Het overlijden van Z.K.H.
Prins Hendrik.
De Koninklijke Marine voor
oefening en vlagvertoon
naar de Oostzee
utiU 11 lmn1
De bijzetting heeft
Woensdag plaats
BINNENLAND
TWEEDE BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 5 JULI 1934.
5
De uitvaart.
De indruk in Indië.
De deelneming in het
buitenland.
Defensiebelangen in
Nederland.
Het weer in Juni.
Hoogere uitkeeringen aan
Oud-Gepensionneerde
Militairen
Men deelt van officieele zijde mede:
Overeenkomstig den herhaaldelijk
door Z. K. H. geuiten wensch zal bij
de teraardebestelling worden afge
weken van het gebruik van zwart en
zullen de lijkwagen en de paarden
met wit overkleed zijn.
Het was eveneens de wensch van
den overledene, dat aan de gevoelens
over het verscheiden van Z. K. H.
geen uiting zou worden gegeven door
uiterlijke teekenen van rouw.
Naar wordt meegedeeld zal met de
vaststelling van de uitvaartplechtigheden
en den datum van de teraardebestelling
gewacht worden tot ook Hertog Adolf
van Mecklenburg, de oudste broer van
Prins Hendrik, die in den loop van gis
teren te 'sGravenhage werd verwacht, is
aangekomen.
Het stoffelijk overschot Is op
gebaard in admiraalsuniform.
Het stoffelijk overschot van den Prins
is opgebaard in het vertrek waar hij den
geest heeft gegeven. Het is gekleed in
admiraalsuniform, waarvan de bijbehoo-
rende steek op de borst ligt. De uitdruk
king van het gelaat is rustig, alsof de
Prins sliep. In de sterfkamer is een een
voudige rouwversiering aangebracht.
Hertog Adolf van Mecklenburg
in Don Haag.
Met den sneltrein uit Berlijn is giste
renavond om 11 uur aan het Staatsspoor
te Den Haag aangekomen hertog Adolf
van Mecklenburg, broeder van wijlen Prins
Hendrik.
Mededoelingen aan de gemeente
besturen. De klokken worden niet
geluid.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan de commissarissen van de
Koningin in de onderscheidene provinciën
telegrafisch verzocht, het overlijden van
nen Prin3 der Nederlanden in alle ge
meenten van hun provincie te doen af
kondigen. Voorts noodigt de minister uit,
te bevorderen, dat alle tooneelvoorstel-
lingen en openbare vermakelijkheden
worden geschorst heden, morgen en op
den begrafenisdag.
In aansluiting aan dit verzoek van den
minister wijzen wij erop, dat in zijn circu
laire geen melding wordt gemaakt ten
aanzien van het luiden van de klokken.
Hieruit mag de conclusie worden getrok
ken, dat de gemeenten hieromtrent vrij
gelaten worden. Het is, naar wij vernemen,
echter de wensch van H. M. de Koningin,
dat althans in Den Haag de klokken niet
geluid zullen worden.
Mediedeeling aan land- en zee
macht.
De minister van defensie heeft onder
dagteekening van gisteren de volgende
dagorder uitgevaardigd:
„Ik kwijt mij met groot leedwezen van
den treurigen plicht ter kennis van de
Koninklijke land- en zeemacht te bren
gen, dat Z.K.H. Prins Hendrik is over
leden.
Z. K. H. ontsliep in het Paleis Noord
einde te 's-Gravenhage heden 3 Juli te
13.30 uur.
Ons land wordt door dezen nieuwen
slag, welke het Koninklijk Huis heeft
getroffen, wederom in diepen rouw ge
dompeld".
Deze dagorder is door de commandan
ten van regimenten en korpsen, hoofden
van diensten en inrichtingen en over
eenkomstige autoriteiten ter kennis ge
bracht van het vereenigde onder de be
velen van ieder hunner staande perso
neel.
Voor het Paleis.
In de omgeving van het Paleis blijft
als gisteren een ongewone drukte heer-
schen. Tal van menschen hebben zich
op de trottoirs rondom den kastanjeboom
opgesteld en slaan vandaar het gaan en
komen van de personen, die zich naar
het Paleis begeven, gade. Reeds gisteren
zijn de eerste bloemstukken en kransen
bezorgd; dit gaat nu geregeld door.
Om ruim half een hebben de Koningin
en de Prinses het Paleis weder verlaten
waarop velen der wachtenden zich huis
waarts begaven.
Bewijzen van deelneming.
Om twaalf uur gisterenmiddag heeft
de minister-president dr. H. Colijn een
bezoek van rouwbeklag ten paleize af
gelegd.
De Koningin heeft o.m. nog telegram
men van rouwbeklag ontvangen van den
Koning der Belgen, den graaf van Vlaan
deren, de Koningen van Siam en Zweden
en de presidenten van Zwitserland,
Frankrijk en Oostenrijk.
De Belgische minister van buitenland-
sclie zaken, Jaspar, heeft aandenNeder-
Iandschen minister van buitenlandsche
zaken, jhr. de Graeff, het volgende tele
gram gezonden:
lk bid Uwe Excellentie aan H. M. de
Koningin en aan do Nederlandsche regee
ring de gevoelens van diepe deelneming
van de Belgische regeering en van het
Belgische volk bij het afsterven van Prins
Hendrik der Nederlanden te willen over
brengen. De Belgen eeren in dankbare
herinnering aan den doorluchtigen over
ledene, die als voorzitter van het Iioode
Kruis tijdens den oorlog zoo bijzonder
edelmoedig de naar Nederland gevluchte
Belgen heeft geholpen en die als ver
tegenwoordiger van H. M. de Koningin
persoonlijk heeft deelgenomen aan onzen
rouw bjj de uitvaart van Koning Albert.
In den loop van den dag hebben gis
teren weder vele personen uit militairen,
burgerlijken en diplomatieken kring een
bezoek van rouwbeklag ten paleize in het
Noordeinde afgelegd en de condoleance
registers geteekend.
De hoofdaalmoezenier, de heer J. J. J.
Noordman, heeft mede uit naam van de
aalmoezeniers van leger en vloot een
brief van rouwbeklag tot H.M.de Koningin
gericht.
Kransen.
Onder de ten paleize bezorgde kransen
is er een van de Noord- en Zuidholland-
sche Reddingmaatschappijen.
De radio-distributies.
De radioraad deelt mede, dat Donder
dag en op den begrafenisdag de radio
centrales in Nederland alleen de Neder
landsche programma's mogen doorgeven.
Op Vrijdag en verdere dagen voor den
begrafenisdag mogen buitenlandsche pro
gramma's worden doorgegeven op derde
programmamogelijkheid, met dien ver
stande, dat dit beperkt blijft tot passende
programma s in overeenstemming met den
nationalen rouw, b.v. geen dansmuziek
Aneta seint uit Batavia:
Ook Ned.-Indië werd overvallen door
het plotselinge bericht van het overlijden
van Prins Hendrik, hetwelk te minder
werd verwacht, wijl de betrekkelijk lange
duur en het uitblijven van een ongunstige
wending der ziekte, de hoop hadden ge
geven op behoud van den Prins Gemaal.
Aanstonds lastten alle restaurants de
muziekuitvoeringen af,terwijl doormiddel
van radio-uitzendingen, waartoe de P.T.T.
medewerking verleende, tot middernacht
zelfs de meest afgelegen posten van de
laatste berichten werden voorzien.
Batavia toont door het halfstok-vlaggen
van openbare en particuliere gebouwen
zijn medeleven met het Koninklijk Huis.
Het officieele bericht. Deel
neming van den Gouv.-generaal
Uit Buitenzorg. De gouv.-gen. heeft
gisterenmorgen vroeg het officieele be
richt ontvangen, door minister Colijn
onderteekend, waarin mededeeling werd
gedaan van het overlijden van Prins Hen
drik, op 3 Juli te 1 uur 30 n.m.
De gouverneur-generaal heeft onmid
dellijk daarop een telegram van rouw
beklag aan de Koningin afgezonden van
den volgenden inhoud:
»Diep getroffen door het groot verlies
dat Uwe Majesteit, Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Juliana en de Neder
landsche natie lijden door het plotseling
verscheiden van Z. K. H. den Prins Ge
maal, betuig ik Uwe Majesteit en de
Prinses namens allen hier te lande eer
biedige en oprechte deelneming. Met
groote droefenis in het hart rouwen wjj
over hem die zooveel jaren aan Uwe
zijde stond en lief en leed van het volk
van Nederland en Overzee deelde. Op
nieuw smeeken wij den Allerhoogsten
Uwe Majesteit en de Prinses in deze
uren van nieuwe en zware beproeving
bij te staan en Uwe smarten te helpen
dragen.®
(w. g.) De Jonge.
Rouw.
Wat betreft openbare vermakelijkhe
den, concerten, wedstrijden enz., ver
klaart de Landvoogd, dat hij er prijs op
zal stellen dat de hoofden van geweste
lijk bestuur den leiders daarvan ver
zoeken deze op heden en op den dag der
ter aarde bestelling niet te doen doorgaan.
Ditzelfde geldt voor de radiouitzendingen,
behoudens voor zoover de langs dien weg
gedane mededeelingen verband houden
met het overlijden van den Prins-Gemaal.
Op den dag van de begrafenis, welke
als algemeene rouwdag zal worden be
schouwd. zullen alle scholen, kantoren,
enz. zfin gesloten. Er zullen dien dag geen
zittingen van rechtbanken, gerechten en
openbare colleges plaats vinden. Voor den
P.T.T.-dienst en andere diensten zal de
rouwdag met een Zondag worden gelijk
gesteld. Van alle openbare dienstgebou
wen wordt halfstok gevlagd. Aan de
commandanten van leger en vloot is op
gedragen voorloopig de voorgeschreven
rouw te doen aannemen.
Buitengewone zitting van den
Volksraad.
De Volksraad is tegen 5 Juli in plech
tige rouwzitting bijeengeroepen. Alle re-
geeringsgemachtigden zijn uitgenoodigd
déze zitting bü te wonen. De voorzitter
van den raad van departementshoofden,
de directeur van financiën, zal namens de
regeering het woord voeren.
De groote stroom van telegrammen, die
reeds van den vroegen morgen af te Tji-
panas, waar de gouv.-generaal verblijf
houdt, wordt ontvangen, houdt nog voort
durend aan.
Te Bandoeng.
Uit Bandoeng: Het hoofdbestuur van
de vereeniging van Europeesche onder
officieren Ons Aller Belang heeft een
telegram van rouwbeklag aan de Konin
gin gezonden, waarin het verklaarde diep
getroffen te zfin door het smartelijk ver
lies.
In heel Bandoeng hangen de vlaggen
halfstok.
In Duitschland.
De Deutsche Allgemeine Zeitung
schrijft:
De Prins-Gemaal heeft in zijn nieuwe
vaderland nooit zijn Duitsche afstamming
verloochend en niet in de laatste plaats
is het aan zijn invloed te danken, dat
Duitsche kinderen en ruilgevangenen in
Nederland een gul onthaal vonden.
Het Berliner Tageblatt schrijft:
Ten tweede male binnen korten tijd is
het volk der Nederlanden in rouw ge
dompeld door het afsterven van een lid
van het Koninklijke Huis. Evenals
Duitschland oprecht heeft deelgenomen
in de droefheid over het verlies van de
Koningin-Moeder in Maart van dit jaar,
voelt het ook de smart mede, welke Ko
ningin Wilhelmlna met haar Huis en
Volk ondervindt door het verlies van den
echtgenoot met wien zij meer dan 33 jaren
de lasten van haar hooge ambt heeft ge
deeld.
In Engeland.
Reuter meldt gisteren uit Londen
De dapperheid van Prins Hendrik
waarmede hij het reddingswerk leidde,
toen het Engelsche stoomschip Beriin in
1907 hjj Hoek van Holland was gestrand,
wordt door alle bladen in herinnering
gebracht.
De Times verklaart, dat Koningin
Wilhelmina en Prinses Juliana de sym
pathie en deelneming van alle landen
zullen ontvangen.
Onder het opschrift: Een ware Prins
gemaal verklaart de Daily Telegraph,
dat Prins Hendrik gedurende den oorlog
nimmer getracht heeft Holland te doen
afwijken van zijn strikte neutraliteit en
dat hij een eervolle plaats zal blijven in
nemen in het Huis van Oranje.
De M. Post wijst op do manhaftige en
recht op het doel afgaande redevoering
en de diplomatieke bekwaamheid, waar
mede de Prins-gemaal alle misverstanden
over de onafhankelijkheid van Nederland
heeft uit den weg geruimd.
De populariteit van Prinses Juliana in
Engeland is een onderpand van langen
duur voor de Britsche bewondering en
hoogachting voor het Koningshuis en
het volk van Nederland.
Het stoffelijk overschot van Prins
Hendrik zal Woensdag in de Nieuwe
Kerk te Delft worden bijgezet.
De vierk.-corr. van de N.R.Crt. meldt:
Men is op het oogenblik reeds bezig
den planken vloer uit het koor, waar de
grafkelder ligt, op te breken teneinde
den kelder bloot te leggen.
Tegelijkertijd heeft men reeds maat
regelen genomen om het dak van de
kerk, dat gesloopt en gedeeltelijk ver
nieuwd is, voor zoover het ontbreekt
door een tijdelijke overspanning van
zeildoek te vervangen.
De tijdelijke inrichting van de kerk,
die de restauratiewerkzaamheden moet
maskeeren, zal weer op dezelfde wijze
geschieden als bij de begrafenis van de
Koningin-Moeder. Vrijdag begint de firma
Pander met de bekleeding van de tunnel,
die dan dus reeds grootendeels voltooid
moet zijn. De bekleeding van de kerk
zal anders zijn dan bij de begrafenis van
de Koningin-Moeder.
Dinsdag zal de Koningin zich persoon
lijk van de vorderingen van de werk
zaamheden overtuigen.
Herdenking in het Belgische
parlement.
De corr. van de N. R. Ct. te Brussel
meldt
Bij den aanvang van de kamervergade
ring, Woensdagmiddag, heeft president
Poncelet door de afgevaardigden
staande aangehoord, de volgende hulde
gebracht aan de nagedachtenis van Prins
Hendrik Het overlijden v. Prins Hendrik
der Nederlanden, dompelt de Neder
landsche Koninklijke familie in een diepen
rouw. België kan daar niet ongevoelig
voor blijven en sluit zich van harte aan
bij de blijken van sympathie die aller
wegen zullen oprijzen. Wij verzoeken
den minister van buitenlandsche zaken
aan de naburige en bevriende natie onze
diepe deelneming te betuigen. Wij ver
geten niet, welk groot aandeel Nederland
heeft genomen in onzen rouw, toen het
afsterven van Koning Albert, België zoo
zwaar beproefde. Onze levendige erkente
lijkheid gaat uit naar dit land met het
welk wij heden eensgezind zijn in de
droefheid die het treft. (Zeer welop alle
banken).
Zoo juist heeft de heer president de
herinnering opgewekt aan zijn persoon
lijke komst, bij den dood van onzen be
treurden koning, toen hij kwam getuigen
van het medevoelen der Nederlandsche
natie in ons onherstelbaar verlies. Ge
heel België zal zich aansluiten bij den
rouw die H. M. de Koningin der Neder
landen en H. K. H. Prinses Juliana,slechts
enkele maanden geleden zoo wreed be
proefd door het overlijden van hare
doorluchtige moeder en grootmoeder,
ook thans weer treft. Ik zal niet nalaten
aan de Nederlandsche regeering de con-
doleanties over te brengen van de Bel
gische Kamer (algemeene instemming).
Nog twee Brusselsche bladen, het Laat
ste Nieuws en de katholieke Standaard
wezen gisterenmorgen op de hooge kwa
liteiten van den gestorven Prins-Gemaal.
HET SPELLINGVRAAGSTUK.
De ministerraad heeft nog
geen beslissing genomen.
In de Dinsdag gehouden vergadering
van den ministerraad heeft het spelling
vraagstuk een onderwerp van bespreking
uitgemaakt. Een beslissing daaromtrent
is echter anagehouden tot een volgende
vergaddering van den Raad van Ministers
Pessimisme van generaal Snijders.
Maandagavond hebben vooraanstaande
leden van de Bredasche burgerij een sa
menkomst gehouden in het Zuid te Breda,
waarop generaal Snijders en res. majoor
Mathon spraken over defensiebelangen in
Nederland.
De les van 1914.
Generaal Snijders zeide o.m.:
Het is bekend, dat voor den wereldoor
log de chef van den Duitschen generalen
staf von Schliffen het plan had gemaakt
door Limburg en Brabant te trekken, welk
plan was aangenomen en volledig uitge
werkt.
Ons veldleger was echter gaandeweg
verbeterd; en juist omstreeks 1909 en '10
was het zoo, dat von Moltke, onder
groote offers aan de bewegingsmogelijk
heid van de Duitsche troepen, het oor
spronkelijke plan opgaf.
In het buitenland heeft men thans den
indruk, neen, spr. meende te mogen zeg
gen de overtuiging, dat wij geen tegen
weer kunnen bieden.
Gebreken van ons leger.
Allereerst het verderfelijke feit van het
loten voor den dienstplicht.
Wat hebben wij aan die horden, die
van meet af aan moeten worden opgeleid
in oorlogstijd?
Zijn meening is, dat de dienstplicht op
ieder, man of vrouw, moet rusten en bij
de wet moet worden vastgelegd, voor een
deel onder de wapens en voor een deel op
oeconomisch gebied.
Een ander bezwaar is de korte oefe-
ningstijd, die bij het vooroefeningsinsti
tuut zelfs nog korter is.
Onder de vele andere bezwaren is nog
een belangrijk punt de voorbereiding van
oeconomische en industrieele weerbaar
heid.
Ieder jaar is er wat afgeknabbeld van
de militaire budgetten, en de doorvoering
van het rapport van de commissie-Iden-
burg zou de nekslag zijn.
De onrust in het Zuiden.
Sedert eenigen tijd openbaart zich in
het Zuiden de onrust. Een uiting daarvan
is geweest een geschrift, door de burge
meesters van Weert, Maastricht en Til
burg gericht aan den raad van ministers
namens een groot aantal burgemeesters
uit Limburg en Noord-Brabant. Spr. ziet
met groote belangstelling het antwoord
tegemoet.
Dreigend oorlogsgevaar.
Spr. gelooft te moeten zeggen, dat er
een nieuwe oorlog dreigt. De bewape-
ningswedijver, die een tijdlang gerust
heeft, is opnieuw met grooten kracht op
genomen. Zelfs Denemarken komt terug
van zijn tot nu toe volgehouden beper
king van bewapening.
Het geheime verdrag tusschen Frankrijk
en België heet wel defensief te zijn, maar
in een oorlog noemt ieder land zich slechts
verdediger.
Voorloopig is Duitschland onmachtig
oorlog te voeren tegen een groote militaire
kracht als Frankrijk en België samen vor
men. Maar Duitschland zal niet rusten
voor het gelijkstelling van bewapening
heeft gekregen.
Naar spr.'s vaste overtuiging is het
oorlogsgevaar dreigender dan in 1914.
Noodig is versterkingen aan kust en
grens tegen luchtgevaar, met permanente
bezetting en sterk bewapend.
Oefening van het leger in vredestijd
moet krachtig ter hand worden genomen.
Woensdag 20 Juni 1934.
naar de
Het smaldeel vaart! De reis
Oostzee is begonnen.
Het was al vroeg in den morgen te mer
ken. Langs de haven en op het hoofd
groepten plukjes menschen reeds tgeen
negenen bijeen. Er werd gepraat, er werd
gewezen, de uitgaande vloot werd aan cri-
tiek onderworpen. Men sprak over den
sierlijken jager, den eenzamen vertegen
woordiger van de moderne Nederlandsche
oorlogsvloot, over den loggen „Hendrik",
die nu al meer dan 30 jaren, een, zij het
steeds meer bescheiden rol vervulde in de
Nederlandsche zeemacht, men tuurde naar
de achter in de haven liggende nieuwe
K-booten, slanke en gevaarlijke groene
zeemonsters. Voor in de haven lag de
,Z 5" en ingewijden wezen op den door-
gebouwden bak, die haar van de vroegere
zusterschepen „Z 0" en „Z 8 onder
scheidde.
Wat later, tegen tienen, breidden de
«roepies zich uit, er kwam vrouwvolk by
te pas, en de gepsrekken die eerst de
waarde van de schepen hadden gewogen,
sloegen over naar beschouwingen over
den duur van de reis, de aan te loopen
havens en wat dies meer zy.
En zoo verstreek langzamerhand de tyd
en naderde het uur van vertrek
Langs de haven en op het hoofd werd
bet nu bepaald vol. Een draaiorgel wweh
te met zijn muziek wat treurige gedachten
weg - was tenslotte maar een rem
van zes weken - ijsverkoopers hadden
he" ondanks den straffen, koelen Noord
wester druk met den verkoop van diverse
smaken. Vanden wal af zoemden de ge
sprekken over naar boord.
De wind stuwt het water op en het tij
houdt langer aan dan berekend kon wor
den.
Eindelijk, tegen half twaalf, schetteren
aan boord van het vlaggeschip een paar
tonen, als een door den wind in flarden ge
scheurd wijsje, er komt beweging in de
op post staande manschappen, de meer-
ploeg trekt de loopplank van de „Hen
drik" den wal op. Eén voor één worden de
trossen losgegooid, aan boord met een
gangetje ingeloopen, dan slaan even later
de schroeven, kolkt het water onder den
achtersteven op, vormt zich om den boeg
een langzaam grooter wordend golfje. De
reis begint!
Achteren ontmetren nu ook de andere
schepen „Z 5", „Evertsen", „Z 8", ,Z 6"
„K 18", „K 17", en als na eenigen tijd alle
eenheden de haven verlaten hebben,
kruipt op het vlaggeschip een sein om
hoog, roodwitte wimpels op de andere
schepen volgen en bij het neergaan neemt
een ieder de hem in het verband toege
dachte plaats in. Weer gaat een sein op
„Volle kracht", en als gelijktijdig op de
zeven schepen sein en contraseinen neer
gaan, rinkelen in even zoovele machine
kamers de telegrafen, draait het machine-
kamerpersoneel de smoorkleppen of
brandstoftoevoerkranen vol open en
stuwen de schroeven onder zeven rompen
het water sneller weg.
De reis van het oefenverband naar de
Oostzee is begonnen.
Waar het ook aan moge liggen, het feit
blijft bestaan, dat de „Hendrik" zijn tri
dit ie getrouw is en zijn varen aan slecht
weer paart. Zoo zien we het althans de
eerste dagen in!
Bij het uitgaan stond een straffe Noord
wester en deze hield het smaldeel gezel
schap tot dicht bij den hoek van Hanst
liolm, de N.W. punt van Jutland, die in
den nacht van den 21en gerond werd.
Neptunus heeft zeer zeker gegrijnsd,
toen hij die eerste dagen reeds de minder
zeevaste leden van het smaldeel in zijn
klauwen mocht hebben! Zelfs op het
groote schip waarden vele bleekgezichten
rond!
De grijns van Neptunus kan verschil
lend bekeken worden, de zee heeft ook in
dezen vorm iets moois! De golven worden
door den door de tuigdeelen gierenden en
fluitenden wind omhooggejaagd, de top
pen warrelen uiteen in wild rond stuiven
de spatten. De groene grauwe watermas
sa's rimpelen, worden geaderd met dunne
lange schuimstrepen.
Het is vanaf het groote schip gezien,
een wild spel, een strijd als het ware,
die de woelige zee met het kleine mate
rieel voert. Hoog lichten de onderzeeboo
ten hun scherpen uitdagende,n steven bo
ven het water, de grijze huid, die anders
voor het oog verborgen blijft, komt onder
den toren te zien, terwijl schuimend en
bruisend het water uit den bovenbou zich
langs de spantjes naar buiten loost. Dan
steekt de boot zijn kop er weer in, voor
het oog van het groote sehip-mensch,
rest een oogenblik slechts de toren, de
boot lijkt verder volkomen verzonken,
maar even later rijst het groene stalen
techinsch wonder weer op, schudt hel
als het ware het water van zich af en be
gint het spel opnieuw. Achter het be
schermende micazeil op den toren vlek
ken een paar zwarte figuren, 't is niet veel
ruimte, 't is niet veel genoegen, met dit
weer op het eenige stukje „droog" dek
van een K-boot!
Achter de „Hendrik" stoomt de „Z 5".
Ook hier een voortdurend worstelen met
de zee. Toch is het weer anders dan ginds
bij de K-booten. Zwaar slingerend, af en
toe recht voorin gezien, af en toe na een
venijnige golf een streek of wat uit zijn
koers, zoekt de grijze boot zijn weg in de
groene grauwe massa. Hier is de brug
grooter, maar veel meer dan de eenzame
figuren van roerganger en officier van
de wacht zijn ook hier niet te zien.
Evenzoo is het gesteld met de aan BB
achter de „Hendrik" stoomende groep
„Z 6" „Z 8". Stuifzeetjes spoelen de
bak en sproeien officier van de wacht en
roerganger in het gelaat. Aan dek is niet
veel beweging. Op de ketelkap zitten een
paar weggedoken figuren, in de kou en
nattigheid, warmte zoekend tegen de
rookwolken uitslaande schoorsteenen.
Dit spel blijft doorgaan tot den avond
van den tweeden dag. Dan komt er ver
ademing, het diepste punt van de depres
sie is gepasseerd, de zee en wind nemen
af en om het geheel wat op te monteren
steekt het lage land van Denemarken
zich voorzichtig boven de kim, tusschen
de nog snel voortbewegende buien, uit.
Nog even worden we aan het wisselval
lig lot van den zeeman herinnerd, als we
't avonds in den Oceaanpost het bericht
van het vergaan van de „Dresden" lezen.
Donderdagavond kwam het S.O.S.-bericht;
„Dresden Hvidingsoe 5 mijl 10
graden S.O.S.". Direct bleek dat aan
het ruim 300 mijl verwijderde schip geen
hulp kon worden verleend. Even later
herinnerden we ons het schip juist 14 da
gen tevoren bij het lichtschip Haaks te
hebben ontmoet. Toen een mooie groote
boot, waar velen hun kijkers op richtten,
nu een prooi van de zee...
Voor het oefenverband heeft de zee
weer, als vele malen voorheen, een ste
vige, rumoerige streep door het werk van
den 'staf gehaald. Woensdag en Donder
dag zijn voor de oefeningen verloren da
gen geweest.
„Vrijdag is er nog", troost een ieder
zich en de door de bettrekkelijke kalmte
aan dek gelokte menschen beijveren zich
met hun kijkers de torens van cle Jutland
sche kust naar zich toe te halen.
J. S. F.
(Wordt vervolgd).
Buitenlandsch Overzicht pag. 1.
feuilletonII
Radio-programma2
Noch spot, noch zot2
Het eskaderbezoek aan de Oost
zeehavens 5
De bijzetting van het stoffelijk
overschot van Z.K.H. Prins Hen
drik zal Woensdag a.s. te Delft
plaats hebben5,
De ministerraad heeft nog geen
beslissing genomen inzake het
spellingsvraagstuk„5
Een stage vermindering van de
werkloosheid in alle landen f
De gebeurtenissen te Berlijn. Ver
moedelijk zestig S.A.-leiders te
Berlijn terechtgesteld6
De hitte eischte 30 menschen-
levens in de Ver. Staten 6
Hooge re uitkeeringen aan oud-
gepensionneerde militairen van
zee- en landmachtg
Een pessimistische rede van ge
neraal Snijders. Dreigend oor
logsgevaar 5
Herdenkingsrede van den voor
zitter van de Kamer van Koop
handel in N.-H. Noorderkwartier
naar aanleiding van het overlij
den van Z.K.H. Prins Hendrik 9
De eischen van het Hoog Militair
Gerechtshof tegen de officieren
van „De Zeven Provinciën" 6
De arbeidstijd in bloembollenpel
lerijen 6
Ernstige relletjes met commu
nisten te Amsterdam 6
Omtrek-nieuws7
Marktberichten 7
Marineberichten7
Sportnieuws7
Groote manoeuvres zijn onmisbaar voor
de hoogere legeraanvoerders en dan te
houden in de streken die het meest be
dreigd worden en besloot met de woor-
dan: Moge de geest van offervaardigheid
uit het Zuiden ons land overstroomen.
(Langdurig applaus).
Veel zon en weinig regen.
Gemiddeld over de vijf hoofdstations
was in Juni de ochtendtemperatuur een
halven graad boven normaal, in de 3 de-
kaden resp. normaal, anderhalven graad
en een halven graad boven normaal. D«
grootste afwijkingen kwamen voor op dee
zevenden en en den achttienden, resp.
drie en een halven graad beneden en vyf
en een halven graad boven normaal. De
gemiddelde dagelijksche max. tempera
tuur en het gemiddelde minimum waren
resp. een graad en een halven graad boven
normaal. Te De Bilt kwamen zes dagen
voor met een max. temperatuur boven
vijf en twintig graden tegen vier normaal.
De neerslag was in het Noorden en
Westen van ons land tien tot dertig pro
cent beneden normaal. In het midden van
het land ongeveer normaal, in Noord-
Brabant, Gelderland en Noord-Limburg
vijf tot vijftien procent en in Zuid-Lim
burg ongeveer vijftig procent boven nor*
maal.
In het Zuiden van het land vielen
plaatselijk zware onweersbuien op den
vier-en-twintigsten en zeven en twintig*
sten, te Venlo op den tweeden. Te De
Bilt werden 245 uren zonneschijn waar*
genomen, tegen 206 normaal.
Van zee- en landmacht.
Ingediend is een suppletoire begroo*
ting van Defensie voor 1934. De toelich*
ting zegt o.m.
Herhaalde malen is er reeds in da
beide Kamers der Staten-Generaal op;
aangedrongen, dat de regeering stappen
zoude doen om verbetering te brengen
in de financieele positie der oud-gepen-
sionneerden, met name in die van de ge*
wezen militairen van zee- en landmacht.
Daarbij werd in den laatsten tyd meer
malen betoogd, dat deze groep van oud
landsdienaren in ongunstiger omstandig
heden verkeert dan de gewezen burger
ambtenaren, uit hoofde van het feit, dat
eerstbedoelden destijds werden gepen-
sionneerd naar een standpensioen, ter
wijl laatstbedoelden een pensioen ontvan
gen afhankelijk van het door hen genoten
salaris.
Het was geen uitzondering, dat bepleit
werd, in dezen toestand verbetering te
brengen door alle pensioenen, die, naar
men betoogde, krachtens vroegere pen
sioenwetten aan militairen verleend, tf
laag zijn vastgesteld, voor een verhol-
ging in aanmerking te doen komen.
Afgescheiden van andere bezwaren,
aan het inslaan van dezen weg verbon
den, is dit alleen reeds om deze reder,
onmogelijk, dat de schatkist dientenge
volge nieuwe belangrijke uitgaven zo*
moeten doen.
De regeering wenscht echter blijk te
geven, dat zij daar, waar zulks mogeli^»