Amsterdamsche Brieven. Marine^brieven uit indiê ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1934 PAG. 5 f T JUTTERTJE Vacantie-sfeer. dan toch nog, al scheen Fmt iaar met d esnel elkaar op- te ",ie min of meer sensationeele r^mvan den-dag in binnen- en bm- !elJhmd nooit te zullen gebeuren, tenlanu vacantie-dagen, waarin een ««wel'buiten- als binnenlandsche de nt stedelijke politieke en andere en nikken in badplaatsen en berg en krachten opdoen voor het.... 0 onnieuw voorzien van groot onS Eindelijk dan toch nog een nieuws- '.-dagen waarin echter Tl keer minder de klasiseke zee- 3an wel het monster m het wsche Lochnessmeer de kranten Sï vacantie-copy moet helpen. aa".-- in \msterdam kunnen voor der- gelegenheden, helaas, geen visch of gedrocht met doorge- w rd'e reputatie uit onze grachten, z?®eImstel of IJ te voorschijn. U1t itïn- 'zelfs valt er, - sinds de sch? ^helderziende barones de op- DUlCSn in het nabijgelegen Zaan- f' heeft opgegeven, niet eens da® van de een of andere geheimzin- TJ wonder-schatten in den bodem te nl"r,pii Wij moeten het hier dus, m r dagen wel doen met het aaneen- d! nda£ een aantal kleine, min of n1fr tvpische „faits divers" tot een m0twat kleurrijk vacantie-festoen. 'SA SSn van eet schotel lichte ini waarin allerlei nieuwtjes en kleine onderwerpen van den dag, tot rvomakkeliik verteerbaar geheel Z Samgel ookt, schotels lichte kost, T ook het tooneel in den vorm van J merrevues en Fransche boulevard stukjes thans het publiek voorzet. Eigengereide grasmaaiers. Eén van de goede scènes die de jour nalistieke revue dezer dagen onder be geleiding van vrooliike muziek ten fooneele kon brengen is wel het blue einde van de vrijbuitende grasmaaiers- geschiedenis, die enkele maanden ge leden in de buurt van de Parnassus- weg in Zuid een aanvang nam, het bUie einde, dat zich deze week op een 7itting van den politierechter voltrok. Naaf men weet waren destijdsenkele particulieren, verbolgen door hte feit, "dat de gemeente blijkbaar niets me^- lipf doen aan de plantsoenen en openbare grastapijten, die langzamer hand verwilderden tot een soort rim boe-achtige chaos ,i nactie gekomen en hadden zij op een goeden dag snoei- schaar en maaimachine zelf ter han genomen. Zij werden vervolgens door de politie bekeurd en voor den kadi gesleept! Men kon hun moeilijk het „beschadigen van gemeente-eigen men" tenlaste leggen, aangezien zu arecies het omgekeerde: het herstel len, het weer in orde brengen, van ge meente-eigendommen tot stand bracn- ten of althans op het oog nadoen, ine werd dan ook naar een andere ten lastelegging gezocht en kregen zu van het Openbaar Ministerie te hooren. dat hun verweten werd „het zich bevinden op een niet tot speelplaats bestem (gemeentelijk) grasveld". De kadi. alias de politie-rechter. vond dit- in eerste instantie een ietwat zonderlinge tenlaste-legging, maar gaf tenslotte, na een voor den leek eenigszins onbegrij pelijk juridisch debat, toe, dat het des noods wel kon. Desalniettemin deed hij. - al liet hü een (theoretische) strafbaarheid dan gelden, duidelijk uitkomen, dat hij met zijn sympathie stond aan de zijde der protesteerende dillettant-grasmaaiers, en mitsdien legde hij hun geen straf op: de ge meente heeft hier een goed en verdiend lesje gehad, zoo was, in overeen stemming overigens met half Amster dam, zijn oordeel en ik denk er niet °ver de gevers van dat goede lesje te veroordeelen. Tsjieng-boem: apotheose. op het journalistieke revue-tooneel, van de vrooliike grasmaaiers met snoeischaar, grasroller en hark in rood licht: aan min voeten de boete-doende wethou- -r voor de Publieke Werken. Brandweer-jubllé. olgende scène: de eerste Amster- oanische brandspuit, die van den be kenden Jan van der Heüden wordt de Danken opgetrokken en vervolgens erschiinen van achter de coulissen de pp^hillende hergeboorten die deze _rste, door handkracht bewogen en °ortget rokken spuit heeft doorge- diva ^ePevens een parade van de een uniformen die achtereenvol- ns door het van den beginne af en nog steeds populaire hoofdstedelijke brandweer-corps, dat tegenwoordig niet alleen als brandweer, maar zoo wat als manusje van alles bii straat zoowel als huiselijke ongevallen fun geert. Deze scène wordt ingelascht ter gelegenheid van het 60-jarirg bestaan onzer beroeps-brandweer, een jubi leum, dat 15 dezer had moeten plaats hebben, maar dat tenslotte uitgesteld werd tot 15 September, aangezien ook de brandweer-kopstukken, die hierbij een hoofdrol moeten vervullen, met vacantie zijn; deze scène eindigt dus op het schouwtooneel niet met een apotheose, gelijk de voorgaande, maar gaat, nadat het scherm even gevallen is en weer opgehaald, direct in het volgende vroolijke intermezzo over. -tis-pelikaan. Dit intermezzo staat in het teeken van de vliegerij: allereerst ziet men een uit Artis ontsnapte pelikaan een nood landing maken in een Amsterdamsche gracht, waarbij vanaf het tooneel na tuurlijk een liedje met refrein, waarin die andere, K.L.M.-pelikaan er bii wordt gehaald, gelanceerd wordt. Nu men aldus via Artis dan toch in de buurt van Schiphol is gekomen, laat men ook nog even een troepje vroo- lijke-vliegende vacantie-gangers ten tooneele verschijnen, die per gok- expres naar het Belgische Knocke vliegen, waar de roulette nog altijd, zonder zelfs een straperlo of ander masker van Nederlandsch maaksel te dragen, lustig draait. De stille stad. Bij wrüze van tegenstelling, ge zien, of liever 'gehoord, het oorverdoo- vend geronk dat men die gok-expres liet maken, volgt thans een scène getiteld „de stille stad", waarin de chef van onze verkeerspolitie, met de nieuwste bepalingen van de motor- en rijwielwet in de hand, als weldoende engel optreedt. In deze scène wordt, om in stijl te blijven, alleen maar dan send en zonder zang, in stilte door de Amsterdamsche stedemaagd uiting gegeven - aan de vreugde die haar bezielt nu de nieuwe bepaling, dat het verbóden is „signalen te ge ven, uitgezonderd in die gevallen waarin de veiligheid van het ver keer zulks vergt", zoo goed door onze politie gehanteerd blijkt te wor den, dat er inderdaad in de hoofdstad de laatste dagen veel meer „stilte" heerscht dan in lange tijden het geval is geweest. De nieuwe geluid-dempende bepaling heeft thans reeds merkbare resultaten opgeleverd. Wèl kunnen we ook nu nog lang niet, op het gebied der „stilte" coneurreeren met wereldsteden als Parijs en Londen, waar de anti- lawaai-actie al veel verder is voortge- streden, maar de ergste excessen zijn reeds snel aan het verdwijnen. On geduldige automobilisten, die door een aanhoudend claxon-geloei, stilstaande hun „afspraakje", dan wel een ga rage-bediende, naar buiten trachten te lokken; ter vischvangst tijgende hengelaars en Zondagsrijders, die in stede van de eertijds in de Jan Pleizier gebruikelijke harmonica vrooliike vrij heids-deuntjes uit hun claxon trekken en dergelijke lawaai-vriibuiters werd reeds den mond, wat in dit geval wil zeggen, den toeter gesnoerd. En dat is alvast een goed begin.... Het publiek in de zaal begroet deze scène, ook al weer om in stijl te blijven, niet met een welgemeend applaus, maar slechts met een welgemeend en instemmend hoofdknikken Belastingplaatjes-,jongleur». De „vroolijke zwijntjes-jagers" een scène, die de laatste jaren in ieders revue past, is het volgende tafereel. Dezen keer heeft men echter het an ders bij deze scène gebruikelijke num mer van de fietsplaatjes-jongleurs laten vervallen; goede jongleurs op dit ge bied worden al schaarscher en schaar- scher: het geval wordt te moeilijk door dat er langzamerhand door het publiek zulke goede houders voor fietsplaatjes gebruikt worden, dat het benoodigde materiaal uiterst moeilijk te krijgen valt.... Velen die vroeger alleen maar op onwettige wijze met dergelijke be lastingplaatjes jongleerden, zien zich thans genoodzaakt de heele fiets voor hun kunsten ter hand te nemen en zoo is het dan ook begrijpelijk, dat het aantal gestolen fietsen zich den laat- sten tijd steevast blijft bewegen in de buurt van het niet geringe ciifer van dertig a veertig per etmaal!.... Priester en bouwmeester. Laat ons intusschen deze revue niet tot het einde toe meemaken; van lichte kost kan men, ook zelfs in vacantie- zomerdagen, teveel krijgen.... Laat ons, tot slot, nog even twee mannen gedenken, die voor Amsterdam veel beteekend hebben. De eerste dan, deken Van Noort, die deze week zijn 50-jarig priester jubileum vierde, heeft in de eerste plaats voor katholiek Amsterdam veel beteekend en beteekent daar nog altijd veel voor. Bii het grootere Amsterdam sche publiek is hü het meest bekend als pastoor van de Begiinhof-kerk en verzorger van de restauratie van dat Begijnhof, nog altijd een van de grootste bezienswaardigheden van de hoofdstad. Buiten het zuiver kerkelijk terrein trad en treedt deken Van Noort ook in tallooze vereenigingen van ka tholieken in de noofdstad op den voor grond en kan hü zeer zeker als d e r.-k. autoriteit aan Amstel en IJ gelden. Uit de handen van Burgemeester De Vlugt ontving hij, ter gelegenheid van dit jubileum, de versierselen van ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. De andere figuur, die wij op het oog hadden, is de bouwmeester Berlage, die dezer dagen uit het leven heenging en aan wien Amsterdam inderdaad zeer veel te danken heeft gehad; van dien dank heeft de gemeente reeds tii- dens zijn leven getuigd, door hem den bouw van de nieuwste Amstelbrug, te genover de Amstellaan op te dragen en deze brug naar hem te noemen. In de hoofdstedelijke historie zal hij blijven voortleven als de schepper van onze Beurs, een schepping, die in 1903, toen zij werd uitgevoerd, een daad mocht genoemd worden, een daad waarvan de moderne architectuur, vooral ook de moderne architectuur in de hoofdstad, op vele wijzen geprofiteerd heeft. Ook als ontwerper van de uitbreidingsplan nen in West en het nieuwe Zuid, zal men hem tot in lengte van dagen blij ven eeren. Die plannen vormen de grondslag voor het nieuwe Amsterdam, dat in schoonheid, al is het dat van een ander karakter, op den duur zeker niet voor het oude Amsterdam met zijn beroemde grachtengordels zal onder doen.... „Die politie-agenten verdienen met de helft van hun salaris." „En hoeveel is dat wel?" „Ja, dat weet ik niet!" Oogen, die chronisch lijden aan ont steking of licht kwetsbaar zijn, behan- men men 's morgens na het opstaan met wasschingen met lauwe kamillen- thee. Daarvoor gebruikt men een schoone, witte linnen kap. Men moet zorgvuldig vermijden, langs de oogen te wrijven, doch alleen zacht betten, terwijl men de oogen op die manier moet reinigen. Beste Lange, Afgeloop en week was ik weer eens aanwezig bii het vertrek van de mail boot hier van Tandjong-Perak van daan, toen er weer een heel stel Marine- menschen thuisvoeren. Mijnheer de Geus, u weet wel, die altijd weer voor de koffers zorgt, en die zoo ongeveer gelijk te stellen is met de „Priok boots man" in Batavia en de bootsman uit het „Peperhuisje" destijds in Nieuwe- diep (waar zijn domicilie nu is weet ik niet) had weer handenvol met werk al vorens hij al zijn „schaapjens" op de boot had. Als de boot dan van de kade getrokken wordt, dan blijf je toch al tijd weer even beroerd achter en ik ge loof niet, dat er iemand is van onze Marine, die dan niet eens even ver langt naar Holland. Tenslotte tijgen we maar weer half getroost terug naar de Oedjong met de gedachte, dat „onze tijd ook wel weer komen zal". Maar het is en blijft altijd een nare boodschap, „menschen naar de mailboot te moeten brengen". Hier beneden aan de Oedjong is het anders nu ook weer stil, nu het eskader weer weg is. Trouwens ook in de stad zie je veel minder Marinemenschen dan anders en vooral 's ochtends om half zes als je naar bened enmoet fiet sen behoef je niet steeds maar uit te wijken voor achterop rijdende taxi's en Demmo's met eskader-menschen er in. Want dat is me een drukte daar langs dien Oedjong-weg en vooral daar in „de straat der smarten", de Chineesche buurt, nu wijds „Pagoen" genaamd. Al die menschen van de werf, meest fiet sers, en demmo-gasten, dan Janmaat op de fiets, taxi's en particuliere auto's. Dat er niet meer ongelukken gebeu ren, daar sta je versteld van, want om de 10 minuten raast er nog een stoom tram ook vlak langs je heen. Maar je kunt toch iederen keer als je op je fietsje beneden bent aangeland, weer 3 dubbeltjes op je ijzeren ros afschrij ven, zijnde dit tegenwoordig het tarief als je met z'n drieën met een taxi van boven komt. Ja, dan merk je wel, dat de leefwijzen hier ook een boel goed- kooper worden. Ik herinner me toch nog best, dat we in onzen vorigen turn een rijksdaalder of twee gulden be taalden. De stad heeft weer een vermeldens- waarige verfraaiing ondergaan. Je herinnert je natuurlijk nog wel op het Willemsplein, daar bii de roode brug dat ouderwetsche gebouwtje, dat daar midden op het plein troonde? Dat is nu ook naar beneden gehaald en het Willemsplein wordt nu in een park herschapen. Heusch, lange, je kijkt je oogen uit als je weer hier in de Oost komt. Toch zal je er ook een boel van het oude weer terug vinden. Vooral wanneer je even van de hoofdstraten afdwaalt. Dan sta je nog steeds weer verbaasd hoe weinig uiterlijk sohoon Soerabaja den vreemdeling kan ge ven. Die doorkijk bijvoorbeeld als je op de roode brug eens even stil staat (en je neus dichthoudt), die krotten, die je dan daar aan den kalikant ziet verrij zen, het is om je hart vast te houden. Iederen morgen en iederen middag als we door die Chineesche buurt moeten, ergeren we ons weer aan de vuilheid en smerigheid en lucht van deze straat, Nu en hoe gauw raak je niet, als j6 maar even van de hoofdstraat afwijkt, verzeild in de echte kampongs. Neen hoor, Soerabaja kan ons behalve zijn hoofdstraten nog weinig aantrekkelijks bieden of het zou een schilder of zoo moeten trekken. Hoogerop, je weet het^ de buurten als Goebeng, Darmo, dat zijn mooie buurten, maar zelfs op Ke* tabang geraak je al heel gauw wee? aan het Chineesche stadsgedeelte toe. Zeemacht, de voetbalafdeeling dan altijd, verrichtte kranigen arbeid met de kampioenen van Soerabaja, Tjong Howa, een Chineesche club, uitstekend partij te geven en op eigen veld gelijk te spelen. Je ziet dus, dat het bestuur van den Voetbalbond gelijk heeft ge had met Zeemacht, ook al stond het nummer laaatst van de vorige compe- titielijst, niet te laten degadeeren. Het enthousiasme voor de komend* afstandsmarschen van de N.I.A.U» neemt steeds toe, vooral ook van Ma- rinezijde. Ik denk, dat we a.s. Zaterdag de 30 km (je ziet we zijn nog lang niet aan de vierdaagsche, zooals bij jullie in Holland toe) wel met een 800 deel- nemes zullen wandelen. Het is wel aar dig zoo 's avonds door de stad te „spa zieren", maar toch een heel andere om geving als in de buurt van Nijmegen. Menige tantalus kwelling kom je zoo op je weg tegen. Hellendoorn, Tutti frutti, de cercle en de club en ook voor menigeen zijn huis waar hü woont en waar hij weet dat ijskoud bier in de „petiès" ligt te wachten. We hebben hier ook nog bezoek ge had van een jacht van een Dultschen wereldzeiler, den heer Gruenfeld, die met de „Satan III" een reis om de we reld maakt. Genoemde zeiler hield tij dens zijn verblijf hier in de stelling ook nog een lezing op Moddcrlust. Ook waren er bii zijn vertrek marine-offi cieren aanwezig. Ziezoo, mijn jongen, nu weet je weer de nieuwtjes van deze week, tot over 7 dagen dan maar weer. Saluut, HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 15