PQPUiAlfLBjjyOEGSEL VAN DE HF1 DFRSC.HF COURANT
Zijn laatste feest
SATERDAG- 28 JULI 1934
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Regenmakers van
verleden en heden.
De Lofidenaars op waterrantsoen
gesteld.
Hoe het Christelijk
geloof zich in China
ontwikkelde.
Populaire Rubriek
Kanongebulder kondigt
géén regen aan
Bijna de geheele wereld heeft het op
lift oogenblik door de langdurige
droogte, zwaar te verantwoorden. Hoe
wel ons land door haar niet in die mate
is getroffen als b.v. Engeland en de
Vereenigdè Staten, toch spreken de
vermeldingen van boschbranden, het
buitengewoon lage peil der rivierstan
den en niet in het minste de klachten
van onze landbouwers een ernstige
taal. Sommige streken in het buiten
land staan er wel zeer slecht voor:
in Londen en de meeste andere groote
Engeisehe steden bestaat een enorme
en dreigende waterschaarschte en de
bestuurders moesten tot zeer draco
nische zuinigheidsmaatregelen hun
toevlucht nemen en evenais in de
w oestijn of op het schip, dat de oceanen
bevaart een preciese controle en rant
soeneering van het waterverbruik in
voeren.
Perioden van een zóó langdurige
droogte ais in dit jaar zijn er intus-
schen reeds eerder voorgevallen. In
dergelijke tijden vreesden velen voor
den ondergang der wereld, door een ge
heel uitdrogen van het aardappervlak.
Bij primitieve volkeren, en in vroe
ger eeuwen ook bij ons, zag men in
zulk een al het te velde staande gewas
verzengende droogte een straf van de
igcden, en deedaalles om hen weer té
f verzoenen en tevreden te stellen. De
medicijnmannen in Afrika en Austra-
lië, alsook in de geheele polyneesische
archipel —hebben het in dergelijke ge-
Vallen erg druk. Zij moeten dan hun
ambt als regenmaker uitoefenen en
gebruiken daarbij allerlei toovenarij en
bezweringen.
In Afrika heeft men steeds de z.g.
regenperioden, waarin het wekenlang
regent, maar soms gebeurt het, dat
zoo'n periode te laat inzet en de bo
dem te weinig vocht kan opnemen,
waardoor de vruchten geen voldoen
den weerstand aan de zonnestralen
kunnen bieden en verdorren. In zulke
gevallen gaat steeds de geheele oogst
verloren, want er bestaat bij de daar
geldende regels van het kimaat om
zoo te zeggen geen mogelijkheid op
regen in een mooiweer-periode. Bij en
kele stammen worden in zoo'n geval
dieroffers gebracht, in de hoop, dat de
opstijgende rook van het bloed de re
gengeesten in de nabijheid zal lokken.
verschillende kunstgrepen en
uitvindingen, om op willekeurige mo
menten regen kunstmatig te voorschijn
te roepen, zijn tot nu toe als zon
der uitwerking zijnde gebleken. We
behoeven in dit verband maar te wij
zen op het geringe succes dat onze na
tionale regenmaker Veraart tot op
heden heeft gehad. Uit Japan werd
onlangs gemeld, dat men in sommige
streken artillerie ppgesteld had, om
door de daardoor ontstane trilling en
verhitting der lucht regenwolken te
formeeren. De ervaringen in den we
reldoorlog opgedaan, wijzen er intus-
schen niet op, dat het op deze manier
zal lukkèn. Hoewel toch bijvoorbeeld
bij het voorjaarsoffensief van 1918 on
telbare millioen schoten van allerlei
aard afgevuurd zijn geworden, ont
stond daardoor geen regen; ook later
"bij een groot artilleriegevecht vorm
den zich geen regenwolken. Ook dit
„recept" kan men daarom rustig ter
zijde leggen.
Beduidend verder zijn we heden ten
dage in een andere „zwarte kunst" in
de weervoorspelling voor langen ter
mijn. Daarbij zijn reeds verwonderlijke
resultaten behaald. Nu is een weervoor
spelling voor een langen termijn niet
altijd een dankbaar werkje, want- geen
landbouwer hoort het gaarne, wan
neer hem medegedeeld wordt, dat er
de eerste veertien dagen zoogoed als
geen neerslag te verwachten is.
Het schijnt wel zoo te zijn, dat de
menschen geen invloed op weer en
wind is gegeven. Wijjrijn aan het spel
der elementen overgeleverd. Alles wat
wij doen kunnen, is ons tegen hen zoo
goed mogelijk te beschermen, doordat
we hun regelmatige weerkeerende
symptomen onderzoeken. De meteoro
logie zal wellicht over enkele tien
tallen jaren Zoo ver zijn, dat met een
zekerheid van bijna 100 het weer
voor een heele maand voorspeld kan
worden. Dan kan de mensch zich daar
naar richten en te juister tijd de noo-
dige voorzorgsmaatregelen nemen.
In Midden-Amerika, waar eens de
op zeer hoogen trap van beschaving
staande Mapa's leefden, heeft men kort
geleden een oud wegennet ontdekt, dat
ten deele nog in goeden staat verkeer
de. Men Vönd -zelfs een wals, die ge
bruikt werd voor het vlak maken der
wegen. Ze bestond uit twee samenstel-
bare deelen, die elk _op zich, of aan
elkaar bevestigd, gebezigd konden wor
den. Elk dezer beide stukken had een
breedte van 2 m. De doorsnede der
wals is 70 cm en haar gewicht bedraagt
5000 kg. Haar ouderdom wordt op tien
tallen eeuwen geschat.
Vijf'en'Zeventig jaar na het
Verdrag van Tsientsin
door
Dr. GEORGE EMMERIK.
Dank zij het onvermoeide ijveren
der zendelingen is het Christelijk 'Ge
loof ook in China doorgedrongen.
Heden ten dage zijn reeds millioenen
Chineezen tot het Christendom, vooral
tot het Katholicisme, bekeerd. Overal
in China tracht de propaganda voor,
gevolgd door de bekeering tot het
Christendom door te dringen. Maar
men heeft er geen begrip van hoeveel
moeite, zorgen en gevaren de zendelin
gen in China hebben te overwinnen
gehad in al de eeuwen, dat zij ginds
het Evangelie hebben gepredikt.
Men kan de geschiedenis van de
werkzaamheid der zendelingen in
China onderscheiden in vier tijdper
ken, die nauw verbonden zijn met de
ontwikkeling der kerk in Europa. Dit
is niet te verwonderen, want was het
christelijk geloof in Europa op zijn,
sterkst, bloeide dus de kerk in dit we
relddeel, dan ontwikkelde ook de zen
ding in China een grootere werk
kracht.
Het eerste tijdperk valt samen met
het hoogtepunt der kerkelijke macht in
de Middeleeuwen, ongeveer in de 13e
eeuw. Onder Paus Innocentius IV zijn
de Franciskaners, onder aanvoering
van Johan van Montecorvino, in Pe
king doorgedrongen. Hun leider werd
de eerste bisschop in China. Maar
reeds onder de Ming-dynastie werd het
Christendom uit China verbannen,
waaraan ook de latere Mongoolsche
heerschers, zooals de bekende Timur
Leukh, streng de hand hielden.
Het tweede tijdperk ligt in de 16e
eeuw, toen de ontdekkingsreizen plaats
vonden. De Portugeezen brachten met
hun zeilschepen de Jezuïten in China;
later volgden de Nederlanders dit
voorbeeld. Zoo wist o.a. de zeer be
kwame Verbiest zich toegang te ver
schaffen tot het Keizerlijke hof te Pe
king, waar zijn kennis grooten indruk
verwekte. Nadat den Portugeëzen en
Nederlanders de toegang tot China was
ontzegd moésten ook de zendelingen
hun arbeid opgeven.
Het derde tijdperk werd ingeleid
door het Verdrag van Tsientsin, ge
sloten in 1858, welk verdrag dus thans
reeds 75 jaar bestaat, waarbij geheel
het reusachtige China voor het zen
dingswerk werd opengesteld. Maar een
der grootste moeilijkheden voor de
zending was het ontzettend gebrek aan
geschikte krachten, die voldoende met
taal, land en volk op de hoogte waren,
hun zegenrijk werk, met kans op
succes, aan te vangen.
Europa en Amerika stelden alles in
het werk dit gemis aan bekwame zen
delingen voor China aan te vullen. Het
einde van dit derde tijdperk kwam met
den zoogenaamden Boxeropstand, die
tot ernstige geloofsverwikkeling leid
de, waarbij de zendelingen als marte
laren van hun overtuiging vielen.
Maar toch is in die jaren de grond
slag gelegd voor de zending in China,
waarop later zou kunnen worden voort
gebouwd.
Het voornaamste tijdperk is noch
tans pas in het begin dezer eeuw aan-
gevangenen, toen het Christendom in
het Chineesche volkshart werd gelegd
door zendelingen van zuiver Chinee-
schen oorsprong, die zelf indertijd be
keerd waren. De grootste verdienste
daarvoor komt toe aan den Pause
lijke Legaat te Peking, Monseigneur
Constantini, die iii tien jaar tij(Is de
organisatie der Chineesche Bisdommen
heeft geschapen, in 1824 droeg hij zijn
werk over aan den nieuwen Legaat Za-
nin, die het opperbeheer kreeg over
72 zendelingsposten, die samen reeds
Eerste filmacteur: „Hoe is je vrouw
tegenwoordig?"
Tweede dito: „O, nog even bekoor
lijk als op den dag toen zij mij trouw
de, of jou of hem.
door
WILLY OORSARI.
Het was een nogal krankzinnige op
welling, doch dergelijke impulsen kan
men verwachten van iemand in een
vertwijfelden toestand en Arend Ber
ger, sinds ruim een jaar werkloos en
sinds dagen zondre een cent op zak,
was vertwijfeld en het toeval dreef
hem geheel tegen zijn wil in dit avon
tuur. Het kwam zoo. Hij had bij het
dragen van een koffer wat verdiend
en was op weg naar een logementje, om
er den nacht door te brengen. Hij dacht
op dat oogenblik aan niets anders dan
aan het feit, dat hij voor dat geld of
warm eten of een goed bed ornte be
slapen kreeg. Maar een maaltijd had
hij al lang niet meer gehad. Zoo in ge
dachten verdiept, raakte hij tusschen
een groep vroolijke jongelui, die net
uit een auto waren gestapt. Hij stond
stil, iemand duwde hem naar links, een
ander naar rechts en hij bemerkte dat
er een gewoel was voor een deur en
dat hij tusschen menschen stond, die
Wijkbaar naar een gecostumeerd feest
gingen.
Hij. was twee en dertig.
Jong genoeg om, in weerwil van hon
ger en ellende, zijn hart sneller te doen
kloppen bij de gedachte, dat hij jaren
geleden ook aan zulke feesten kon mee
doen. Tegelijkertijd voelde hij zich
door de vroolijke feestgangers voort
geduwd. Hij stond opeens in de hall,
verwonderde zich, dat niemand hem
nog de deur wees. En toen kwam de
opwelling hij liep tusschen de ande
ren door naar binnen en stond eens
klaps in een groote ruimte, die een
atelier bleek te zijn.
Nu begreep hij waarom er geen con
trole was, dit was een intiem feest,
waarschijnlijk onder artisten en hij
begreep, dat het onmogelijk zou zijn,
hier onopgemerkt te blijven.
Het speet hem bitter.
Al was het als een indringer, dan
nog zou hij graag eenmaal nog in de
sfeer van een feest hebben geleefd,
éénmaal nog muziek en vroolijkheid
cm zich heen hebben gehad.... En
toen gebeurde het onverwachte. Op het
moment, dat hij de deur uit wilde gaan
gaan, kwam een aardig jong meisje
uit een zijdeur te voorschijn. Zij droeg
een zigeunerscostuum. Vrooiijk wend
de ze zicht tot hem en sprak: Compli
ment voor je verkleeding, verarmde
intellectueel.
Arend nam haar hand aan, stom van
verbazing.
Kom, we hebben daar zoo'n echt ge
zellig hoekje.
Ze stak hara arm door den zijnen ei:
sleepte hem zoowat mee tusschen de
vroolijke groepjes.
Er waren een aantal vrienden van haar
op dat feest, aan wien ze hem voor
stelde. Hallo, dat is een speciale vriend
van me, zei het meisje, verkleeding: in
tellectueel aan lager wal, het modern
ste wat men kan verzinnen.
Een jongeman stond op, stak een
hand naar hem uit, boog even en stel
de zich voor. Arend aarzelde, toen zei
hij duidelijk verstaanbaar, Berger is
mijn naam. Hij meende, dat het meisje
nu dadelijk haar vergissing zou bemer
ken, doch tot zijn onuitsprekelijke ver
bazing begon ze hem aan anderen voor
te stellen. Arend herkende een paar
namen van auteurs, een beeldhouwer,
die pas den Prix de Rome had verwor
ven, actrices van eenige reputatie en
begrep, dat hij in een bohème milieu
was gekomen, doch in een, dat hoofd
zakelijk bestond uit kunstenaars, die al
iets bereikt hadden. Als in een droom
nam hij plaats, even later bemerkte hij
dat iemand hem sandwiches presen
teerde en een glas wijn bracht en toen
ging alles verder met de vanzelfspre
kendheid, waarmee krankzinnige din
gen in droomen gebeuren.
Het leven is ineens goed op me. de
zen enkelen avond maar, zoo dacht hij
onder het dansen, doch zou dit het
laatste feest zijn?
Het jonge meisje, later ontdekte hij
dat ze Maud Dalore werd genoemd en
actrice was, bleef hem een raadsel.
Hij wist héél zeker, haar nooit te
hebben ontmoet.
Doch hoe het ook zij, het feest was
^roolijk. Men zong, men droeg voor,
men danste, de gastheer, een schilder
van naam, was royaal met champagne
en lekkernijen en om elf uur begon
pas een goed souper.
Arend zat naast Maud en trachtte
haar niet het hof te maken. Dat zou
een onbeschaamdheid zijn geweest,
meende hij, doch het belette hem niet,
verliefd op haar te worden.
Het was zeer laat in den nacht, toen
ze zei: Ik ga naar huis, morgen heb ik
repetitie en Arend aanziend: Wil ik u
even naar huis brengen met mijn
wagen?
Arend had al voor heel wat moei
lijkheden gestaan, doch dat was wel
het vreesélijkste.
Doch vastberaden keek hij haar aar»
en sprak: Ik heb geen thuis, u moet
zich vergist hebben, ik ontmoette u
vroeger nooit, maar ik had het natuur
lijk duidelijk moeten maken.... wél,
Let is zoo lang geleden, dat ik een
feestje meemaakte. Ik ben werkloos
ingenieur en sinds een jaar zonder een
cent op zak.
Zooiets had ik wel gedacht, zei Maud
bedaard en wenkte een van haar vrien
den en sprak: Charlie. neem jij Arend
mee en laat hem vannacht bij je logee-
ren.
O. K. sprak deze, en Arend opende
zijn mond om te protesteeren, doet
voordat hij iets kon zeggen werd hij