Nette Heldersche menschen in het4/i e G ZWANENBERG'S Uit het politie-rapport. Callantsoog. Van Ewijcksluis. Wieringen. Schagen. Texel. Yvel Dl. BOTERHAM. WORST HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 31 JULI 1734. TOEGANG VERBODEM UMnm et toéév! vvnurg %erihuis Hit de naiu Uit de Kenaustad. telkens als haar katle-vriendje Felix op het doek verscheen. Een groot gedeelte van de film was natuurlijk gewijd aan reclame, vele firma's, die in den trein exposeeren, vestigden bij voorbaat de aandacht op hun stands en producten O. m. werden aardige filmpjes vertoond van de King's pepermunt, Bruinsma'e ge brande suiker, Liga-producten, Rubber fabriek Bastiaansen, Niemeüer's Ster tabak. Als cluitstuk van deze serie een aardig teekenfilmpje: „Felix doet 't electrisch! Tevreden over dit leuke intermezzo op het alledaagsche leven gingen de honder den om ruim 10 uur uiteen. De Oranje- trein is uitnemend ingeleid.... Opgesloten. De persoon, die zich als verdacht van diefstal aan het Hoofdbureau van politie jn bewaring bevond, is hedenmorgen door de recherche naar het Huis van Bewaring te Alkmaar overgebracht. Diefstal. Door een inwoner dezer gemeente weid aangifte gedaan van ontvreemding van cenig geld uit de woning. De recherche stelt een onderzoek in. Vermissing van een strandtent. Door een persoon werd aangifte gedaan van vermissing van een strandtent, welke was geplaatst op het strand bij paal 3. Een onderzoek wordt ingesteld. STRANDFEEST. Hoewel het weer zich aanvankelijk zeer slecht liet aanzien, besloot de commissie om het eerste strandfeest toch te doen doorgaan. En zeker heeft zij geen spijt van haar besluit gehad. Immers 34 paren meldden zich aan. Het feest bestond uit het maken van zandhoopen. Het was een lust te zien hoe er gewerkt werd. Gedu rende twee uren waren alle deelnemers in touw, om maar een zoo groot moge lijke hoop bij elkaar te krijgen. Om kwart voor vijf werd het sein gegeven om te eindigen. De vlaggetjes werden op de hoopen -geplant en ieder was nu in ge spannen afwachting. Na eenigen tijd begon het wassende water aan de zand hoopen te knabbelen en het duurde niet lang, of de eerste vlag moest het hoofd buigen. Na een tiental minuten waren de meeste vlaggen gesneuveld. Nog een zevental stond fier te wapperen. Doch ook hier had de zee geen pardon en met slechts korten tijd verschil verdwenen zij in de golven. Slechts de prijsuitreiking restte. Allereerst sprak de heer P. Vos, voorzitter der V.V.V. eenige opwekkende woorden. Hierna ging de heer H. J. Schut, voor zitter van de commissie, over tot het uit reiken der prijzen. Hieronder laten we de nauwkeurige uitslag volgen: le prijs Jan Vos en Jb. Vos, ieder een bon ter waarde van f 3.50. 2e prijs mej.A. Tholen en den heer K. van Kampenhout, ieder een bon ter waarde van f 2.50. 3e prijs P. Timmerman en G. J. de Wit, ieder een bon ter waarde van f2.— 4e prijs mevr. De Waal en mevr. Schut, ieder een bon ter waarde van f 1.60. 5e prijs J. Zeeman en C. Oskam, ieder een bon ter waarde van f 1.—. Troostprijs P. de Boer, bon ter waarde van f 1.—. De commissie voor dit feest, bestaande uit de beeren A. Thomasz, J. Schager, D. Prins, Jb. de Waal en H. J. Schut, kan op een prachtig geslaagd feest terug zien. Zij hebben geheel belangeloos hun tijd hiervoor beschikbaar gesteld. AUTO-ONGEVAL. Zondagavond te omstreeks 9 uur kwam de heer K. uit Den Helder, vanaf de rich ting Wieringen. Toen hij met het oog op de te nemen bocht, reeds op de brug over het Balgzandkanaal begon te remmen, slingerde het voertuig beduidend, doch kwam veilig op den weg terug. Nog geen moment echter daarna verloor de auto wederom haar evenwicht, slingerde overzij en vloog op het trottoir. Het wiel brak van de spaken, terwijl de ruiten volkomen vernield werden. Van de 3 inzittenden bekwamen er 2 lichte verwondingen. LOOP DER BEVOLKING, over Juli 1934. Ingekomen: Mw A. v. d. Stam uit Rheden; A. H. van Wijek en gezin uit Amsterdam; E. Henkei uit Roosteren; J. Y. Holtrop en gezin uit Medemblik; W. Meijer en gezin uit Groningen; Mw. E. Engel geb. Dol uit Wervershoof; Mw. M. H Jorna uit Franeker; Mw. G. C. Nap geb. Groet uit Schagen; N. Nap uit Bar- singerhorn; Y. Kampman uit Medemblik; Mw. G. Wnlthers geb. v. de Zwaag uit Leek; L. Wisse uit Ritthem; Wed. H. Medik geb. K. Jongens uit Edam; Mw. A. Wolters geb. Fonck; M. Th. Rau uit Al- blasserdam; Mw. G. Berkemeijer; D. C. Kooij en gezin uit Texel; Mw. M. Bos boom uit Koedijk; gezin H. Kroon uit Em- men; Jac, Halma uit Ferwerderadeel: Mw. G Tuinman uit Alkmaar; Corn. Korshuize uit Medemblik; Tj. van der Wal uit Drachten. Vertrokken; A. P. Vermeii en ge zin naar Sliedrecht; Mw. E. F. de Wit naar Den Helder; P. Volder en gezin naar Lelden; Joh. Vrieling en gezin naar Fra- nekeradeel; R. Schuiling en gezin naar Wildervank; J. C. N. Ringeling en gezin naar Leeuwarden; C. Jaspers en gezin naar Elsloo; L. Je Henna naar Pantuma- deel; J. van Dijk naar Bloemendaal; Mw H. Janko naar Leeuwarden; S. de Graaf en gezin naar Medemblik; J. Pb. de Vries en gezin naar Schagen; Jn. Bakker naar Medemblik; J. H Zweep naar Anna Pau- lowna: Mw. J. Meering naar Wieringer- waard; J. Jaspers en gezin naar Elsloo; Jn. Eizinga en gezin naar Oldeboorn; P. Baars en gezin naar Geldermalsem; C. Haremaker en gezin naar Waalwijk; I. van Biert naar Stad aan 't Haringvliet; Mw. G. Wiebenga naar Slootdorp; L. Sie- ben naar Ambt Hardenberg; Mw Joh. Burrij naar Wonseradeel; L. Hooijkaas naar Midenmeer; A. van Mil naar Barsin- gerhorn. OVERWERK VERGUNNING. Dooi den Hoofdinspecteur van den Ar beid is overwerkvergunning verleend van 30 Juli tot en met 1 September a.e. aan de Fa. O. J. Bosker alhier, aan 60 werk lieden voor het maken van een wegbaan door bet lage gedeelte van den Stroeër- koog, en van 30 Juli tot 15 October 1934 eveneens aan genoemde firma voor her stellingswerken in de smederij te Den Oever. Hippolytoshoef. DE KERMIS. De kermis is, ondanks de nogal vele en vaak flinke regenbuien, druk bezocht, en het zijn vooral de schouwburg en de bioscoop die veel publiek trekken. De revue's „Dat Doet De Deur Dicht" en „In Pyjama" blijken een succes te zijn. Toch kan men bemerken dat ook hier de crisis gevoeld wordt, dit in verband met het uitgeven van contanten, die in vroeger jaren rijkelijk stroomden, doch thans heel wat economischer aangewend worden. ONGEVAL. Zaterdag j.1. rukte een aan de hand van haar moeder loopend meisje zich los, en wilde achter een autobus loopen, toen zij te laat bemerkte, dat een auto van den anderen kant naderde. Hoewel het voer tuig onmiddellijk stopte, kon niet voor komen worden dat het meisje een hoofd wond opliep. Door een sooedig ter plaatse zijnde dok ter is het slachtoffertje verbonden. Den Oever. AANRIJDING. J.1. Maandagmorgen reed het zoontje van den heer IJ. alheir per rijwiel op den Geesterweg. Door onoplettendheid reed hfj pardoes tegen den uit de Hofstraat komenden vrachtauto van de fa. A Om wonenden namen het knaapje op. De ont boden geneesheer constateerde een arm- fractuur en achtte opname in het zieken huis te Den Helder noodzakelijk. Den be stuurder van den vrachtauto treft geen schuld. AUTO- VERNIELD. Zondagavond om ongeveer 8 uur kwam de heer T. O., wonende alhier, met een luxe auto -van Alkmaar. In de beruchte Coupure, een S-bocht, waarin elk uitzicht is belemmerd, reed de chauffeur met een CO km vaartje tegen een hek. De auto werd zwaar beschadigd; de chauffeur kwam met den schrik vrij. Dit ongeval moet alleen geweten wor den aan roekeloosheid. DE ORANJE-TREIN. Zaterdag is de Oranje-trein te Schagen gearriveerd. Vooral van de zijde der jeugd was er voor deze aankomst veel belang stelling. De Vz km lange colonne werd op dood spoor gebracht, waa Maandag door velen een kijkje werd genomen. De trein is een waardig reclameobject voor Neder- landsch fabrikant en een bezoek over waard. Onze piaatsgenooot, de heer M. T. Roep, thans te Hilversum, slaagde te Haarlem voor de acte Handenarbeid. Den Hoorn. AFSCHEID ONDERWIJZERES. Mej. Lagendijk, onderwijzeres aan de O.L. school te Den Hoorn heeft Vrijdag afscheid genomen van hare leerlingen, wegens vertrek naar elders. De kinderen hadden voor deze gelegenheid het school lokaal feestelijk versierd en boden de scheidende onderwijzeres een fraaie vaas met bloemen aan. De jeugd werd hierna rijkelijk getrac- teerd. Mej. Lagendijk is 3 jaren alhier werkzaam geweest, en gaat thans dezelfde functie vervullen te St. Maartensdijk in N.-Holland. De Koog. STRANDFEEST. A.s. Zaterdag zal te de Koog een groot strandfeest worden gehouden, 's Morgens om 10 uur zullen de feesten aanvangen met een wedstrijd in 't maken van strand- figuren. Aan dezen wedstrijd mogen al leen kinderen van badgasten deelnemen, 's Middags om 2 uur zullen er wedstrijden zijn voor alle schoolkinderen. Voor meis jes ballegspel-aardappelen in mandje, en zakloopen, voor jongens hardloopen, hard- loopen met hindernissen en touwtrekken. De wedstrijden worden opgeluisterd met muziek, 's Avonds orn 7.46 wordt een op tocht gehouden naar het terrein, begeleid door een muziekcorps, waar een stoelen dans gehouden wordt.. Omstreeks 10 nur wordt het feest besloten met een lampion optocht. Moge 'i weer ditmaal eens gun stig zijn. Leeaai„Als er drie vogels op een tak zitten, en ik schiet er een dood, hoeveel blijven er dan zitten?" Jongen: „Geen een. meester!" ZEER VEEL GASTEN. Zaterdag is hier het z.g. „hoogseizoen" aangebroken. Bij honderdtallen zijn Za terdag, Zondag en Maandag de gasten op Texel gearriveerd. De bevolking van ons eiland is wel minstens met de helft vermeerderd. Vooral in clubhuizen en tenten vertoeven vele personen, in vele hotels en pensions zijn echter nog wel plaatsen open. Vooral Maandag was het aan Den Burg zeer druk. Een buitenge woon groot aantal vreemdelingen was naar Den Burg getrokken om hier de Texelsche schapenmarkt te bezoeken. Er heerschte dan ook in Den Burg des voormiddags een ongekende drukte. WINKELWEEK. De Alg. Texelsche Middenstands-ver- eeniging heett het voornemen in 't a.s. najaar een winkelweek te,houden. Naar de Telegr. verneemt is den kunst schilder Conrad Kikkert, die hier op Texel langen tijd verblijf hield, en aan wien „de zandkuil" destijds toebehoorde, door den president van de Fransche Republiek het ridderkruis verleend der orde van het Legioen van Eer. MARKTOVERZICHT. Nog steeds is de markt, vooral door den grooten lammerenaanvoer, zeer druk. Maandag werden dan ook weer ruim 700 lammeren verhandeld; de prijzen laten echter veel te wenschen over: ondanks de over 't algemeen zeer goede kwaliteit, werd een middenprüs betaald, die iets be neden de 7 bleef. Beter is de schapen- handel, ondanks de belangrijke aanvoer, vooral als men dien vergelijkt bij verle den jaar; toen werd betaald 8 voor de gelde- en 10 tot 12 voor de vette scha pen; thans gingen de vette schapen voor prijzen van 15 tot 18, de geldeschapen deden gemiddeld 13. Rundvee was er ook nu weer weinig; een viertal koeien, waarvan de beste gin gen voor ongeveer 140; de nuchtere kal veren brachten gemiddeld 6, graskalve ren tot 20 en vette kalveren tot 46 op. Biggen waren er niet, alleen enkele schrammen, waarvoor ongeveer 15 per stuk werd gemaakt. Varkens op de boer derijen doen gemiddeld 15 ct. per pond. Aan de eierenveiling was een belang rijke prijsstijging waar te nemen; de mid den prijs (eieren van 60 kg gemengd) be droeg 2.95 tot 3, is ruim 60 cent hooger dan verleden week. Art.461 WB.v.Strafr Sjiir»»1 Natuurlijk gaan ze de bosschen afsluiten, prik keldraad plaatsen! Na tuurlijk komen er meer van die bordjes als de toeristen allerlei afval, schillen en doozen over al neersmi'tpn el/tg Op het perron in Alkmaar.. Lang en slank boven de jachtige, naar electrischè treinen snellende reizigers, staat rustig en vriendelijk mijn Wieringer vriend, rijks veldwachter Admiraal. Ah, die Admiraal!...Hoe vaak heeft hij reeds mijn levenspad gekruist. Ik zie ons beiden nog, jaren geleden, dwalende j>ver de groene, bebloemde vel- noen uwaiciiuc UVC1 UC g± den van Wieringen. Het was in de lente van 1919.... Wat hebben wij beiden veel voetstappen op Wieringen liggen.. Die lente van 1919. De lucht vol teere geuren.... de lam meren huppelden tusschen de Wieringer wallen, naast bezorgd blatende moeder schapen. De boerenjongens op de velden waren rap aan den arbeid.Vredesarbeid. Zij hadden afgelegd het doodende geweer, ook den sabelriem, die hun lendenen om gord had, droegen zij niet meer. Zij had den klaar gestaan, waren paraat geweest, om, als het moest, eervol den Nederland- AfMOTCROttl IN ALKMAAR De Alkmaarsche cipier: 't Hotel is tjokvol nette menschen. De Haarlemsche cipier: Geen plaats meer. De Haaqsche cipier: We zullen es kijke of er nop een plaatsie is. schen bodem te verdedigen...maar Ne derland was altijd een heilig plekje grond geweest, te midden der volkeren. In den titatenstrijd van de wereld werd Nederland niet door den oorlogsgruwel gegeeseld. De Voorzienigheid zij gepre zen! En hoop e-n liefde, geluk, vertrouwen en arbeid, bloeden op. De menschen wa ren weer mensch geworden. Ze poogden het vreeselijke leven in de loopgraven te vergeten. Weet je 't nog Admiraal Wieringer veldwachter, getrouwd met een Wieringer maatje, hoe wij in dien gelukkigen tijd broederlijk over Wieringen gingen te midden van die eenvoudige eilanders? En de Kroonprins ging vaak naast ons., en dan spraken wij met ons drieën over den tijd, die achter ong lag en die, naar wij hoopten, nooit zou weerkeeren. Toen was de wereld weer hernieuwd. In die dagen was er weer arbeid en vreugde en welvaart, misschien in schhn welvaart. Je had weinig arrestanten Ad op Wie ringen. Ze mochten je daar wel. Cerberus van den kroonprins;..maar toen was er ook werk. Er was zelfs hoog-conjunctuur. In de fabrieken en op 't land arbeidden de menschen eri er werd veel heel veel geld verdiend...Toen regende het geen boeten en die beboet werd, betaalde want men had angst voor de gevangenis. En toch, het was alles schijn Ad Alles het is weggevaagd. De vrede en vreugde en arbeid is versmolten. Weer dreigen oorlogsgevaren fabrie ken liggen stil de landerijen zijn ver laten. Nooit was de werkloosheid zoo groot als nu, nimmer de armoede zoo vaal en grauw nooit had je zooveel arrestanten, Admiraal als nu. Die jongen.die je nu bij je hebt, op 't Alkmaarsche perron, dat is vast geen dief en ook geen schurk. Hij kijkt schuw en verlegen, Ad. In zijn plik is niets slechts. Waarom voer je hem gevankelijk weg? Wat heeft-ie gedaan? Das „verlegen" aardig, zegt Admiraal op zijn Wieringsch, das „verlegen" aar dig. Yvel. Ik heb u na uw ontslag in Alk maar niet meer. teruggezien. Hoort u nog wel eens wat van Wilhelm? Waar moet u naar, toe? Naar Den Haag, Ad. Das kassuweel, ik moet ook naar Den Haag, metu begrijpt wel, deze arrestanten. Uit Den Helder één en één pit Wieringermeer U kijkt zoo ongeloovig begrijpt u me niet? Neen, dat begrijp ik niet, zeg ik. Moet je met Heldersche arrestanten naar een Haagsche gevangenis? Het is kwart voor twee nog twee mi nuten, dan vertrekt de electrische trein naar Haarlem, en die mogen wij niet mis sen, zegt Admiraal. Ze wachten op ons! Wij stappen dus haastig in. De jongen met zjjn medegevangene loopt vooruit. Ze zijn in den greep van Admiraal. „Wat snap je niet, zegt Admiraal, als wij in de electrische zitten?" „Dat een jongen uit de Wieringermeer een honderd kilometer op transport als gevangene naar Den Haag moet, om daar zijn straf uit te zitten, herhaal ik, dat is zuivere geldverspilling. Is er in Alkmaar geen plaats? Ad zwijgt diplomatisch, maar één Heldersche gevangene is een beetje nijdig, niet op Ad, o nee, maar op den Staat der Nederlanden. Hij heeft gevent zonder vergunning, en moet twee dagen brommen. De gevangene heeft groot on gelijk, hij heeft niet te venten zonder ver gunning. De wereld is overstroomd door arme straatventers, en ook met deftige reiziger-venters. De grootste fabrikanten leuren en ven ten tegenwoordig en blijven niet stroppen zitten heele groote winkels zitten vol be vroren goed. Lucifers en garen en band heeft de wereld ook hoopies zat. Arbeid werk, daarnaar hunkert de maatschappij! Dit zeg ik ook tegen den gevangene, maar de gevangene zegt, dat hij ziekelijk is, dat hg niet kan werken, en hij is boos. (Wordt vervolgd). DE TORENVALK. Een roofvogel nit onze omgeving. Rustig, ais ingeslapen, na 't rumoeren 't drukke soldatenleven der mobihsatiOf jaren ligt In t oude lort aan <le uitloopers van onze duinen. Een wa post voor onze zeegaten van niet fe 1 'ifoo^"fortwachtter en militaire politie wèl bewaakt, is het een heerlijk piekje voor vogels, die de stilte zoeken, d - nabijheid der menschen schuwen. Vogels, die onze omgeving verlevendigen, die we niet gaarne zouden missen in t Jano- M Hier boren in de wallen de oeverzwalu- wen hun gangen, aan welke einden zij hun nestjes hebben, en vervroolyken de oude werken met hun blij gekwetter. II wist de tapuit in oude verbrokkeld, muurstukken zijn jongen groot te bren gen. Eind April waren ze samen geko men, met z'n zevenen vertrokken ze weei, begin Juli. In de hoogopschietende den nen, die de Oostzijde als een mantel om hullen, had een ekster zijn takkennest gevlochten, en schaterde zijn blijdschap uit, dat het zoo goed verborgen zat m do dichte naaldenkruin. Houtduiven wilden hier ook wel begin nen en kozen mooie plekjes in de oksels der dennentakken, maar hun huurman, de ekster, duldde hen niet en roofde de eieren. Stukgepikte eierschalen op den grond, verlaten nestjes in de hoogte ge tuigden van den rooflust van de bonte schetteraar. In 't dichtst der dennen verslaapt do velduil den dag, na een nacht van druk gejaag. Of hij hier ook nestelt? Begin April, waren ze teruggekeerd, onze valken, naar hun oude horst op den, fortwal, na hun reis. naar Zuidelijker lan den. Ze vonden de plaats even verlaten en eenzaam als toen ze in Octobei? vertrok ken. De lente zat hen in 't bloed. Afschie tend van de hooge wallen, zeilden ze hooger en hooger in groote kringen tor ze als een stipje haast verdwenen in de lenteluchtt, vroolijk hun; „kli, kli kli" uitschreeuwend. Een heerlijk gezicht de vogels zoo te bespieden in hun levenslustige lente stemming. Ze weten soms niet, wat ze doen moeten van louter uitbrekende levensenergie en uitgelaten blijheid. Meestal vliegt de valk piet zoo hoog, vooral als hij op buit loert. Langs onze dijkglooiingen, langs de fortwallen, in het duinterrein, overal kunt ge hem bezig zien, de nuttigste van alle in ons land voorkomende roofvogels. Hij is ongeveer zoo groot als een duif, z'n staart is lan ger, z'n kop lijkt stomper, terwijl z'n spitse vleugels hem tot een behendigen vlieger maken. Kop in den wind, op één punt in de lucht stilstaand, gaan alleen de vleugels snel op en neer (dit heet bidden). Scherp turen de oogen naar omlaag, speurend naar prooi. Wee, 't veldmuisje, dat zich te ver van zijn hol waagt of zich aan den ingang van zijn onderaardsche woning vertoont. Plotseling vouwt de valk zijn vleugels, schiet bliksemsnel omlaag, grijpt toe met "zijn gekromde klauwen 'cii voert zijn buit mee in de lucht, om hem. op een stil plekje met huid en haar te verslinden. Haren én te groote beentjes' klonten samen in de krop en worden als. „haarballen" uitgespuwd. Op hun rust plaatsen vindt rtien geregeld deze Over-' hlijfselen. Hierdoor kunnen we ook vast stellen, welk voedsel ze verkiezen. Niet altijd heeft de valk succes, met een wijden zwaai zeilt hij dan verder, om op een andere plaats z'n geluk te beproeven. Als dan de zon op zijn vleugels schittert, kunt ge 't warme rood-bruin van rug en vleugels goed waarnemen. Aan deze kleur, z'n grootte en wijze van jagen is hij direct te kennen. Maar ook aan nestbouw dachte ze. Wat wisten ze hun plekje prachtig te kie zen: een schuin naar omlaag loopende nis in den drogen grachtmuur, ongeveer 4 m boven den grond en 2 m onder den bo venrand, van buiten af volkomen aan het oog onttrokken. Hier legde het wgfje een 3-tal eieren, bijna rond, rood-bruin gevlekt. Niet altijd zijn de nesten zoo onbereik baar. Op een tochtje langs den Ruigen Weg dit voorjaar ontdekten we in een dicht boschje,,niet ver van St. Maartens- vlotbrug, een torenvalk, die een oud eksternest in beslag had genomen. Hier lagen de eieren bijna zoo voor 't grijpen. En op Texel zag ik in de duinen meer dere nesten van torenvalken onder strui ken op den grond. Onze valken zaten rustig, goed verborgen en hoe vaak ik dun doen en laten ook bespiedde, de juiste plaats van 't nest kon ik slechts vermoeden. Hier werden de jongen geboren, eerst wit-wollig, later toen de pennen zich vertoonden en van penseeltjes tot veereu uitgroeiden, kwam er meer kleur en tee- kening. Ze groeiden snel van al de mui zen en insecten, die vader en moeder aanbrachten en voor hen verdeelden. Het werd hen te eng, ze wilden wat meer van de wereld zien en eindelijk vertoonden ze zich op den rand van de nis, uitziend naar de met buit verwachte ouden. Nu werden ze echter ontdekt; wel glip ten ze gauw naar binnen, maar 't was te laat. Met een ladder waren ze wel te be reiken en nu konden we van heel dicht hij kennis maken met de nuttige roever- tjes. Wat zaten ze daar prachtig, wegge doken in den versten hoek, met hun groote, donkere oogen verbaasd en ang stig ons aanstarend; de blauw-zwarte ge kromde snavel tot den "aanval gereed Hoe mooi onderbraken de zwarte vlekjjes het roestbruin van kop, rug en vleugels. Zwarte dwarsbanden deden 't bruin van den staart te beter uitkomen. Wat zijn ze schiterend, zulke jonge torenvalken. Als aandenken aan hun ont moeting met den mensch kregen ze alle drie een aluminium ring om den gelen poot met nummer en adres: Rijks Mu seum Leiden Holland. Zonder deze rin gen is voor ons de ges< hiedenis van een uitgevlogen jonge vogel uit. Met deze ringen leeren we den leeftijd, de (rek, de verspreiding enz. van onze in 't wild levende vogels kennen. Daar verscheen de oude valk, die de in- <h ingers bespeurde en luide zijn veront waardiging uitte. We verlieten zoo gouw Deze specialiteit van Zwanenberg is algemeen bekend als onovertroffen mogelijk de plaats, om het terrein aan de valken te laten en de vogels ni -„e veel te verontrusten. Nu vliegen de jongen reeds uit en wor den door de ouden ingewijd in de gehei men van de jacht. Slechts zelden vergrij pen ze zich hierbij aan een vogel. Ze ver dienen de bescherming, die ze nok dooi de wet genieten ten volle. A. S. De rechtgeaarde Haarlemmer is altijd nog trotsch op den Hout. Als je Haarlem zegt, denk je daarbij aanstonds aan den Hout en dat inderdaad dit grootsche park een sterke plaats in het gedachteleven van de Haarlemmers heeft ingenomen, bewijst het groot aantal benamingen van straten, die aan den Hout den naam ont leend hebben. En toen fiets en bus nog niet de men schen gemakkelijk voerden bulten eigen omgeving moet de Hout inderdaad wel hei ontspanningsoord zijn geweest van het groote publiek. En deze herinnering zit zoo vastge- smeed als een heilige traditie bij de Haar lemmers, dat met een zekere eerbied wordt gesproken over den Hout. Deze Hout zal er wel heel wat an/ers hebben uitgezien dan thans, nu groote brokken zijn weggevallen onder <ie nood zakelijke uitbreidingsbehoefte van de stad en die van het verkeer. Maar ondanks dat blijft de Hout nog een grootsch park met zijn hoogopgaand geboomte en zijn rustige laantjes, waar nog ongestoord kan worden gewandeld zonder opgejaagd te worden door het ver keer. Wel loopen eï ook auto- en f iets wegen door, maar er zijn ook verschil lende laantjes waar de voetganger slechts het terrein beheerscht en het motor- en rijwielverkeer uitgeschakeld is. Geen wonder, dat, vooral kinderen en oudere menschen daar hü voorkeur toeven. Heeft men in Den Heiuer zijn bank aan het Wierhoofd, waar het zoo aangenaam is te „buurten", in den Hout ziet men ook van die centraalpunten op de talrijke ban ken; waar ouden van dagen en gepen sioneerden eikaars gezelligheid zoeken. De Hertekamp blijft een attractie voor velen. Geheel de omzooming van dep Hout biedt iets rustigs en is een weelde voor het oog, vooral voor hen, die het schoone van lommer kunnen waardeeren. Iets grootsch in inderdaad de z.g. Spanjaardslaan, die de Zuidzijde van den Hout als grens heeft en die vooral de voetballers wei bekend zal zijn omdat daarop uitloopt de toegang tot de voetbal terreinen van, de door van der Meulen vooral bekende, vpethalclph H-F.C. v Qverpl ziet men nestkastjes aangebracht, en hier en daar een voedertafeitje voor de velerlei vogeis, die hier hulzen en waarvan de lijsters wel het meesi opval lend zijn. Doch ook meezen, sijsjes, en allerlei ander klein grut bevolken dit lustoord. De Vlaamsehe Gaai, uitmuntend door zyn prachtig vederkleed is hier een inheemsche gast, die je menigmaal te zien krijgt. Eekhoorntjes komen hier ook ln flink aantal voor en het is een genot deze slanke, aalvlugge langstaarten te zien scharrelen. Vooral op het terrein van hel Hertenkamp waar ze zich in elk opzicht veilig schijnen te weten, maken ze in 't ge heel geen aanstalten om zich schuw te ge dragen. Integendeel rustig drentelen ze heen en weer, zoodat ze zich ln groote belangstelling dan mogen verheugen. Bij de voedertafeltjes zijn ze ook vaste klanten en het is verwonderlijk, hoe ze zich aanpassen hij de menschen, die ze graag wat pinda's gunnen. Sommige houtbezoekers hebben het, met geduld zoover weten te brengen, dat de eek hoorntjes vlak bij hen, komen om het voedsel weg te kapen, dat hen wordt toe geworpen. Het gebeurt, dat je ze dwars over den zeer drukken Wagenweg (verbindings weg HaarlemLeidenDen Haag) ziet gaan, dwars door het verkeer heen en je staat verbaasd, hoe de beesten zich ook daaraan hebben weten aan te passen. Het Restaurant Hildebrand aan Dreef en Hout wekt herinneringen op aan Nurks in den Haarlememrhout uit (1e Camera Obscura. Misschien heeft hg daar met dezen zwartgallige wel het ge doe in den Hout gadegeslagen. In dien tijd moet de Hout wel groot- scher zijn geweest, want het verkeer heeft ook zijn spoor getrokken en er is daaraan wel heel wat opgeofferd. Toch bljjft het geheel nog een groot- schen indruk hieden, vooral door het Im- poneerende hoog opgaande geboomte. De Dreef, uitloopend in den Hout, en waaraan het Provinciaal Gebouwencom plex staat, is een wandel- en rijweg van indrukwekkende schoonheid. Breed van aanleg en met geweldig forsch geboomte, imponeert De Dreef telkens als je er door gaat. En dan plotseling sta je weer midden in het drukke verkeersgewoel. op het Hout plein om er aan te worden herinnerd, dat Haarlem een combinatie van rustieke landelijkheid en groote stadsleven is. Waarschijnlijk ook daarom zal het voor den forens zooveel bekoorlijks heb ben, want de stadsniensch moge nog zoo verlangen naar de stilte van <lc natuur, buiten een glimp van het stadsleven kan hij nu eenmaal ook niet. Toch heeft dat stadsleven een ander karakter dan van b.v. Amsterdam, want om een uur of tien, halfelf, zakt de drukte in de straten hier af, zelfs de groote café's toonen dan nog schaarsche bezoe kers. Dat is nu echter geen slechte eigen* schap in het Haarlemsche leven, maar het demonstreert in zekeren zin het pro vincialisme van Haarlem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 6