MARDNE-MANOEUVRI LOMBOK-EXPEDITIE HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 2 OCTOBER 1934. De aanval op de Stelling van Den Helder gezien van de landzijde. Herdenking van de Lombok-expeditie. DE. VAN 1894 Een herinnering van voor 40 jaar t Forceering van het Schul pengat. Aanval op de stel ling van Den Helder. Het communiqué. Het doel van de oefening was, dat de xoode partij, bestaande uit Hr. Ms. Pant serschip Hertog Hendrik, Hr. Ms. torpe- öooootjagere Piet Hein en Evertsen en Hr. Ms. pantserboot Friso, zou trachten het zeegat van Texel te foreeeren en ter reede Den Helder door artillerievuur be langrijke gebouwen zou pogen te vernie tigen. De blauwe partij „Stelling Den Helder" had zich tegen deze aanval van rood te verdedigen. De blauwe partij bestond uit bewa kingsvaartuigen en de sleepboot Utrecht, d.e fungeerde als onderzoekingsvaartuig. Onderzoekingsvaartuigen die in tijd van oorlog voor zeegaten gestationneerd wor den, moeten ieder vaartuig onderzoeken en nagaan of het doorgelaten kan wor den. Verder dient een onderzoekings vaartuig nog als waarschuwingspost voor een eventueele naderenden vijand. De blauwe partij beschikte verder nog over kustwachtposten, die optische com municatie met eigen vaartuigen onder houden en vijandelijke vaartuigen tijdig melden. Langs de kust staan batterijen opgesteld die 's nachts het vuur afgeven op den vijand, die door de zoeklichten v n het regiment genietroepen verlicht y>.'vit. i het commandement der Marine te >V\ jilemsoord bevonden zich de blauwe partijleiders van land en zeemacht die telefonisch en radiotelegrafisch met de verschillende onderdeden in verbinding st.nuen. 'ie ongeveer 20 uur kwamen berichten binnen, meldende dat alle blauwe onder deden gereed waren om den aanval der rooda partij af ie slaan. Vs 21 uur wezen de berichten die bin nen kwamen er op, dat de roode vijand zicii reeds zeei dicht voor het zeegat van Texel bevond en dus ieder oogenblik tot forceering over zou kunnen gaan. Te 21.12 uur seinde het onderzoekingsvaar tuig per draadlooze telegrafie „opgepast" en even later kwam van hetzelfde vaar tuig het bericht binnen „alarm". Even daarna bleek dat het onderzoekingsvaar tuig goed gezien had, want de bewakings vaartuigen, die intusschen ook reeds door het alarmsein gewaarschuwd waren, voerden geslaagde lanceeringen uit. De roode partij wende den steven naar zee zooals uit de Kustwachtpostmeldingen bleek. in het verdere verloop van den nacht trachtte de roode partij verschillende malen binnen te loopen, maar telkens wa ren er de bewakingsvaartuigen en de kustbatterijen die de aanvallen afsloe gen. e ongeveer half zes kwam de roode partij op de reede van den Helder ten anker en hiermede waren de tactische oefeningen voor het jaar 1934 wederom afgeloopen. Voor deze laatste oefening hadden wü ons een plaatsje kunnen verzekeren op een der bewakingsvaartuigen, n.1. de Z6. Leze zou de ingangen van Molengat en Westgat moeten bewaken en bij nadering van de vijandelijke schepen alarm maken. Kon daarbij de kans benut worden den v^and door torpedoaanvailen nadeel te berokkenen, zooveel te beter. .n het Schulpengat had de „Z 8" dezelf de taak te vervullen. Daar was ook het o. i ierzoekingsvaartuig „Utrecht" gesta tionneerd, dat elk verdacht vaartuig moest aanhouden en onderzoeken. Half zeven vertrekken de booten naar hunne posten. De schemering valt al gauw; de kim is lieiïg en de vijand zal wellicht „een dot van een kans" krijgen o:n door te slippen. Vooral bij het Molen gat. Het terrein dat de aldaar gestation- ri erde „Z 6" moet bewaken is wel wat te ui [gestrekt. Een voordeel is, dat het West gat voor de groote schepen een betrekke lijk lastig vaarwater is, zoodat over het algemeen de aandacht in hoofdzaak op het Molengat bevestigd blijft. Zoo dicht mogelijk kruipen wij onder de Texehval, opdat bekend worde hoe ver wü ons daarop kunnen terugtrekken, teneinde het silhouet van de Z-boot in den donkeren duinenrand te brengen, waar door zij moeilijk door een naderenden vijand zal worden gezien. ?an begint het op en neer houden; uren achtereen. Uit de richting van het Schulpengat dreunen kanonschoten. Naar 1 bleek deed de vijand daar een schjjnaanval. Lij een volgenden doet de a. ..aar dienstdoende „Z8" een geslaagden torpedoaanval, doch wordt daarvan zelf het slachtoffer. Tot 2 uur 's nachts wordt zij uitgeschakeld. Dan kan zij haar post weder innemen. Dan volgt een lange pauze. Uur na uur verstrijkt. Ook in het Schulpengat blijft het stil. Uit de berichten die wii omtrent de schermutselingen daar ontvangen hebben, blykt, dat de „Friso", een drijvende bat terij, zich niet bij de daar ageerende vij andelijke schepen bevindt. Wellicht tracht zij door het Molengat, mogelijk door het Westgat naar binnen te komen. Snel wordt nog een run naar het Westgat ge maakt. Volle kracht jaagt de torpedoboot ooor het stille water. Op de vuurplaat is het aanpakken, het is daar beneden een allesbehalve benijdenswaardige tempera tuur nu in verband met het geblindeerd varen, alle luiken, machinekamerkappen en doorgangen afgesloten zijn! In wilde vaart jagen wij vooruit. Bij het Westgat is niets te zien. Even wordt vaart geminderd, de Z-boot beschrijft een slechts kleinen halven cirkel en terwijl de schoorsteenen dikke rookwolken uitbra ken van onder belicht met rooden gloed, jacht de „Z 6" weder naar het Molengat Het wordt drie uur, half vier...Nevels maken het zicht nog korter. Mogelijk zal lui hiervan kunnen profiteeren. Dan het is reeds tegen vier uur, flitst plotseling aan stuurboord een zoeklicht over het wa ter. Wonder boven wonder ontdekt men ons niet. Voorstuk laden, „4 Schoten", klinkt het van de brug. „3 vuurpijlen" en bijna op hetzelfde moment suizen deze de lucht in. „Zoeklicht open", en ja, daar licht de „Friso", die wel ongelukkig juist op het bewakingsvaartuig was gestooten. Nu is het zaak hem vast te houden, na te gaan wat dit schip verder gaat uitvoeren Lang gaat dit goed, doch dan kan de „Friso" profiteeren van een nevelbankje dat over het water trekt. De voeling met den vijand is verloren.... Snel wordt opgedraaid, de richting waarin het schip het laatst werd gezien wordt afgespeurd. Niets te zien. Dan op eens wordt de vijand bemerkt aan de tegenovergestelde zijde, bijna reeds weder langs het bewakingsvaartuig geglipt. Nu zijn wü echter in het voordeel van den donkeren achtergrond. De gelegenheid wordt benut en korten tijd later is de „Zi 6" opnieuw in staat met succes een schijn aanval te doen en opnieuw de kustverde diging te alarmeeren. Nu raakt de „Friso" ons niet meer kwijt; als een klit hangen wij achter haar aan. Ten slotte licht zij gestopt. Ons vermoeden, dat zü hier het moment van den aanval in het Schulpen gat afwacht, om dan tegelijkertijd naar de reede door te breken, wordt bewaarheid. Nauwelijks vallen de eerste schoten of de motoren worden full speed aangezet. Het mocht niet baten. De „Z 6" opent nog eens het zoeklicht op de „Friso" ten einde de op den wal gestationneerde zoek lichten leiding te geven; de doorbraak is mislukt. Te 6 uur komen wü weder binnen. Het einde van de manoeuvres is daar. Voor het personeel zijn het vrij ver moeiende dagen geweest. In den beginne slecht weer, in de tweede helft veel nach telijke oefeningen. Opnieuw is gebleken welk een belang rijk wapen de onderzeeboot voor onze defensie, zoowel hier als in Indië is. De oefening van Donderdag tot Vrijdagnacht deed wel bijzonder uitkomen, welk een doeltreffend wapen het is voor de verde diging van onze zeegaten en verhindering van een blokkade daarvan. Doch het is noodig, dat onze marine de beschikking krijgt over meerdere moder ne en snelle schepen, opdat ook daarmede oefeningen in grooter verband kunnen worden gehouden. De langzaamheid van onze oudere oorlogsschepen is een belem mering althans in vele gevallen om een zoodanigen toestand te scheppen als in oorlogstijd werkelijk het geval zou kun nen zijn. Als gewoonlijk werd de pers aan boord weder hartelijk ontvangen en genoot zij de bekende gastvrijheid. Een woord van dank hiervoor moge dit overzicht van de Marinemanoeuvres 1934 besluiten. De Kustartillerie in actie. Van schijnaanvallen in Schulpen' en Westgat. Het leek ons interessant de groote oefe ning van de combinatie Land- Zeemacht ook van een „landelijk" standpunt te be zien. Wij hadden daarvoor een reden te meer, wijl tot nu toe nog nimmer iets ver meldt werd van 't Regiment Kust Artille rie, het onderdeel van onze defensie, dat immers van zulke groote beteekenis is. Voor zoover wü weten is in de pers zel den of nooit de aandacht gevestigd op deze Artillerie en daarom kunnen wii nu de verleiding niet weerstaan er iets van te vertellen. Dit doen we in het verband van de manoeuvre, waarvan men hier boven het verslag van vloot-zijde ge zien en het officieele communiqué zal aantreffen. Men kent de onderstelling: om 8 uur zou de oorlog tusschen Blauw en Rood uitbreken. Het was zoo om en nabij dit uur, dat wii ons via den Zeedijk naar het terrein van de operaties begaven. Het was bladstil, de maan was zoo juist boven de daken van de Heldersche huizen verre zen, vuurrood, als van inspanning.... Over de geheele lengte van den dijk een druk militair gedoe, vooral van de ge nisten uit Utrecht. Zij toch zorgen voor de zoeklichten, vier in getale. Reeds draaien de dynamowagens proef, dat is een geraas van je welste. Geïnteresseerd kijken wandelaars toe, dat kan gemakke lijk want hinderlijke afzettingen zijn niet aangebracht. Daar gaat reeds het blind van zoeklicht 1 open, de hoofdwaarnemer probeert blijkbaar of zijn installatie werkt. Een kolossale liclitkegel priemt door de heldere lucht ver over zee tot waar een lichte mistbank, die boven het zacht deinende water hangt het licht absorbeert. Twee van de vier lichten pas- seeren wij, met zaklantaarns gewapend loopen de soldaten er om heen om de laat ste verbindingen tot stand te brengen, dan wel kleine onvolkomenheden op te heffen Daar zijn we op het Fort Kijkduin, dat zijn hoogen stalen koepel hoog boven het dorp Huisduinen uitsteekt. Het is echter niet vanuit dien koepel, dat het vuur tegen den vijand geleid zal worden. Willen we daarover iets meer te weten komen, dan dienen we af te dalen tot enkele meters onder den grond, waar een voormalige schuilplaats thans ingericht is als com mandopost van den Artillerie Comman dant Zeefront (verder te noemen A.C.Z.). Het is de Majoor Bentz van den Berg, die als zoodanig optreedt, terwyl tot zijn staf behooren de kapiteins Doorman en er' koorts is toegevoegd aan den u een luiteiia"t ter zee, die de techni sche gegevens op nautisch gebied ver strekt. Het is een brouhaha van stemmen van .ie welste. Als je binnenkomt heb je eerst eenige minuten noodig om iets wys te worden uit al die volzinnen, die door elkaar klinken. Het zijn vooral de vier telefonisten, die de berichten van en aan de batterijen, zoeklichten enz. doorgeven, die de meeste aandacht voor zich op- eischenHet aantal verbindingen is niet gering; wel geteld veertien! De eer ste berichten omtrent den naderenden strjjd komen binnenzü worden ver werkt door het Commando. Even later, direct reageerend, gaan de gegevens naar de batterijen. Tot werkdadig optreden komt het echter niet, want een volgend bericht zegt, dat de vijand slechts een schijnaanval via het Schulpengat uit voerde.... Het wordt dan rustig in het lokaal, soldaten, ordonnansen en telefo nisten maken het zich gemakkelijk, ech ter steeds paraat om bij geval van nood zaak direct handelend te kunnen optre den. Men is in het stadium van afwach ten gekomen, een stadium, dat zou blijken van groote afmetingen te worden.... We klimmen weer naar boven; in den duisteren gang komen een drietal sil houetten ons tegemoet, twee in donkere uniform, de derde in het bekende grijs van de landmacht. We onderscheiden breede distinctieven in goud op de mouw van den een, zilveren tres op den schouder van den ander. Het zijn de scliout-bii-nacht T. L. Kruys, commandant der Marine vergezeld van den artillerie-commandant Overste Ridder van Rappard en den adjudant van eerstgenoemde, die van een inspectie op het Zeefront terugkeerden We begeven ons thans naar een der batterijen. Hel wordt het duinlandschap verlicht door een zilveren maan, die in tusschen hooger gestegen is. Het wordt frisscher. Op grooten afstand, links van ons ligt een batterü van 3 stukken van 15 cm. Als een trouwe wachter staat daar de veiligheidstoren, die in vredestijd noodzakelijk, doch in tijd van oorlog afge broken wordt, zijn platvorm hoog boven het landschap verheffend. De batterij neemt aan de oefening deel, zij wordt ge heel bezet door manschappen uit Vlissin- gen, die onder commando van kap. v. d. Slikke naar Den Helder gekomen zijn. In tegenstelling met de tweeede deelnemende batterij op een duinrand, is de eerste eeh indirect richtende batterij. I Wat is indirecte richt int;? Het nadeel van kanonnen, die op de kust doelen beschieten, is, dat zij vanuit zee gemakkelijk als mikpunt kunnen die nen. Ten einde dit groote nadeel te on dervangen kwam men op het idee van de indirecte richting, hetgeen zeggen wil, dat de batterüen een stuk achteruit in het land gezet zijn. De stukscommandanten kunnen doel noch zee zien, zoodat zü niet zelfstandig kunnen richten en schie ten. Men heeft nu de „oogen" van de batterij aan de zeezijde geplaatst. Het zijn de z.g. meetposten, kleine stations, goed gemaskeerd, waarin zich meetinstru menten bevinden, waarmee men afstan den en hoeken meet. Deze gegevens wor den in een „werkkamer", een bomvrije lokaliteit verwerkt tot gegevens voor de drie vuurmonden, die ze per laryngafoojn ontvangen en aanbrengen. De batterp schiet uitsluitend op deze gegevens. Dit systeem werkt uitstekend, men probeeijt er steeds mee en steeds werden gunstige resultaten verkregen. Inderdaad, dit i!s in de toekomst de aangewezen weg voojr de Kustartillerie Alarm. Juist zijn we in de batterij op den duin rand aangeland, als ver in zee twee licht flitsen gezien worden, enkele seconden later gevolgd door twee dreunende bas- slagen. Eenige groepen van 3 witte vuur pijlen stijgen opde teekenen van alarm afgegeven door de onderzoekings- en bewakingsvaartuigen der blauwe par tij. Daar flitst onmiddellijk het zoek licht op, een breede bundel, zich verlie zend in het oneindige.... „Normale sector afzoeken" zoo klinkt het commando van den batterij comman dant en we zien de lichtbundel zich regel matig verplaatsen over de watervlakte. Er wordt gezocht naar den vijand.... ja, er zit een schip in den bundel, het is de Friso. Onmiddelük gaan de comman do's voor de vuuropening naar de batte rij, ook Helsdiep werktEven is het stil, het vijandelijke schip zit gevangen in het licht.... dan ratelen met donde rend geweld twee salvo's van drie scho ten door het luchtruim. Zware wolken van kruitdamp stügen uit de monden op en worden meegevoerd door den speel- schen wind.... De vijand verdwijnt, het was slechts een schijnaanval.... De rust keert spoedig weer, de zoek lichten blijven zoeken, maar de vii laat zich voorloopig niet meer zien. Offi cieren en manschappen maken het zich gemakkelijk. Het wordt later en ook frisscher. Weldra gaan de kragen van de jassen dan ook op en voor zoover mo gelijk wordt achter duinheuvels de luwte gezocht. Gesprekken worden op fluiste renden toon gevoerd, elk onnoodig geluid moet worden vermedenOok licht is natuurlijk uit den booze, men zou de eigen opstelling kunnen verraden! Even nemen we een kijkje bii het midden stuk. Opvallend is de nachtverlichting van de richtsmiddelen, zeer scherp steekt de vizierkorrel, die door een rood lampje verlicht is, af tegen de in groen licht gehouden keep. Dat maakt het richten stukken gemakkehjker. Een luide lach van een soldaat ver scheurt plotseling de avondstilte, ver stoord stapt, de batterijofficier naar den overtreder, die een standje, in fluister- taal, ontvangt.... Meeuwen fladderen in de lichtbundels der zoeklichtenzij hebben terdege moeite er uit te komen en worden steeds meer als magisch getrok ken naar de bron op het land Men waakt..,, de bewaking der kust is in veilige handen.... Uren verloopen, de vijand vertoont zich niet. Tactiek? Een motorsloep in den tjrond (leboord. Daar kruist do breede straal iets don kers op het water. Het is klein, doch nadert snel. Het licht houdt vast.... men is paraat. Blijkbaar is het een motor sloep, met behulp waarvan de vyand een landing wil voorbereiden. Dat zal niet gaan, oordeelt de Bt.C„ daar gaan de vuurcommando's reeds naar de stukken. Even later het salvo.de sloep is ver nietigd.... Weer vervalt de kustartillerie in wach ten, in spannend afwachtenDrie uur slaat het ergens in Den Helder. Plotse ling stijgen weer groepen van witte vuur pijlen op, nu echter aan de andere zijde van het schootsveld, bii het Westgat. Wederom alarm! Twee alarmschoteji knallen. De batte rijen zijn weer op hun qui vive, met lan ge stralen prikken de zoeklichten in de duisternis.... Vijf, tien, vijftien minuten verloopen.... niets.... de bundels zig zaggen, maar vangen niets.... Weder om een schijnmanoeuvre! Dan treedt de stilte in, die de defini tieve aanval voorafgaat.... Uren wordt weder gewacht en gewaakt en gezocht. Steeds tevergeefs. De slaap doet zich gelden, het onderdrukte gepraat en gegi- chel is lang verstomd. De soldaten zijn moe, stil zitten zü voor zich heen te staren of rooken een sigaretje. Stiller wordt het, steeds stiller.... Is de kust nog in veilige handen De aanval! Vijf uur in den morgen. Het eerste, flauwe ochtendgloren achter ons, de rui- schende zee vlak voor ons.... Rust, on eindige rust gaat van de natuur uit.... Daar vallen plotseling een tweetal schoten, heel in de verte. Daar is de vijand! Wederom vuurpijlen. Ditmaal is het werkelijkheid. Snel als de weerlicht zoeken de zoeklichten 4 en 2 het Schul pengat af. Juist op tijd, want daar zit plotseling een groot schip in den bundel, het vaart snel! De aanval hoe plotseling ook is bijtijds gealarmeerd! De comman do's vliegen naar de stukken, een kort pauze slechts De Piet Hein, want die is 't, vaart dicht onder de kust, zü ligt nu dwars van de batterij, daar donderen de schoten door den nacht. Dat is het treffen, waar we 10 uur op gewacht hebben! Vlot wordt het doel door het volgende zoeklicht overgenomen, het eerste zoekt reeds weer. Heeft onmiddellijk weer een schip, ditmaal de „Evertsen". Ook deze bodem wordt onder vuur genomen. Weer wordt het doel overgenomen, weer zoekt het eerste zoeklicht. En weer schittert een groot flikkerend schip de Hertog Hen drik. Een kort, hevig artillerievuur heeft plaats tusschen schip en walbatterü, het dreunt en davert De Hertog Hendrik beschijnt met zW zoeklicht een groot gedeeltevan^ j het linkerstuk van de D"inV S]enviil wordt in hellen gloed ge:zet. Midde erwni wordt de battery ernstig onder vuur ge n°Me" gematigde vaart gaan de s£he,1J" reede.... de oefening dan ter slaagd. Even later komt ook net wordt aangegeven door de^ einde. Dit zoeklichten, die hun stralenbundels doen zwaaien. t Hier en daar een juichkreet, de kieet van een soldaat, die naar kooi verlangt. Vlug worden de vuurmonden 2ev,"?t< het is de laatste bewerking, die verricht wordt, en even later marcheert de troep af naar Fort Erfprins.... Op een bijeenkomst van oud'Strijders in Den Haag. Reeds geruimen tijd geleden kwam in de kringen van hen, die veertig jaren geleden hebben deelgenomen aan de Lombok-expeditie de wensch naar voren, nog éénmaal deze belangrijke militaire gebeurtenis te herdenken.^ Er vormde zich een comité, dat al spoedig de toezeg ging kreeeg, dat deze oud-strijders voor de Koningin en de Prinses zouden mogen defileeren. Zaterdag was de herdenkingsdag. Tegen 11 uur verzamelden zich in den Dierentuin ruim 400 deelnemers, officie ren en minderen van het Indische leger en daarbij gedetacheerden van het Ne- derlandsche leger, benevens van de vloot, die allen deelnamen aan de expeditie op Lombok in 1894. Enkelen van de oudstrijders hadden hun oude uniform aangetrokken, allen droegen het Lombokkruis en eventueel verdere eereteekenen op de borst. Toen men zich in één der zijzalen ver zameld had, heeft de voorzitter van het Lombokcomité, luit.-generaal Boetje, een zeer kort welkomstwoord gesproken, waarna luit.-generaal Ter Beek, onder voorzitter van het comité, de dagorder be kend maakte. X De Lombok'iïiarsch van oome Piet. Lombok weer in 't brandpunt. Lombok staat dezer dagen in de Neder- landsche belangstelling. De namen Mataram en Tjakranegara wor den weer levendig in veler herinnering. Lombok! Het eiland van de Sasaks! Door twee bergketenen wordt 't doorsneden. In de Noordelijke helft verheft zich, 3800 meter hoog, de Rendjani, beter bekend onder den naam: Piek van Lombok. Een van de belangrijkste plaatsen is Am- penan. Reeds in 1674 kreeg de Oost-Indische Compagnie voeling met Lombok. In 1692 deden de Baliërs een inval. Waarom Lombok, nu, in 1934, weer zoo op aller lippen is? Heden is 't 40 jaar ge leden, dat een Nederlandsche expeditie er in slaagde een hevigen opstand te onderdrukken, zoodat Lombok zich weer ten volle aan het Nederlandsche gezag onderwierp. In 1894 leed de eerste expeditie onder generaal Vetter zware verliezen bij Tjakra negara en ook bij Mataram. Dit kon niet ongewroken blijven. Door tastend werd tegen de opstandelingen opge treden en in den laten nazomer van 1894, dus nu juist 40 jaar geleden, werd Mataram door de Nederlanders ingenomen. Eenige maanden later trof Tjakranegara 't zelfde lot. Lombok is nu onder rechtstreeksch bestuur gekomen, doch er wordt terdege rekening gehouden met de eigenaardige zeden en ge bruiken der bevolking, vooral wat godsdienst en rechtspleging aangaat. Van de Nederlandsche marine lagen, op het oogenblik dat de overval plaats had, op de reede van Ampenan de „Emma" en „Prins Hendrik". De „Tromp" en de „Borneo" lagen nog in reparatie te Soerabaya. De „Emma en „Prins Hendrik" zonden direct 's morgens een landingsdivisie uit van circa 200 man met 4 stukken landingsgeschut. Zeemacht en landmacht kapten het terrein open en maakten een borstwering, welke in het Noorden en Zuiden tegen de zee liep. Toen begon het geschut van de „Emma" Mataram te bombardeeren. Spoedig kwam ook de „Tromp" van Soera baya de marine versterken. Deze heeft zeer zeker een werkzaam aandeel gehad aan de Lombok-expeditie. Toen later Mataram ingenomen was, bleek, dat het bombardement van de marine groote verwoestingen had aangericht. De opstandige Radjah werd aan boord van de „Prins Hendrik" overgebracht, die hem gevankelijk naar Batavia voerde. Was de gezondheidstoestand van de marinetroepen op Lombok tot nu toe steeds in goede conditie geweest, toen 't tegen December begon te loopen, liet deze wel wat te wenschen over, werd zelfs onrustbarend. Veel buikloop en koortsgevallen deden zich voor onder de marinemenschen, die zoo moe dig met de landingsdivisie meegetrokken waren. Zes dooden had men zelfs te betreu ren. De order naar boord terug te keeren, kwam den 5en December. Wat de expeditie naar Tjakranegara be treft, was het de „Borneodie meermalen het vuur opende op de opstandelingen. De Noord-Oost poeri, het versterkte verblijf van den ouden vorst, dat ongeveer in het midden van Tjakranegara lag, was vooral het doelwit van de „Borneo". Het was een heel werk om hier treffers te maken, want deze poeri lag ruim zes en een halve kilometer van de kust en bovendien lag ze verborgen ach ter hooge, zware boomen. Dat Den Helder dan ook veertig jaar ge leden met hart en ziel en ook niet zonder zorg met de Lombok-expeditie meeleefde, is, gezien het groote aandeel, dat de Marine hierin had, verklaarbaar. Dit kan b.v, ge constateerd worden uit de volgende Lombok- marsch, welke ons verstrekt werd door één van de oud-gedienden van de Marine, „Oome Piet", de oude kreeuwer, die ons reeds zoo vaak op pittige marine-vertellingen vergast heeft en dit, naar wij hopen, nog meerdere malen zal doen. Daar ongetwijfeld ook vele oud-marine- gasten in deze dagen zich Lombok zullen herinneren, twijfelen we niet: Met geschool de of ongeschoolde stem, zullen ze voor kin deren en kleinkinderen deze Lombok-marsch gaan zingen. De wijs van het refrein is be kend genoeg en de woorden staan nu voor hnu neus in de Jutter-courant. LOMBOK-MARSCH. (Wijze: Wij zijn gegaan, al naar de Maliebaan.) Toen onlangs de Balineezen Toonden, ons niet meer te vreezen, Om immer maar voort te gaan Met die Sasaks dood te slaan En die onbeschaamde snaken De tong achter ons uitstaken, Was de heele boel verbruid En het geduld der Blanda's uit, Neen Radjah's! Spotterny Noch onrecht dulden Wy. Hebt gezag voor rang en wetten, Die Wy met de Bajonetten Gehandhaafd willen zien! En mocht ge weerstand blen Dan worde ze gefnuikt En heel uw macht gestuit! Refrein: Toen klonk alom En ging naar Lombok om En heel Den Helder drom Al op de reede Van Lombok aan, Voor zeker hoe 't zou gaan. Zal om de Raadje staan Of wil hy vrede? En om de Balineesche heeren En de vorst te amuseeren. Trok generaal van Ham Naar de vestig Mataram En liet zyn troepen defileeren En heel kranig excerceeren. Maar de radja's zooi, Die zei: „Jongens, dat gaat mooi!" Het hoofd der schelmen dacht, Terwyl hy grynzend lacht, K zit me hier leelyk te vervelen En moet nu goed mijn rol gaan spelen! Toen werd de heele legermacht Door hem om zeep gebracht. Van Ham de generaal. Een kerel als van staal, Trouw en rond Zooals er geen bestond Dacht van dien zwarten hond Helaas hetgoede. Refrein: Maar 't bleek alras, Dat zoo brutaal als kras, Die vriendschap veinzen was In tygers woede. Marsch naar het Hul» Bosch. Om 12 u. werd een gemeenschappen;!, koffiemaaltijd gehouden, waarna om i uur werd aangetreden in den Dierentuin om den marsch naar het Huis ten Bosch waar de Koningin en de Prinses vertoef den, te ondernemen. De opstelling plaats in korpsverband en scheepsge w;jze. Aan liet hoofd van den stoet liepen de Kon. Mil. Kapel en de tamboers en pj pers der mariniers. Voor hen die na zoo vele jaren van rust een militairen marsch van omstreeks een half uur niet meer durfden te wagen, waren drie groote autobussen beschikbaar. Om half twee had de afmarsch onder groote belangstelling van het publiek plaats. Het geheel werd gecomrnandeeerd dopr luitenant-generaal Ter Beek, het gedeelte zeemacht door don oud-kolonel der mariniers Groen, terwijl het gedeelte landmacht onder commando stond van den oud-kolonel der artillerie van het Ned. leger Vis. Ontvangst door de Koningin. Défilé. Om half drie verschenen de Koningin en de Prinses, met gevolg, op het bordes van het Paleis. Bii Haar bevond zich ook minister Colijn, die eveneens den veld tocht op Lombok heeft meegemaakt. Generaal Ter Beek commandeerde. Hoeden af, geef acht, waarop de aanwe zige oud-strü'ders de militaire houding aannamen. Op verzoek van de Koningin voegden generaal Snijders en eenige andere auto riteiten zich bü Haar. Generaal Boetje, voorzitter van het Lombok-comité, zeide vervolgens tot de Koningin dat de oud-strijders tot haar ge komen waren om haar hun hulde te bren gen en hü dankte H. M. dat zij die hulde had willen aanvaarden. De Koningin antwoordde hierop dat het Haar een groot voorrecht was, allen voor haar te zien op dezen zoo gedenkwaardi- gen dag en dat zii zich geheel met hen in deze herdenking vereenigde. Nadat verschillende comitéleden aan de Koningin waren voorgesteld onderhield H. M. zich eenigen tijd met hen en ver volgens met een aantal officieren cn an deren. Na de inspectie defileerde de troep, marcheerde met vieren voor Koningin en Prinses, waarna de Koningin uit naam van de oud-strijders van Lombok bloe men werden aangeboden, versierd met het lint van het Lombokkruis. De aanbieding geschiedde door kleindochtertjes van twee officieren die op Lombok de mili taire Willemsorde hebben verworven. Nadat de troep in den Dierentuin was teruggekeerd, had een gezellige réunie plaats. Omstreeks vijf uur namen allen tot slot van dezen Lombokdag deel aan een gemeenschappelijken maaltijd, die een bijzonder geanimeerd karakter droeg. Herdenking op de „Soemba". Gorontalo. Aan boord van Hr. Ms. fiottieljevaartuig „Soemba" heeft een her denking plaats gehad van de Lombok expeditie. De gouverneur-generaal heeft zich hierbij door zijn adjudant, luitenant ter zee van BemmeRn, laten vertegen woordigen. (Aneta.) BOND VAN GEPASPORTEERDE MARINE-MANNEN. Het hoofdbestuur van b.g. bond heeft ook dit jaar, voor den aanvang der De fensie-begrooting in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, een adres gezonden aan dit college, waaraan wij het volgende ontleen en: Bij Kon. Besluit van 9 Mei 1931 (Stbl. 187) werd een som uitgetrokken, groot 100.000, met de bedoeling, daaruit aan de oud gepasporteerde militairen die in hulpbehoevenden toestand verkeerden, een bedrag als steunuitkeering te verstrekken. Hiermede toch werd officieel erkend, dat de oude gepasporteerde militairen een moreel pensioenrecht hebben be houden. Als bewijs dat de Indische dienstjaren werkelijk dubbel worden geteld, kan die' nen dat, bij toekenning van een medaille voor 12 of meer jaren trouwen dienst, wel die jaren dubbel zijn geteld. Zoolang voor deze menschen nog ge®n wettelijk vastgestelde bepalingen gelden, voor datgene, waarop zij o. i. naar billijk heid aanspraak kunnen maken, n.1. „toe kenning van een uitgesteld pensioen op 60-jarigen leeftijd aan alle gepasporteerde marinemannen, die 10 of meer dienstja ren hebben, waarbij de Indische jaren (d. i. de tijd tusschen de Keerkringen doorgebracht) worden dubbel geteld mogen wij niet verzuimen U beleefd te verzoeken een lans te willen breken voor deze oud-gepasporteerden. Dit zou kunnen geschieden, door een eenvoudige wijziging aan te brengen in de bestaande pensioen-wetten voor de Zeemacht, n.1. door aan alle gepaspor teerde marinemannen met 10 of meer dienstjarenwaarbij de Indische jaren dubbel geteld zijn, recht op uitgesteld pen sioen op 60-jarigen leeftijd te verleenen. BETALINGSVERKEER MET DUITSCHLAND. De Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Hollands Noorderkwartier ver zond Zaterdag het navolgend telegram aan den Minister van Economische Zaken: De Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Hollands Noorderkwartier over tuigd van de zeer ernstige positie, waarin de exporthandel zich in verband met h®° betalingsverkeer met Duitschland b®* vindt, verzoekt Uwe Excellentie eerbie dig zoo spoedig mogelyk zoowel inzake de afwikkeling der voor 24 September vervallen ordening als de betalings garanties van onze toekomstige expo' het treffen van de noodige voorziening®'1 te willen bevorderen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 6