Nette Heldersche menschen
in
het4/i
e
G
ZWANENBERG'S
Uit het politie-rapport.
Callantsoog.
Van Ewijcksluis.
Wieringen.
Schagen.
Texel.
Yvel Dl.
BOTERHAM.
WORST
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 31 JULI 1734.
TOEGANG
VERBODEM
UMnm et toéév!
vvnurg %erihuis
Hit de naiu
Uit de Kenaustad.
telkens als haar katle-vriendje Felix op
het doek verscheen. Een groot gedeelte
van de film was natuurlijk gewijd aan
reclame, vele firma's, die in den trein
exposeeren, vestigden bij voorbaat de
aandacht op hun stands en producten
O. m. werden aardige filmpjes vertoond
van de King's pepermunt, Bruinsma'e ge
brande suiker, Liga-producten, Rubber
fabriek Bastiaansen, Niemeüer's Ster
tabak.
Als cluitstuk van deze serie een aardig
teekenfilmpje: „Felix doet 't electrisch!
Tevreden over dit leuke intermezzo op
het alledaagsche leven gingen de honder
den om ruim 10 uur uiteen. De Oranje-
trein is uitnemend ingeleid....
Opgesloten.
De persoon, die zich als verdacht van
diefstal aan het Hoofdbureau van politie
jn bewaring bevond, is hedenmorgen door
de recherche naar het Huis van Bewaring
te Alkmaar overgebracht.
Diefstal.
Door een inwoner dezer gemeente weid
aangifte gedaan van ontvreemding van
cenig geld uit de woning. De recherche
stelt een onderzoek in.
Vermissing van een strandtent.
Door een persoon werd aangifte gedaan
van vermissing van een strandtent, welke
was geplaatst op het strand bij paal 3.
Een onderzoek wordt ingesteld.
STRANDFEEST.
Hoewel het weer zich aanvankelijk zeer
slecht liet aanzien, besloot de commissie
om het eerste strandfeest toch te doen
doorgaan. En zeker heeft zij geen spijt
van haar besluit gehad. Immers 34 paren
meldden zich aan. Het feest bestond uit
het maken van zandhoopen. Het was een
lust te zien hoe er gewerkt werd. Gedu
rende twee uren waren alle deelnemers
in touw, om maar een zoo groot moge
lijke hoop bij elkaar te krijgen. Om kwart
voor vijf werd het sein gegeven om te
eindigen. De vlaggetjes werden op de
hoopen -geplant en ieder was nu in ge
spannen afwachting. Na eenigen tijd
begon het wassende water aan de zand
hoopen te knabbelen en het duurde niet
lang, of de eerste vlag moest het hoofd
buigen. Na een tiental minuten waren de
meeste vlaggen gesneuveld. Nog een
zevental stond fier te wapperen. Doch
ook hier had de zee geen pardon en met
slechts korten tijd verschil verdwenen
zij in de golven. Slechts de prijsuitreiking
restte. Allereerst sprak de heer P. Vos,
voorzitter der V.V.V. eenige opwekkende
woorden.
Hierna ging de heer H. J. Schut, voor
zitter van de commissie, over tot het uit
reiken der prijzen. Hieronder laten we
de nauwkeurige uitslag volgen:
le prijs Jan Vos en Jb. Vos, ieder een
bon ter waarde van f 3.50.
2e prijs mej.A. Tholen en den heer
K. van Kampenhout, ieder een bon ter
waarde van f 2.50.
3e prijs P. Timmerman en G. J. de
Wit, ieder een bon ter waarde van f2.—
4e prijs mevr. De Waal en mevr. Schut,
ieder een bon ter waarde van f 1.60.
5e prijs J. Zeeman en C. Oskam, ieder
een bon ter waarde van f 1.—.
Troostprijs P. de Boer, bon ter waarde
van f 1.—.
De commissie voor dit feest, bestaande
uit de beeren A. Thomasz, J. Schager,
D. Prins, Jb. de Waal en H. J. Schut,
kan op een prachtig geslaagd feest terug
zien. Zij hebben geheel belangeloos hun
tijd hiervoor beschikbaar gesteld.
AUTO-ONGEVAL.
Zondagavond te omstreeks 9 uur kwam
de heer K. uit Den Helder, vanaf de rich
ting Wieringen. Toen hij met het oog op
de te nemen bocht, reeds op de brug over
het Balgzandkanaal begon te remmen,
slingerde het voertuig beduidend, doch
kwam veilig op den weg terug. Nog geen
moment echter daarna verloor de auto
wederom haar evenwicht, slingerde overzij
en vloog op het trottoir. Het wiel brak
van de spaken, terwijl de ruiten volkomen
vernield werden. Van de 3 inzittenden
bekwamen er 2 lichte verwondingen.
LOOP DER BEVOLKING,
over Juli 1934.
Ingekomen: Mw A. v. d. Stam uit
Rheden; A. H. van Wijek en gezin uit
Amsterdam; E. Henkei uit Roosteren; J.
Y. Holtrop en gezin uit Medemblik; W.
Meijer en gezin uit Groningen; Mw. E.
Engel geb. Dol uit Wervershoof; Mw. M.
H Jorna uit Franeker; Mw. G. C. Nap
geb. Groet uit Schagen; N. Nap uit Bar-
singerhorn; Y. Kampman uit Medemblik;
Mw. G. Wnlthers geb. v. de Zwaag uit
Leek; L. Wisse uit Ritthem; Wed. H.
Medik geb. K. Jongens uit Edam; Mw. A.
Wolters geb. Fonck; M. Th. Rau uit Al-
blasserdam; Mw. G. Berkemeijer; D. C.
Kooij en gezin uit Texel; Mw. M. Bos
boom uit Koedijk; gezin H. Kroon uit Em-
men; Jac, Halma uit Ferwerderadeel: Mw.
G Tuinman uit Alkmaar; Corn. Korshuize
uit Medemblik; Tj. van der Wal uit
Drachten.
Vertrokken; A. P. Vermeii en ge
zin naar Sliedrecht; Mw. E. F. de Wit
naar Den Helder; P. Volder en gezin naar
Lelden; Joh. Vrieling en gezin naar Fra-
nekeradeel; R. Schuiling en gezin naar
Wildervank; J. C. N. Ringeling en gezin
naar Leeuwarden; C. Jaspers en gezin
naar Elsloo; L. Je Henna naar Pantuma-
deel; J. van Dijk naar Bloemendaal; Mw
H. Janko naar Leeuwarden; S. de Graaf
en gezin naar Medemblik; J. Pb. de Vries
en gezin naar Schagen; Jn. Bakker naar
Medemblik; J. H Zweep naar Anna Pau-
lowna: Mw. J. Meering naar Wieringer-
waard; J. Jaspers en gezin naar Elsloo;
Jn. Eizinga en gezin naar Oldeboorn; P.
Baars en gezin naar Geldermalsem; C.
Haremaker en gezin naar Waalwijk; I.
van Biert naar Stad aan 't Haringvliet;
Mw. G. Wiebenga naar Slootdorp; L. Sie-
ben naar Ambt Hardenberg; Mw Joh.
Burrij naar Wonseradeel; L. Hooijkaas
naar Midenmeer; A. van Mil naar Barsin-
gerhorn.
OVERWERK VERGUNNING.
Dooi den Hoofdinspecteur van den Ar
beid is overwerkvergunning verleend van
30 Juli tot en met 1 September a.e. aan
de Fa. O. J. Bosker alhier, aan 60 werk
lieden voor het maken van een wegbaan
door bet lage gedeelte van den Stroeër-
koog, en van 30 Juli tot 15 October 1934
eveneens aan genoemde firma voor her
stellingswerken in de smederij te Den
Oever.
Hippolytoshoef.
DE KERMIS.
De kermis is, ondanks de nogal vele en
vaak flinke regenbuien, druk bezocht,
en het zijn vooral de schouwburg en de
bioscoop die veel publiek trekken. De
revue's „Dat Doet De Deur Dicht" en
„In Pyjama" blijken een succes te zijn.
Toch kan men bemerken dat ook hier
de crisis gevoeld wordt, dit in verband
met het uitgeven van contanten, die in
vroeger jaren rijkelijk stroomden, doch
thans heel wat economischer aangewend
worden.
ONGEVAL.
Zaterdag j.1. rukte een aan de hand
van haar moeder loopend meisje zich los,
en wilde achter een autobus loopen, toen
zij te laat bemerkte, dat een auto van den
anderen kant naderde. Hoewel het voer
tuig onmiddellijk stopte, kon niet voor
komen worden dat het meisje een hoofd
wond opliep.
Door een sooedig ter plaatse zijnde dok
ter is het slachtoffertje verbonden.
Den Oever.
AANRIJDING.
J.1. Maandagmorgen reed het zoontje
van den heer IJ. alheir per rijwiel op den
Geesterweg. Door onoplettendheid reed
hfj pardoes tegen den uit de Hofstraat
komenden vrachtauto van de fa. A Om
wonenden namen het knaapje op. De ont
boden geneesheer constateerde een arm-
fractuur en achtte opname in het zieken
huis te Den Helder noodzakelijk. Den be
stuurder van den vrachtauto treft geen
schuld.
AUTO- VERNIELD.
Zondagavond om ongeveer 8 uur kwam
de heer T. O., wonende alhier, met een
luxe auto -van Alkmaar. In de beruchte
Coupure, een S-bocht, waarin elk uitzicht
is belemmerd, reed de chauffeur met een
CO km vaartje tegen een hek. De auto
werd zwaar beschadigd; de chauffeur
kwam met den schrik vrij.
Dit ongeval moet alleen geweten wor
den aan roekeloosheid.
DE ORANJE-TREIN.
Zaterdag is de Oranje-trein te Schagen
gearriveerd. Vooral van de zijde der jeugd
was er voor deze aankomst veel belang
stelling. De Vz km lange colonne werd op
dood spoor gebracht, waa Maandag door
velen een kijkje werd genomen. De trein
is een waardig reclameobject voor Neder-
landsch fabrikant en een bezoek over
waard.
Onze piaatsgenooot, de heer M. T. Roep,
thans te Hilversum, slaagde te Haarlem
voor de acte Handenarbeid.
Den Hoorn.
AFSCHEID ONDERWIJZERES.
Mej. Lagendijk, onderwijzeres aan de
O.L. school te Den Hoorn heeft Vrijdag
afscheid genomen van hare leerlingen,
wegens vertrek naar elders. De kinderen
hadden voor deze gelegenheid het school
lokaal feestelijk versierd en boden de
scheidende onderwijzeres een fraaie vaas
met bloemen aan.
De jeugd werd hierna rijkelijk getrac-
teerd. Mej. Lagendijk is 3 jaren alhier
werkzaam geweest, en gaat thans dezelfde
functie vervullen te St. Maartensdijk in
N.-Holland.
De Koog.
STRANDFEEST.
A.s. Zaterdag zal te de Koog een groot
strandfeest worden gehouden, 's Morgens
om 10 uur zullen de feesten aanvangen
met een wedstrijd in 't maken van strand-
figuren. Aan dezen wedstrijd mogen al
leen kinderen van badgasten deelnemen,
's Middags om 2 uur zullen er wedstrijden
zijn voor alle schoolkinderen. Voor meis
jes ballegspel-aardappelen in mandje, en
zakloopen, voor jongens hardloopen, hard-
loopen met hindernissen en touwtrekken.
De wedstrijden worden opgeluisterd met
muziek, 's Avonds orn 7.46 wordt een op
tocht gehouden naar het terrein, begeleid
door een muziekcorps, waar een stoelen
dans gehouden wordt.. Omstreeks 10 nur
wordt het feest besloten met een lampion
optocht. Moge 'i weer ditmaal eens gun
stig zijn.
Leeaai„Als er drie vogels op een tak
zitten, en ik schiet er een dood, hoeveel
blijven er dan zitten?"
Jongen: „Geen een. meester!"
ZEER VEEL GASTEN.
Zaterdag is hier het z.g. „hoogseizoen"
aangebroken. Bij honderdtallen zijn Za
terdag, Zondag en Maandag de gasten
op Texel gearriveerd. De bevolking van
ons eiland is wel minstens met de helft
vermeerderd. Vooral in clubhuizen en
tenten vertoeven vele personen, in vele
hotels en pensions zijn echter nog wel
plaatsen open. Vooral Maandag was het
aan Den Burg zeer druk. Een buitenge
woon groot aantal vreemdelingen was
naar Den Burg getrokken om hier de
Texelsche schapenmarkt te bezoeken.
Er heerschte dan ook in Den Burg des
voormiddags een ongekende drukte.
WINKELWEEK.
De Alg. Texelsche Middenstands-ver-
eeniging heett het voornemen in 't a.s.
najaar een winkelweek te,houden.
Naar de Telegr. verneemt is den kunst
schilder Conrad Kikkert, die hier op
Texel langen tijd verblijf hield, en aan
wien „de zandkuil" destijds toebehoorde,
door den president van de Fransche
Republiek het ridderkruis verleend der
orde van het Legioen van Eer.
MARKTOVERZICHT.
Nog steeds is de markt, vooral door den
grooten lammerenaanvoer, zeer druk.
Maandag werden dan ook weer ruim 700
lammeren verhandeld; de prijzen laten
echter veel te wenschen over: ondanks de
over 't algemeen zeer goede kwaliteit,
werd een middenprüs betaald, die iets be
neden de 7 bleef. Beter is de schapen-
handel, ondanks de belangrijke aanvoer,
vooral als men dien vergelijkt bij verle
den jaar; toen werd betaald 8 voor de
gelde- en 10 tot 12 voor de vette scha
pen; thans gingen de vette schapen voor
prijzen van 15 tot 18, de geldeschapen
deden gemiddeld 13.
Rundvee was er ook nu weer weinig;
een viertal koeien, waarvan de beste gin
gen voor ongeveer 140; de nuchtere kal
veren brachten gemiddeld 6, graskalve
ren tot 20 en vette kalveren tot 46 op.
Biggen waren er niet, alleen enkele
schrammen, waarvoor ongeveer 15 per
stuk werd gemaakt. Varkens op de boer
derijen doen gemiddeld 15 ct. per pond.
Aan de eierenveiling was een belang
rijke prijsstijging waar te nemen; de mid
den prijs (eieren van 60 kg gemengd) be
droeg 2.95 tot 3, is ruim 60 cent hooger
dan verleden week.
Art.461 WB.v.Strafr
Sjiir»»1
Natuurlijk gaan ze de
bosschen afsluiten, prik
keldraad plaatsen! Na
tuurlijk komen er meer
van die bordjes als de
toeristen allerlei afval,
schillen en doozen over
al neersmi'tpn
el/tg
Op het perron in Alkmaar.. Lang en
slank boven de jachtige, naar electrischè
treinen snellende reizigers, staat rustig en
vriendelijk mijn Wieringer vriend, rijks
veldwachter Admiraal.
Ah, die Admiraal!...Hoe vaak heeft
hij reeds mijn levenspad gekruist.
Ik zie ons beiden nog, jaren geleden,
dwalende j>ver de groene, bebloemde vel-
noen
uwaiciiuc UVC1 UC g±
den van Wieringen.
Het was in de lente van 1919.... Wat
hebben wij beiden veel voetstappen op
Wieringen liggen.. Die lente van 1919.
De lucht vol teere geuren.... de lam
meren huppelden tusschen de Wieringer
wallen, naast bezorgd blatende moeder
schapen.
De boerenjongens op de velden waren
rap aan den arbeid.Vredesarbeid. Zij
hadden afgelegd het doodende geweer,
ook den sabelriem, die hun lendenen om
gord had, droegen zij niet meer. Zij had
den klaar gestaan, waren paraat geweest,
om, als het moest, eervol den Nederland-
AfMOTCROttl
IN ALKMAAR
De Alkmaarsche cipier: 't Hotel is
tjokvol nette menschen.
De Haarlemsche cipier: Geen plaats
meer.
De Haaqsche cipier: We zullen es kijke
of er nop een plaatsie is.
schen bodem te verdedigen...maar Ne
derland was altijd een heilig plekje
grond geweest, te midden der volkeren.
In den titatenstrijd van de wereld werd
Nederland niet door den oorlogsgruwel
gegeeseld. De Voorzienigheid zij gepre
zen!
En hoop e-n liefde, geluk, vertrouwen
en arbeid, bloeden op. De menschen wa
ren weer mensch geworden. Ze poogden
het vreeselijke leven in de loopgraven te
vergeten.
Weet je 't nog Admiraal Wieringer
veldwachter, getrouwd met een Wieringer
maatje, hoe wij in dien gelukkigen tijd
broederlijk over Wieringen gingen te
midden van die eenvoudige eilanders?
En de Kroonprins ging vaak naast ons.,
en dan spraken wij met ons drieën over
den tijd, die achter ong lag en die, naar
wij hoopten, nooit zou weerkeeren.
Toen was de wereld weer hernieuwd.
In die dagen was er weer arbeid en
vreugde en welvaart, misschien in schhn
welvaart.
Je had weinig arrestanten Ad op Wie
ringen. Ze mochten je daar wel. Cerberus
van den kroonprins;..maar toen was er
ook werk. Er was zelfs hoog-conjunctuur.
In de fabrieken en op 't land arbeidden de
menschen eri er werd veel heel veel
geld verdiend...Toen regende het geen
boeten en die beboet werd, betaalde
want men had angst voor de gevangenis.
En toch, het was alles schijn Ad
Alles het is weggevaagd. De vrede
en vreugde en arbeid is versmolten.
Weer dreigen oorlogsgevaren fabrie
ken liggen stil de landerijen zijn ver
laten. Nooit was de werkloosheid zoo groot
als nu, nimmer de armoede zoo vaal en
grauw nooit had je zooveel arrestanten,
Admiraal als nu. Die jongen.die je nu
bij je hebt, op 't Alkmaarsche perron, dat
is vast geen dief en ook geen schurk.
Hij kijkt schuw en verlegen, Ad. In zijn
plik is niets slechts. Waarom voer je hem
gevankelijk weg? Wat heeft-ie gedaan?
Das „verlegen" aardig, zegt Admiraal
op zijn Wieringsch, das „verlegen" aar
dig. Yvel. Ik heb u na uw ontslag in Alk
maar niet meer. teruggezien. Hoort u nog
wel eens wat van Wilhelm? Waar moet u
naar, toe?
Naar Den Haag, Ad.
Das kassuweel, ik moet ook naar
Den Haag, metu begrijpt wel, deze
arrestanten. Uit Den Helder één en één
pit Wieringermeer
U kijkt zoo ongeloovig begrijpt u
me niet?
Neen, dat begrijp ik niet, zeg ik. Moet
je met Heldersche arrestanten naar een
Haagsche gevangenis?
Het is kwart voor twee nog twee mi
nuten, dan vertrekt de electrische trein
naar Haarlem, en die mogen wij niet mis
sen, zegt Admiraal. Ze wachten op ons!
Wij stappen dus haastig in. De jongen
met zjjn medegevangene loopt vooruit.
Ze zijn in den greep van Admiraal.
„Wat snap je niet, zegt Admiraal, als
wij in de electrische zitten?"
„Dat een jongen uit de Wieringermeer
een honderd kilometer op transport als
gevangene naar Den Haag moet, om daar
zijn straf uit te zitten, herhaal ik, dat is
zuivere geldverspilling. Is er in Alkmaar
geen plaats? Ad zwijgt diplomatisch, maar
één Heldersche gevangene is een beetje
nijdig, niet op Ad, o nee, maar op den
Staat der Nederlanden. Hij heeft gevent
zonder vergunning, en moet twee dagen
brommen. De gevangene heeft groot on
gelijk, hij heeft niet te venten zonder ver
gunning. De wereld is overstroomd door
arme straatventers, en ook met deftige
reiziger-venters.
De grootste fabrikanten leuren en ven
ten tegenwoordig en blijven niet stroppen
zitten heele groote winkels zitten vol be
vroren goed. Lucifers en garen en band
heeft de wereld ook hoopies zat. Arbeid
werk, daarnaar hunkert de maatschappij!
Dit zeg ik ook tegen den gevangene, maar
de gevangene zegt, dat hij ziekelijk is, dat
hg niet kan werken, en hij is boos.
(Wordt vervolgd).
DE TORENVALK.
Een roofvogel nit onze omgeving.
Rustig, ais ingeslapen, na 't rumoeren
't drukke soldatenleven der mobihsatiOf
jaren ligt In t oude lort aan <le
uitloopers van onze duinen. Een wa
post voor onze zeegaten van niet fe
1 'ifoo^"fortwachtter en militaire politie
wèl bewaakt, is het een heerlijk piekje
voor vogels, die de stilte zoeken, d -
nabijheid der menschen schuwen. Vogels,
die onze omgeving verlevendigen, die we
niet gaarne zouden missen in t Jano-
M Hier boren in de wallen de oeverzwalu-
wen hun gangen, aan welke einden zij
hun nestjes hebben, en vervroolyken de
oude werken met hun blij gekwetter. II
wist de tapuit in oude verbrokkeld,
muurstukken zijn jongen groot te bren
gen. Eind April waren ze samen geko
men, met z'n zevenen vertrokken ze weei,
begin Juli. In de hoogopschietende den
nen, die de Oostzijde als een mantel om
hullen, had een ekster zijn takkennest
gevlochten, en schaterde zijn blijdschap
uit, dat het zoo goed verborgen zat m do
dichte naaldenkruin.
Houtduiven wilden hier ook wel begin
nen en kozen mooie plekjes in de oksels
der dennentakken, maar hun huurman,
de ekster, duldde hen niet en roofde de
eieren. Stukgepikte eierschalen op den
grond, verlaten nestjes in de hoogte ge
tuigden van den rooflust van de bonte
schetteraar.
In 't dichtst der dennen verslaapt do
velduil den dag, na een nacht van druk
gejaag. Of hij hier ook nestelt?
Begin April, waren ze teruggekeerd,
onze valken, naar hun oude horst op den,
fortwal, na hun reis. naar Zuidelijker lan
den. Ze vonden de plaats even verlaten en
eenzaam als toen ze in Octobei? vertrok
ken.
De lente zat hen in 't bloed. Afschie
tend van de hooge wallen, zeilden ze
hooger en hooger in groote kringen tor
ze als een stipje haast verdwenen in de
lenteluchtt, vroolijk hun; „kli, kli kli"
uitschreeuwend.
Een heerlijk gezicht de vogels zoo te
bespieden in hun levenslustige lente
stemming. Ze weten soms niet, wat ze
doen moeten van louter uitbrekende
levensenergie en uitgelaten blijheid.
Meestal vliegt de valk piet zoo hoog,
vooral als hij op buit loert. Langs onze
dijkglooiingen, langs de fortwallen, in het
duinterrein, overal kunt ge hem bezig
zien, de nuttigste van alle in ons land
voorkomende roofvogels. Hij is ongeveer
zoo groot als een duif, z'n staart is lan
ger, z'n kop lijkt stomper, terwijl z'n
spitse vleugels hem tot een behendigen
vlieger maken.
Kop in den wind, op één punt in de
lucht stilstaand, gaan alleen de vleugels
snel op en neer (dit heet bidden). Scherp
turen de oogen naar omlaag, speurend
naar prooi. Wee, 't veldmuisje, dat zich
te ver van zijn hol waagt of zich aan den
ingang van zijn onderaardsche woning
vertoont. Plotseling vouwt de valk zijn
vleugels, schiet bliksemsnel omlaag,
grijpt toe met "zijn gekromde klauwen 'cii
voert zijn buit mee in de lucht, om hem.
op een stil plekje met huid en haar te
verslinden. Haren én te groote beentjes'
klonten samen in de krop en worden als.
„haarballen" uitgespuwd. Op hun rust
plaatsen vindt rtien geregeld deze Over-'
hlijfselen. Hierdoor kunnen we ook vast
stellen, welk voedsel ze verkiezen.
Niet altijd heeft de valk succes, met een
wijden zwaai zeilt hij dan verder, om op
een andere plaats z'n geluk te beproeven.
Als dan de zon op zijn vleugels schittert,
kunt ge 't warme rood-bruin van rug en
vleugels goed waarnemen. Aan deze
kleur, z'n grootte en wijze van jagen is
hij direct te kennen.
Maar ook aan nestbouw dachte ze.
Wat wisten ze hun plekje prachtig te kie
zen: een schuin naar omlaag loopende nis
in den drogen grachtmuur, ongeveer 4 m
boven den grond en 2 m onder den bo
venrand, van buiten af volkomen aan
het oog onttrokken. Hier legde het wgfje
een 3-tal eieren, bijna rond, rood-bruin
gevlekt.
Niet altijd zijn de nesten zoo onbereik
baar. Op een tochtje langs den Ruigen
Weg dit voorjaar ontdekten we in een
dicht boschje,,niet ver van St. Maartens-
vlotbrug, een torenvalk, die een oud
eksternest in beslag had genomen. Hier
lagen de eieren bijna zoo voor 't grijpen.
En op Texel zag ik in de duinen meer
dere nesten van torenvalken onder strui
ken op den grond. Onze valken zaten
rustig, goed verborgen en hoe vaak ik
dun doen en laten ook bespiedde, de
juiste plaats van 't nest kon ik slechts
vermoeden.
Hier werden de jongen geboren, eerst
wit-wollig, later toen de pennen zich
vertoonden en van penseeltjes tot veereu
uitgroeiden, kwam er meer kleur en tee-
kening. Ze groeiden snel van al de mui
zen en insecten, die vader en moeder
aanbrachten en voor hen verdeelden. Het
werd hen te eng, ze wilden wat meer van
de wereld zien en eindelijk vertoonden ze
zich op den rand van de nis, uitziend naar
de met buit verwachte ouden.
Nu werden ze echter ontdekt; wel glip
ten ze gauw naar binnen, maar 't was te
laat. Met een ladder waren ze wel te be
reiken en nu konden we van heel dicht
hij kennis maken met de nuttige roever-
tjes. Wat zaten ze daar prachtig, wegge
doken in den versten hoek, met hun
groote, donkere oogen verbaasd en ang
stig ons aanstarend; de blauw-zwarte ge
kromde snavel tot den "aanval gereed Hoe
mooi onderbraken de zwarte vlekjjes het
roestbruin van kop, rug en vleugels.
Zwarte dwarsbanden deden 't bruin van
den staart te beter uitkomen.
Wat zijn ze schiterend, zulke jonge
torenvalken. Als aandenken aan hun ont
moeting met den mensch kregen ze alle
drie een aluminium ring om den gelen
poot met nummer en adres: Rijks Mu
seum Leiden Holland. Zonder deze rin
gen is voor ons de ges< hiedenis van een
uitgevlogen jonge vogel uit. Met deze
ringen leeren we den leeftijd, de (rek, de
verspreiding enz. van onze in 't wild
levende vogels kennen.
Daar verscheen de oude valk, die de in-
<h ingers bespeurde en luide zijn veront
waardiging uitte. We verlieten zoo gouw
Deze specialiteit van
Zwanenberg is algemeen
bekend als onovertroffen
mogelijk de plaats, om het terrein aan de
valken te laten en de vogels ni -„e veel
te verontrusten.
Nu vliegen de jongen reeds uit en wor
den door de ouden ingewijd in de gehei
men van de jacht. Slechts zelden vergrij
pen ze zich hierbij aan een vogel. Ze ver
dienen de bescherming, die ze nok dooi
de wet genieten ten volle.
A. S.
De rechtgeaarde Haarlemmer is altijd
nog trotsch op den Hout. Als je Haarlem
zegt, denk je daarbij aanstonds aan den
Hout en dat inderdaad dit grootsche park
een sterke plaats in het gedachteleven
van de Haarlemmers heeft ingenomen,
bewijst het groot aantal benamingen van
straten, die aan den Hout den naam ont
leend hebben.
En toen fiets en bus nog niet de men
schen gemakkelijk voerden bulten eigen
omgeving moet de Hout inderdaad wel hei
ontspanningsoord zijn geweest van het
groote publiek.
En deze herinnering zit zoo vastge-
smeed als een heilige traditie bij de Haar
lemmers, dat met een zekere eerbied
wordt gesproken over den Hout.
Deze Hout zal er wel heel wat an/ers
hebben uitgezien dan thans, nu groote
brokken zijn weggevallen onder <ie nood
zakelijke uitbreidingsbehoefte van de
stad en die van het verkeer.
Maar ondanks dat blijft de Hout nog
een grootsch park met zijn hoogopgaand
geboomte en zijn rustige laantjes, waar
nog ongestoord kan worden gewandeld
zonder opgejaagd te worden door het ver
keer. Wel loopen eï ook auto- en f iets
wegen door, maar er zijn ook verschil
lende laantjes waar de voetganger slechts
het terrein beheerscht en het motor- en
rijwielverkeer uitgeschakeld is.
Geen wonder, dat, vooral kinderen en
oudere menschen daar hü voorkeur
toeven.
Heeft men in Den Heiuer zijn bank aan
het Wierhoofd, waar het zoo aangenaam
is te „buurten", in den Hout ziet men ook
van die centraalpunten op de talrijke ban
ken; waar ouden van dagen en gepen
sioneerden eikaars gezelligheid zoeken.
De Hertekamp blijft een attractie voor
velen. Geheel de omzooming van dep Hout
biedt iets rustigs en is een weelde voor
het oog, vooral voor hen, die het schoone
van lommer kunnen waardeeren.
Iets grootsch in inderdaad de z.g.
Spanjaardslaan, die de Zuidzijde van den
Hout als grens heeft en die vooral de
voetballers wei bekend zal zijn omdat
daarop uitloopt de toegang tot de voetbal
terreinen van, de door van der Meulen
vooral bekende, vpethalclph H-F.C. v
Qverpl ziet men nestkastjes aangebracht,
en hier en daar een voedertafeitje voor
de velerlei vogeis, die hier hulzen en
waarvan de lijsters wel het meesi opval
lend zijn. Doch ook meezen, sijsjes, en
allerlei ander klein grut bevolken dit
lustoord. De Vlaamsehe Gaai, uitmuntend
door zyn prachtig vederkleed is hier een
inheemsche gast, die je menigmaal te zien
krijgt.
Eekhoorntjes komen hier ook ln flink
aantal voor en het is een genot deze
slanke, aalvlugge langstaarten te zien
scharrelen. Vooral op het terrein van hel
Hertenkamp waar ze zich in elk opzicht
veilig schijnen te weten, maken ze in 't ge
heel geen aanstalten om zich schuw te ge
dragen. Integendeel rustig drentelen ze
heen en weer, zoodat ze zich ln groote
belangstelling dan mogen verheugen.
Bij de voedertafeltjes zijn ze ook vaste
klanten en het is verwonderlijk, hoe ze
zich aanpassen hij de menschen, die ze
graag wat pinda's gunnen. Sommige
houtbezoekers hebben het, met geduld
zoover weten te brengen, dat de eek
hoorntjes vlak bij hen, komen om het
voedsel weg te kapen, dat hen wordt toe
geworpen.
Het gebeurt, dat je ze dwars over den
zeer drukken Wagenweg (verbindings
weg HaarlemLeidenDen Haag) ziet
gaan, dwars door het verkeer heen en
je staat verbaasd, hoe de beesten zich
ook daaraan hebben weten aan te passen.
Het Restaurant Hildebrand aan Dreef
en Hout wekt herinneringen op aan
Nurks in den Haarlememrhout uit (1e
Camera Obscura. Misschien heeft hg
daar met dezen zwartgallige wel het ge
doe in den Hout gadegeslagen.
In dien tijd moet de Hout wel groot-
scher zijn geweest, want het verkeer
heeft ook zijn spoor getrokken en er is
daaraan wel heel wat opgeofferd.
Toch bljjft het geheel nog een groot-
schen indruk hieden, vooral door het Im-
poneerende hoog opgaande geboomte.
De Dreef, uitloopend in den Hout, en
waaraan het Provinciaal Gebouwencom
plex staat, is een wandel- en rijweg van
indrukwekkende schoonheid. Breed van
aanleg en met geweldig forsch geboomte,
imponeert De Dreef telkens als je er door
gaat.
En dan plotseling sta je weer midden in
het drukke verkeersgewoel. op het Hout
plein om er aan te worden herinnerd, dat
Haarlem een combinatie van rustieke
landelijkheid en groote stadsleven is.
Waarschijnlijk ook daarom zal het
voor den forens zooveel bekoorlijks heb
ben, want de stadsniensch moge nog zoo
verlangen naar de stilte van <lc natuur,
buiten een glimp van het stadsleven kan
hij nu eenmaal ook niet.
Toch heeft dat stadsleven een ander
karakter dan van b.v. Amsterdam, want
om een uur of tien, halfelf, zakt de drukte
in de straten hier af, zelfs de groote
café's toonen dan nog schaarsche bezoe
kers.
Dat is nu echter geen slechte eigen*
schap in het Haarlemsche leven, maar
het demonstreert in zekeren zin het pro
vincialisme van Haarlem.