Buitenlandsch Overzicht. KOS - KONINGSTRAAT 76 NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERiNGEN EN ANNA PAULOWNA De Tweelingzusters No. 7460 EERSTE BLAD DINSDAG 17 JULI 1934 62ste JAARGANG lp Dorlog met den bisschop van Ursel, Patricia Wentworth 21/, oeLIGATIlëN 1, 2, 5, 10 en 20 maal hetzelfde nummer Hoofdkantoor Dr. Gereke veroordeeld tot 1/z jaar gevangenisstraf. Het volksgerechtshof geïnstalleerd. GEMENGD NIEUWS Ontzettend drama te Princenhage. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost I 2.10, idem per mail en overige landen f3.20 Losse ros. 4 ct.fr.p.p. 6ct. Zondagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, fl.50, f 1.70 Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). tngez. meded (kolombreedte als redaction. tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Hitler's verantwoording voor het Duitsche volk, veel vragen onbeantwoord gelaten. Op een Scandinaafsclvinterparlementair congres is neutralisatie van de Oostzee bepleit. De gisting in in het Verre Oosten. De rede van Hitier heeft in het buiten land niet veel com mentaar gewekt. De buitenlandsche pers waagt zich niet aan al te schepe critiek en de diplomatie zwijgt liefst in alle talen, omdat Hitler's rede uitsluitend bedoelde een verantwoording tegenover het Duit sche volk en dan waagt men zich in dezen tijd liever niet in een wespennest. De „N. R. Ct." noemt de rede door de suggestieve voordracht een groot orato risch succes voor den leider. Zijn uiteen zetting over de gebeurtenissen van den SOsten Juni en met name van de voorge schiedenis daarvan, zal zijn gehoor stellig hebben overtuigd, dat in die gedenkwaar dige dagen het Derde Rijk van een groot gevaar is gered. Het blad schrijft: Het spreekt vanzelf, dat Hitier het uitvoerigst heeft stilgestaan bij het gedrag van Roehm, die al sedert maanden bezig was de S.A. „meer en meer af te brengen van haar taak en aan een andere taak dienstbaar te maken." Dit gebeurde door de jongere lichtin gen en vooral die van het vorige jaar, sterk voor te trekken en den ouden stam van het corps achteruit te zetten. Van die jongeren yerwachtte Roehm, dat zij door dik en dun met hem zouden gaan, ook wanneer hij het sein gaf voor de tweede revolutie. Met von Schleicher was overeengeko men, dat na een geslaagden plaatsgreep de rijksweer en de S.A. in één hand zou den komen en wel die van Roehm. Toen geruchten over het drijven van Roehm den kanselier bereikten, heeft hij getracht zijn ouden strijdmakker op den rechten weg terug te brengen. Roehm ant woordde ontwijkend, dat de geruchten èf onwaar öf overdreven waren en besloot, daar hij zag dat de kanselier voor zijn plannen niet te vinden was, en ze vastbe raden zou bestrijden, hem uit den weg te laten ruimen. In de S.A. werd inmiddels het gerucht verspreid, dat Ilitler met de staatgreep- plannen aceoord ging; dit mocht evenwel niet ruchtbaar worden en als de Putsch slaagde, zou men hem voor de leus een korten tijd gevangen houden. De Putsch zelf zou bestaan in het bezetten van de regeeringsgebouwen en de verdere maat regelen (-militaire dictatuur) zouden onder zijn (Hitler's) naam worden getroffen. Uitdrukkelijk heeft de rijkskanse lier vastgesteld, dat Von Papen, uit wiens behandeling men wel den in druk heeft moeten krijgen, dat ook hij verdacht werd, niets met de sa menzweerders uitstaande heeft gehad. Het heeft sterk de aandacht getrokken, dat Von Papen niet in den Rijksdag aan wezig was, hoewel hij in naam nog vice- kanselier is. President Hindenburg wil hem niet laten gaan en naar verluidt is ook Hitier zelf overtuigd, dat men hem moet zien te houden, omdat zijn ontslag op de katholieke Saarbevolking, waarbij hij sterke sympathieën heeft, een hoogst ongunstigen indruk zou maken, welke Dnitschland bij de volksstemming in Ja nuari van het volgende jaar enorme scha de zou kunnen berokkenen. Maar het schijnt, dat von Papen, die uiteraard sterk geschokt is door het gebeurde en zich schromelijk verongelijkt acht, voet bij stuk houdt en volledige genoegdoening eiselit. Of hij zich door de korte verkla ring van Hitier te zijnen aanzien nu ge rehabiliteerd zal achten, is de vraag. In elk geval zal voorloopig wel geen wijzi ging in de regeering worden gebracht. Vele punten, waarop huiten Duitsch- land de aandacht is gevestigd, heeft de rijkskanselier onbesproken gelaten. Zoo de geheimhouding der namen van de slachtoffers, wier aantal (74) aanzien lijk grooter blijkt dan de tot nu toe opge geven cijfers (het hoogste daarvan was 46), de parate executie van mannen als Von Bose, Klausener, Von Kahr. Hitier heeft daaromtrent gezegd:.„Men heeft wel gevraagd, waarom ik de samenzweerders niet voor een rechtbank heb gedaagd, maar op dat uur was ik verantwoordelijk voor het lot van het Duitsche volk en daar door de opperste rechter van het Duitsche volk." Op het te Helsing- Neutralisatie fors gehouden con- der Oostzee gres van de Scandi- naafsche afdeeling van de interparlemen taire unie zijn de besprekingen hoofdza kelijk gewijd geweest aan de werkloosheid onder de jeugd en aan het Oostzeepro- bleem. Over liet laatste vraagstuk, dat ook onze aandacht mag hebben, sprak pTof. VainÖ Voionmaar uit Finland. Blijkens de telegrammen zeide hij o. a., dat het sluiten van een overeenkomst tüa- schen de staten aan de Oostzee betreffen de een non-agressie-verklaring met be trekking tot de vaarwateren van de Oost zee geen overeenkomsten van anderen aard in den weg zou staan, maar dat om gekeerd verdragen van het type van Lo- carno wel het sluiten van een Oostzee- papt zouden kunnen verhinderen. Een overeenkomst tot neutralisatie van de Oostzee zou volgens spreker in moeten houden, dat directe vijandelijkheden op de Oostzee niet zouden mogen voorkomen, dat blokkade en mijnversperringen bui ten de territoriale wateren verboden zou den zijn, evenals het in beslag nemen van schepen, terwijl men voorts eventueel een verbod zou kunnen uitvaardigen voor oorlogsschepen om op de Oostzee mili taire oefeningen te houden buiten de ter ritoriale wateren. Een dergelijke overeenkomst zou vol ledig in overeenstemming zijn met het nu zoo belangrijke streven naar veiligheid en in feite een non-agressieverklaring zijn, daar geen van de onderteekenaars op de Oostzee een anderen staat of diens schepen zou mogen, aanvallen. Prof. Voionmaar drong er op aan, dat de Scan- dinaafsche afdeeling haar aandacht aan deze kwestie zou geven, waarna hij een resolutie voorstelde, waarin de landelijke groepen aangespoord werden de aandacht der regeeringen op dit vraagstuk en op de noodzakelijkheid van een oplossing daar van te willen vestigen. Een resolutie, waarin het congres zich uitsprak voor een verdere behandeling van het Oostzee-pro- bleem door den Noorschen interparlemen tairen raad en voor studie van dit onder werp in de landelijke groepen, is later goedgekeurd. De gisting in het Oosten De toestand in het Verre Oosten is door de belangwekkende gebeurtenissen in Eu ropa, een beetje in het vergeetboek geraakt. Toch is het daar nog lang geen koek en ei en omdat de ge beurtenissen daar ook van groote betee- kenis zijn voor Europa, is het wenschelijk het ook gevestigd te houden op de ont wikkeling van den toestand tusschen China en Japan. Een medewerker van de „N. R. Crt." schreef dezer dagen aan zijn blad o. m.: Het zou verkeerd zijn om de telegram men-rust, die ingetreden is met betrek king tot den toestand in het Verre Oos ten op te vatten als een teeken, dat de zaken daar inderdaad in een rusttoestand verkeeren en dat Japan nu min of meer inactief den verderen loop der dingen af wacht. Het tegendeel is Tvaar; wie zich de moeite wil geven om de gedetailleerde berichten uit China te bestudeeren, zal eerder tot de conclusie komen, dat het er erger dan ooit onder de op pervlakte gist en borrelt. De gemoederen koelen geenszins af, de militante diplomatie kruipt waar zij niet gaan kan, mijnen en tegenmijnen worden gestadig aangelegd, en elk oogenblik kan een nieuwe uitbarsting plaats vinden. Terwijl Japan van Mantsjoerije en Jehol uit naar het Westen nauwkeurig het groote plan van Tanaka aan het uitvoe ren is, geeft de inwendige toestand van dat gebied toch ernstig te denken. De tal rijke aanslagen op de spoorwegen mogen op zichzelf wel niet zooveel beteekenen, zij duiden toch op een toestand, zooals men na bijna drie jaar militaire „pacifi catie" niet zou mogen verwachten. Maar ook buiten deze aanslagen om gebeuren er in Mantsjoerije dingen, die niet wereld kundig worden en toch duiden op een toe stand, die de vraag zou wettigen of men niet eenmaal zal moeten gaan spreken van „Mantsjoeria Irredenta"! Het blijkt na melijk, dat niet alles op rekening van spoorweg-opbrekende bandieten gescho ven kan worden, maar dat er nog steeds sprake is van een bitter, van het volk zelf uitgaand verzet tegen het Japansche be heer, vooral met betrekking tot de koloni satiepolitiek ten. bate van Japanners' en Koreanen. Ten opzichte van zijn Noordelijken na buur heeft Japan het ook niet gemakke lijk. Telkens komen gevallen van wrijving voor, hetzij op den Amoer, hetzij in Sa- ehalin of elders. In Zuid-China heerscht een steeds groeiende spanning omtrent de beteeke- nis en eventueele gevolgen van de aange kondigde conferentie der „tegenoverge stelde oevers", d.w.z. de Japansche con suls, gestationneerd in de havens ter weerszijden van het Kanaal van Formosa gelegen. Aldus blijft de toestand er voor China hoogst ernstig uitzien. Of er eenmaal nog hulp van buiten voor dit benarde land zal komen opdagen? De Amerikaansche opi nie (om van de Europeesche maar niet te spreken) naar de meest teëkenende uit latingen in de pers beoordeelende, schijnt er geen sprake van te zijn, dat op grond van het Negen-Mogendhedenverdrag of dergelijke overwegingen de minste steun te Wachten is. Men gaat nu zelfs beweren, dat het de plicht van China is om zelf te zorgen dat de bepalingen van liet N.-M.- verdrag ten opzichte van zijn gebied niet geschonden worden! Wat de toekomst echter nog brengen kan aan dwingende omstandigheden, is niet vooruit te zien. Gelukkig voor China zijn zijn twee groote binnenlandsche handicaps, n.1. de oppo sitie van Kanton en het communisme in het buitenland, nu grootendeels bezworen. Een pretendent. V.D. meldt uit Barcelona: Eïet staatje Andorra ontdekte tot zijn verrassing, dat de Algemeene Raad ont boniden was en dat het land geregeerd werjd door een vorst, die zich zelf had aangesteld, terwijl tevens bleek, dat hel land „in oorlog" was met den bisschop Urgel, die tezamen met den president van de Fransche republiek den titel van Co-Prince van Andorra draagt. Althans, dit was de inhoud van de proclamatie die uitgevaardigd was door den „Graaf van Oranje", baron de Skossyreff, die zichzelf noemde „Boris I, vors tder Valeien van Andorra en Regent van Zijne Majesteit, den koning van Frankrijk". Een jaar geleden hield Boris, baron de Skosseyreff, die zegt in Nederland te zijn geboren, verblijf te Palma op Mallorca, waar hij voor een edelman doorging. In December 1933 werd hem het recht vei- leend van verblijf in Andorra „opdat hij openbare diensten zou kunnen verrich ten". Hij diende daarop bij den Algemeen Raad een plan in voor administratieve hervormingen, waarbij de functies van financieel-administrateur en directeur e u i e t on Uit het Engelsch van 49) Nadruk verboden, XXXVIII. Toen de bediende weggegaan was om Jenny te halen, bleef John Nieholas een oogenblik aanstaren. Daarna liep bij naar den anderen kant van de rivier. Het wa ter stroomde als dof kwikzilver door de natte, groene weiden. John keek een poos naar den fijnen motregen en besloot wat bij zou doen. Als Jenny kwam zou bij haar vragen of ze zijn brief gekregen had, dan zou hij bet aan haar overlaten om het Nieholas te vertellen. Hij zou zoo lang een wande ling gaan maken en dan terug komen. Hij had medelijden met Nieholas Marr. Het spijt mij, dat Jenny hem vanmor gen niet ontvangen heeft. Ik wist niet, dat zij weg was. Zijn jullie nu net teruggekc- men?" „Vijf minuten voor jij verscheen." „Zoo." Misschien was het beter als hij hun meer tijd gaf als hij heelemaal weg ging en morgen terugkwam. „Jenny zal met je willen praten," zei hij. 'Tk wil alleen maar weten of ze mijn brief ontvangen heeft. Dan ga ik weg. Ik kan morgen terugkomen." Nieholas tikte de asch van zijn sigaret en liet die op het karpet vallen. „Kan je dat?" vroeg hij. Gelijkertijd werd de deur opengeduwd en X\?am Jenny binnen. John keerde zich om en kreeg een een schok. Voor de eerste maal zag hij de gelijkenis met Anne. En die gelijkenis was ontstaan door verdriet. Jenny's ge zicht, doodsbleek, met starende oogen, leek ontstellend veel op dat van Anne, zooals hij haar stom van smart, in de om- rijlaan van Waterdene had gezien. Jenny keek niet naar hem, maar naar Nieholas. Ze rende de kamer binnen, bleef bij de schrijftafel stilstaan, hield zich aan den rug van een grooten stoel vast en staarde Nieholas aan. „Nicko! wat heeft hij gezegd? stuur hem weg! Het is niet waar! Je zult je zult hem toch niet gelooven als ik zeg, dat het niet waar isl Nicko!" Nieholas Marr stond langzaam op. Hij mikte het stompje sigaret in den haard. Toen liep hij naar Jenny toe en legde zijn hand op haar schouder. „Jenny!" Het woord klonk scherp. De hand op haar schouder was stevig. Jenny klemde zich aan hem vast. „Nicko stuur hem weg! Wat heeft hij gezegd?" Toen, leunend tegen Nieholas, wendde ze zich tot John; „Hoe durf je met je leugens hier te komen? Dacht je soms dat hij je gelooven zou?" Toen hief ze een wanhopige hand op naar Nieholas: „Zeg, dat je hem niet gelooft; Nicko, het is een afschuwelijke, schandelijke leugen! Ik heb het niet gedaan werke lijk niet! Anne heeft bekend dat weet je zelf. Zij nam de paarlen en zij heeft bekend. Nicko, stuur hem weg!" „Ik ga al," zei John. Hij liep naar de deur en sprak met een heldere vaste stem: „Ik heb niets gezegd, Jenny. Waarom dacht je dat? Dat laat ik aan jou over. Ik heb je dat ook in mijn brief geschreven." Toen liep bij weg en sloot de deur ach ter zich dicht. Jenny haalde bevend adem. Ze Het Nieholas los en ging een stap achteruit. Hij had niets gezegd. Hoeveel had zij gezegd? En wat zou ze nu zeggen? Terwijl deze gedacht edoor haar hoofd flitste, keek Nieholas haar aan en ze had groote moeite om het niet uit te schreeu wen. „Leg mij alles uit," zei hij. „Ik Nicko Ze bracht de band aan haar keel. „Dat is geen uitlegging." „Nicko ik „Nu je tactvolle neef weggegaan is, zal ik je moeten vragen een verklaring te geven." Jenny staarde hem sprakeloos aan. Het was ergei dan haar vreeselijkste droc- men. „Wat beteekent dit allemaal?" vroeg Nieholas. „Ik...Haar stem begaf haar. „John Waveny schreef jou een brief. Waar is die?" Ze bewoog haar hoofd even, als om het te ontkennen. „Ik meen, dat die licht op de situatie werpt. Wil je me dien laten lezen?" Weer die lichte hoofdbeweging. „Ik geloof, dat je hem bij je hebt aan dat zakje te oordeelen. Wil je hem rnij geven?" Waanzinnige angst dreef haar er toe te zeggen: „Nicko, dat kan ik niet!" Toen, ter wijl hij naar voren reikte en den brief uit haar zak nam, gaf ze een gesmoorde kreet en zonk in een stoel neer. Nieho las streek den brief glad zonder er naar te kijken. „Ik zal hem niet zonder jouw goedvin den lezen. Maar ik vind dat je mij moei lijk je toestemming kunt onthouden. Zie je, ik verlang eer verklaring. Jij schijnt niet in staat mij er een te geven. Nu blijft de brief en je neef. Of ik lees dezen brief, of ik vraag John Waveny om mij den inhoud ervan te vertellen. Waaif an geef je de voorkeur?" Jenny ging een stap achteruit, botste tegen den bureaustoel en ging zitten. Ze was bet vechten moede geworden. Er was niemand om haar te helpen. Nicko zou haar nooit vergeven. Ze verlangde wee- selijk naar Anne. Ze legde haar armen op de leuning van den stoel en liet er haai bêofd op zinken. UNICUM van vreemdelingenverkeer en propagan da, controleur over de hotels en gedele geerde van Andorra bij den Volkenbond waren opgenomen. Boris vroeg in deze functie te worden aangesteld en voegde bij zijn titels, die van doctor in de moree'e en politieke wetenschappen, welke hij, naar zijn zeggen, te Oxford had behaald. Ongeveer twee maanden geleden was de man op staanden voét uit het land gezet in opdracht van de beide co-princes. DE VIJFDAAGSCHE WEEK. Mr. Shepard, die advocaat is te Sydney en Parramatta, voert een intensieve cam pagne voor de invoering van de vijfdaag- sche week in Australië, bestaande uit vier werkdagen en een vrijen dag, terwijl het jaar zou zijn ingedeeld in 73 weken. Hij hoopt de reorganisatie tot stand te brengen door de Rotary Clubs over de geheele wereld voor zijn systeem te win nen. Hij meent, dat de tegenwoordige ka lender zeer verwarrend is en de statistie ken noodeloos ingewikkeld maakt. In zijn systeem bestaan er geen maanden en geen namen van dagen, maar alleen num mers. In het proces tegen den vroegeren rijkscommissaris, dr. Gereke, heeft de voorzitter van de achtste strafkamer van het; Berlijnsche landsgerechtshof Zondag het volgende vonnis gewezen: Dr. Gereke wordt wegens bedrog in twee gevallen veroordeeld tot 21 jaar ge vangenisstraf. Een jaar en drie maanden van het voorloopig arrest worden in af trek gebracht. Het hechtenisbevel wordt om dezelfde redenen als tot dusverre ge handhaafd. De medebeklaagde Freygang is vrij gesproken. Zaterdagmorgen om 10 uur is te Ber lijn het nieuwe volksgerechtshof tegen hoog- en landverraad bijeengekomen in zijn eerste constitueerende zitting. De rijksminister van jusitie heeft de zitting geopend met een redevoering. De zitting duurde een half uur. VERBOD VAN BE DAILY EXPRESS IN DUITSCHLAND. Duur twee weken. De minister van binnenlandsche zaken dr. Friek, heeft medegedeeld, dat de Daily Express voorloopig voor den tijd twee weken in geheel Duitsehland is verboden. Binnenland Landarbeider vermoord zijn buurman na een twistgesprek. Zondagavond heeft zich in de buurt- - schap Vughtschoot onder de gemeente Princenhage een drama afgespeeld. Toen de 28-jarige landarbeider J. O. op bezoek was bij zijn 29-jarigen buurman O. de Ko ning, ontstond tusschen beide mannen een twistgesprek. O. wond zich daarbij zoo op dat hij een zwaar kaliber revolver trok en daarmee bout portant op de K. een schot loste, dat dezen in de kaak trof. K. vluchtte het huis uit naar de dichtbij gelegen woning van den landarbeider H„ waar hij op den grond viel. O. die hem gevolgd was, loste daar opnieuw een schot, dat evenwel miste, Weer sprong de K. op en vluchtte naar zijn woning, steeds gevolgd door O., die hem een ko gel door het achterhoofd schoot. Nog strompelde K. terug om vlak voor de wo ning van Heeren neer te vallen. O. die door het dolle heen was, wierp zich op den zwaargewonden man en bewerkte dézen met messteken. Vervolgens greep hij een schop en kliefde daarmede K. den schedel. Hij sleepte het lijk naar een ko renveld en wierp het daar in een grep pel, waarna hij zich verwijderde. De ijlings door omwonenden gewaarschuwde politie te Princenhage wist den dader in zijn woning te arresteeren. Deze legde een volledige bekentenis af. Het lijk van het slachtoffer is Zaterdagmorgen naar het lijkenhuis te Princenhage overge bracht, waar dr. Hulst uit Leiden de sec- tie: zal verrichten. De verslagene was ge huwd en vader van twee kinderen. Hij stond zeer gunstig bekend. De dader is ongehuwd en heeft reeds eenïge vonnis sen wegens diïstal en strooperijen onder gaan. is al te vaak oorzaak van slechte spijsvertering en verstopping. Neem meer beweging en ge- gebruik Foster's Maag- i pillen, het afdoende laxeermiddel. 0.65 per Flacon. „Moet ik den brief lezen"?" vroeg Nieho las met ijzige stem. Jenny bewoog haar hoofd. Nu knikte zij van ja. Maar nauwelijks had ze (lat gedaan of ze had haar tong willen afbijten om die wanhopige toestemming weer in te trek ken. Als ze „Neen" gezegd had, zou hij dien vreeselijken brief niet lezen. Haar voorhoofd was nat waar het tegen haar arm gedrukt was geweest. Als ze maar flauw viel, als ze maar kon sterven en uit Nicko's oogen verdwijnen. Na een lange, lange stilte, klonk Nicko's stem, langzaam, afgemeten, be- heerscht: „Nu zul je me alles vertellen van die paarlen-geschiedenis. Ik wacht." Hij wachtte. „Antwoord mij!" klonk het toen op een toon, zooals nog nooit in haar leven iemand tegen haar gesproken had. De schok gaf haar het spraakvermogen terug. „Ben jij het geweest, die de paarlen gestolen heeft?" vroeg hij. Geen enkele uitvlucht was er te beden ken. Ze zei: „Ja, hoezoo?'' Zij bracht de hand aan haar hals, alsof ze naar de paarlen tastte, die er niet wa ren. „Jouw paarlen je wilde ze heb- ben." „De mijne? Wat bedoel je? ..Je bad ze noodig. Ik bezat ze niet meer." „Wil je me dat eens nader uitleggen?" Jenny keek naar hem met oogen, die niets zagen wezenlooze bruine oogen. „Ik had geld noodig, ik kon het nie mand vragen. Ik beleende jouw paarlen." - Toen ze dit gezegd had, huiverde Jenny onder den minachtenden blik in zijn oogen. „Je hebt me verteld, dat Anne je paar len genomen en beleend had. Dat was dus niet waar?" Jenny schudde het hoofd. „Je hebt ze zelf beleend en toen ik er op bleef staan ze terug te hebben, stal je die andere. Was het je bedoeling, die voor de mijne te laten laten doorgaan?" „Ik weet het niet ik dacht er niet over na het was zoo gemakkelijk ze weg te nemen." „Zoo. En je liet Anne er voor op draaien?" „Zij wilde niet anders," zei Jenny. „Anne is altlid zoo Ze liet een bitte ren kreet van „Anne!" hooren en liet het hoofd weer op haar armen zinken. Nieholas stond doodstil. Hij had Anne nooit mogen lijden. Jenny behoorde hem toe en hij wenschte haar met niemand te deelen. Anne's gelijkenis met haai vatte hij als een beleediging op; Anne's liefde voor haar was meer dan hinderlijk; in zijn on dragelijke vernedering vóelde hij zijn woede tegen Anne als een opluchting. Er was op dat moment moord in zijn hart voor Anne. Wat er voor - Jenny was, wist hij niet minachting, kouder dan woede; wrok, die bitterder was dan een slag. Hij zei met lage stem: „Jij misselijk wezen," en lier zonder om te kijken, de kamer nit. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1