Het Menu De opvoeding der vrouw in de Middeleeuwen T JUTTERTJE ZATERDAG 1! AUGUSTUS 1934 PAG. 3 Ontwikkelde vrouwen der hoogere standen Dichteressen in een nonnenklooster Opvoeding in de hofkringen door A. VAN DIJK—WIERSMA. Het moet steeds wéér gezegd wor den 'net is ons vrouwen niet altijd even goe gegaan als in den tegenwoordigen ti,jd. ïn de eerste duizend jaar na het begin onzer jaartelling, en zelfs nog in de Middeleeuwen, dacht de gegoede burger er niet aan zijn dochters eenige ontwikkeling of opvoeding te laten bij brengen. Slechts de jonkvrouwen uit adellijke geslachten werden geschoold, en dat wel zeer zorgvuldig. Tot in het begin van de twaalfde eeuw werd deze opvoeding uitsluitend in de nonnen kloosters gegeven; eerst daarna werd ze aan hofmeesteressen of gouvernan tes toevertrouwd. Ook aan het hof was de hofmeesteres belast, het jonge meisje de noodige opvoeding en ont wikkeling bil te brengen. Hoe veel meer zorg aan de ontwikkeling er in de vroege middeleeuwen aan het jonge meisje van adellijken huize werd be steed, dan aan die van den jongen man, moge blijken uit het feit, dat het in dien tijd meermalen voorkwam, dat de vrouw kon lezen en schrijven en de man niet. Dit bleef zoo tot aan het op bloeien van het humanisme. De éérste hóóger ontwikkelde vrou wen in deze streken ziin wel de doch ters van Keizer Karei de Groote ge weest. Toch strekte deze ontwikkeling zich niet verder dan tot wat bijbelsche kennis uit, want de Psalmen zijn eeuwenlang het eenige leer- en lees boek van de vrouw geweest. In den '.ld van keizer Karei was het zelfs aan nonnen verboden wereldsche liede- ren te schrijven. J" de tiende eeuw leerden niet al- ün j°nnon' maar ook andere vrou wen dikwijls Latijn. Bekend is, dat h-a aickt va. Otto de Groote, de Zwa- r hei gin Hadewieg, zélfs tiM j !?erde' zh het ook in den at ZÜ nog het vooruitzicht had, liiH ~yzantium te worden uitgehuwe- dat e ^tudie beviel haar zoo goed, kp'nnr'u Z1? iater door den monnik Ek- Hohoni U- Gallen op haar kasteel geven Latijnsch onderricht liet gaf daar aan den neef van Nipf ön ^i^Kscne les. haar i-?n hadewieg doet ons met denkpr,Uniei aan de moderne vrouw abdis va v ?aar zuster Gerbierg, die worden ti later 200 beroemd ge- hoordo tl?°j r Gandersheim was, be hoord o T er zander rde tot de geleerde dien tijd. Het seieerde vrouwen van danken 88 aan haar invloed te linge Rna Ude naara va" haar leer- is bliiwn d°or de eeuwen heen is noCT 1,. °,rtleven. De non Roswitha lincrp t>„ :"e naam v, is bUiwn door he ia ®ag geen°dft De maar han dertig jaar oud geworden, ge,nlg,ie" Va° helden'"'ft6! ?es boeken, waarvan de stammen a, elaren waren; verder hexameterw verscheidene legenden in Twee hn„iZef °.etis vers> van haar. eeuw valt P iaar later- in de 12e geleerde nm! Wederom een bijzonder Herrad vSJ1 Top,te merken. namelijk het Odilivni-i 1dsperg. de abdis van Zij maai to iPr in den Elzas- aardige en gedichten, die ze met heel luisterde en on,8ineele teekeningen op- hande]ingpn ckreef verder allerlei ver- 5erk is in io-A^..°rigineel van haar raatsburcr 11 de beschieting van hgd, maarT .;iammer genoeg vernie- hleven. afschrift behouden ge- H27 stierfe vui.iksche non Awa, die in K?n zich er^n «wnon ju den diepsten zin de moeder van de mo derne lyriek te zijn geweest. Haar ge dichten hadden natuurlijk slechts een religieuzen inhoud. Als zieneres werd de abdis Hildegard op den Ruprechts- berg by Bingen hoog vereerd. De ont wikkeling dezer vrouw, die in 1179 stierf, was inderdaad verbluffend: zij schreef zelfs over natuurwetenschap pen. Een Maagdenburger non, Mech- thild genaamd, schreef in hoog-Duitsch haar Openbaringen neer. In de hofkringen werd de nadruk eigenlijk niet zoozeer op de ontwikke ling van den geest van het meisje ge legd, als wel op de waardigheid van beweging, op de opvoeding tot „dame". De houding van het lichaam, het ma ken van bewegingen, ja de geheele ma nier van doen was daar aan strenge regels onderworpen, waaraan het jonge meisje zich te houden had. De vrouwen mochten een man niet lang aanzien, mochten hen niet aanspreken, mochten niet met open mond lachen, en niet luid spreken. In dien tiid moesten de vrou wen de borst intrekken, en het onder lijf naar voren strekken. Algemeen eischte men in dien tijd van de vrouw geneeskundige kennis. Zü kon dus de zieken en gewonden uit stekende diensten bewijzen. Vaardig heid in handwerken werd eveneens be oefend. In den tijd van Karei de Groote werden zelfs koningsdochters in ko ken, spinnen, naaien en weven gron dig onderwezen. Later werden deze werkjes aan dienstboden overgelaten en beperkten de werkzaamheden van de vrouw zich tot het vervaardigen van fijne handwerken. In deze latere tijden raakte ook het ongezonde gebruik in zwang, dat de moeders hun kinderen niet meer zélf voedden, maar dit aan een min over lieten. Deze dienst werd echter in hoo- ge kringen niet aan een min van nede rige afkomst overgelaten, daar men vreesde, dat dit het kind zou kunnen schaden, maar had bijvoorbeeld bii een koningin door een hertogin plaats, bij een hertogin door een gravin, en zoo verder. van deze week. Zondag: Vermicellisoep, Biefstuk, Princesseboonen, Aardappelen, Boschbessenpuddi Maandag; Kruidenommelet, Rijst met selderij, Gestoofde tomaten, Beschuit met kaas. Dinsdag: Versche worst, Versche worst met saus, Bloemkool, Aardappelen, Watergruwel. Woensdag: Bloemkoolsoep, Runderrollade, Andijvie, Aardappelen, Fruit. Donderdag: Koud vleesch, Sniiboonen, Aardappelen, Poffertjes. Vrijdag: Gebakken versche makreel, Gemengde sla, Aardappelsla, Nagemaakte spiegeleieren. Zaterdag: Runderlappen, Postelein, Aardappelen, Riinstruif. Boschbessen-pudding. 500 gram boschbessen, 75 gram suiker, sap en geraspte schil van 1 citroen, 1 theelepeltje kaneel, 34 liter melk, 40 gram custard (vanille), 50 gram suiker, 2 eieren. We wasschen de boschbessen, zoeken de kleine blaadjes uit, stampen ze in een gave emaille pan fijn en brengen ze (zonder water) aan de kook, ver mengd met sap en rasp van 1 citroen, en 75 gram suiker, daarna laten we de compote afkoelen en doen ze in een glazen vlaschotel. Mocht zij te dun ziin, dan binden wij de vruchtenmoes vooraf met een weinig maizena of sago. Van een halven liter melk houden we een klein kopje achter om de custardpoeder aan te maken. De overige melk bren gen we aan de kook, lossen er de sui ker in op. We kloppen de eierdooiers met het kopje melk en roeren er de custardpoeder door, voegen hierbij met een dun straaltje en steeds roerende een deel van de heete melk en gieten daarna alles in de pan terug, laten de massa even doorkoken (roeren!) en mengen er ten slotte het inmiddels stijf geklopte eiwit door, waarna we de pud ding nogmaals even opkoken, om het zakken van het eiwit te voorkomen. We nemen de pan van het vuur, kloppen totdat de pudding is afgekoeld en te vens luchtig is geworden en gieten alles op de boschbessenvla. Rijst met selderij. 250 gram rijst, 3 maal zooveel water, zout, 1 groote ui, 200 gram selderiiknol, 1 bosje selderij, 30 gram boter, 25 gram boter of delfrite. We koken de rijst op de gewone wijze gaar, nadat we ze zoolang onder stroomend water gehouden hebben, tot dat het ten laatste volkomen helder is. Zetten de rijst daarna op met driemaal zooveel water, voegen er zout bii en la ten ze, nadat ze kookt op een heel klein pitje gaar stoomen. Gebruiken wii een hooikist of couranten, hetgeen veel eenvoudiger is, daar we dan tevens geen kans hebben van aanzetten, dan nemen we slechts tweemaal zooveel water als rijst. De selderiiknol wordt geschild en aan kleine blokjes gesne den, daarna gaargekookt in zeer weinig waten met wat zout, gelijk met de ge hakte gewasschen selderij. De ui snip peren we en wordt in de boter goudgeel gefruit, dus vooral niet te hard gebra den, dan worden de snippers te donker. Is de rijst gaar, dan wordt de 30 gram boter er door geroerd evenals de uit gelekte selderij en alles in een dek schaal goed warm opgediend, gegar neerd met de gefruite uien. Zeer smakelijk ziin hierbij gestoofde tomaten, een gerecht, dat zeer weinig werk vereischt. We ontdoek de tomaten van het kroontje, wasschen ze en leg gen ze eenige minuten in kokend wa ter, waardoor het huidje gemakkelijk loslaat. We doen slechts een bodempje water in de pan, een stukje boter en de tomaten en stoven ze een minuut of 10. Scheppen ze voorzichtig uit om ze in een schaal te doen, voegen wat kerry bii het vocht en binden het met een weinig sago. Dit menu is heel gemak kelijk om op drukke dagen klaarge maakt te worden. Versche worst met saus. 500 gram versche worst, boter en 1 blokje delfrite, 34 liter appelwijn, 34 liter heet water, waarin 1 bouil- lonblok is opgelost. 30 gram bloem, 30 gram boter, sap van 34 citroen, peper, zout. De worst wordt op een zeer kleine pit met het in de braadpan verwarmde blokje delfrite zachtjes gebraden. We moeten oppassen, dat het vel niet barst, want dan ziet de worst er bii het op dienen véél minder smakelijker uit. Ziet de worst er mooi lichtbruin gebraden uit, dan voegen we kleine scheutjes ap pelwijn toe, laten alles nog even door smoren en ten slotte de bouillon en de citroensap. We nemen de worst uit het vocht en houden hem op een schotel warm. In een steelpannetje smelten we boter en bloem en voegen de vloeistof roerende en steeds met kleine hoeveelheden er bij, laten de saus even doorkoken en gieten ze op de vleeschschaal bii de worst. Zeer smakelijk is op deze wiize be reide worst bii bloemkool, die we op dienen met of zonder melksausje. Ge ven we géén melksaus bii bloemkool, dan gieten we er wat gesmolten (keu ken) boter over, paneermeel, fijn ge hakte en in een doekje uitgeknepen peterselie en geraspte nootmuskaat over (dit laatste om de peterselie beter te kunnen strooien). Bloemkool zonder saus op deze wiize opgediend is veel smakelijker dan zoo uit het water ge schept en opgedaan. Bloemkoolsoep. li liter bloemkoolwater. 50 gram boter, 50 gram bloem, soepgroenten, als worteltjes, dop erwten, peterselie, kervel, preitje en takjes selderij. Wü weten tegenwoordig allen, dat in het water, waarin we de groenten gekookt hebben, zeer waardevolle voe dingsstoffen achterblijven en zullen het dan ook gaarne benutten om er een smakelijke soep van te maken. Andii- vie-water is uitstekend geschikt voor groentensoep, terwijl wii het water van spinazie eveneens benutten voor soep door boter en bloem te smelten en het vocht langzaam bii te voegen. Bloem koolsoep kunen we maken als gebon den soep, doch de toevoeging van groenten geeft weer eens variatie. Ne men we nu gebonden bloemkoolsoep zonder méér, dan moet de hoeveelheid bloem iets ruimer genomen worden. De soepgroente wordt schoonge maakt, fijngehakt (behalve de doperw ten natuurlijk!) in een zeef gedaan en onder stroomend water gewasschen, daarna met zeef en al nog een kwar tiertje in een teiltje met water gezet, opdat geen zand achterblijft. We zetten de groenten op met een heel klein scheutje water en een stukje boter, smoren ze vervolgens zachtjes gaar. Inmiddels maken we de boter voor de soep warm, roeren er de bloem door en tenslotte met kleine hoeveel heden tegelijk het bloemkoolwater en de inmiddels gaar gekookte groenten, laten de soep nog even doorkoken en gieten ze ten slotte in de soepterrine. Poffertjes. 250 gram tarwebloem, 20 gram gist, 1 eetlepel suiker, ongeveer 234 a 3 dL. lauwe melk, iets zout en 2 eieren, boter of delfrite om te bakken. De vacantie geeft meermalen een regendag, zóó, dat we niet weten hoe we onze kleintjes bezig moeten houden. Het woord „poffertjes" heeft een bij zondere uitwerking op kinderen en hoe gaarne helpen ze moeder niet om vlug klaar te zijn met haar bezigheden om te beginnen met bakken. In vrijwel elk gezin is nog zoo'n ouderwetsche pof fertjespan en anders is er nog wel een van een of andere goede geest te lee- nen. We doen de bloem in een kom, maken in het midden een kuiltje, brok kelen daar de gist in, voegen er 1 eet lepel suiker bü en een scheut lauwe melk, roeren de gist eerst tot een ge lijkmatige massa en roeren van het midden uit, telkens wat bloem meene mende, voegen de eieren en het zout bii en tenslotte de rest van de melk. Het beslag moet volkomen gelijk zijn, zonder klontjes, daarna laten we het een klein uurtje toegedekt rijzen; naar verkiezing doen we nog een ons goed gewasschen krenten erbij. We ma ken de pan warm, doen in elke ronding wat delfrite en als deze gesmolten is een lepel beslag, het gemakkelijkst is om een keuken juslepel te gebruiken. We bakken de poffertjes aan beide zü- den lichtbruin en maken op bordjes porties met een stukje boter in het midden en flink bestrooid met fijne (vruchten) suiker.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 17