Buitenlandsch Overzicht.
ally's avontuur.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
GEMENGD NIEUWS
Minnenijd.
Onder buren
Boschbranden te Ermelo.
Een Zeeleek.
Q
v
7479 EERSTE BLAD
62ste JAARGANG
DONDERDAG 30 AUGUSTUS 1934
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Crt. f 1.50; Koegras,
Anna I aulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65 binnenland f '2.—
Nederl. Oost- en West lndië per zeepost l 2.10, dem per mail en overige
landen 13.20 Losse nos. 4ct.fr. p.p 6ct. Weekabonnementen 12 ct. Zon
dagsblad resp f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.- Modeblad resp. f 1.20, f 1.50, f 1.50,f 1.70
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij vJÉ C. DE BOER Jb.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTEN TIEN
20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded (kolomnreedte als redaction.
tekst! dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, min. 40 ct.; bij niet-contante be
taling 15 ct. per regel, min. 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met
brieven onder no.10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
De overwinning van generaal Johnson legt hem geen windeieren -
Japan zal het vlootverdrag van Washington opzeggen. De
spanning in het verre Oosten.
De overwin^
ning van gene'
raai Johnson
Gen. Johnson heeft
zijn tegenstanders glans
rijk verslagen. We heb
ben dat in ons vorig
nummer vermeld. De
„Nw, Rott. Crt," noemt
),êt ,,de overwinning van de dictatuur over ge
meenschappelijk overleg".
Het heeft er gespannen na de terugkomst
van Roosevelt, schrijft het blad in een artikel
0ver deze overwinning. In die paar weken
js heel wat gebeurd. Het mag niet allemaal
even prettig zijn, in ieder geval zal het aanzien
van Roosevelt er weer door gestegen zijn.
De vacantie had hem blijkbaar goed ge
daan; met zijn oude veerkracht voorzien, is hij
van zijn zeereis teruggekeerd. De indruk, dien
hij daarna in zijn land heeft gemaakt, doet
eenigszins denken aan dien van den eersten
tijd van zijn bewind. Hij was de man, die han
delde, toen anderen geen vinger roerden, ter
wijl Amerika naar den afgrond gleed. Zijn
voorganger had uitgemunt door passiviteit,
Roosevelt was het in de eerste plaats om acti
viteit te doen. Velen, die zijn daden op zich
zelf ongunstig beoordeelden, waren toch be
reid om te erkennen, dat hij zich door zijn
bedrijvigheid en moed tot aanpakken op zich
zelf reeds groote verdiensten had verworven.
Het grootste gevaar, de moedeloosheid, was
hij met succes te lijf gegaan!
In stormachtig tempo tracht Roosevelt den
socialen achterstand van de \ereenigde Sta
ten in te halen. Hoe groot die achterstand
was, blijkt wel daaruit, dat men het algemeen
ook bij de tegenstanders van den nieuwen
koers een der grootste verdiensten van
de N.R.A. vindt, dat zij een einde heeft ge
maakt aan het misbruik van kinderarbeid, dat
anders niet licht uit te roeien geweest ware
In Amerika.
Roosevelt gaat nu dus verder op den inge
slagen weg. Hij moet trachten de critiek te
overwinnen. Of hij daarin slagen zal? Zij komt
van alle kanten. Dat vele industrieelen groote
bezwaren koesteren, is voldoende bekend.
Maar ook de arbeiders zijn, zooals men weet,
niet bijster tevreden. Zij zien zich teleurge
steld in de verwachting, dat nu het stelsel van
collectieve onderhandelingen over het loon
voorgoed zou worden gevestigd. Het is met
de vrijheid van organisatie niet gegaan, zooals
zij het hadden verwacht. Wat de werkloos
heid betreft, ook deze is niet overeenkom
stig de gekoesterde hoop verminderd.
Het is geen wonder, dat het er gestormd
heeft na de terugkomst van Roosevelt, schrijft
het blad.
Miss Perkins, de vrouwelijke minister van
arbeid, en Richberg, het hoofd van de Natio
nal Emcrgency Council, zijn in opstand ge
komen tegen de dictatuur van den kort aange
bonden en autocratischen generaal Johnson
over de uitvoering van de N.R.A. Zij ver
langden o.a. wat ook vele anderen eischen, dat
de belanghebbenden, werkgevers zoowel als
werknemers, daarin meer medezeggenschap
zouden krijgen. Men zou meenen, dat de resul
taten van generaal Johnson, en de machteloos
heid, die hij heeft vertoond tijdens de afwe
zigheid van Roosevelt, het zijn bestrijders vrij
gemakkelijk moesten maken. Het heette dan
ook, dat hij niet langer alleenheerscher zo'i
2ijn, maar alleen in eere zou worden gehou
den als voorzitter van een raad voor de
N.R.A. Roosevelt zou in ieder geval niet be
reid zijn hem te verloochenen. Wel hebben al
lerlei geruchten geloopen van een verlof. Het
jongste bericht is nu echter, zooals gezegd,
dat hij zou hebben gezegevierd.
In den kóp van dit overzicht schreven we,
dat deze overwinning Johnson geen windeieren
heeft gelegd. De motiveering daarvan vindt
men elders in dit nummer in een berichtje,
waarin melding wordt gemaakt van de ver
hooging van Johnson's salaris van 6 tot 15.000
dollar.
Japan zal het
vlootverdrag
opzeggen
Over het vlootverdrag
en de opzegging daar
van door Japan, is op
dzee plaats al meer dan
eens geschreven. Het
Japansche blad „Asa-
hi schrijft nu, dat de japansche regee
ring niet officieel besloten heeft het vlootver
drag van Washington op te zeggen. Het blad
voegt er aan toe, dat de kwestie op 7 of 11
September door het Kabinet officieel beslist
zal worden.
Zonder twijfel, aldus Reuter, zal het ver
drag officieel opgezegd worden, maar het is
nog niet beslist, of dit voor of na de vlootbe-
sprekingen, welke in October te Londen wor
den gehouden, zal plaats hebben. In marine
kringen in Japan wil men, dat het verdrag
voor die besprekingen opgezegd zal worden.
Volgens een ander Reuter-bericht uit Tokio
was bij een bespreking tusschen den min.-pre
sident, den minister van buitenlandsche zaken
en den minister van marine nog geen defini
tief besluit gevallen. De instructies voor
schout-bij-nacht Yamamoto, den Japanschen
gedelegeerde voor de a.s. besprekingen te
Londen, zullen half September gereed zijn.
Men verwacht, dat de schout-bij-nacht dan
naar Londen zal vertrekken.
Weer een verdrag dus, dat zijn beteekenis
voor de wereld verliezen zal, want als Japan
zich losmaakt dan beteekent dat, dat ook de
andere mogendheden niet meer gebonden zijn.
Het heden is niet rooskleurig, de toekomst
dreigend.
De toestand in het
Verre Oosten blijft on
ze aandacht eischen.
Hieronder volgde een
aantal uitingen van opgewondenheid, die een
kijk geven op den geest die er heerscht tus
schen Rusland en Japan.
Uit Habarofsk wordt gemeld, dat sedert IJ
Augustus 54 ambtenaren van den Oost-Chi-
neeschen spoorweg, die van Russische natio
naliteit zijn, gearresteerd werden. Terwijl in
den eersten tijd de arrestaties verricht worden
door Mantsjoerijsche politie en wit-gardisten,
worden thans de arrestaties openlijk door Ja
pansche gendarmerie verricht. Te Habarofski
zijn berichten ontvangen omtrent slechte be
handeling en wreede martelingen van de gear
resteerden.
Uit Harbin wordt gemeld, dat de dagbladen
hun anti-Russische campagne voortzetten en
nieuwe arrestaties eischen, vooral van leidende
functionarissen van den spoorweg. Voortdu
rend worden gegevens gepubliceerd omtrent
samenzweringen en bloedige represailles, die
door de Sowjet-Russische burgers zouden
worden voorbereid. Het blad Chardinskoe
Vermia meldt, dat te Harbin de Japansche
vertegenwoordigers van het Mantsjoerijsche
ministerie van verkeersmiddelen, Morita,
Mori en Sato zijn aangekomen. Volgens het
blad zullen belangrijke conferenties gehouden
worden door deze vertegenwoordigers met
vertegenwoordigers van den Oost-Chinee-
schen spoorweg met het doel nieuwe plannen
en nieuwe maatregelen uit te werken.
Het Japansche dagblad „Charbin Sjimboen"
stelt voor het probleem van den Oost-Chi-
neeschen spoorweg op te lossen onafhankelijk
van de besprekingen te Tokio en uit het
Mantsjoerijsche gebied alle Sowjet-onder-
danen te verwijderen, teneinde den spoorweg
ter beschikking en onder beheer te stellen van
de Mantsjoerijsche spoorwegen.
DE JOODSCHE WERELD
CONFERENTIE IN GENEVE.
Prof. Dr. D, Cohen, Secretaris van het
Comité voor Bijzondere Joodsche Belan
gen, schrijft ons:
De verslagen betreffende de J.*.dsche
Wereldconferentie, welke te Genève is
gehouden, wekken den indruk alsof deze
conferentie, of wel het voortdurend in
uitzicht gestelde Joodsche wereldcon
gres, zou uitgaan van alle Joden ter
wereld of althans van de voornaamste
organisaties. Deze opvatting is onjuist. De
conferentie is op touw gezet door het
Comité des Délégations Juives en het
American Jewish Congress en de afge
vaardigden vertegenwoordigden slechts
fracties van de Joodsche bevolking in ver
schillende (geenszins alle) landen. De
representatieve landelijke organisaties in
West-Europa, als het Engelsche Joint
Foreign Comittee, het Fransche National
de Secours aux réfugiés allemands, het
Belgische Comité d'Aide et d'Assistance,
de Schweizerischer Israelitischer Gemein-
debund, en het Nederlandsch Comité voor
Bijzondere Joodsche Belangen nemen er
geen deel aan, evenmin als het belang
rijke en invloedrijke American Jewish
Comittee.
De Joodsche Wereldconferentie kan
dus geenzins geacht worden den wil van
de Joden der wereld uit te drukken, noch
nemen de genoemde Joodsche organisaties
eenige verantwoordelijkheid op zich voor
de door haar genomen besluiten.
DRAADLOOZE TEWATERLATING.
De proef, tusschen Zuid-Afrika en ons
lapd genomen bij de tewaterlating van
de Bloemfontein, zal in December tus
schen Australië en Engeland herhaald
worden. Het hertog van Gloucester,
's Konings derde zoon, die dan m Au
stralië vertoeft voor het eeuwfeest van
Melbourne, zal op 7 September van Bris-
bane uit de Orion te waten laten, een
schip van 20,000 ton, dat bij Viekers
Armstrong in aanbouw is voor den Au-
strallschen maildienst. De prins zal de
handeling verrichten op een bijeenkomst
van oud-strijders.
DE ONDERWIJZERSSALARISSEN
TE CHICAGO.
De voorzitter van de schoolcommissie
van Chicögo, James B. MacCahey, is uit
Washington teruggekeerd met een
ehèque ten bedrage van 22.365,000 dol
lar, bestemd voor uitbetaling van de ach
terstallige salarissen van 14.000 onder
wijzers.
DE OVERWINNING VAN
GENERAAL JOHNSON.
Zijn salaris meer dan verdubbeld.
Dinsdag werd te Washington bekend,
dat het salaris van generaal Johnson, den
leider van de N. R. A.s die zooals gemeld
bij de kwestie van de reorganisatie van
dat lichaam juist een overwinning heeft
behaald op zijn tegenstanders, met ingang
van 1 Juli j.1. van 6 op 15.000 dollar is
gejn-acht. Roosevelt heeft deze beslissing
genomen, ten einde Johnson een salaris
te geven dat meer in overeenstemming
is met de waarde van de diensten, welke
hij presteert en in verband met de groote
uitgaven, die hij uit hoofde van zijn
functie gedwongen is te maken.
DE ORGANISATIE VAN DEN
LANDBOND ONTBONDEN.
Volgens een officieel communiqué heeft
de staatssecretaris voor de veiligheid,
Harnmeistein, de Nationale Landvolkver-
eeniging (de vroegere landbondpartij),
alsmede den Oostenrijkschen Jungland-
uund, welke beide te Weenen gevestigd
zijn, ontbonden. Krachtens de verordening
houden ook de onderafdelingen der beide
ontbonden vereenigingen op te bestaan.
Binnenland
Maandag is in het ziekenhuis te 's-Her-
togenboseh overleden zekere F. v. d.
Oord Fzn., uit Ammerzoden, die op de
kermis te Haarsteeg Zondagavond was
mishandeld. De oorzaak schijnt minne
nijd geweest te zijn. Achter het café van
Achten aldaar ontstond een vechtpartij,
waarbij v. O. met een bierflesch op het
hoofd geslagen werd. Toch is hij dien
nacht nog naar Ammerzoden gefietst,
doch later werd hij zoo onwel, dat de dok
ter gewaarschuwd werd, die onmiddel
lijke overbrenging naar Den Bosch ge
lastte.
De politie heeft inmiddels te Haar
steeg twee personen gearresteerd, waar
van een reeds heeft bekend niet een
bierflesch geslagen te hebben. Het onder
zoek duurt nog voort. In den loop van
den dag zou sectie op het lijk worden
verricht.
Een handelaar in tweede-hands-automo-
bielen woont in een pand aan de Rose-
Straat te Rotterdam, één hoog. Boven
hem woont een gescheiden vrouw. Bei
den hebben al sedert geruimen tijd ru
zie. Dinsdagmorgen heeft de handelaar
tijdens een twist iets onvriendelijks ge
zegd over het uiterlijk der vrouw. Deze
werd daarover zoo boos, dat zij een ketel
greep en deze naar den buurman wierp.
De ketel miste zijn doel, maar de inhoud,
kokend water, trof den buurman aan
rug en rechterarm. De man is dusdanig
gewond, dat hij naar het ziekenhuis aan
den Coolsingel moest worden vervoerd.
Tegen de vrouw is proces-verbaal op
gemaakt.
Kwaadwilligheid in het spel?
Dinsdagmiddag half 4 werd brand ont
dekt in het dennenbosch nabij het onder
Ermelo bebouwde gedeelte De Dennen
kamp. Onmiddellijk werd de boschbrand
weer gewaarschuwd, die met behulp van
politie en vrijwilligers het vuur bestreed.
Het bosch bestond uit hooge dennen.
Daaronder lag veel dood hout, hetgeen
uitermate brandbaar was. Een gedeelte
van ongeveer 2 H.A. stond spoedig in
lichter laaie en tot ver in den omtrek
was het vuur en waren de rookwolken
te zien. De huizen van De Dennenkamp
liepen op een gegeven moment zelfs ge
vaar, doch met vereende kracht slaagde
men er tenslotte in, den boschbrand
te stuiten en verder onheil te voorkomen.
Omstreeks half 5 brak op eenige kilo
meters van het verbrande gedeelte,even
eens onder Ermelo, een tweede bosch
brand uit, doch de boschbrandweer was
hier snel bij en kon het vuur in den
aanvang meester worden.
Zoowel bij den Dennenkamp als op het
tweede gedeelte heeft men bij een inge
steld onderzoek lonten gevonden,zoodat
men aanneemt met kwaadwilligheid te
doen te hebben.
Een onderzoek wordt ingesteld.
Een stuurman, die niets van varen wist,
een marconist, die niet seinen
kon en een reiziger,
die niet aankwam.
Eenigen tijd geleden kwam op het kan
toor van een reederij te dezer stede een
jongeman, die vroeg, of men geen plaats
voor hem had als stuurman. Toevallig had
deze reederij juist een schip in Londen lig
gen, waarvan de tweede stuurman ziek
was geworden, zoodat er inderdaad een
tijdelijke vacature was. Men vroeg den
jongeman, of hij „voldoende" had, om als
tweede stuurman te kunnen varen, waarop
de jongeman bevestigend antwoordde.
Voorts vroeg men hem, of hij een certi
ficaat draadlooze had, want de tweede
stuurman moest tevens als marconist kun
nen fungeeren, Ook dat had de jongeman,
althans, zoo zeide hij. Men verschafte hem
daarop reisgeld en zei hem zoo snel moge
lijk naar Londen te gaan, zich daar bij den
kapitein te melden en monsteren, want het
schip lag vaarklaar. De jongeman kwam
inderdaad den volgenden morgen bij den
kapitein, die inmiddels al telegrafisch op
de hoogte was gesteld. De kapitein ging
met den jongeman, die de 23-jarige N. H.
bleek te zijn, naar den Nederlandschen
consul om voor dezen te monsteren. Op
het kantoor van den consul vroeg deze
naar de papieren van den adspirant-stuur-
man. Deze tastte in zijn zak en legde
eenrijbewijs over. De consul zei, dat
hij daar niets aan had. H, antwoordde, dat
het hem erg speet, maar dat hij in zijn
haast, om gauw naar Londen te reizen,
zijn diploma's te Rotterdam had laten lig
gen. Omdat de tijd drong, het schip moest
denzelfden dag nog vertrekken, werd bij
wijze van uitzondering toen zoo maar ge
monsterd, waarna de kapitein met zijn
nieuwen tweeden stuurman naar boord
terugkeerde, waar hij hem terstond de
radiohut toonde. H. verdween in deze hut,
waarop de kapitein, die zelf in het bezit
is van een certificaat-marconie, een aller
zonderlingst gestommel in die hut hoorde.
Hij ging eens kijken en trof zijn stuurman
aan, die allerlei zonderlinge manipulaties
met de toestellen verrichtte. De verbaasde
gezagvoerder vroeg, wat of de man uit
voerde en toen vertelde H. dat hij heele-
maal niets van het bedienen van een radio
toestel afwist. Hij had dat van het certi
ficaat maar gezegd, omdat hij zoo graag
weer aan den slag wilde komen en omdat
hij bang was geweest, dat als hij had ge
zegd, niets van radio af te weten, het schip
niet had kunnen krijgen. De kapitein zei
een heeleboel onvriendelijke dingen, welke
hier niet ter zake dienen, stuurde den
stuurman de radiohut uit en sloot deze hut
af, want volgens de bepalingen mag de
kapitein niet als marconist fungeeren, be
halve in gevallen van nood. Aangezien
geen der andere stuurlieden een certificaat
marconist had, moest het schip het dus op
deze reis maar zonder radio stellen.
Inmiddels werd het sein tot vertrek ge
geven en het schip koos zee, Nóg was men
in het zich van de Engelsche kust, of de
euilleton
O
Uit het Amerikaanse!").
17)
»En daarna," ging hij voort, „verscheen
Plotseling op het tooneel, de hemel mo-
£e weten, waar vandaan.
Door zijn manier van kijken zette hij
®e'i vraagteeken achter dien eenvoudi-
eftn laatsten zin.
Sally kreeg een schok van schrik
oor hoofd was een wirwar van impul
sieve gedachten, die ze niet meer te rege-
®b wist, waartegenover ze machteloos
Zou ze alles bekennen of zou ze
P'obeeren zich eruit te liegen?
Moest ze dit handig bedachte en zeer
geloofwaardig-klinkende verhaal zoo maar
oetstoots gelooven of moest ze het als
"o i knappe fantasie en niets mee be
schouwen?
Als (je man tegenover haar inderdaad
'is, wat hij beweerde te zijn, dan zou hij
'lrii' geleende plunje toch als het eigen-
o0fVan z'-'n zuster moeten herkennen!
schoon...neen, dat behoefde eigenlijk
'p. mannen hadden gewoonlijk zoo
eniig verstand van en zoo weinig oog
oor vrouwenkleeren; als hun aandacht
Per sé op gevestigd werd, vonden ze
m 1 lopon of iets anders mooi of leeliik,
'aar verder ze waren het vergeten
'J'0 ze het niet meer zagen. En de uit-
n_ 'iv"i(, garderobe, die ze gezien had in
imerking genomen was het den man
kwalijk te nemen, dat hfi één kleedingstuk
daaruit niet herkende? En wat ziin ver
haal aanging, ze kreeg den indruk, dat
hü de waarheid zat te vertellen blijk
baar begreep hij evenmin iets van haar
als zü van hem.
Maar ana den anderen kant gesteld
dat alles een keurig in elkaar gezette één-
akter was!
't Kon ziin, maar niettegenstaande dat
behield het verlangen, om alles te beken
nen en dan de gevolgen te dragen, den
boventoon.
„Ik ben bang begon ze kleintjes,
terwijl ze angstig naar hem opkeek.
„Dat hoeft niet absoluut geen reden
voor, voor zoover ik tenminste weet", viel
hij haar sussend in de rede, maar zonder
zijn scherpen blik van haar af te wenden.
„Dat komt omdat u niet begrijpt
Aarzelend hield ze op een paar
oogenblikken keek ze hem nog onzeker
aan, toen zuchtte ze geresigneerd en be
gon: ,,'t Geeft toch nietsbekennen,
dat is het eenige, dat er voor mij over
schiet. Ik ben vanavond geweest, mr. Sa-
vage, wat u niet bent geweest."
„Dat klinkt als een raadseltje: ik zie
ik zie wat üi niet ziet. En de oplossing?
„U heeft vanavond maar gedaan alsol,
u bent een surrogaat geweest. Ik daaren
tegen het echte artikel, een doodgewone
dief. Neen, laat me liever uitspreken
't gaat gemakkelijker, als u me met m de
rede valt. Goed, ik zal u vertellen, hoe ik
heet, ofschoon mijn naam u niets zeggen
zal. Ik ben een doodgewoon iemand, een
winkeljuffrouw zonder werk, barah Man
vers heet ik.
„Maar dat i* geen verklaring....
Neen. dat is de inleiding - de ver
klaring komt nu. Ik woon in 't zeilde blo
huizen als u natuurlijk aan 't andere
einde een van de laatste huizen van
Lexington Avenue op atelier de an
dere twee waren weg.
En nu, hoe 't gekomen is. Vanmiddag
was 't zoo warm en benauwd en eenzaam
in 't atelier de andere twee waren op
weg en toen dacht ik, dat 't boven op het
dak misschien koeler zou zijn. We hebben
daar een paar stoelen staan, door de
warmte ben ik er in slaap gevallen en
toen ben ik wakker geregend die on
weersbui was in vollen gang. En ik wist
me geen raad, want iemand had het dak
raam dichtgedaan en toen heb ik alle da
ken afgezocht. Ik dacht: ergens zal ik toch
wel een open dakraam vinden, maar eerst
had ik pech en toen opeens, toen ik maar
weer om wilde keeren, vond ik er een
dat was uw huis, en ik was zoo bang voor
het weerlicht, dat ik niet meer wist wat ik
deed. Ik zette me over den rand heen en
klom naar beneden en
,,'t Verstandigste wat u onder de gege
ven omstandigheden doen kon", viel de
man met 't blauwe colberteostuum haar
in de rede.
Maar zij had zijn woorden nauwelijks
gehoord, verdiept in haar eigen herinne
ring ging ze door: „en toen heb ik een
soort van onderzoekingstocht door het
heele huis gedaan, maar er was niemand
en ik voelde me zoo afschuwelijk, zoo
koud en armoedig in m'n natte kleeren..
en toen werd de verleiding me te sterk,
alles zag er zoo aanlokkelijk uit.ik
besloot een had te nemen en wat kleeren
te leenen tot de mijne droog waren. En
toen kwam er een gedachte bij me op.
Met een verlegen gezicht hield ze zich
opeens stil.... ze begreep, hoe moeilijk
het zou zijn, om een ander te doen geloc-
ven, dat het werkelijk haar intentie ge
weest was, om de kleeren terug te sturen,
na een soort van nachtelijke excursie, op
jacht naar avonturen, een product van
haar fantasie, ingegeven door haar ver
langen naar iets anders dan 't heel ge
wone, dat ze nu ten slotte zelf zag als iets
fantastisch, iets, dat natuurlijk op iets
geheel anders dan bevrediging van haar
verlangen uitgeloopen zou ziin. Neen
over die quaestie kon ze niet met een wild
vreemd iemand spreken, en daarom, om
haar aarzeling te bedekken, sprak ze ge
jaagd voort.
„En toen toen ik weg wilde gaan,
hoorde ik voetstappen op 't dak. Ik had
het dakraam wel dicht gedaan, maar toch
was ik bang doodsbang. Toen dacht ik,
dan maar door de voordeur ik zoo zacht
mogelijk de trap af en toen toen zag
ik 't licht in de bibliotheek en.... en dat
is alles."
Vol verwachting, met een opgewonden
licht in haar oogen, keek ze haar metgezel
aan toen er nite dadelijk een antwoord
/■wam, voegde ze er op eenigszins uitda-
genden toon aan toe: „Nu weet u alles
alles!"
De man in 't. blauw schrok op, alsof liij
aan geheel andere dingen had zitten
denken.
„Maar waarom noemt u u zelf een dief
of liever dievegge alleen voor dat!"
„Omdat.... omdat...." In haar ijver,
om hem alles begrijpelijk te maken, viel
ze over haar woorden, „omdat 't het aller
beste is, om feiten maar flink onder de
oogen te zien: in mijn binnenste binnenste
was ik dievegge. O, natuurlijk gaat u nu
edelmoedig doen u gaat me nu vei tel
len, dat u er zeker van bont, dat ik die
kleeren alleen maar wilde leenen en dat
ik, heuseh, alles teruggestuurd zou heb
ben, enz. Maar dat is de waarheid niet
de waarheid is, dat ik gestolen heb, en
dat ik nooit, eerlijk, van plan geweest
ben, om de kleeren terug te sturen. In 't
begin, jamissehien toen nog wel, maar
toen ik ze eenmaal aan had neen, ab
soluut niet! Ik heb het me zelf wel wijs
gemaakt, en ik heb die suggestie ook
werkelijk geloofd, maar in den grond van
mijn hart, neen, geen klein, klein oogen-
blik hen ik het werkelijk, eerlijk, oprecht
van plan geweest. En dus ben ik niet
alleen een dievegge, maar ook een leuge
naarster."
,Kom, kom," viel de man in 't blauw
haar kalmeerend in de rede, terwijl hij
achterover in zijn stoel ging zitten en
haar oplettend aankeek.. „Kom, met dat
afkammen van u zelf bereikt u niets."
„Goed laat ik dan zoo zeggen: alles
wat ik verteld heb, is waar, behalve dat
woord: leenen! en dat is op zichzelf een
leugen, groot genoeg om de waarheid
van al 't andere te doen eclipseeren....
Maar dat begrijpt u niet, dat kunt u niet
begrijpen! Daarvoor bent u een „man".
En die kunnen niet begrijpen wat het
zeggen wil om te snakken naar kleeren,
om te hongeren naar iets behoorlijks om
aan te trekken zooals ik jaren lang
gedana heb en u zoaols iedereen, die tot
de categorie winkeljuffrouwen behoort,
haar heele leven doet."
„Misschien begrijp ik er meer van,
dan u denkt," gaf de man aan den over
kant van de tafel met een eigenaardige
uitdrukking in zijn oogen ten antwoord.
„Ik weet, hoe u zich voelen moet, want
ik ben het er niet mee eens, dat alleen
winkeljuffrouwen het privilege hebben
om het onbereikbare te verlangen. Ande
re menschen weten ook, wat het betee
kent te hongeren, al is 't dan niet naar
kleeren, zooals u doet."
„Ik, maar...." begon ze aarzelend, in
een echt vrouwelijke poging om zijn ar
gument, waartegen ze feitelijk niets in te
brengen wist, toch te weerleggen. „Maar
dat van mij is iets anders ik heb
nooit, nooit iets gehad. Kunt u zich erin
denken, wat het is om van 's morgens
acht tot 's avonds zes en dikwijls nog
later te moeten werken, zes wagen in
de week en op een salaris, met behulp
waarvan je niet in 't leven kunt blijven,
als je zoo'n bestaan ten minste leven
noemt! Weet u wel, dat ik nu al ln tien
jaar niet buiten geweest ben, de zee niet
gezien heb uitstapjes naar Coney?
twee of drie keer op zijn hoogst, boven
op volgepropte auto-bussen. Jawel, ik had
vrijen tijd genoeg, maar alleen als ik bui
ten werk was. N et hoogste salaris, wat ik
verdiend heb is tien dollar geweest, en
dat was een uitzondering, in den drukken
tijd, hoogstens twee of drie weken ach
tereen. Ik heb moeten leven op vijf, ik
heb moeten leven van giften en gaven;
weken achtereen heb ik van de goed-
geefschheid van m'n twee kamergenooten
moeten bestaan. Begrijpt u nu, dat 't me
onmogelijk was om de verleiding te weer
staan, toen ik me daar opeens, op dien
grooten spiegel, behoorlijk gekleed zag
staan, en dat, terwijl ik wist, of dacht te
weten, dat ik ongehinderd weg kon komen
Waar ik heen moest, in deze kleeren en
met geen cent op zak dat wist ik niet;
maar dat ik wegging en nooit, nooit meer
terug zou komen, dat stond vast..
„Groote hemel, wat een toestand", zeide
de man zachtjes. „Dom kind, dat je
bent...;" (Wordt vervolgd.)