Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit Indiè
ZATERDAG
28 JULI 1934
PAG. 5
PTT atv
*T'JUTTERTJtf
die het leven voor hem nimmer ver
wezenlijkt heeft.
De kennis van de ziel, van de onein
dige mensch in de meest bekende
personen, die blijft alléén voor diege
nen, die zoo iemand hebben liefgehad
enbegrepen. En deze zwijgen uit
piëteit.
Wanneer wij lezen, dat Nietsche
wantrouwend en een vrouwenhater
was, dan weten wij nog niet waardoor
bij dit geworden is.
Voorzichtige biografen geven er
geen reden voor op, andere geven een
redenmaar wie zal zeggen of het
de juiste is?
■Groote figuren geven, in hun pres-
Parijsch Nachtfeest.
Het moet gezegd, dr. De Hartogh,
in den volksmond, vooral onder de be
woners der „eilanden", waar hri als
fonds-dokter zeer populair is, meer be
kend als Maupie de Hartogh, heeft
met „zijn" Parijsch Nachtfeest niet
bijster veel succes gehad. Dit feest had,
wjj knoopen hiermede bij het slot
van onzen laatsten brief aan, j.1.
Zaterdag in het Stadion plaats en werd
gehouden „binnen het kader der Am-
sterdamsche Zomerfeesten", terwijl het
idee was uitgegaan van het Initiatief-
Comité Amsterdam, dat indertijd werd
opgericht door genoemd medicus
raadslid, die zich nu eenmaal heeft
voorgenomen behalve met pillen en
drankjes zijn medeburgers ook met wat
vroolijkheid en feestelijk vertoon door
hun moeilijkheden te helpenGe
slaagd kon men, gelijk reeds gezegd,
deze eerste poging, om eens wat nieuws
op het gebied der „spelen" aan het
hoofdstedelijk volk voor te voeren,
moeilijk noemen. Het weer werkte,
met steeds dreigende onweersbuien,
waarvan zelfs enkele staartjes de vrij
matig bezette tribunes zoo nu en dan
nat kwispelden, om te beginnen
niet mee; maar afgescheiden daarvan
kwamen ook de dansen, die op een tij
delijk opgeslagen podium uitgevoerd
werden, en die wel de hoofdschotel vaü
het programma uitmaakten, niet ge
heel tot hun recht. Wèl tot zijn recht
kwam daarentegen het, al-s slotnummer
ontstoken vuurwerk,, dat er inderdaad
„zijn mocht", en alles wat de Amster-
damsche menigte op pyrOtechnisch ge
bied ter gelegenheid van het klassieke
vuurwerk aan den Amstel op Konin
ginnedag ooit heeft meegemaakt, in de
schaduw stelde. Het mocht er zijn en
het mag er nög wel eens zijn. In de
vuurwerk-richting valt er zeer zeker
voor den heer De Hartogh en de zijnen
in de toekomst nog wel iets te doen;
daarmede is hun succes verzekerd..,,
W erkverruiming.
Brood en spelen.Waren we aldus,
in biet Stadion, de laatste dagen met de
spelen niet bijster gelukkig, met het
brood, een term, die,we in dezen ge-
bruiken voor „werkverruiming", in
den Raad, waren we het evenmin!
Voorstellen voor het doen uitvoeren
van werken, in verband met het 60 mil-
lioenen-plan van de Regeering, waren
door B- en W. met bekwamen spoed,
niet meer dan zeven dagen nadat
dit plan als wet in het Staatsblad ver
schenen was, ingediend; de voorge
stelde werken zouden binnenkort aan
tenminste een duizend werkloozen weei
arbeid hebben verschaft, dus: brood.
De Regeering heeft toegezegd met de
vakcentrales nog nader overleg te ple
gen over de arbeidsvoorwaarden, die
bij het uitvoeren van werken, vallende
onder genoemd 60 millioenen-plan, zui
len gelden. De oppositie in den Raad
nu, onder aanvoering van de S.D.A.P.-
fractie, wil, daar komt de zaak op
neer, zich niet bij voorbaat neerleg
gen bü de resultaten die dit overleg zal
opleveren, maar eerst eens afwachten
wat die resultaten zullen zijn. Voor
dien tijd wenscht zij niet, dat Amster
dam verantwoording draagt voor het
doen uitvoeren van werken, tegen
eventueel verlaagde loonen; doorleg'n-
over ziet zij er niet tegen op Amster
dam wèl de verantwoording te laten
dragen voor het voorloopig maar weer
onthouden van „brood" aan vele werk
loozen. Een ietwat zonderling stand
punt, zonderling vooral hierom, om
dat nu, nadat de desbetreffende uit
stelmotie met kleine meerderheid werd
aangenomen, Amsterdam als 't ware
zegt: in dat overleg van de Regeering
met de Vakcentrales hebben we niet
veel vertrouwen: we behouden ons het
recht voor om, als die vakcentrales ten
slotte te „meegaand" tegenover de Re-
taties, het menschdom al veel meer
dan een ander. Waarom zouden wij
onbescheiden zijn, en willen vorschen
naar dingen van de ziel, welke alleen
de verwante ziel toekomen.de ziel
die ze voelt en die ze begrijpt, zonder
dat iemand ze ooit heeft uitgesproken?
Merkwaardigheidshalve is het wel
aardig om te weten, dat een groot
kunstenaar in Weenen geboren werd
en op school bijzonder lastig was.
Maar verder moeten wij niet door
dringen. Zoo blijkt, dat de biografen
yan den nood een deugd maken, en juist
datgene aan het groote publiek geven,
dat zonder onkieschheid bekend mag
zijn. DR. JOS. DE COCK.
geering zijn, niet aan het werkverrui
mingsplan mee te doen. Een en ander
hield daarenboven ook verband met
het indertijd reeds ingediende voorstel-
De Miranda, waarin Amsterdamsche
werkverruimingsobjectten worden op
gesomd, uit te voeren tegen de „gewone
loonen". Een voorstel waarop B. en W.
reeds een, kort en bondig, afwijzend
prae-advies hadden uitgebracht. Een
mótie-Polak nu, die tenslotte eveneens
met kleine meerderheid werd aangeno
men, verzoekt B. en W. thans dat eer
ste prae-advies, dat volgens den voor
steller dien naam ternauwernood dra
gen kan, nog wat nader uit te werken
en de zaak dier „aparte" Amsterdam
sche werkverruiming tegen gewone
loonen nog wat nader te bezien.
Het ietwat ingewikkelde slagveld,
gelijk de burgemeester het eveneens in
zijn samenvatting noemde, overziende,
valt dus te constateeren, dat het werk-
verruimings-voorstel van B. en W., dat
paste in het kader van het 60 millioe-
nen-plan van het Rijk, is aangehouden,
terwijl het voorstel-De Mirnada met het
speciale Amsterdamsche plan (bene-
vens nog een in dezelfde richting gaand
voorstel van den communist Seegers)
opnieuw in handen van B. en W. ge
steld is tot prae-advies. We zijn dus op
het Prinsenhof met dat al Weer een
stapje teruggetreden en kunnen, wat
de werkverruiming betreft, weer op
nieuw beginnen met de zaak te bepra
ten-^;... Over één ding zijn-allen het
eens. Dit: dat ei* op dlb gebied „iets ge
daan moet Wórden".».. Hét aantal
werkloozen is, -- de heer Woudenberg
merkte het op, met ruim 3000'geste
gen; er zijn er nu ruim 44000. Daar
tegenover verschafte Amsterdam aan..
661, dat is alles! van haar burgers
brood door middel van de werkver
schaffing.De vraag is echter of
men dat „iets gedaan worden" bevor
dert door eerst maar weer eens een
stapje terug te gaan en eerst maar
weer eens, in wantrouwden tegen het
Rijk èn.de vakcentrales, te gaan
afwachten,
De motie-Toornstra.
Ook voor dat de burgemeester overi
gens dit laatstgenoemde slagveld over
zag, had hij in de vorige Raadszitting
nog een ander slagveld te overzien,
dat namelijk waarop het voorstel tot
opheffing van 41 gemeentelijke scholen
en dat van het maximum-aantal leer
lingen per klas tot 48 sneuvelde, door
toedoen van de doodelijke oppositie
pijl, die ditmaal uit de motie-boog van
den heer Toornstra werd afgeschoten.
B. en W. hebben het den laatsten tijd
zeker niet gemakkelijk: een regen af-
stem-vuurpiilen wordt op hen afgezon
den en zij treffen doel, d.w.z. de be
treffende moties worden met kleine
meerderheid alle aangenomen, .wat mis-
schien mede veroorzaakt wordt door
het feit, dat, een aantal raadsleden, nu
hun vacantie officieel steeds maar
wordt uitgesteld, op z'n Amsterdamsch
gezegd toch maar de beenen hebben
genomen en in boschbeemd uitrusten
van hun beslommeringen. wat blijk
baar de stemmenverhouding in voor B.
en W. ongunstigen zin beïnvloed heeft.
„Dat er met zoo'n Raad niet te regee-
ren valt", is een verzuchting, die
men, tengevolge van dit alles de laatste
dagen niet alïeen uit den mond van de
stadsbestuurders, maar ook van vele
niet-politieke stadgenöoten hoort...
Èn inderdaad: wat is er tenslotte aan
Ie vangen met een lichaam, dat wèl al
lerlei bestuursmaatregelen torpedeert
of althans lange tijden „ophoudt", maar
dat, als het er op aan komt, toch niet
in staat is een „regeering", dat is dan
een ander college van B. en W. te vor
men, dat niet elk oogenblik in de raad
zaal tussehen de beenen zal geloopen
worden.... Aan wie de fout, dat het
regeerbeleid van de hoofdstad meer en
meer verplaatst wordt van Amstel en
IJ naar de boorden van het Spaarne
(waar Gedeputeerden nu weer de ver
worpen onderwijs-voorstellen te be
handelen kregen) èn, tenslotte, naar het
Haagsche Binnenhof?....
Kunstenaars-nood.
Een rustigen zomer, mèt de recente
relletjes, mèt deze slagvelden op het
Prinsenhof, met de thans rëeds nijpen
de zorgen voor de nieuwe begrooting,
beleven we zeker niet. En ook onze
kunstenaars van allerlei soort, doen
dat ongetwijfeld evenmin. De zorgen
voor het komende seizoen drukken, om
te beginnen, al te zeer op de tooneel-
en toonkunstenaars, die onlangs de
diverse subsidies aan de instellingen,
waaraan zij verbonden zijn, wederom
aanzienlijk verlaagd zagen. En ook de
schilders hebben in deze zomerweken
reden genoeg in de stad van Rembrandt
te hoop te loopen... Zoo kregij zij dezer,
dagen, om een der laatste dingen te
noemen, die hun toch al moeilijk be
staan nog weer meer zullen bewaren,
te hooren, dat de ruimte in het Stede
lijk Museum, die tot nu toe beschikbaar
was voor het houden van tentoonstel
lingen van diverse schildersvereeni-
gingen, in het komende seizoen aan
zienlijk zal worden ingekrompen, om
dat men langzamerhand in dat museum
plaats tekort komt en van uitbreiding,
d.w.z. van aanbouw van een nieu
wen vleugel (waarvoor de plannen reeds
lang greeed liggen) voorloopig niets
kan komen. Wordt het nu geen tijd.
vragen zü niet zonder grond, dat ook
in dat museum de rechten der thans
levende kunstenaars wat meer op den
voorgrond worden gebracht tegenover
die van een vorig geslacht en vooral
ook tegenover die van verzamelingen-
in bruikleen gevende kunstbescher
mers. Ongetwijfeld wordt het tijd,
dat in dezen naar een beter evenwicht
Beste „Pandjang".
Gedurende de stilligperiode van het
eskader worden hier onder de hospitien
van Zeemacht onderlinge competitie
wedstrijden georganiseerd, waardoor
wjj Marine-menschen de dikwijls zoo
schrikkelijk, lange avonden en midda
gen wat kunnen korten, zonder direct
over te moeten steken naar Perak of
een auto te moeten bekostigen naar de
bovenstad. De animo is dan ook groot
en er wordt fel gestreden. Èenige uit
slagen zullen je wellicht interesseeren.
Hier volgen ze: FloresM.L.D. 16.
M.K.G.Groep I Torpedojagers 21.
ConservatieM.E.O, 42. Onderzee
dienst M.LJD. 21.
Het laat zich dus aanzien, dat de
Onderzeedienst en de Dienst Conser
vatie om den eerepaln zullen moeten
vechten, maar het einde kan ook heel
anders verloopen, want in het geheel
moeten er een dikke 20 wedstrijden in
deze competitie gespeeld worden en
kan er dus nog heel wat in den stand
veranderen. Den Zaterdag voor Gare-
beg besar werden er wedstrijden in het
zwembad gehouden en 's middags werd
er weer gevoetbald met de stafmuziek
op het veld en uitreiking der gewon
nen zwemprijzen. Nu de rouwperiode
voor de Marine voorbij is kan de staf
muziek toonen dat deze „stilligperiode"
voor de opvolgers van Hazebroek hen-
geen kwaad gedaan heeft en kunnen ze
weer hun opgewekt „sajang kaneel"
laten hooren.
De Onderkoning in Batavia deed in
zijn openingsrede van den Volksraad
ook een verbijdend bericht, dat het
Zijne Excellentie een voorrecht was
aan de Volksvertegenwoordiging te
kunnen mededeelen, dat de geest bij
de Marine weder het vertrouwen geeft,
dat hetgeen in het verleden ligt, als af
gedaan kan worden beschouwd.
Zoo juist verscheen „de Valk" ter
reede, zoo je weet het zusterschip van
de bij jullie in den millioenhoek lig
gende „Arend", welk laatste schip een
tweejarigen term in de West maakte.
Alhoewel dit schip hier niet dichtge
timmerd is, zooals destijds zijn zusje in
de West valt toch direct de mooie lijn
van deze schepen op in tegenstelling
van de schepen, wrnlke hier op het
M.E. gebouwd zijn.
Nu, de Curacaoenaars zijn nu met
hun eeuwfeest bon af, nu ze het nieuw
ste schip van de Marine daar in de
haven hebben en ik denk ook wel dat
onze jongens daar gedurende de fees
ten behoorlijk op Punda, Mundo nobo,
Pieter Maat, en de pontjesbrug over
naar de Ottra banda tot de feesten zul
len bijdragen. (Wat was dat toch een
gezocht wordt. Een Museum als ons
Stedelijk behoeft, ja behoort van het
werk van de heengegane generatie niet
meer dan enkele goede representatieve
doeken te herbergen en behoort er te
gen te waken, dat kunstbeschermers
de wanden volhangen met hun dikwijls
veel te uitgebreide „bruikleenen". De
échte kunstbeschermers kunnen er
niets tegen hebben, dat men van hun
bezit de representatieve, voornaamste,
meest typeerende stukken in het Mu
seum, ten behoeve van het gemeene-
best, exposeert en de rest, met een
vriendelijk bedankje, weer terugstuurt.
Alleen de niet-echte kunstbeschermers,
die, terzijde, hun handelsbelangen
toch ook niet uit het oog verliezen en
die, met zulke bruikleenen, stiekum(!)
reclame voor hun bezit maken, zullen
hier bezwaren tegen hebben. Het is
dan, op dit gebied, meteen een pracht-
midde! om echt van on-echt, het ko
ren van het kaf, te scheiden.
Directeurs-benoeming,
Te hoop loopen deden verder ook
onze schilders en al wat zich verder
écht voor de moderne nationale schil
derkunst interesseert, naar aanleiding
van het gerucht, dat men voor de vaca
ture inzake het directeurschap der
Academie voor Beeldende Kunsten een
buitenlander dreigt te gaan voordragen
en niet een Nederlander! Men voelt dit,
zeer terecht, als een blamage voor het
land en de stad van Rembrandt. Er zal
zeker, indien dit gerucht ook maar
eenigen grond van waarheid bevat,
reden genoeg zijn op deze zaak terug
te komen. Dit keer zij met de vermel
ding volstaan.
Landlooper (tot pechhebbend auto
mobilist): Goeden morgen, collega!
Collega? Wat een brutaliteit!
Kalm, kalm! U maakt toch óók den
straatweg onveilig!
mooie tijd daar op het „eilandje" en
wat hebben we er vaak van de gastvrij
heid der Curacaoenaars gebruik ge
maakt.
Een bekend marine-man gaat bin
nenkort Soerabaja voor goed verlaten,
n.L dominé Bartlema. Van het Marine-
personeel heeft de dominé hartelijk af-
scheid genomen; hij, één der steun
pilaren van de militaire tehuizen. Maar
velen kennen hem nog beter, vanuit
het .hospitaal, waar hij ons de ellen
lange da'gen op het ziekbed met een op
gewekt praatje vast een ieder kréég
een beurt en met zijn boeken deed
korten. Ook hier in de Indische Ma
rine-brieven is het wel de plaatsom
onzen scheidenden predikant daarvoor
nog eens dank te zéggen. Ook uit den
gemeenteraad gaat hij weg. Spoedig
worden er wederom verkiezingen ge
houden, maar ik denk wel niet dat we
weer een man in den raad krijgen, die
ook zoo ingeburgerd is bij de Marine,
Het eskader is druk aan het klaar
maken voor de volgende trip. Met
Augustus zullen dunkt më de marine-
landingsdivisiën wel weer paradeeren
op het Koningsplein, dat is zoo lang
zamerhand usance geworden, dat we
ons dan te Batavia vertoonen.
De Commandant Zeemacht hield te
Batavia een druk bezochte receptie,
waarbij ook aanwezig waren d6 heêren
van de Japansche delegatie, welke mo
menteel een hier veel stof tot spreken
opwaaiende conferentie houden.
Hr. Ms. „Soemba" bracht volgens de
laatste berichten een Japanschen vis-
scher op naar Priok. Verder zie ik net
de „Prins van Oranje" binnenkomen.
D.w.z. „binnen" is het schip nog niet,
want het is bezig te meren aan den
steiger van de P.W. op Madoera en j6
weet, dat is heel wat verder uit de
buurt, dan die steiger in onze Jutterij.
De slibvloot aan den ingang van het
Westervaarwater is ook in ruste voor
loopig en wordt dit werk verricht bij
wijze van proef door een kolossalen
slibzuiger "de „Celebes". Verder is de -
Marine daar aan opnamewerk bezig
om te zien of dez6 zuigerij effect heeft,
maar zoo oppervlakkig schijnt het een
uittsekend resultaat af te werpen.
In Batavia is men op het spoor van
h6t graf van Jan Pieterszoon Coen.
Of het lukken zal dezen grooten voor
vader een praalgraf te bezorgen,
zooals hij 't. aan ons verdiend heeft,
is nog niet met zekerheid bekend, maar
daarover in een volgenden brief. Mij
dunkt je bent weer in de puntjes in
gelicht.
Dag „Pandjang".