mej. van de Graaff.
sprak enkele woorden van afscheid na
mens het personeel.
De heer 1 a L a u bedankte voor een en
ander, in het bijzonder voor het vertrou
wen, dat het bestuur in hem had gesteld
Men bleef daarna nog eenigen tijd
bijeen en verdiepte zich in oude herinne
ringen, de Leeszaal betreffende.
KINDEROPERETTE EN ORKEST-
VEREENIGING
„ONS GENOEGEN".
Men schrijft ons:
Bovengenoemde vereeniging gaf Zater
dagavond j.1. voor haar donateurs een
uitvoering in „Musis Sacrum". Deze uit
voering die een zeer gevarieerd program
ma bracht, mag zeker geslaagd heeteh.
Het orkest speelde als opening „Heil
Europa", een marsch van F. von Blon en
verder enkele goed uitgevoerde stukken
van Tosti, benevens „Eine kleine Naoht-
musik" van W. A. Mozart.
Het Sentiment van Tosti wordt door het
publiek altijd sterk aangevoeld en ge
waardeerd.
De directeur, de heer Hertsworm, diri
geerde deze muziek zeer suggestief en
alles klonk zuiver en had kleur.
Ook Mozarts beroemde „Nachtmusik,
had succes. Het is een juweel van com
positie en inhoud en voor dilettanten
meer dan moeilijk.
Het orkest besloot met „Plaisir d'amour",
dat gevoelig werd gespeeld. Jammer, dat
het orkest niet wat sterker bezet is, de
directeur zou zich dan aan wat meer uit
gebreider werken kunnen wijden, die het
geheel op een hooger muzikaal niveau
konden brengen,
Daarna kwam de heer Krijgsman met
zijn kinderkoor. Het door hem gedichte
en gecomponeerde Clublied werd goed
gezongen, klinkt frisch en vooral, beant
woordt aan het doel, n.1. de propaganda
voor het kinderkoor. Het koortje klonk
frisch en ongekunsteld. Ook de heer
Krijgsman kan nog wel wat kleuters en
grooteren gebruiken, wij helpen het hem
wenschen.
Zijn tot slot gezongen A.B.C.-lied was
geestig.
Als zangsoliste hoorden wij mej. A.
Trap. Zij zong „Speldenwerksterslied"
van Hullebroek, „Ideale" van Tosti en
„Standchen" van Schubert. Ze heeft een
goed geluid, maar moet zich leeren be-
heerschen en zich inleven in wat ze
zingt.
Buitertlandsch Overzicht
Feuilleton
Radio-programma
Noch spot, noch zot
Verdere korting op de Indische
pensioenen
De uitkomsten van de Nederl.
Spoorwegen over 1933 is 11 mil-
lioen nadeeliger dan over 1932
Bizonderheden over de nieuwe
Engelsche linieschepen
De Nederl. oorlogsschepen te
Koningsbergen
Strubbeling in de Nationaal So
cialistische beweging. Een nieuwe
partij op komst
Besprekingen van de commissie
Georganiseerd Overleg Zeemacht
Een brief van den minister van
economische zaken over wijziging
van de winkelsluitingswet 1930
Een revolutiepoging in Duitsch-
land verijdeld. Vooraanstaande
leiders van de S.A. gefusileerd
Rapport van de commissie van
onderzoek inzake de kwestie
Zwertbroek en de V.A.R.A.
Men verwacht aftreden van het
Japansche kabinet in verband met
de financieele knoeierijen
Omtrek-nieuws
Marktberichten
Marineberichten
Sportnieuws
pag. I
1
Schubert en Tosti ,b.v. loopen nogal uit
een. Bij Schubert klinkt het diepe innige
sentiment van de ziel. Alles komt bij hem
van binnen uit en de meest materieele
dingen krijgen bij dezen groote een on
begrensde wijding. Tosti, hoe knap ook,
werkt van buiten naar binnen. Tosti be
doelt ook iets anders dan Schubert. Schu
bert zal Tosti wel „overleven". De ver
tolker moet dat begrijpen en „Leise
flehen meine Lieder" niet opgelegd dra
matisch zingen.
Tenslotte de heer J. Kamp als trom
bone-solist. Hij heeft een goeden toon en
ook wel voordracht. Bij stevig aanpakken
zal hij lang geen onverdienstelijke plaats
innemen onder de dilettant-instrumenta
listen.
Lest best: mej. Corrie Dol, die voor
alles de pianobegeleiding had en haar
taak op uitstekende wijze vervulde.
Het was een goede avond voor „Ons
Genoegen".
FEEST-CONCERT
„HELD. FANFARE CORPS".
(Dir. Th. C. Lugtenburg.)
Naar aanleiding van de prachtige pres
tatie óp het Wieringer muziekconcours
in den marsch-, concert- en eerewed
strijd door bovengenoemde vereeni
ging, gaf deze Vrijdagavond in de tent in
het Plantsoen een „Feost-Concert", waar
in ook de vier nummers, te Wieringen
gespeeld, nog eens vertolkt werden. Het
geheel is een welgeslaagde reprise ge
worden; het in technisch opzicht lang niet
malsche programma, waarin inderdaad
veel van het uithoudingsvermogen der
executanten werd gevorderd, is, muzi
kaal gesproken, een immens succes ge
weest, waarin maar weinig op af te din
gen valt. De vurige Zampa-ouverture en
Weber's ouverture „Euryanthe" (met
het hoogst gevaarlijke Largo), die muzi
kaal onbetwist hooger staat dan Ilórold's
opus, werden goed aangevoeld en door
dit Fanfare-orkest hoogst verdienstelijk
weergegeven. Nog meer bewondering
stem. Wat u meneer, die meneer die zal
ons raje, die ken de hooge oomes beter
wat u?
We dachten allemaal d'r is kerre-
mis, gewone kerremis, daar hooren we
thuis, daar speule we, we motte ete, nou
is 't een feestweek, een feestweek voor ze
geworre en voor ons is 't armoede, zoo
is 't.
Wat motte we, motte we, zitten we
hier met honderden mense en we denke
't is kerremis, we denke we magge speule
we magge niet marmotten, niet mande-
linen, mit ape en zinge enwe magge
niks.
Twee magge maar met d'r orregel,
twee die 't beste stroop kende likke,
maar we gane ok, dreigt een donkere
bleeke man.
We gane toch allemaal gane we uit
protest naar de pelisie. We motte toch
zeker ok bikken.
„Ik zou maar kalm blijven lui, en Den
Helder houden ze niet van spektakel,
raad ik rustig. Ik zou maar heel netjes
vragen. Dreigen geeft niks niemandal.
Die man het gelijk, die man spreekt
wijze woorden, zegt een vrouw met sproe
tig bleek gezicht. Die man het gelijk, mot
herrie krij je niks: maar ik ga toch mor
rege met me orgel, of ze 't wille of rtiét,
vervolgt ze nijdig en heel inconsequent:
Ik heb een orgel om te speule.
't Wordt immers dan in beslag geno
men zegt een lange magere man ang
stig. dan ben je alles kwijt.
Do jonge vrouw lacht
Je bent een brutale, zeg ik. Als zp
je orgel in beslag nemen, ben je ook jè
broodwinning kwijt.
Ze zalle van me orgel best afblijven,
as je dat maar weet. Ze kenne dat niet
eens afnemen, mijn orgel is me bakkes
en daar zing in mee, da's me orgel
giert de vrouw.
Dat kenne ze niet, ze kenne je kop
d'r immers niet afhakken.
Meneertje, meneertje, bedelt een
jongen valsch huilerig, krijg ik een
cent?
Hij is van de krant zegt een
jongen met een lange stok in zijn hand.
Nou, een krant heit heel wat te zeggen,
een krant ken alles, as tie van de krant
is, nou dan ken ie zorrege, dat ik op de
panmerdin mag spelen en me kleine
jonge met zijn marmot mag loopen.
Het heele woonwagenkamp dromt nu
om den man van „Langs de Straat". Hon
derden brutale kinderoogen staren naar
hem op. In koor dreunt het iederen
keer: Een centje meneer, één centje.
Kinderen, met strikjes in het haar,
op grauwe, vieze, besmeurde bloote
beenen en groezelige lijven, loopen rond
den wagen, happende in vette, dik be
smeerde boterhammen.
Voor den wagen zitten vrouwen met
aan bloote borst een kind zoogend. Ach
ter in den wagen een walmend petro
leumstel, op den grond vunzige lappen,
waarop een half naakte zuigeling wen
telt. Voor den wagen een man zwer
verstype, met een oude kam kapt hij het
haar van een vies goor kindje, wier bee
nen en voeten vol zwarte modder zitten.
Paarden aan touwen gebonden, stap
pen tiiS8chen den wagen, hier en daar
een sprietje gras trekkend; een paar jon
getjes van vier tot zes jaar zitten siga
retjes te rooken en te kaarten.
Plots overstemmen, wild en schor de
tonen van een orgel de rumoerende kamp
bewoners. Dan valt er een stilte, mei
den en jongens grijpen elkaar bij den
arm en zwaaien leutig en lachend en gil
lend tusschen de wagens. Kleine meisjes
van nauwelijks 3 jaar vormen paren en
draaien snel en vol ernst op de maat.
Bij een klein paardje staat een jongetje.
Hij aait over de pooten van 't paardje:
Tukkie, zoete Tukkie, zegt 't jongetje,
en zijn kleine kleine vingertjes gaan
steeds streelend over 't glimmende paar-
devel.
't Jongetje is klein, zijn lijf is bedekt
door lappen., maar toch door keuH(g
aan elkaar gehechte lompen.
De wagen waarin hij thuis hoort is de
meest vervelooze van alle. Door de ge
broken ruiten kan wind en regen vrij
binnenkomen. De voddige deken, die de
openingen afsluit, kan ze niet tegenhou
den.
Het is stil in den hoek waar het paardje
en het kindje staan. Uit de verte klinkt
dreigend gevloek en een krijschende
vrouwenstem roept:
Krosja, waarom hei je die klos gare
gestolen. als ik je te pakke krijg
Krosja.
Stil staat het havelooze jongetje bij
het kleine paardje. Weer beaait zacht zijn
handje het paardje. Z'n heele bleeke,
kleverige gezichtje lacht. Lieve Tukkie
zegt hij en in zijn oogjes is iets erg liefs
iets goedigs. De oogen van het
kleine paardje staren stil en verwonderd
neer op het kindje.
Uit de gammele woonwagen komt een
vrouw, zwaar en dik en log van vet. Als
zjj het kleine jongetje ziet, licht er iets
in haar oog.... De vrouw ziet er zelve
ook armoedig uit, haar voeten steken in
kapotte schoenen, de bloote teenen komen
er door, maar in haar oogen glanst teeder
het licht der moederliefde.
Mammie, mammie Tukkie geaaid,
ikke Tukkie, geaaid, zegt 't jongetje....
en dan loopt ie naar de vrouw toe.
Op een klein plekje gras knielt die»
vrouw neer, drukt 't kindje met de gore
vodden tegen zich aan.
Geluk beluister ik in haar stem:
Mammie's fijne jongen mammjeH
fijne jongen jij bent mammie's knul
en goeie kindje.
Van verre giert weer de vrouwenstem:
Krosja als ik je te grazen krijg en
het orgel drenst, waaromheen meiden
maar ook was er iets heiligs in hot kamp
der woonwagenbewoners er was een
moeder.