EXTRA EDITIE van de NOG PLOTSELING IS Z.K.H. PRINS HENDRIK GISTERENMIDDAG OVERLEDEN. De laatste drukke weken. Officieele kennisgeving in Staatscourant. Naast de Koningin, op het Loo de meest populaire persoon DE TERUGKOMST VAN H. K. H. PRINSES JULIANA EEN POPULAIRE PRINS, DIE VOORAL IN ZIJN NAASTE OMGEVING, ZEER BEMIND WAS. Reeds eerder een harikwaal doorstaan. VOLK OPNIEUW ROUW GEDOMPELD g- Gisterenmiddag (half twee) is nog geheel on- verwacht Prins Hendrik aan een hartverlamming overleden. De patiënt had in den loop van den ochtend geruimen tijd rustig geslapen en niets deed den zoo plotselingen afloop vermoeden. Omstreeks half twee voelde de Prins zich minder goed. De toestand werd toen zienderoogen slechter. De Koningin, die op het Paleis aan het Lange Voorhout was, werd onmiddellijk gewaarschuwd, doch toen Hare Majesteit aan het Paleis Noordeinde aankwam, was haar gemaal reeds zacht en kalm en blijkbaar zonder lijden overleden. De onmiddellijke doodsoorzaak moet een hérhaling van de hartszwakte, waardoor de Prins de vorige week werd overvallen, geweest zijn. De mare van het plotselinge overlijden ging pijlsnel door de resi dentie en spoedig stond voor het Paleis een dichte men- schenmenigte. Van vele woningen zag men weldra de vlag halfstok hijschen ten teeken van rouw. Gisteren was de toestand van Z. K. H. den Prins, in aanmerking genomen de ernstige ongesteldheid, bevre digend te noemen. De Prins had nog te één uur met goeden eetlust en opgewektheid gegeten. Even daarna trad de bovenvermelde hartverlamming in, tengevolge waarvan Z. K. H. na eenige seconden overleed. De behandelende geneesheer, die één van zijn dagelijksche bezoeken bij den Prins bracht, was juist in de kamer aanwezig. H. M. de Koningin, diëhaar gewone ochtend bezoek bij haar gemaal had gebracht, was ter afwikke ling van zaken naar het Paleis aan het Lange Voorhout gegaan. Zij werd direct gewaarschuwd, doch vond den Prins niet meer in leven. De hartverlamming had zulk een snel verloop, dat Z. K. H. niet geleden heeft en zacht ingeslapen is. H. M. heeft dadelijk H. K. H. Prinses Juliana na haar voorbereid te hebben, het overlijden van haar Vader telefonisch bericht. Nadat de gewone vergadering van den Raad van State gisterenmiddag was afgeloopen, heeft de vice-pre- sident de leden in buitengewone vergadering bijeenge houden om hen mededeeling te doen van het overlijden van Z. K. H. Prins Hendrik, die sinds 1901 zitting in het College had. Wij vernemen in dit verband, dat de Prins reeds eerder een aanval van hartzwakte te doorstaan heeft gehad. Dat was op de reis, die hij kort na zijn terugkeer uit bad Gastein, waar Z. K. H. voor een kuur eenigen tijd heeft vertoefd, naar Hannover maakte. De Prins was naar bad Gastein gegaan om een vermageringskuur te ondergaan. Blijkbaar heeft die behandeling Z. K. H. te sterk aangegrepen. Hij maakte daar op voorschrift van de behandelende geneesheeren langdurige gefor ceerde wandelingen, die urenlang duurden. Klaarblij kelijk is dat te veel voor het reeds niet al te sterke hart van den Prins geweest. Personen uit zijn onmiddellijke omgeving spraken er na den terugkeer van Z. K. H. hun ongerustheid over uit,, dat de Prins er zoo slecht uitzag en ook de Prins zelf klaagde er over, dat hij zich slap en vermoeid gevoelde. Desondanks en tegen welgemeende raadgevingen in wijdde hij zich na zijn terugkeer onmiddellijk met volle ambitie aan besognes. Na enkele dagen vertrok de Prins naar Hannover om er aan eenige plechtigheden deel te nemen. Tijdens de treinreis, die Z. K. H. in ge zelschap Van zijn adjudant maakté, kreeg hij plotseling een aanval van hartzwakte. Daaraan is; ten einde niet c r Een buitengewone uitgave van de Nederlandsche Staatscourant is verschenen met den volgenden inhoud: Het heeft God behaagd mijn beminden echt genoot tot zich te roepen. Hij is hedenmiddag zacht en kalm, plotseling ontslapen. Met groote droefheid geef ik daarvan kennis. Ik ben overtuigd, dat allen deelen in mijn smart en in die van mijn dochter. WILHELMINA. Wijlen Z.K.H. Prins Hendrik in generaals-uniform. ongerustheid te wekken, geen verdere ruchtbaarheid gegeven, te meer niet, daar de Prins, na in zijn coupé wat gerust te hebben, zich spoedig opgeknapt gevoelde en verder geen last meer had. Na zijn terugkeer uit Hannover heeft de Prins enkele zeer drukke dagen gehad. Z. K. H. wilde persoonlijk de begrafenis van baron d'Aubale van Hardenbroeck tot Hardenbroeck te Neerlangbroek bijwonen. Daarbij heeft hij geruimen tijd moeten staan en dit heeft hem zeer vermoeid. Vervolgens heeft hij, gelijk gemeld, een bezoek gebracht aan den ex-keizer te Doorn, en daarna nog een bezoek aan het klooster te Woerden, waarheen de Prins zich op uitnoodiging van pater Borromeus de Greeve, voor wien hij een groote vriendschap koester de, begaf. De Prins was, toen hij van dezen druk bezetten dag aan het Paleis Noordeinde terugkwam, zeer vermoeid. Desondanks gunde hij zich geen rust en Donderdags begaf hij zich naar het Gebouw van het Roode Kruis, om daar besprekingen te voeren over de jaarvergade ring, die deze instelling den volgenden dag te Beverwijk zou houden, en waar Z. K. H. als voorzitter de ope ningsrede zou uitspreken. Voorts wilde Z. K. H. nog een groote hoeveelheid correspondentie betreffende zijn functie voor ,,Het Roode Kruis'' afhandelen. Terwijl hij zich in zijn werkkamer bevond, werd hij toen te midden van zijn werkzaamheden overvallen door den hartaanval, die hem ten slotte ten grave zou sleepen. Aanvankelijk nam het ziekteproces een eenigszins on gunstige wending, doch daarna trad een verbetering in, welke niet deed vermoeden, dat het einde nog zoo snel zou komen. De residentie is door dit plotselinge heengaan zeer getroffen en aller deelneming gaat uit naar de opnieuw zwaar getroffen Vorstin. De Koningin heeft gistermiddag geruimen tijd in het Paleis aan het Noordeinde vertoefd. Zij kwam daar kort, nadat haar Gemaal voorgoed de oogen gesloten had en zij verliet het paleis eerst te kwart over vijven. H. M., die bij haar terugrit naar het Huis ten Bosch vergezeld werd door haar adjudant jhr. De Jonge van Ellemeet, werd bij het verlaten van het Paleis eerbiedig gegroet door de honderden men- schen, die zich inmiddels in de omgeving van het Paleis verzameld hadden. De Vorstin, die er zeer bedroefd uitzag, dankte met een lichte neiging voor den eerbiedigen groet der zwijgende menigte, die wederom in zoo korte spanne tijds haar bewijzen kon hoezeer haar volk meeleefde in dë droefheid, die Haar en Haar Huis getroffen had. Hij leefde hartelijk mee met allen die hem omringden. In een boek van J. J. H. Martyn, met medewerking van een oud-hofdignitaris, geschreven over „Koningin Wilhelmina en Haar particuliere leven", vinden wij een hoofdstuk aan Z.K.H. Prins Hendrik gewijd, waaraan wij het volgende ontleenen: Zonder overdrijving mag gezegd worden, dat naast de Koningin op het Loo niemand meer populair is dan Z, K. H, Prins Hendrik der Nederlanden. Vreesde men aanvankelijk, dat de nieuwe Meester, wiens plannen tot reorganisatie van de jacht en het ter hand nemen van ontginningen, noodwendig technisch goed onderlegd personeel vereischten, een groote oprui ming onder de „oud-gedienden" zou houden, die ver wachting is gelukkig ongegrond gebleken. Integendeel heeft de Prins, met eerbiediging van lang bestaande toestanden en rechten, veler positie nog ver beterd en ook getoond oog te hebben voor de zedelijke belangen van het personeel. Vroeger b.v. konden de jonge leden van het stalper soneel zich nog wel eens te buiten gaan; 't vrije leventje te Apeldoorn leidde bij velen dikwijls tot een ongebon denheid, die de eervolle positie, welke zij bekleedden, in de achting van 't publiek deed dalen. Daarmede is het thans voor goed uit. Het stalpersoneel heeft zich nu, onder protectie van Koningin en Prins, georganiseerd, en beschikt over een uitmuntende zangvereeniging en een mandolineclub. Beide genoten reeds meermalen de eer voor het Ko ninklijk Echtpaar te mogen optreden. De reputatie van een edelmoedig, zorgzaam Meester te zijn, is Prins Hendrik trouwens reeds uit Schwerin en Rabensteinveldt de familieresidenties en uit Potsdam, waar hij aan het hoofd stond van het Prui sische Garde-Jager-Bataillon, naar Nederland voorge gaan. Men spreekt daar nog altijd met den grootsten lof van den beminnelijken Hertog Heinrich, niet alleen een voortreffelijk mensch en bekwaam officier, maar ook een der beste Duitsche jagers. Doch hoezeer hem de jachtsport interesseert, nooit zal hij daarvoor ook maar één oogenblik hetgeen aan de Mecklenburgsche drijvers meermalen is gebleken een menschenleven in de waagschaal stellen. De Vader van Prins Hendrik, Groothertog Frederik Frans II van Mecklenburg-Schwerin, stond ook be kend om Zijn groote edelmoedigheid, waarvan Hij he laas het slachtoffer is geworden. Sedert den dood van den Vorst heeft Prins Hendrik niet nagelaten Zijn innig geliefde Moeder, Groother togin Marie, als een trouw zoon in droeve en blijde om standigheden ter zijde te staan. En al moge de reis naar Mecklenburg lang en ver moeiend zijn, nimmer zal Prins Hendrik verzuimen, zich op den verjaardag zijner Moeder daarheen te be geven. Opmerkelijk is het in 't leven van den Prins, dat Zijn eigen jaardagen herhaaldelijk samenvielen met voor de vorstelijke Familie droeve gebeurtenissen, zoodat ze lang niet altijd opgewekt gevierd konden worden. Zoo ooit. dan is tijdens de ernstige ziekte der Koningin gebleken, dat tusschen Haar en den Prins een zeer innige verhouding bestaat. De Prins was in die dagen meermalen ten prooi aan hevige gemoeds aandoeningen en vertoefde soms uren lang in de zie kenkamer. In een der kritiekste nachten, toen het lijden der Koningin van oogenblik tot oogenblik ondragelijker werd en de doctoren volstrekte rust noodzakelijk acht ten, verliet de Prins het Paleis om zich buiten geheel aan zijn smart over te geven. Kleine wederzijdsche attenties, b.v. de goede zorgen van de Koningin voor de Prinselijke vertrekken en ver rassingen van den Prins voor de Koningin, b.v. na een of andere buitenlandsche reis, en zooveel meer, getuigen nog altijd van ongestoord huwelijksgeluk. Intusschen zou het onrechtvaardig zijn en van be- H. K. H. Prinses Juliana met haar gevolg is hedenochtend om kwart voor 7 te Hoek van Holland aangekomen, na haar afgebroken ver blijf in Londen, tengevolge van den plotselingen dood van haar vader. Om eenige minuten over 6 arriveerde de Koningin reeds op het emplacement te Hoek van Holland om de eerste te zijn die haar dochter begroette. Toen de boot in zicht kwam stond Prinses Juliana voor een der vensters, terwijl de Koningin op de uiterste punt van het emplacement stond. Zoodra Moeder en Dochter elkaar konden zien zwaaiden zij elkaar hartelijk toe. Toen de boot aan wal was vastgelegd en de loopplank was uit gelegd, kon H. M. de Koningin haar ongeduld niet langer bedwingen en liep de loopbrug over aan boord, en omhelsde de Prinses hartelijk. De Koningin en Prinses namen in de gereed staande auto plaats en reden onmiddellijk naar Den Haag, waar zij omstreeks kwart voor 8 bij het Paleis Noordeinde aankwamen. De Koningin en Prinses trokken zich dadelijk na aankomst in het paleis terug en begaven zich na eenige oogen- blikken naar de sterfkamer waar het stoffelijk overschot van Z.K.H Prins Hendrik staat opge baard. krompenheid getuigen, wanneer men de verhouding tusschen Vorstelijke gehuwden van burgerlijk stand punt zou gaan beschouwen. Een Koningin, die door on afwijsbare plichten aan haar werkvertrek of audiëntie zaal gebonden wordt gehouden, kan onmogelijk den geheelen dag in de omgeving van Haar Gemaal ver- keeren, en van den Prins, die ook zijn verplichtingen heeft, b.v. om als Vorst van Duitsch origine zijn rela ties met betrekkingen en vrienden in 't geboorteland te blijven onderhouden en gevolg te geven aan uitnoodi- gingen tot het bijwonen van plechtigheden e.d., kan niet gevorderd worden, dat hij onafgebroken in de Vorstelijke woning vertoeve. Doch gelukkig berust het Huwelijksgeluk van het Nederlandsch Koninklijk Echtpaar op te hechte grond slagen, dan dat het door een kortere of langere buiten landsche afwezigheid van den Prins of door Zijn voor liefdé voor de jacht verduisterd zoude kunnen worden! De gemoedelijkheid van Prins Hendrik is in ons land zeker algemeen bekend. Bij tal van gelegenheden heeft Z. K. H. bewezen, dat Hij wars i§ van uiterlijk vertoon of persoonsver heerlijking, eenvoud liefheeft en zich gaarne als een „gewoon mensch" onder het publiek beweegt. Op het Loo heeft men natuurlijk gelegenheid, dat nog scherper waar te nemen. Zoodra Zijn bezigheden ten Paleize zijn afgedaan, begeeft de Prins zich naar het Koninklijk Park of Domein, om de werkzaamheden te inspecteeren en be velen te geven .Meermalen ziet men hem daar in ge sprek met boschwachters en arbeiders, of brengt Hij een bezoek aan de woning van een der geëmployeerden. Op het Aardhuis o.a. behoort het lang niet tot de zeldzaamheden, dat Prins Hendrik een kijkje komt nemen in de keuken en daar, terwijl de werkzaamheden hun voortgang hebben, een praatje houdt met den jager en diens echtgenoote. Nog niet zoo heel lang geleden gebeurde het, dat 's Prinsen trouwe taks spoorloos in de bosschen was verdwenen. Daar het tegen den avond liep en de meeste arbei ders reeds naar huis waren, toog de Prins er zelf op uit om het dier, dat zich mogelijk in een benarde positie bevond, te zoeken. Van het taksje echter geen spoor. Inmiddels was het donker geworden; de Prins dacht er echter niet aan naar het Paleis terug te keeren. Onderweg klopte Hij bij een zijner arbeiders aan, liet zich een stoel geven en wachtte kalm de eerste morgenschemering af om het onderzoek opnieuw voort te zetten. Gelukkig werd het dier spoedig gevonden, zoodat de Prins niet onverrichter zake huiswaarts behoefde te keeren. Prins Hendrik is niet alleen een aangenaam mensch in den omgang, maar leeft ook hartelijk mee met allen, die hem omringen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 9