Staatshoofden
met vacantie
r
dat ió ikke
POLITIEK OP DEN ACHTERGROND
T JUTTERTJE
gereed hield voor den stoot.
Nu zijn ook van alle kanten buren
toegesneld, die door haar schreeuwen
waren opgeschrikt. Zij zagen den ge
wonden monnik, zij zagen het mes bij
Gussewa en in een oogwenk omringden
zij haar. Gebalde vuisten sloegen haar
in het gezicht; een schon deed haar
bijna omvallen; een hand werd om haar
keel gelegd om haar te wurgen toen
hoorden de opgewonden boeren de
stem van den Starets: „Gij zult niet
dooden! Laat haar leven!"
Aarzelend lieten de boeren los. Het
waren zijn laatste krachten geweest,
waarmee Raspoetin zijn aanvalster had
gered. Bewusteloos zakte hij in elkaar.
Eenige weken later werd Kionia
Gussewa in een krankzinnigengèsticht
opgesloten.
De volgende week behoorde tot de
bitterste in het leven van Grigori Jefo-
mowitsch. Zwak en door pijnen ge
kweld lag hij op het ziekbed, langen
tijd tusschen leven en dood zwevend.
Hij hield zich veel bezig met de laatste
dingen van het leven, met God en met
de mogelijkheid, dat hij zou sterven.
Zijn hart werd echter het meeste ver
ontrust door de berichten uit Peters
burg. Hij had al spoedig moeten in
zien, dat de zwakke czaar zijn belofte,
om den vrede te handhaven, niet zou
houden. Dagelijks groeide de invloed
van den grootvorst Nicolai Nicolaie-
witsch, dagelijks steeg daarmee het
oorlogsgevaar. In Raspoetin kwam de
dringende wensch op om zelf naar Pe
tersburg te gaan en weer het volle ge
wicht van zijn persoonlijkheid in de
weegschaal te werpen om den vrede te
behouden. Het zwakke lichaam weiger
de hem echter den dienst. Zoo moest
hij volstaan met smeekende, waarschu
wende telegrammen aan den czaar.
Doch wat hielp beschreven papier in
de*,e weken, nu alleen de bezwerende
klank van zijn stem, de bedwingende
macht van zijn diepe oogen werkelijk
konden helpen?
Zoo nam het onheil §jjn loop. Onder
den druk van veel krachtiger persoon
lijkheden onderteeken.de de beangstig
de, uitgeputte en bedrogen czaar op 30
Juli 1914 het mobilisatiebesluit. De we
reldbrand vlamde op. Eindelijk had
Nicolai Nicolaiewitsc-h, na zooveel jaren
tevergeefsch wachten zijn doel bereikt
Als opperbevelhebber over een leger
van 6 nUlliöen zag hij alle hoogdraven
de wenschen van zijn eerzucht binnen'
?ijn beïeik:...lïti voorzag, niet, dat nog
geen jaar later Raspoetins vuist uit
het donker naar hem zou grijpen en
hen in de woestenij van de Kaukasus
zou plaatsen om een roemlooze en een
zame toekomst af te wachten.
In die laatste Julidagen van 1914
wist de Russische oorlogspartij echter
niet, welk een onheil zij over haar va
derland en over zich zelf zou brengen.
De kring van den grootvorst jubelde
en op zijn feesten stroomde de cham
pagne. Niemand hoorde het vreeselijke
onweer dat zich over de menschheid
ontlaadde en dat tenslotte het czaren-
huis met den geheelen Russischen adel
zou vernietigen.
Zou Raspoetins persoonlijke aanwe
zigheid in Petersburg den oorlog heb
ben verhinderd? Zou dus de aanslag
van een krankzinnige prostituee in het
beslissende tijdvak het laatste bolwerk
hebben verwijderd, dat nog stond tus-
Bobby en Henry verklapten het ge
heim, de Freddi's moesten geweldig
lachen, tot zelfs de tranen over de wan
gen liepen. „Hoe luidt jullie wedden
schap'? vroeg Vickie. „Als Vickie een
meisje is, moet Bob mij het millioen
betalen, als Billy nu een meisje, ja, dan
ben ik de ongelukkige."
De Freddi's trokken zich terug om
even te beraadslagen. „Onder deze
voorwaarde geven wij ons geheim
prijs," verklaarde eindelijk Billy, „dat
de winnaar met het meisje trouwen
moet."
Henry keek Vicky diep in de oog°n
en géloofde een blik van verstandhou
ding daarin te vinden. Bobby's blia
ging naar Vicky 's mond en op zijn jon
gensachtige glimlach schreeuwden
beiden als uit één mond: ,,0 Ké!"
De twee Freddi's verdwenen toen eo
een paar minuten later verschenen
twee lieve meisjes in de kamer en
toen.
Het geheim van de Freddi's was nu
geen geheim meer. De diretceuren in
teresseerden zich er nu ineens niet
meer voor om nu de beide „Freddi
Sisters" te engageeren. Mevrouw Rock-
field en mevoruw Vanderveller gaver,
baai- echter ook niets meer om. Ze
hoefden nu niet meer aquariums met
goudvisschen te jongleeren.
EINDE
schen Europa en de ramp van den we
reldoorlog. Raspoetin is daarvan tot
het eind van zijn leven vast overtuigd,
gebleven. Een zoo nuchter staatsman
als graaf Witte heeft deze opvatting
gedeeld. Was echter in Juli 1914 het'
noodlot niet reeds te ver voortgeschre
den om door een man, al was hij ook
zoo machtig als Raspoetin, te worden
tegen gehouden.
Wij zullen nooit een bevredigend ant
woord op deze vraag krijgen. Doch
een ding staat vast, namelijk dat in de
geheele omgeving van den czaar alleen
de eenvoudige boer Raspoetin begreep,
wat er in dez weken werd voorbereid.
In tegenstelling met de grootvorsten,
die zich overgaven aan hun wilde fan
tasie. bezat de vuile, onontwikkelde
monnik genoeg gezond verstand om te
weten, dat met dezen oorlog de monar
chie en alle leidende kringen in Rus
land hun bestaan op het spel zetten.
En in hem, die nog steeds meeleefde
met het volk en zijn nooden, groeiden
in deze dagen tevens een diep en op
recht medelijden, wanneer hij dacht
aan al de ellende, die de menschheid
nu te wachten stond. Op den dag na de
mobilisatie schreef hij aan den czaar
dien brief, welks zoo sombere profetie
nog steeds met beklemmende macht
ons hart treft: „Lieve vriend! Ik zeg
het een vreeselijk onheil bedreigt Rus
land: Het is een ongeluk. Onzegbaar
veel leed. Het is donker, geen licht
schemert er door. Een geheele zee van
tranen. En hoeveel bloed? Wat moet
ik zeggen? Ik vind geen woorden. On
beschrijfelijk afgrijzen. Ik weet, dat zij
allen den oorlog van U verlangen, zelfs
de trouwe. Zij zien niet, dat zij naar het
verderf snellen. Gods straf is zwaar.
Wanneer Hij iemand het verstand ont
neemt, dan is dat het begin van het
einde. Gij zijt de czaar, vader van het
volk. Laat niet de dwazen triomfeeren
en U zelf met het volk in het verderf
storten. Men zal misschien Duitschland
overwinnen. Doch wat gebeurt er met
Rusland? Wanneer ik zoo na denk is er
zoo'n groote marteling geweest. Rus
land verdrinkt in bloed. Groot is het
ongeluk, grenzeloos de rouw. Grigori."
Minister Deckers gaat nouw weer in-
tenen met een watervliegtuig naai
Denmarken, en dan gaat ie varen op
de Hertog Hendrik en as als die "boo-
ten dan weer op-1 Augustus weer in
de Haven komen dan gaat ie misehien
cok nog wel mee makreelen visscher.,
^oo'n minister hep toch een fijn
baantje hè? Dan vind ik 't toch maar
jammer, dat ikke nog maar zoo'n aap
ben, want ikke ken ze nou nog niet
laten vliegen, zoolang ik nog geen
groote meneer ben en nog niet veel
centen in m'n portemonnee heb ken ik
ze alleen nog maar zien vliegen. Nou
ja; dat is nou ook zoo erreg niet en op
makreelen visschen ken je nouw alleen
nog maar, as je 50 spie belasting heb
betaald, want as je dat niet hep ge-
daa, dan mag je geen worreme of
hliekies aan de haak hebben hangen en
nou zeggen ze, dat er een pollsieman
de heele tijd in een zwembroeki onder
water in de Haven zit. alleen maar om
te kijken wat de menschen aan de haak
hebben hangen en je moet tegenwoor
dig zoo wat voor alles en nog wat be
lasting betalen en de meneeren die in
raad magge zitten hebben nou ook
weer eens een hoop afgeklets en toen
hebben ze daar gezeg, dat je ook voor
'n vlaggestok, die uit je huis hangt, be
lasting moet betalen. As dat zoo door
gaat. dan zie ik het nog aankomen dat
je. wanneer je aan 't knikkeren bent.
d'r een meneer op je afkomp om +e
vragen of je veel belasting voor de
knikkers hep betaald en as de melssies
met bloote beenen loopen. zouwen ze
daarvoor misehien ook belasting moj-
'en betalen.
Toch jammer hè, voor dia bloot-»
beenen en bloote nekken, want nou
ken ik dat zakkie met jeukpoeder niet
gebruiken omdat ik nog altijd niet be
ter ben. Maar dan zal ik 't maar bewa^
ren voor 't volgend jaar en as dan al
die meissies niet in hun bloote^ nekken
liggen te krabben vanwege m'n jeuk
poeder dan mag ik apekool zijn.
Nouw ik toch over kool praat: Heb
u dat al van die meneer die met m'n
zussie getrouwd is. gehoord? Nee hè.
Nouw dan zal ik 't u eens vertellen.
Nouw moet u weten, dat er in de
Jutterij een tooneelvereeniging is, die
een nieuwe sjoefleur noodig heb. Dat
is nouw net zooveel as iemand, dm
voorop op 't tooneel onder de grond
zit met alleen z'n hoof d'r boven uit en
die moet dan voorzeggen as die men
schen die op 't tooneel spelen nik»
meer weten. Nouw, en nouw hebben ze
dat aan die schoone-broer van me
gevraag.
As je nouw zoo van alles in de krant
mag zetten zoo as ikke, dan moet je
ook percies weten hoe je die woorden
schrijft hè, nouw,'en daarom heb ik
een fransch woordenboek op gezocht
en daar stond het. Maar d'r stond geen
sjoefleur maar chou-fleur. En dat
■vil nóu op z'n Hollans net zooveel zeg
gen as bloemkool.
Ze zijn nou allemaal zoo aan 't werk
voor dat Nederlansche fabrikaat hè eti
ook om alles op z'n Hollans te zeggen.
Dus we zeggen nouw niet meer tegen
zoo'n meneer, die alles mag voorzeg
gen op 't tooneel geen sjoefleur of
chou-fleur, maar gewoon kortweg
..bloemkool", da's tenminste Hollans hè.
En as ze 'm nou riiet goed kenne ver
staan, dan zal die opgbeakken afin-
kruik, waar m'n zussie mee- getrouwd
is, vas wel weer eens moeten hooren:
Hei daar bloemkool, zet je wavel nouw
's wat verder open, We kenne niks
verstaan....
Ja as je zoo van alles, in de krant
mag zetten, dan moet je je lezers van
voorlichting dienen hep die groote
meneer van de krant 's tegen mijn ge
zegd, en daarom, as ik zoo nouw 's iets
niet goed weet, dan zoek ik 't op m
'n woordenboek of wat anders waar 't
in staat. Zoo ook met die bloemkool,
en daar ben ik blij om, want as de
menschen dat gekke woord van sjoe-
fleure nou maar altijd verkeerd zeggen
dan moet ikke ze van voorlichting
dienen hè.
Ja Wimpie wordt nog '3 een groote
sjoernalis. Let maar op! Sjonge, sjonge
nog toe, wat gaan we weer naaf de
cuwe tijd terug hè, Want de meissies-
dragen 'houw weer van die gekke ju'r-
reken mét pofmouwen deraan en ze
komen nou 's nachts ook weer door de
straat roepen: De klok hep een gesla
gen. de klok hep twee geslagen en as
je nouw 's morregens niet wakker ken
worden dan komen ze je porren.
Nouw, dat kenne ze Wimpie beter
laten doen, want toen m'n zusie nog
niet getrouwd was, toen hep ik .eens,
toen ze d'r niet uit wouw komen smor-
regens een kan water on d'r gezich ge
gooid. Nou en dat hielp fijn. Ze was
ineenen wakker.
Daaa^
Doumergue tuiniert
Roosevelt hengelt
N Mussol in i dorscht graan
door
Dr. H. WESTERMAN.
u *jen ^en we gehoon zijn de
hondsdagen te noemen, rust weliswaar
niet de politieke arbeid. Toch nemen
de staatshoofden van alle landen ter
wereld deze gunstige gelegenheid te
baat om voor een paar weken uit de
gloeiende asphaltdalen te verhuizen
naar de landelijke eenzaamheid en de
zenuwsterkende stilte. De politieke
zaken gaan ondertusschen toch rustig
hun gang. Politieke beslissingen van
groote draagwijdte worden echter in
deze week van groote hitte, als zulks
maar eenigszins mogelijk is, verdaagd.
W-elke staatshoofden of ministerpre
sidenten genieten op het oogenblik van
een korte vacantie? Deze vraag is nog
nauwelijks gesteld of reeds zien we
voor ons oog het glimlachende gezicht
van den Franschen ministerpresident
Doumergue. Gaston Doumergue heeft
in de weinige maanden van zijn regee-
rings-werkzaamheden zijn politieken
wil zeer ver doorgezet. De kamer ia
verdaagd, de onrustige organisaties
der frontstrijders zeiden op het laatste
oogenblik de „revolutie" af en zelfs de
roodste socialisten hebben eigenlijk
maar weinig aan „Papa Gastonet" te
laken. Dus geniet de zeventig jarige
Doumergue thans de rust en den vrede
van zijn landelijke bezitting in Tour-
nefeuille bij Bordeaux. Daar verzorgt
hij zijn rozen en bloembedden, loopt
met den gieter rond en houdt zich alle
politieke romslomp van het lijf. ijou.
inergue is eerst voor enkele jaren
na afloop van zijn presidentschap
met een veel jongere vrouw getrouwd,
waarmee hij nu deze idylle op het land
deelt.
De Duitsche rijkspresident, Generaal
Veldmaarschalk Von Hindenburg, ver-
blijft reeds sinds weken op zijn bezit
ting in Oost-Pruisen, Neudeck. Daar,
in landelijke afzondering, rust hij uit]
maar de groote politiek draagt maai'
al te vaak haar golven tot in het kasteel
van Neudeck. De vredige stilte wordt
slechts even onderbroken als buiten-
landsche vorsten, zooals de koning van
Siam of de Prins van Japan op bezoek
komen.
Een oude man is thans ook de Pool-
sche minister van oorlog Pilsoedski, die
in werkelijkheid de man aan het roer
van het Poolsche schip van staat is.
In vroeger jaren hield Pilsoedski ervan
om grootere reizen naar andere landen
te ondernemen. Thans echter heeft hij
zich teruggetrokken op zijn klein land
goed in het Wilnagebied. Wilna die
naam ruikt naar politiek. De „Wilna-
kwestie" scheidt immers heden nog.de
beide nabuurstaten Polen en Litauen.
Desondanks mag men gerust aanne-
men dat Pilsoedski zich tijdens zijn
zomervacantie nauwelijks met politieke
kwesties zal bezighouden.
Regeerders hebben een tijd van ab
solute zenuwontspanning noodig en
zeker een man als Pilsoedski, die zoo
beslist den politieken wil van Polen in
zijn persoon belichaamt.
Twee regeerders doen een grootere
zeereis: De president der Vereenigde
Staten Roosevelt en de Britsche Pre
mier Ramsay MacDonald. Deze laatste
wil eerst op het allerlaatste moment
zijn reisindeeling vastleggen.
Vast staat thans nog alleen dat hij
enkele weken in Canada vertoeven zal
in de Britsche Dominion die thans
haar vierde eeuwfeest viert.
Franklin D. Roosevelt daarentegen
heeft zich op den Amerikaanschen
kruiser „Houston" huiselijk ingericht.
Op zijn zeereis, die hem tot de Hawai-
eilanden brengen zal, zal de blijkbaar
iets overwerkte president veel aan de
hengelsport doen.
Hengelen is de lievelingssport van
Roosevelt.
Tenslotte nog Mussolini. De Duce
heeft zijn eigenlijke vacantie nog niet
genomen. Vooreerst heeft hij er genoe-
gen mee genomen om de boeren in de
Pontijnsche moerassen bij het graan-
dorschen behulpzaam te zijn. Als ieder
andere landarbeider liet Mussolini zich
het gebruikelijke loon uit betalen.
Over eenigen tijd zal Mussolini een
paar weken doorbrengen in de bad
plaats Riccione. Zijn familie begeleidt
hem daarheen. Mussolini, die een goed
zwemmer is zal daar volop kunnen ge
nieten. Toch zal hij ook daar niet be
vrijd blijven van de plaag der politiek.
Dollfuss zal namelijk op uitnoodigi&g
van Mussolini enkele dagen in Riccione
Mussolini's gast zijn om zich over poli
tiek te oftderhouden.
Hoe grooter de verantwoordelijkheid
van elk bestuurder is des te minder zal
zijn vacantie „vrij van alle politiek"
zijnEn de hondsdagen gaan zoo
gauw voorbij.
Man: „Heb je soms geld uit mijn zak
•en omen?"
Vrouw; „Neen, maar ik zou kunnen
huilen bij het idee. dat ik zoo'n prach
uge kans heb laten voorbijgaan!"
9