Groote Peter, de Zeeroover van Portugal. AVONTUUR POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHF COURANT ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1934 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Hii wras een geducht man en was spoedig bij zijn tijdgenooten bekend als Peter de Groote, Populaire Rubriek Morgen is het een jaar geleden, dat onze zoo zeer geachte collega, Alexan- tjer Bolk, op den nog jeugdigen leeftijd van 25 jaar overleed. Bolk was, we zei den het bii zijn verscheiden reeds, een ijverig werker, wien nooit iets te veel tras, vooral wanneer het arbeid voor de krant betrof. Kort geleden vonden ffjj in zijn lessenaar het onderstaande verhaal, dat hij vermoedelijk uit het Engelsch vertaald of bewerkt heeft, Wii geven deze geschiedenis nog caarne een plaats en denken hierbij nog met weemoed aan onzen te vroeg gestorven collega, wiens vriendschap ons een groot voorrecht was. Ongeveer tweehonderd vijftig jaar geleden wandelde een gebruind, ge baard man, groot en breed geschou derd, langs de ongeplaveide en kron kelige laantjes van de zeerooversneder- zetting op Tortuga, dat kleine eilandje, aan de Zuid-Westelijke kust van Haïti. Pierre, want zoo was de naam van den voetganger, was pas uit Dieppe in Normandië gekomen en was naar de nieuwe wereld getrokken met 't eenigst doel om eigen fortuin te maken, door te nemen wat hij kon van het eigendom van andere menschen. De fortuin lachte Peter niet toe en vele maanden en jaren wachtte hij ver langend op een winstgevend zaakje, dat zich zou doordoen. Eindelijk, met dien avontuurlijken geest, welke de basis is geweest, van zoovele voorspoe dige carrières, besloot hii zelf op weg te gaan om het succes te zoeken, dat niet bij hem wilde komen op zijn eilandje. Daarom verzamelde hij acht en twin tig avonturiers, verkreeg een klein open zeilvaartuig, en zeilde weg over de tropische zeeën om het goudschip van zijn droomen te vinden Gedurende vele dagen zeilden zii her- en derwaarts over de blauwe wa teren van den Atlantischen Oceaan zonder ook maar één vaartuig te ont moeten. Toen zij ver van de gastvrije haven van Tortuga waren, werd hun voedsel en water zoo schaarsch, dat de schaduwen van honger en ontevreden heid spoedig den hoopvollen geest uit hun ranke vaartuigje verdreven. Eiken dag werd de toestand slechter, totdat Zfl begonnen te vreezen, dat zij van honger zouden omkomen, voordat hun voorraden water en proviand aange vuld konden worden. Men kan zich hun opgewondenheid voorstellen, toen ver weg aan den hori zon een wit zeil werd bemerkt, zoodat zij beseften, dat de verlossing in de nabijheid was, indien zij die alleen maar wisten te grijpen. Het was een kalme dag, daarom bo gen zij zich met wilskracht over hun riemen en hoewel huo kelen droog en hun magen ledig waren, roeiden zii de boot gestadig voort in de richting van den vreemdeling. Maar een droevige ontgoocheling wachtte hen. Toen zii genoegzaam dich terbij waren gekomen, zag Peter, dat de vette haas, waarop hii had gehoopt, zich tot een machtigen leeuw had ont popt, want het kleine witte zeil was ge groeid en gegroeid en vermenigvul digd, totdat hij de groote masten en hooge stengen herkende van een groot Spaansch galjoen, een wei-bewapend schat-schip, toebehoorend aan den heerscher over een ma htige zeevaren de natie. En om de zaken nog slechter te maken, zag hij den wimpel van een Spaansch vice-admiraal trotsch wap peren van het schip, dat daar kalm voor hen lag. Wanhoop greep Peter's bemanning aan, en begrijpelijk, want hun toestand scheen nu de uiterste wanhoop te heb ben bereikt. Gebrek aan voedsel en wa ter, hongerig en oververmoeid, waren zij bijna van plan om zich op den bodem van hun vaartuig uit te strekken en kalm de greep van den dood af te wachten. Maar Peter was van beter hout ge maakt. Daar, slechts een paar mijlen verwijderd, was vleesch en drinken in overvloed. Daar lag ook rijkdom en macht en roem. Wèl werden deze za ken bewaakt door gewapende mannen en de groote kanonnen van het schip, maar Peter wist, dat moed, geboren uit vertwijfeling en wanhoop, soms won deren kan verrichten, wanneer men te doen heeft met ongemotiveerd zelfver trouwen en slapheid in de discipline. Hij wist dat zijn mannen dezen wanho- pigen moed in buitengewoon groote hoeveelheid bezaten. Hij vertrouwde, ten verduren wanneer zij zouden trach- zoo zouden onderschatten, dat zii hem niet voor een mogeliiken gevaarlijken aanvaller zouden houden. Daarom sprak de rooverhoofdman zijn achtentwintig volgelingen toe en schilderde hen den verschrikkeliiken dood, die hen wachtte; sprak van hun droge kelen en brandende huid, en van de verschrikkingen, die zij zouden moe ten verduren wanneer zii zuoden trach ten hun dorst met zout water te les- schen; sprak van de vraatzuchtige haaien, welke geduldig langszij op hun lichamen wachtten, en vertelde van de lus van den beul, die reeds heen en weer bungelde, wanneer zij zoo geluk kig zouden zijn om nog levend aan boord te komen. Toen vertelde hii hen van het over vloedige en rijke voedsel, van de roode wijnen, van den rijkdom en den buit, welke op het statige galjoen te vinden was. Hij verrastte en overrompelde hen, en haalde ze plotseling op uit hun doffe wanhoop, door te verklaren, dat zij den Spanjaard konden overmeeste ren, indien zij den wil en den moed had den het te doen. Het resultaat was juist dat wat Pe ter had gehoopt te bereiken met zijn overmoedig gepraat. Allemaal zwoeren zij den duren eed, dat onder leiding van hun onverzetteliiken hoofdman, zii het galjoen zouden overmeesteren of bij de poging het leven laten. Terwijl de geschilderde zeilen zacht jes heen en weer flapten, bij elke be weging van het rustig liggende schip, vermaakten de admiraal en eenigen van zijn officieren zich met een spelletje kaart. Den grooten man werd medegedeeld, dat een vaartuig gesignaleerd was, en, steeds indachtig aan het zeerooversge- vaar, begaf hij zich onmiddellijk aan dek om den vreemdelnig gade te slaan. Toen hij zag, dat het slechts een open boot was, met één klein zeil en geen kanonnen, was hii verachtelijk in zijn woorden en daden. Hij sprak zeer luchthartig over zulk een onwaarschyn- lijken vijand en zei zijn officieren, dat, „Och, geeft u mij wat te drinken, alstublieft!" „Hier, arme man, heb je een glas water!" „Dat mag ik nite drinken vanwege me gestel. Ik heb een ijzeren constitu tie, ziet-u, en die zou gaan roesten!" indien zij dit wilden, zii een laadboom naar buiten konden brengen en net notedopje aan boord hijschen, zoodat zij het konden bekijken en op hun ge mak aan hun nieuwsgierigheid konden voldoen. Toen, zich omdraaiend, ging hü terug naar zijn kaartspel en dacht niet meer aan het kleine vaartuig, dat een paar mijlen verderop op de spie gelgladde zee voer. De geest van den admiraal werd ge heel natuurlijk ook de geest van zijn officieren en manschappen. Zij verban den alle onrust uit hun gedachten en hervatten hun rustige bezigheden en amusementen. Toen het middernachtelijk uur na derde, stuwden omwoelde riemen de piratenboot zachtjes door het water, elk oogenblik nader tot de prooi. De nacht was bijna inktzwart, zoodat er maar een kleine kans was op ontdek- king voordat zii dichtbij waren. Peter, met dat scherpe inzicht in het menschelijk karakter, dat hem tot lei- der stempelde, besefte, dat zelfs on danks hun eed er waarschijnlijk eeni gen onder zijn achtentwintig avontu riers zouden zijn, die achter zouden blijven, als de aanval begon. Hij besloot tot een laatste heldhaftige daad en be val zijn heelmeester, die tevens zijn timmerman was, wanneer hii het niet te druk had met het opkalefateren van gewone vechtjassen, een groot gat in den bodem te maken, zoodra zij langszij van het galjoen lagen, zóodat het kleine 1 vaartuig letterlijk onder hun voeten, zou zinken. Er kon niet teruggekrab beld worden. Een ieder had gezworen te zullen overwinnen of sterven en nie mand kon ook maar protesteeren tegen deze opzettelijke vernieling van hun laatste middel voor den terugtocht. Zooals de leider had verwacht, was de wacht aan boord van het groote schip zóó onachtzaam, dat zijn boot inderdaad langszij kwam zonder ont dekt te worden. Niet zoodra had hü tegen de plan ken van 't galjoen opgeschuurd, of acht en twintig opvarenden van de negen en twintig opvarenden klommen als de wind op tegen den wand van het schip met de vlugheid en bloeddor stigheid van een luipaard uit de Afri- kaansche wildernis. De negen en twin tigste man, de dokter-timmerman, brak een groot gat in den bodem van de boot, en volgde toen zijn kamera den misschien nog vlugger dan de anderen, daar de weg nu vrij was en omdat zelfs een piraten-heelmeester een reputatie van verschrikkelijke doortastendheid had op te houden. door FLORENCE EEKHOUT. f, ïe oude Marie zag zitten in haar ong tuintje, genietend van het zo- i .T^P^tje, of bij haar snorrend wint' je\ behaaglijk beschut tegen h ernarigheden, in beide gevallen in nn .Sf2elschap van een hondje, dat Drüo s kac* °P een tentoonstellings- biïd Vi 'h <*at er niet minder trouw en Pop« om was en van een statiSe kom' Z0U no°^ °P gedachte zyn ge in h611' ^at er een bang van avonturen di aar verborgen was. Het zat ook zoo wam6, r®en! Nooit sprak ze er over, van zouden de goede menschen Ma P daarvan begrijpen? boek 3r lan§e winteravonden las ze uit ,vol avontuur, die ze geregeld de kt- botheek haalde of verslond in mooir aües wat er in stond over atvw oplichterijen, avonturen van yfe menschen. geh a heel klein kind af aan had ze ties b naar avonturen, naar erao- naar gevaren desnoods, maar het ieven had anders gewild. Er was weinig avontuur te beleven in het provincie nest waar ze opgroeide. De kinder fantasie moest alles vergoeden, wat niet werkelijk gebeurde en zoo speelde Marietje wekenlang dat ze hoofd van een bandietenbende was, of wel een ge vangen prinses, of een aanstaande groote tooneelspeelster. Zoo groeide ze op en ontwaakte, op een dag uit die droomerijen als de verloofde van een braven schoolmeester. Dat belette haar niet, verder te droomen van een dag, waarop zy en haar man zouden weg gaan uit dit eentonige leventje en ge weldige dingen meemaken. Gelukkig vertelde ze hem nooit in welke gedaan te ze zich hem en zichzelf soms voor stelde! Dan weer als gentleman-dief en medeplichtige, dan weer als ontdek kingsreizigers tusschen menschen- eters, of wel als plotseling schatrijk geworden society-menschen! Doch er kwamen kinderen en later kon ze stil glimlachen, als die bedelden om avon tuurlijke verhalen. Zooals moeder, kon niemand vertellen! Nu waren de kinderen getrouwd, haar man rustte sinds lang op het kerkhof en zij bracht haar levensavond door met poes en hond en goede vrien den, ze speelde of las haar boeken en kranten, ze bracht bezoeken in het dorp want ze woonde er even buiten of ontving bezoeken, ze ging eens uit logeeren bij de kinderen en droom de niet meer van avonturen. Tot er een avond kwam... Ze had met groote belangstelling in de krant het relaas gelezen van de ontvluchting eener jonge vrouw, die was gear resteerd, beschuldigd van moord op haar man. Het scheen, dat de man haar heel slecht had behandeld en haar kind uit een eerste huwelijk mishandelde. In drift stak ze hem neer. Het kind werd door familie opgenomen, zijzelf gear resteerd, doch ze slaagde erin Marie las het met stokkenden adem te ont vluchten en sinds dagen zooiht men haar nu vergeefs. Wat een avontuur, zooiets! In gedach ten zag de oude vrouw de vluchtelinge, zich verbergend, plannen makend, op gejaagd En toen ze haar radio-toe stel aanzette, werd het signalement rondgeroepen by de politie-berichten: Slank, klein, blond, groote blauwe oogen, omstreeks vyf-en-twintig jaar, gekleed in een bontmantel en donkere japon!Och, de ziel, zuchtte de oude vrouw, natuurlijk moord is heel erg... maar als hij haar kind mishandelde Ze werd in haar overpeinzingen ge stoord, doordat de hond wild begon te blaffen. De oude vrouw was niet ban gelijk. doch ze luisterde toch wat on rustig. Ja, er was iemand in haar tuin tje. Zoo laat bezoek? Ze aarzelde en ging naar het venster. Ze woonde hier alleen, er kwam 's morgens een dienst bode enkele uren. Als het eens kwaad volk wasOpeens hoorde ze iets, wat haar hart sneller deed kloppen: kreunen. Daar steunde iemand in den tuin een gewonde misschien of een zieke.. De oude vrouw dacht niet meer aan ge vaar, doch haastte zich naar buiten en de hond leidde haar dadelijk naar de struiken waarin iemand lag, blijkbaar half bewusteloos. Wat is er, wat scheelt er aan, meisje? vroeg de oude vrouw, want ze zag dat het een vrouw was, die daar lag. O, ikik maakte een wandel tocht en heb mijn voet verstuikt en wou aanbellen om te vragen of ik even rusten magkwam het klagend uit de struiken. Probeer maar binnen te komen, steun op mij. Met groote inspanning bracht de oude vrouw de onverwachte gast naar binnen, liet haar in een ge- makkelijken stoel plaats nemen en ging bedrijvig in de weer om wat koffie te maken. Doch toen ze binnenkwam met de koffie, liet ze die bijna vallen. Voor het eerst zag ze de gast in het volle licht, een tengere, kleine blonde vrouw. Haar bontmantel vuil en verregend, hing open en liet een donkere japon zien. Uit een vertwijfel wit gezichtje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 11