Het Menu
T JUTTERTJE
PAG. 3
Het einddoel nog steeds:
stadhuis!
Een enquête onder 25
jonge meisjes, kers'
versch van de H.B.S.
WAT WILLEN ZIJ WORDEN?
V
S7
door
MADELEIXE ROBERTSON.
„De toekomstdroom van de jonge
vrouw is tegenwoordig heel anders dan
vroeger" zoo hoort men algemeen
beweren. Wat zeggen de jonge meisjes
van achttien, negentien jaar, die zoo
juist de H.B.S. verlaten hebben, daar
zelf van?
We hebben aan een 25-tal van hen
gevraagd: „Wat wilt U worden? Wilt
U verder studeeren? Wenscht gij over
het algemeen een beroep te hebben?"
De antwoorden geven ons een klare
blik in de wenschen van de jongere
generatie.
Slechts aarzelend antwoordden de
meisjes eerst.
Een arbeidsmarkt, zonder vraag
voor nieuwe krachten, in welk beroep
dan ook, hooge collegegelden aan de
Universiteiten, enz., bemoeilijken voor
velen de keus.
Opmerkelijk is de
Hang naar het land
Eén wilde op een buiten rentmeeste-
res worden, omdat ze niet den geheelen
dag achter een bureau behoefde te
zitten, maar ook nog iets aan landbouw
kon doen. Een ander wilde op een
buiten een half jaar lang huishouden,
naaien, cn tuinieren leeren, zich „al
gemeen ontwikkelen". Vier wilden stu
deeren voor de betrekking van leerares
in onze Koloniën.
Vrouwelijke tolk
Een nieuw beroep schijnt dat van
te worden. Eenigen wilden daarvoor
studeeren, om zich hun talen-talent op
deze manier ten nutte te maken. Een
voorliefde voor aardrrijkskunde ging
daarmede over het algemeen gepaard.
Een derde deel wilde aan een Uni
versiteit paan studeeren.
In elk geval voorloopig.
De een wilde leerares worden, een
ander aris, een derde advocate.
Een jonge dame wilde zich zelfs eco
nomisch bekwamen, om later haar va
der in zijn zaak bii 'e staan.
Ook mode-reclame- en decoratietee-
kenen hadden veler belangstellen?.
Enkele voelden veel voor het ver
pleegstersdiploma en voor de betrek
king van ambtenares bij liefdadige in
stellingen!
Verreweg de méésten wilden echter
direct een betrekking op een kantoor
zien te krijgen.
Levendig werden de meisjes op de
vraag, of jn het algemeen de neiging
tot een voortdurende beroepsbezigheid
bij hen voorhanden was, en of zü zich
niet liever thuis in huishoudelijke za
ken bekwaamden. Dit werd met ver
ontwaardiging van de hand gewezen.
„Als-je-blieft niet thuis behoeven te
zitten! Dat is een echt bestaan voor een
nietsdoenster"!
„Je kunt toch wellicht een dienst
meisje in haar arbeid verlichten?"
wierp een leerares tegen. De meisjes
protesteerden.
„Blijft u dan thuis, wanneer u wilt,
wij niet! Voorloopig willen wij een be
trekking!"
Voorloopig al gauw bleek wat
daarmede bedoeld werd.
Slechts één vijfde wilde werkelijk het
beroep om des beroeps wille, en dat
waren die meisjes, die met een weten
schap of met een loopbaan als kunste
nares dweepten, en bijvoorbeeld archi-
tecte, violiste of leerares wilden wor
den. Alle anderen beschouwden het
Beroep slechts als een over
gangsstadium.
tot het huwelijk; voor de innerlijke en
uiterlijke zelfstandigheid van de ouder
lijke familie en tegenover den komen
den man, houden zü dit overgangssta
dium voor onontbeerlijk.
Zeker zijn er uitzonderingen.
Ook onder deze meisjes waren er die
zeer bedrukt waren over de veranderde
positie op de arbeidsmarkt; omdat hun
beroep, dat zij zich wenschten, niet
openstond.
Over het algemeen wordt echter de
beroepskeuze door de meisjes niet met
dien ernst beschouwd als door de jon
gens.
Natuurlijk verheugen ze er zich op,
dat zij in het volle leven kunnen ko
men, hun krachten daar sterken en be
proeven kunnen; zü kiezen graag een
beroep, maar hun laatste doel is bijna
zonder uitzondering het huwelijk.
van deze week.
d*e broek die je voor me
aakt hebt, is veel nauwer dan
mjjn vel!»
dingenj»ZCg t0C^ n*et zul^e dwaze
^an in mÜn vel buigen,
mia> en in myn broek niet!"
Zondag.
Groentensoep.
Blinde vinken.
Doperwten
Aardappelen.
Russisch dessert.
Maandag:
Cornedbeef met rijst,
en mayonaise.
Kropsla.
Koude watergruwel.
Dinsdag:
Varkens fricandeau.
Aardappelen.
Fruitsla met custard.
Woensdag:
Koud varkensvleesch.
Bloemkool.
Aardappelpurée.
Wentelteefjes met j*f\
Donderdag:
Rundergehakt.
Gestoofde slakropjes.
Aardappelen
Koude rystebry.
Vrijdag:
Zalmschoteltje
met aardappelen
en komkommersia.
Ryst met bessensap.
Zaterdag:
Roereieren.
Spinazie.
Aardappelen.
Ommelet met bessencompöte.
Russisch dessert.
Een porceleinen kom of vuurvaste
schotel wordt belegd met lange eier-
biscuits (colombün of bonne mère), zóó,
dat de bodem geheel bedekt is, daarna
kloppen we 1 dl melk, 1 ei, 50 gram
suiker, 1 pakje vanille suiker met el
kander, b.v. in een steelpannetje en
brengen het daarna op een kleine pit
aan de kook, steeds blyven roeren of
kloppen, totdat we een mooie gebon
den saus hebben gekregen. 250 gram
(margarine) boter wordt met 125 gr.
poedersuiker 10 min. in een richting
geroerd, daarna wordt hierby drup-
pelsgewüze 1 eetlepel zeer sterke kof-
fieëxtract gevoegd om dit mengsel bü
de saus gedaan, steeds flink klop
pende.
Drie kwart van deze crème wordt
op de biscuits gedaan, hierop komt
wéér een laag biscuits, waarop we een
ontbütbordje plaatsen, b.v. met een
kannetje water erop, zoodat het bordje
de biscuits stevig aandrukt, wegzet
ten op een koele plaats tot den vol
genden dag. Voor het opdienen storte
men de overgebleven crème over de
bovenste laag biscuits, verdeelen, be
strooien met gehakte noten of aman
delen, desverkiezende met hagelslag.
Corned beef met rijst en mayonaise.
250 gram koude ryst, 250 gram cor
ned beef, 500 gram koude aardappelen,
1 ui, 6 augurkjes, peper, olie en azyn,
1 zure appel, 1 tomaat, 1 eetl. fyn geh.
peterselie, zout, maggi aroma.
We snqden de cornedbeef in kleine
blokjes, evenals de gekookte koude
aardappelen en de appel, mengen deze
ingrediënten goed dooreen met de fün
gehakte ui en augurkjes, voegen er
peper, zout, olie en azyn bü en laten
dan alles eenige uren staan, zoodat
de verschillende smaakjes en de azijn
inwerken.
De kropsla wordt geplukt, gewas-
schen en droog geslagen, aangemaakt
met olie, azijn en wat zout en op een
platte schaal uitgespreid, hierop komt
de gemengde sla, terwijl we het geheel
met de fijn gehakte peterselie be
strooien en de rand garneeren met
plakjes ei en tomaat. Deze sla kan al
heel goed daags te voren gemaakt
worden, behalve natuurlijk bet sla-
bedje. Een gemakkelyke schotel voor
drukke dagen; ook de watergruwel
kan daags te voren worden toebereid.
Fruitsla met custard.
Voor de fruitsla zullen we wat ver
schillende soorten vruchten dooreen
mengen, b.v. 2i ons aalbessen, wat
pruimen, 1 appel, 1 banaan en een
peer, en deze alle, behalve de bessen,
aan kleine blokjes verdeelen en door
elkander vermengd met suiker en ci
troensap een uurtje wegzetten.
's Morgens hebben we van 1 pakje
vanille custard en i liter melk een pud
ding gemaakt, doch deze niet in on
ze groote vorm maar in met koud wa
ter omgespoelde eierdopjes of kopjes
verdeeld weggezet om koud te worden.
Voor het opdienen storten we de
puddinkjes op een platte schaal, zóó
dat er genoeg ruimte is om deze aan
te vullen met de vruchtensla. Het is
een weinig kostbare, doch zeer smake-
lyke toespys en als we het met een
beetje zorg toebereiden, krü'gen we
een aardig effect, vooral kinderen
vinden die „poppen" puddinkjes heel
aardig.
Het maken van jam.
Aangezien het menu voor morgen
geen bü'zondere gerechten aangeeft,
willen wy ditmaal eens jam van prui
men behandelen. Niet op de tot dus
verre gevolgde manier van urenlang
koken, maar met behulp van een bind
middel, waardoor wy' in minder dan
geen tüd een aantal potten jam kun
nen maken.
Iedere kruidenier verkoopt deze
hulpmiddelen in vasten of vloeibaren
vorm en onder verschillende benamin
gen. Het afsluiten der potjes geschiedt
met doorzichtig papier, cellophaan, dat
in warm water gedoopt wordt, en waar
mede de geheel tot bovenaan toe ge
vulde potjes worden afgesloten; om den
rand van het potje komt een elastiekje,
daarna plaatsen wy een theeschoteltje
op den bovenkant, keeren pot en scho
tel gelijk om en laten de potjes op
deze wüze afkoelen.
Voor het maken van pruimenjam
worden de pruimen gewasschen en
ontpit, zóó, dat men b.v. 500 gram
vruchten heeft, die fyn gestampt wor
den, bestrooid met het bindmiddel,
even flink doorkoken, daarna 450 gr.
suiker toevoegen, nogmaals 4 a 5 min.
doorkoken en de potten, die op een
vochtigen vaatdoek geplaatst worden
om het springen te voorkomen, zoo
warm mogelyk vullen. De beschryvin-
gen voor alle soorten jam en gelei
staan duidelyk op de pakjes of fles-
schen aangegeven, zoodat iedereen
thans zelf op eenvoudige en gemak-
kelüke wyze jam kan maken.
Regels voor de inmaak in het zout.
Voor het inmaken moeten steeds
versche en eerste kwaliteit groenten
gebruikt worden, terwyl sommige
groenten, zooals snyboonen en prin-
sesseboonen eerst 5 a 10 min. in ruim'
kokend water gekookt worden, daarna
uit de pan geschept om het kookwater
zooveel mogelük te laten uitlekken.
De vaten moeten vooral gaaf zy'n en
vooraf moeten wre ons overtuigen of
ze wellicht niet gebarsten zy'n. By het
vullen moeten de groenten stevig aan-
gedrukt worden en telkens doet men
op een laag groenten eenige handen
zout. Op de bovenste laag legt men een
witte doek, hierop een plankje met!
een zwaren steen, die alles naar bene-
den drukt, waardoor de pekelvorming
bespoedigd wordt. De eerste weken
moeten de vaten, die op een koele
plaats gezet worden, geregeld nage-
zien worden, of zich geen kine ge- i
vormd heeft. Doek, plank en steen
worden nu grondig gereinigd en even
tueel als zich niet genoeg pekel ge
vormd heeft, nog zout Wjgevoegd. Al
hoewel het veelal gemakkelyker is
groenten in het vat te hebben, moe
ten wy hiervan toch niet te groote
voorraad maken, aangezien veel j
voedingsstoffen in het zout komen en
tevens by het afkoken verloren gaan.
Snyboonen echter kunnen we meerdere i
voedingswaarde geven, door ze op te j
dienen met witte boonen. Zuurkool is
zeer licht te verteren en kan reeds na!
een week of vier gegeten worden.
Snijboonen.
1000 snyboonen, 1 kg zout.
Eerst worden de boonen aan bei
de zyden afgehaald, gewasschen, uit
gelekt en gemalen, daarna stevig aan
gedrukt in een steenen pot gedaan,
laag om laag met het zout, afgedekt
met een doek, plank en steen. Weke-
lyks nazien.
Zuurkool.
10 witte kooien, 5 savoye kooien, 11
kg zout, 30 peperkorrels.
De kooien worden ontdaan van de,
buitenste bladeren, in tweeën gesne
den, stronk gedeeltelyk verwyderd,
daarna op een groote schaaf of met
koolmes in dunne reepen gesneden.
Een deel van de kool wordt met zout
in de pot gedaan en zoolang gedrukt,
tot zich pekel vormt, hierop komt weer
kool en zout, telkens met wat peper
korrels, terwijl iedere laag zoodanig
gedrukt wordt, totdat er een flinke
hoeveelheid pekel is ontstaan als al
de gesneden kool en zout verwerkt
zün. Afdekken met doek, plankje en
steen en wekelyks nazien.
Zalmschoteltje.
1 blik zalm, 1 ei, 50 gram boter, pe
per, zout, paneermeel.
We nemen een hoog blik zalm voor
4 a 5 personen, laten het overtollige
vocht in een kommetje loopen, en bren
gen de zalm over in een vuurvast
schoteltje, dat met boter ingesmeerd
is. We verdeelen het in nette stukjes,
het ei wordt geklopt met wat peper en
zout en over de zalm uitgegoten, daar
na bedekt met een laagje paneermeel
en klontjes boter en gedurende 20 a 30
min. in de oven geplaatst, totda! een
mooi lichtbruin korstje op is gek, .nen.