MARDNE-MANOEUVRI
LOMBOK-EXPEDITIE
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 2 OCTOBER 1934.
De aanval op de Stelling
van Den Helder gezien
van de landzijde.
Herdenking van de
Lombok-expeditie.
DE.
VAN 1894
Een herinnering van voor 40 jaar
t
Forceering van het Schul
pengat. Aanval op de stel
ling van Den Helder.
Het communiqué.
Het doel van de oefening was, dat de
xoode partij, bestaande uit Hr. Ms. Pant
serschip Hertog Hendrik, Hr. Ms. torpe-
öooootjagere Piet Hein en Evertsen en
Hr. Ms. pantserboot Friso, zou trachten
het zeegat van Texel te foreeeren en ter
reede Den Helder door artillerievuur be
langrijke gebouwen zou pogen te vernie
tigen.
De blauwe partij „Stelling Den Helder"
had zich tegen deze aanval van rood te
verdedigen.
De blauwe partij bestond uit bewa
kingsvaartuigen en de sleepboot Utrecht,
d.e fungeerde als onderzoekingsvaartuig.
Onderzoekingsvaartuigen die in tijd van
oorlog voor zeegaten gestationneerd wor
den, moeten ieder vaartuig onderzoeken
en nagaan of het doorgelaten kan wor
den. Verder dient een onderzoekings
vaartuig nog als waarschuwingspost voor
een eventueele naderenden vijand.
De blauwe partij beschikte verder nog
over kustwachtposten, die optische com
municatie met eigen vaartuigen onder
houden en vijandelijke vaartuigen tijdig
melden. Langs de kust staan batterijen
opgesteld die 's nachts het vuur afgeven
op den vijand, die door de zoeklichten
v n het regiment genietroepen verlicht
y>.'vit.
i het commandement der Marine te
>V\ jilemsoord bevonden zich de blauwe
partijleiders van land en zeemacht die
telefonisch en radiotelegrafisch met de
verschillende onderdeden in verbinding
st.nuen.
'ie ongeveer 20 uur kwamen berichten
binnen, meldende dat alle blauwe onder
deden gereed waren om den aanval der
rooda partij af ie slaan.
Vs 21 uur wezen de berichten die bin
nen kwamen er op, dat de roode vijand
zicii reeds zeei dicht voor het zeegat van
Texel bevond en dus ieder oogenblik tot
forceering over zou kunnen gaan. Te
21.12 uur seinde het onderzoekingsvaar
tuig per draadlooze telegrafie „opgepast"
en even later kwam van hetzelfde vaar
tuig het bericht binnen „alarm". Even
daarna bleek dat het onderzoekingsvaar
tuig goed gezien had, want de bewakings
vaartuigen, die intusschen ook reeds door
het alarmsein gewaarschuwd waren,
voerden geslaagde lanceeringen uit. De
roode partij wende den steven naar zee
zooals uit de Kustwachtpostmeldingen
bleek.
in het verdere verloop van den nacht
trachtte de roode partij verschillende
malen binnen te loopen, maar telkens wa
ren er de bewakingsvaartuigen en de
kustbatterijen die de aanvallen afsloe
gen.
e ongeveer half zes kwam de roode
partij op de reede van den Helder ten
anker en hiermede waren de tactische
oefeningen voor het jaar 1934 wederom
afgeloopen.
Voor deze laatste oefening hadden wü
ons een plaatsje kunnen verzekeren op
een der bewakingsvaartuigen, n.1. de Z6.
Leze zou de ingangen van Molengat en
Westgat moeten bewaken en bij nadering
van de vijandelijke schepen alarm maken.
Kon daarbij de kans benut worden den
v^and door torpedoaanvailen nadeel te
berokkenen, zooveel te beter.
.n het Schulpengat had de „Z 8" dezelf
de taak te vervullen. Daar was ook het
o. i ierzoekingsvaartuig „Utrecht" gesta
tionneerd, dat elk verdacht vaartuig moest
aanhouden en onderzoeken.
Half zeven vertrekken de booten naar
hunne posten. De schemering valt al
gauw; de kim is lieiïg en de vijand zal
wellicht „een dot van een kans" krijgen
o:n door te slippen. Vooral bij het Molen
gat. Het terrein dat de aldaar gestation-
ri erde „Z 6" moet bewaken is wel wat te
ui [gestrekt. Een voordeel is, dat het West
gat voor de groote schepen een betrekke
lijk lastig vaarwater is, zoodat over het
algemeen de aandacht in hoofdzaak op
het Molengat bevestigd blijft.
Zoo dicht mogelijk kruipen wij onder
de Texehval, opdat bekend worde hoe
ver wü ons daarop kunnen terugtrekken,
teneinde het silhouet van de Z-boot in den
donkeren duinenrand te brengen, waar
door zij moeilijk door een naderenden
vijand zal worden gezien.
?an begint het op en neer houden;
uren achtereen. Uit de richting van het
Schulpengat dreunen kanonschoten. Naar
1 bleek deed de vijand daar een
schjjnaanval. Lij een volgenden doet de
a. ..aar dienstdoende „Z8" een geslaagden
torpedoaanval, doch wordt daarvan zelf
het slachtoffer. Tot 2 uur 's nachts wordt
zij uitgeschakeld. Dan kan zij haar post
weder innemen. Dan volgt een lange
pauze. Uur na uur verstrijkt. Ook in het
Schulpengat blijft het stil.
Uit de berichten die wii omtrent de
schermutselingen daar ontvangen hebben,
blykt, dat de „Friso", een drijvende bat
terij, zich niet bij de daar ageerende vij
andelijke schepen bevindt. Wellicht tracht
zij door het Molengat, mogelijk door het
Westgat naar binnen te komen. Snel
wordt nog een run naar het Westgat ge
maakt. Volle kracht jaagt de torpedoboot
ooor het stille water. Op de vuurplaat is
het aanpakken, het is daar beneden een
allesbehalve benijdenswaardige tempera
tuur nu in verband met het geblindeerd
varen, alle luiken, machinekamerkappen
en doorgangen afgesloten zijn!
In wilde vaart jagen wij vooruit. Bij het
Westgat is niets te zien. Even wordt
vaart geminderd, de Z-boot beschrijft een
slechts kleinen halven cirkel en terwijl de
schoorsteenen dikke rookwolken uitbra
ken van onder belicht met rooden gloed,
jacht de „Z 6" weder naar het Molengat
Het wordt drie uur, half vier...Nevels
maken het zicht nog korter. Mogelijk zal
lui hiervan kunnen profiteeren. Dan het
is reeds tegen vier uur, flitst plotseling
aan stuurboord een zoeklicht over het wa
ter. Wonder boven wonder ontdekt men
ons niet. Voorstuk laden, „4 Schoten",
klinkt het van de brug. „3 vuurpijlen" en
bijna op hetzelfde moment suizen deze de
lucht in. „Zoeklicht open", en ja, daar
licht de „Friso", die wel ongelukkig juist
op het bewakingsvaartuig was gestooten.
Nu is het zaak hem vast te houden, na te
gaan wat dit schip verder gaat uitvoeren
Lang gaat dit goed, doch dan kan de
„Friso" profiteeren van een nevelbankje
dat over het water trekt. De voeling met
den vijand is verloren....
Snel wordt opgedraaid, de richting
waarin het schip het laatst werd gezien
wordt afgespeurd. Niets te zien. Dan op
eens wordt de vijand bemerkt aan de
tegenovergestelde zijde, bijna reeds weder
langs het bewakingsvaartuig geglipt. Nu
zijn wü echter in het voordeel van den
donkeren achtergrond. De gelegenheid
wordt benut en korten tijd later is de „Zi
6" opnieuw in staat met succes een schijn
aanval te doen en opnieuw de kustverde
diging te alarmeeren. Nu raakt de „Friso"
ons niet meer kwijt; als een klit hangen
wij achter haar aan. Ten slotte licht zij
gestopt. Ons vermoeden, dat zü hier het
moment van den aanval in het Schulpen
gat afwacht, om dan tegelijkertijd naar de
reede door te breken, wordt bewaarheid.
Nauwelijks vallen de eerste schoten of de
motoren worden full speed aangezet.
Het mocht niet baten. De „Z 6" opent
nog eens het zoeklicht op de „Friso" ten
einde de op den wal gestationneerde zoek
lichten leiding te geven; de doorbraak is
mislukt.
Te 6 uur komen wü weder binnen. Het
einde van de manoeuvres is daar.
Voor het personeel zijn het vrij ver
moeiende dagen geweest. In den beginne
slecht weer, in de tweede helft veel nach
telijke oefeningen.
Opnieuw is gebleken welk een belang
rijk wapen de onderzeeboot voor onze
defensie, zoowel hier als in Indië is. De
oefening van Donderdag tot Vrijdagnacht
deed wel bijzonder uitkomen, welk een
doeltreffend wapen het is voor de verde
diging van onze zeegaten en verhindering
van een blokkade daarvan.
Doch het is noodig, dat onze marine de
beschikking krijgt over meerdere moder
ne en snelle schepen, opdat ook daarmede
oefeningen in grooter verband kunnen
worden gehouden. De langzaamheid van
onze oudere oorlogsschepen is een belem
mering althans in vele gevallen om
een zoodanigen toestand te scheppen als in
oorlogstijd werkelijk het geval zou kun
nen zijn.
Als gewoonlijk werd de pers aan boord
weder hartelijk ontvangen en genoot zij
de bekende gastvrijheid. Een woord van
dank hiervoor moge dit overzicht van de
Marinemanoeuvres 1934 besluiten.
De Kustartillerie in actie.
Van schijnaanvallen in Schulpen'
en Westgat.
Het leek ons interessant de groote oefe
ning van de combinatie Land- Zeemacht
ook van een „landelijk" standpunt te be
zien. Wij hadden daarvoor een reden te
meer, wijl tot nu toe nog nimmer iets ver
meldt werd van 't Regiment Kust Artille
rie, het onderdeel van onze defensie, dat
immers van zulke groote beteekenis is.
Voor zoover wü weten is in de pers zel
den of nooit de aandacht gevestigd op
deze Artillerie en daarom kunnen wii nu
de verleiding niet weerstaan er iets van
te vertellen. Dit doen we in het verband
van de manoeuvre, waarvan men hier
boven het verslag van vloot-zijde ge
zien en het officieele communiqué zal
aantreffen.
Men kent de onderstelling: om 8 uur
zou de oorlog tusschen Blauw en Rood
uitbreken. Het was zoo om en nabij dit
uur, dat wii ons via den Zeedijk naar het
terrein van de operaties begaven. Het was
bladstil, de maan was zoo juist boven de
daken van de Heldersche huizen verre
zen, vuurrood, als van inspanning....
Over de geheele lengte van den dijk een
druk militair gedoe, vooral van de ge
nisten uit Utrecht. Zij toch zorgen voor
de zoeklichten, vier in getale. Reeds
draaien de dynamowagens proef, dat is
een geraas van je welste. Geïnteresseerd
kijken wandelaars toe, dat kan gemakke
lijk want hinderlijke afzettingen zijn niet
aangebracht. Daar gaat reeds het blind
van zoeklicht 1 open, de hoofdwaarnemer
probeert blijkbaar of zijn installatie
werkt. Een kolossale liclitkegel priemt
door de heldere lucht ver over zee tot
waar een lichte mistbank, die boven het
zacht deinende water hangt het licht
absorbeert. Twee van de vier lichten pas-
seeren wij, met zaklantaarns gewapend
loopen de soldaten er om heen om de laat
ste verbindingen tot stand te brengen, dan
wel kleine onvolkomenheden op te heffen
Daar zijn we op het Fort Kijkduin, dat
zijn hoogen stalen koepel hoog boven het
dorp Huisduinen uitsteekt. Het is echter
niet vanuit dien koepel, dat het vuur tegen
den vijand geleid zal worden. Willen we
daarover iets meer te weten komen, dan
dienen we af te dalen tot enkele meters
onder den grond, waar een voormalige
schuilplaats thans ingericht is als com
mandopost van den Artillerie Comman
dant Zeefront (verder te noemen A.C.Z.).
Het is de Majoor Bentz van den Berg,
die als zoodanig optreedt, terwyl tot zijn
staf behooren de kapiteins Doorman en
er' koorts is toegevoegd aan den
u een luiteiia"t ter zee, die de techni
sche gegevens op nautisch gebied ver
strekt. Het is een brouhaha van stemmen
van .ie welste. Als je binnenkomt heb je
eerst eenige minuten noodig om iets wys
te worden uit al die volzinnen, die door
elkaar klinken. Het zijn vooral de vier
telefonisten, die de berichten van en aan
de batterijen, zoeklichten enz. doorgeven,
die de meeste aandacht voor zich op-
eischenHet aantal verbindingen is
niet gering; wel geteld veertien! De eer
ste berichten omtrent den naderenden
strjjd komen binnenzü worden ver
werkt door het Commando. Even later,
direct reageerend, gaan de gegevens naar
de batterijen. Tot werkdadig optreden
komt het echter niet, want een volgend
bericht zegt, dat de vijand slechts een
schijnaanval via het Schulpengat uit
voerde.... Het wordt dan rustig in het
lokaal, soldaten, ordonnansen en telefo
nisten maken het zich gemakkelijk, ech
ter steeds paraat om bij geval van nood
zaak direct handelend te kunnen optre
den. Men is in het stadium van afwach
ten gekomen, een stadium, dat zou blijken
van groote afmetingen te worden....
We klimmen weer naar boven; in den
duisteren gang komen een drietal sil
houetten ons tegemoet, twee in donkere
uniform, de derde in het bekende grijs van
de landmacht. We onderscheiden breede
distinctieven in goud op de mouw van
den een, zilveren tres op den schouder
van den ander.
Het zijn de scliout-bii-nacht T. L.
Kruys, commandant der Marine vergezeld
van den artillerie-commandant Overste
Ridder van Rappard en den adjudant van
eerstgenoemde, die van een inspectie op
het Zeefront terugkeerden
We begeven ons thans naar een der
batterijen. Hel wordt het duinlandschap
verlicht door een zilveren maan, die in
tusschen hooger gestegen is. Het wordt
frisscher. Op grooten afstand, links van
ons ligt een batterü van 3 stukken van
15 cm. Als een trouwe wachter staat daar
de veiligheidstoren, die in vredestijd
noodzakelijk, doch in tijd van oorlog afge
broken wordt, zijn platvorm hoog boven
het landschap verheffend. De batterij
neemt aan de oefening deel, zij wordt ge
heel bezet door manschappen uit Vlissin-
gen, die onder commando van kap. v. d.
Slikke naar Den Helder gekomen zijn. In
tegenstelling met de tweeede deelnemende
batterij op een duinrand, is de eerste eeh
indirect richtende batterij.
I
Wat is indirecte richt int;?
Het nadeel van kanonnen, die op de
kust doelen beschieten, is, dat zij vanuit
zee gemakkelijk als mikpunt kunnen die
nen. Ten einde dit groote nadeel te on
dervangen kwam men op het idee van de
indirecte richting, hetgeen zeggen wil, dat
de batterüen een stuk achteruit in het
land gezet zijn. De stukscommandanten
kunnen doel noch zee zien, zoodat zü
niet zelfstandig kunnen richten en schie
ten. Men heeft nu de „oogen" van de
batterij aan de zeezijde geplaatst. Het
zijn de z.g. meetposten, kleine stations,
goed gemaskeerd, waarin zich meetinstru
menten bevinden, waarmee men afstan
den en hoeken meet. Deze gegevens wor
den in een „werkkamer", een bomvrije
lokaliteit verwerkt tot gegevens voor de
drie vuurmonden, die ze per laryngafoojn
ontvangen en aanbrengen. De batterp
schiet uitsluitend op deze gegevens. Dit
systeem werkt uitstekend, men probeeijt
er steeds mee en steeds werden gunstige
resultaten verkregen. Inderdaad, dit i!s
in de toekomst de aangewezen weg voojr
de Kustartillerie
Alarm.
Juist zijn we in de batterij op den duin
rand aangeland, als ver in zee twee licht
flitsen gezien worden, enkele seconden
later gevolgd door twee dreunende bas-
slagen. Eenige groepen van 3 witte vuur
pijlen stijgen opde teekenen van
alarm afgegeven door de onderzoekings-
en bewakingsvaartuigen der blauwe par
tij. Daar flitst onmiddellijk het zoek
licht op, een breede bundel, zich verlie
zend in het oneindige....
„Normale sector afzoeken" zoo klinkt
het commando van den batterij comman
dant en we zien de lichtbundel zich regel
matig verplaatsen over de watervlakte.
Er wordt gezocht naar den vijand.... ja,
er zit een schip in den bundel, het is
de Friso. Onmiddelük gaan de comman
do's voor de vuuropening naar de batte
rij, ook Helsdiep werktEven is het
stil, het vijandelijke schip zit gevangen
in het licht.... dan ratelen met donde
rend geweld twee salvo's van drie scho
ten door het luchtruim. Zware wolken
van kruitdamp stügen uit de monden op
en worden meegevoerd door den speel-
schen wind.... De vijand verdwijnt, het
was slechts een schijnaanval....
De rust keert spoedig weer, de zoek
lichten blijven zoeken, maar de vii
laat zich voorloopig niet meer zien. Offi
cieren en manschappen maken het zich
gemakkelijk. Het wordt later en ook
frisscher. Weldra gaan de kragen van
de jassen dan ook op en voor zoover mo
gelijk wordt achter duinheuvels de luwte
gezocht. Gesprekken worden op fluiste
renden toon gevoerd, elk onnoodig geluid
moet worden vermedenOok licht is
natuurlijk uit den booze, men zou de
eigen opstelling kunnen verraden! Even
nemen we een kijkje bii het midden stuk.
Opvallend is de nachtverlichting van de
richtsmiddelen, zeer scherp steekt de
vizierkorrel, die door een rood lampje
verlicht is, af tegen de in groen licht
gehouden keep. Dat maakt het richten
stukken gemakkehjker.
Een luide lach van een soldaat ver
scheurt plotseling de avondstilte, ver
stoord stapt, de batterijofficier naar den
overtreder, die een standje, in fluister-
taal, ontvangt.... Meeuwen fladderen in
de lichtbundels der zoeklichtenzij
hebben terdege moeite er uit te komen en
worden steeds meer als magisch getrok
ken naar de bron op het land
Men waakt..,, de bewaking der kust
is in veilige handen....
Uren verloopen, de vijand vertoont
zich niet. Tactiek?
Een motorsloep in den tjrond
(leboord.
Daar kruist do breede straal iets don
kers op het water. Het is klein, doch
nadert snel. Het licht houdt vast.... men
is paraat. Blijkbaar is het een motor
sloep, met behulp waarvan de vyand een
landing wil voorbereiden. Dat zal niet
gaan, oordeelt de Bt.C„ daar gaan de
vuurcommando's reeds naar de stukken.
Even later het salvo.de sloep is ver
nietigd....
Weer vervalt de kustartillerie in wach
ten, in spannend afwachtenDrie uur
slaat het ergens in Den Helder. Plotse
ling stijgen weer groepen van witte vuur
pijlen op, nu echter aan de andere zijde
van het schootsveld, bii het Westgat.
Wederom alarm!
Twee alarmschoteji knallen. De batte
rijen zijn weer op hun qui vive, met lan
ge stralen prikken de zoeklichten in de
duisternis.... Vijf, tien, vijftien minuten
verloopen.... niets.... de bundels zig
zaggen, maar vangen niets.... Weder
om een schijnmanoeuvre!
Dan treedt de stilte in, die de defini
tieve aanval voorafgaat.... Uren wordt
weder gewacht en gewaakt en gezocht.
Steeds tevergeefs. De slaap doet zich
gelden, het onderdrukte gepraat en gegi-
chel is lang verstomd. De soldaten zijn
moe, stil zitten zü voor zich heen te
staren of rooken een sigaretje. Stiller
wordt het, steeds stiller.... Is de kust
nog in veilige handen
De aanval!
Vijf uur in den morgen. Het eerste,
flauwe ochtendgloren achter ons, de rui-
schende zee vlak voor ons.... Rust, on
eindige rust gaat van de natuur uit....
Daar vallen plotseling een tweetal
schoten, heel in de verte. Daar is de
vijand! Wederom vuurpijlen. Ditmaal is
het werkelijkheid. Snel als de weerlicht
zoeken de zoeklichten 4 en 2 het Schul
pengat af. Juist op tijd, want daar zit
plotseling een groot schip in den bundel,
het vaart snel! De aanval hoe plotseling
ook is bijtijds gealarmeerd! De comman
do's vliegen naar de stukken, een kort
pauze slechts
De Piet Hein, want die is 't, vaart dicht
onder de kust, zü ligt nu dwars van de
batterij, daar donderen de schoten door
den nacht. Dat is het treffen, waar we
10 uur op gewacht hebben! Vlot wordt
het doel door het volgende zoeklicht
overgenomen, het eerste zoekt reeds
weer. Heeft onmiddellijk weer een schip,
ditmaal de „Evertsen". Ook deze bodem
wordt onder vuur genomen. Weer wordt
het doel overgenomen, weer zoekt het
eerste zoeklicht. En weer schittert een
groot flikkerend schip de Hertog Hen
drik. Een kort, hevig artillerievuur heeft
plaats tusschen schip en walbatterü, het
dreunt en davert
De Hertog Hendrik beschijnt met zW
zoeklicht een groot gedeeltevan^ j
het linkerstuk van de D"inV S]enviil
wordt in hellen gloed ge:zet. Midde erwni
wordt de battery ernstig onder vuur ge
n°Me" gematigde vaart gaan de s£he,1J"
reede.... de oefening
dan ter
slaagd.
Even later komt ook net
wordt aangegeven door de^
einde. Dit
zoeklichten,
die hun stralenbundels
doen zwaaien. t
Hier en daar een juichkreet, de kieet
van een soldaat, die naar kooi verlangt.
Vlug worden de vuurmonden 2ev,"?t<
het is de laatste bewerking, die verricht
wordt, en even later marcheert de troep
af naar Fort Erfprins....
Op een bijeenkomst van oud'Strijders
in Den Haag.
Reeds geruimen tijd geleden kwam in
de kringen van hen, die veertig jaren
geleden hebben deelgenomen aan de
Lombok-expeditie de wensch naar voren,
nog éénmaal deze belangrijke militaire
gebeurtenis te herdenken.^ Er vormde
zich een comité, dat al spoedig de toezeg
ging kreeeg, dat deze oud-strijders voor
de Koningin en de Prinses zouden mogen
defileeren.
Zaterdag was de herdenkingsdag.
Tegen 11 uur verzamelden zich in den
Dierentuin ruim 400 deelnemers, officie
ren en minderen van het Indische leger
en daarbij gedetacheerden van het Ne-
derlandsche leger, benevens van de vloot,
die allen deelnamen aan de expeditie op
Lombok in 1894.
Enkelen van de oudstrijders hadden
hun oude uniform aangetrokken, allen
droegen het Lombokkruis en eventueel
verdere eereteekenen op de borst.
Toen men zich in één der zijzalen ver
zameld had, heeft de voorzitter van het
Lombokcomité, luit.-generaal Boetje, een
zeer kort welkomstwoord gesproken,
waarna luit.-generaal Ter Beek, onder
voorzitter van het comité, de dagorder be
kend maakte.
X De Lombok'iïiarsch van oome Piet.
Lombok weer in 't brandpunt.
Lombok staat dezer dagen in de Neder-
landsche belangstelling.
De namen Mataram en Tjakranegara wor
den weer levendig in veler herinnering.
Lombok! Het eiland van de Sasaks! Door
twee bergketenen wordt 't doorsneden. In de
Noordelijke helft verheft zich, 3800 meter
hoog, de Rendjani, beter bekend onder den
naam: Piek van Lombok.
Een van de belangrijkste plaatsen is Am-
penan.
Reeds in 1674 kreeg de Oost-Indische
Compagnie voeling met Lombok. In 1692
deden de Baliërs een inval.
Waarom Lombok, nu, in 1934, weer zoo
op aller lippen is? Heden is 't 40 jaar ge
leden, dat een Nederlandsche expeditie er in
slaagde een hevigen opstand te onderdrukken,
zoodat Lombok zich weer ten volle aan het
Nederlandsche gezag onderwierp.
In 1894 leed de eerste expeditie onder
generaal Vetter zware verliezen bij Tjakra
negara en ook bij Mataram.
Dit kon niet ongewroken blijven. Door
tastend werd tegen de opstandelingen opge
treden en in den laten nazomer van 1894,
dus nu juist 40 jaar geleden, werd Mataram
door de Nederlanders ingenomen. Eenige
maanden later trof Tjakranegara 't zelfde lot.
Lombok is nu onder rechtstreeksch bestuur
gekomen, doch er wordt terdege rekening
gehouden met de eigenaardige zeden en ge
bruiken der bevolking, vooral wat godsdienst
en rechtspleging aangaat.
Van de Nederlandsche marine lagen, op
het oogenblik dat de overval plaats had, op
de reede van Ampenan de „Emma" en „Prins
Hendrik". De „Tromp" en de „Borneo" lagen
nog in reparatie te Soerabaya.
De „Emma en „Prins Hendrik" zonden
direct 's morgens een landingsdivisie uit van
circa 200 man met 4 stukken landingsgeschut.
Zeemacht en landmacht kapten het terrein
open en maakten een borstwering, welke in
het Noorden en Zuiden tegen de zee liep.
Toen begon het geschut van de „Emma"
Mataram te bombardeeren.
Spoedig kwam ook de „Tromp" van Soera
baya de marine versterken. Deze heeft zeer
zeker een werkzaam aandeel gehad aan de
Lombok-expeditie.
Toen later Mataram ingenomen was, bleek,
dat het bombardement van de marine groote
verwoestingen had aangericht.
De opstandige Radjah werd aan boord van
de „Prins Hendrik" overgebracht, die hem
gevankelijk naar Batavia voerde.
Was de gezondheidstoestand van de
marinetroepen op Lombok tot nu toe steeds
in goede conditie geweest, toen 't tegen
December begon te loopen, liet deze wel wat
te wenschen over, werd zelfs onrustbarend.
Veel buikloop en koortsgevallen deden zich
voor onder de marinemenschen, die zoo moe
dig met de landingsdivisie meegetrokken
waren. Zes dooden had men zelfs te betreu
ren. De order naar boord terug te keeren,
kwam den 5en December.
Wat de expeditie naar Tjakranegara be
treft, was het de „Borneodie meermalen
het vuur opende op de opstandelingen. De
Noord-Oost poeri, het versterkte verblijf
van den ouden vorst, dat ongeveer in het
midden van Tjakranegara lag, was vooral het
doelwit van de „Borneo". Het was een heel
werk om hier treffers te maken, want deze
poeri lag ruim zes en een halve kilometer van
de kust en bovendien lag ze verborgen ach
ter hooge, zware boomen.
Dat Den Helder dan ook veertig jaar ge
leden met hart en ziel en ook niet zonder
zorg met de Lombok-expeditie meeleefde, is,
gezien het groote aandeel, dat de Marine
hierin had, verklaarbaar. Dit kan b.v, ge
constateerd worden uit de volgende Lombok-
marsch, welke ons verstrekt werd door één
van de oud-gedienden van de Marine,
„Oome Piet", de oude kreeuwer, die ons
reeds zoo vaak op pittige marine-vertellingen
vergast heeft en dit, naar wij hopen, nog
meerdere malen zal doen.
Daar ongetwijfeld ook vele oud-marine-
gasten in deze dagen zich Lombok zullen
herinneren, twijfelen we niet: Met geschool
de of ongeschoolde stem, zullen ze voor kin
deren en kleinkinderen deze Lombok-marsch
gaan zingen. De wijs van het refrein is be
kend genoeg en de woorden staan nu voor
hnu neus in de Jutter-courant.
LOMBOK-MARSCH.
(Wijze: Wij zijn gegaan, al naar de Maliebaan.)
Toen onlangs de Balineezen
Toonden, ons niet meer te vreezen,
Om immer maar voort te gaan
Met die Sasaks dood te slaan
En die onbeschaamde snaken
De tong achter ons uitstaken,
Was de heele boel verbruid
En het geduld der Blanda's uit,
Neen Radjah's! Spotterny
Noch onrecht dulden Wy.
Hebt gezag voor rang en wetten,
Die Wy met de Bajonetten
Gehandhaafd willen zien!
En mocht ge weerstand blen
Dan worde ze gefnuikt
En heel uw macht gestuit!
Refrein:
Toen klonk alom
En ging naar Lombok om
En heel Den Helder drom
Al op de reede
Van Lombok aan,
Voor zeker hoe 't zou gaan.
Zal om de Raadje staan
Of wil hy vrede?
En om de Balineesche heeren
En de vorst te amuseeren.
Trok generaal van Ham
Naar de vestig Mataram
En liet zyn troepen defileeren
En heel kranig excerceeren.
Maar de radja's zooi,
Die zei: „Jongens, dat gaat mooi!"
Het hoofd der schelmen dacht,
Terwyl hy grynzend lacht,
K zit me hier leelyk te vervelen
En moet nu goed mijn rol gaan spelen!
Toen werd de heele legermacht
Door hem om zeep gebracht.
Van Ham de generaal.
Een kerel als van staal,
Trouw en rond
Zooals er geen bestond
Dacht van dien zwarten hond
Helaas hetgoede.
Refrein:
Maar 't bleek alras,
Dat zoo brutaal als kras,
Die vriendschap veinzen was
In tygers woede.
Marsch naar het Hul»
Bosch.
Om 12 u. werd een gemeenschappen;!,
koffiemaaltijd gehouden, waarna om i
uur werd aangetreden in den Dierentuin
om den marsch naar het Huis ten Bosch
waar de Koningin en de Prinses vertoef
den, te ondernemen. De opstelling
plaats in korpsverband en scheepsge
w;jze. Aan liet hoofd van den stoet liepen
de Kon. Mil. Kapel en de tamboers en pj
pers der mariniers. Voor hen die na zoo
vele jaren van rust een militairen marsch
van omstreeks een half uur niet meer
durfden te wagen, waren drie groote
autobussen beschikbaar.
Om half twee had de afmarsch onder
groote belangstelling van het publiek
plaats. Het geheel werd gecomrnandeeerd
dopr luitenant-generaal Ter Beek, het
gedeelte zeemacht door don oud-kolonel
der mariniers Groen, terwijl het gedeelte
landmacht onder commando stond van
den oud-kolonel der artillerie van het
Ned. leger Vis.
Ontvangst door de Koningin.
Défilé.
Om half drie verschenen de Koningin
en de Prinses, met gevolg, op het bordes
van het Paleis. Bii Haar bevond zich ook
minister Colijn, die eveneens den veld
tocht op Lombok heeft meegemaakt.
Generaal Ter Beek commandeerde.
Hoeden af, geef acht, waarop de aanwe
zige oud-strü'ders de militaire houding
aannamen.
Op verzoek van de Koningin voegden
generaal Snijders en eenige andere auto
riteiten zich bü Haar.
Generaal Boetje, voorzitter van het
Lombok-comité, zeide vervolgens tot de
Koningin dat de oud-strijders tot haar ge
komen waren om haar hun hulde te bren
gen en hü dankte H. M. dat zij die hulde
had willen aanvaarden.
De Koningin antwoordde hierop dat het
Haar een groot voorrecht was, allen voor
haar te zien op dezen zoo gedenkwaardi-
gen dag en dat zii zich geheel met hen in
deze herdenking vereenigde.
Nadat verschillende comitéleden aan de
Koningin waren voorgesteld onderhield
H. M. zich eenigen tijd met hen en ver
volgens met een aantal officieren cn an
deren.
Na de inspectie defileerde de troep,
marcheerde met vieren voor Koningin en
Prinses, waarna de Koningin uit naam
van de oud-strijders van Lombok bloe
men werden aangeboden, versierd met het
lint van het Lombokkruis. De aanbieding
geschiedde door kleindochtertjes van
twee officieren die op Lombok de mili
taire Willemsorde hebben verworven.
Nadat de troep in den Dierentuin was
teruggekeerd, had een gezellige réunie
plaats. Omstreeks vijf uur namen allen
tot slot van dezen Lombokdag deel aan
een gemeenschappelijken maaltijd, die
een bijzonder geanimeerd karakter droeg.
Herdenking op de „Soemba".
Gorontalo. Aan boord van Hr. Ms.
fiottieljevaartuig „Soemba" heeft een her
denking plaats gehad van de Lombok
expeditie. De gouverneur-generaal heeft
zich hierbij door zijn adjudant, luitenant
ter zee van BemmeRn, laten vertegen
woordigen. (Aneta.)
BOND VAN GEPASPORTEERDE
MARINE-MANNEN.
Het hoofdbestuur van b.g. bond heeft
ook dit jaar, voor den aanvang der De
fensie-begrooting in de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, een adres gezonden
aan dit college, waaraan wij het volgende
ontleen en:
Bij Kon. Besluit van 9 Mei 1931 (Stbl.
187) werd een som uitgetrokken, groot
100.000, met de bedoeling, daaruit aan
de oud gepasporteerde militairen die in
hulpbehoevenden toestand verkeerden, een
bedrag als steunuitkeering te verstrekken.
Hiermede toch werd officieel erkend,
dat de oude gepasporteerde militairen
een moreel pensioenrecht hebben be
houden.
Als bewijs dat de Indische dienstjaren
werkelijk dubbel worden geteld, kan die'
nen dat, bij toekenning van een medaille
voor 12 of meer jaren trouwen dienst,
wel die jaren dubbel zijn geteld.
Zoolang voor deze menschen nog ge®n
wettelijk vastgestelde bepalingen gelden,
voor datgene, waarop zij o. i. naar billijk
heid aanspraak kunnen maken, n.1. „toe
kenning van een uitgesteld pensioen op
60-jarigen leeftijd aan alle gepasporteerde
marinemannen, die 10 of meer dienstja
ren hebben, waarbij de Indische jaren
(d. i. de tijd tusschen de Keerkringen
doorgebracht) worden dubbel geteld
mogen wij niet verzuimen U beleefd te
verzoeken een lans te willen breken voor
deze oud-gepasporteerden.
Dit zou kunnen geschieden, door een
eenvoudige wijziging aan te brengen in
de bestaande pensioen-wetten voor de
Zeemacht, n.1. door aan alle gepaspor
teerde marinemannen met 10 of meer
dienstjarenwaarbij de Indische jaren
dubbel geteld zijn, recht op uitgesteld pen
sioen op 60-jarigen leeftijd te verleenen.
BETALINGSVERKEER MET
DUITSCHLAND.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Hollands Noorderkwartier ver
zond Zaterdag het navolgend telegram
aan den Minister van Economische
Zaken:
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Hollands Noorderkwartier over
tuigd van de zeer ernstige positie, waarin
de exporthandel zich in verband met h®°
betalingsverkeer met Duitschland b®*
vindt, verzoekt Uwe Excellentie eerbie
dig zoo spoedig mogelyk zoowel inzake
de afwikkeling der voor 24 September
vervallen ordening als de betalings
garanties van onze toekomstige expo'
het treffen van de noodige voorziening®'1
te willen bevorderen.