Koning Alexander van Joegoslavië vermoord De Fransche minister van buitenlandsche zaken, Barthou, eveneens doodelijk getroffen. EXTRA EDITIE VAN DE De dader een Kroatische koopman. Kroonprins Peter tot koning uitgeroepen. WOENSDAG 10 OCTOBER 1934 62ste Jaargang Twee generaals gedood Onrust en verontwaardiging in Europa. Bij aankomst van koning Alexander van Joegoslavië, te Mar' seille, is gisterenmiddag een revolveraanslag gepleegd, tengevolge waarvan de koning is overleden. Gisterenavond hebben we dit bericht voor ons bureau ge- publiceerd en honderden hebben met ontroering kennis genomen van dit droeve gebeuren, bevreesd voor de gevolgen, die het met zich zal brengen. Minister Barthou, die ter begroeting aanwezig was, is eveneens getroffen en gisterenavond om zeventien uur veertig aan de bekomen verwondingen bezweken. Volgens mededeelingen der politie moeten aan den aanslag op zijn minst tien personen hebben deelgenomen. Toen de aanslag had plaats gehad, ging de stoet verder te midden van algemeene opwinding. Het lijk van den koning werd overgebracht naar het kabinet van den prefect. Van de dichte menschenmenigte, die het schouwspel van de aankomst van koning Alexander stond gade te slaan, zijn ver scheidene personen gewond geraakt. De chauffeur, die den auto bestuurde, waarin koning Alexander van Joego-Slavië was gezeten, verklaarde het volgende: „Terwijl de auto langzaam ia den stoet voortreed naar het Beursplein, maakte zich een man los uit de dichte menschen menigte, van vrij omvangrijke gestalte, hij liep op den auto van den koning toe en schoot vier of vijf maal met zijn revolver. Hij werd terstond gegrepen en de kolonel, die zich in het gevolg van den koning bevond, sloeg met de sabel op hem los." De pleger van den aanslag heeft geprobeerd zich zelf in den mond te schieten, maar een der adjudanten ontrukte hem het vuurwapen. Op het Beursplein zelf is hij neergeslagen. Onder de duizenden aanwezigen op het plein ontsiond eerst groote beroering, daarna trad een diepe stilte in, die grooten indruk maakte. Nader wordt gemeld, dat koning Alexander door twee kogels is getroffen, een in den buik en een in de hartstreek, die beide doodelijk waren. Generaal Georges is ernstig gewond en naar een ziekenhuis overgebracht. Hij is korten tijd later overleden. Twee politie agenten zijn gewond, alsmede drie andere personen, waaronder twee vrouwen. De pleger van den aanslag heet Petrus Kalemen, geboren te Zagreb, 20 December 1899, van beroep koopman. Hij was in het bezit van een pas, afgegeven 30 Mei 1934 te Zagreb. 28 September was hij Frankrijk via Vallorbe binnengekomen. De ministerraad is om zes uur in speciale zitting bijeengekomen. Sarraut, minister van binnenlandsche zaken, heeft zijn ontslag ingediend. Bijzonderheden over den aanslag. Bij den dood van Koning Alexander. Het verhaal van een ooggetuige. De mededeeling aan Koningin Marie. De Koning opgebaard in de prefectuur. Groote consternatie te Rome. De ontvangst van het bericht te Parijs en Londen. Minister Louis Barthou. Weenen gelooft niet in verwikkelingen. H HELDERSCH COURANT Het geheele Fransche Middelland- ®che Zee-eskader was op de reede van Marseille verzameld om de „Dubrow- ïhk niet Koning Alexander aan boord binnen te halen. Piétri was aan boord van den pantserkruiser „Colbert" den Joegoslavischen oorlogsbodem tege- gevaren. Koning Alexander ging toen aan boord van een admiraalsbarkas, waar mede hij aan wal werd gebracht, waar alle officieele personen onder leiding van den minister van buitenlandsche zaken Barthou en een aantal Fransche eo Joegoslavische militaire en civiele boogwaardigheidsbekleeders den Ko ning wolkom zouden heetcn. Hij het binnenvaren van de haven berden 21 saluutschoten gelost. De "vorstelijke gast stapte in een open automobiel, die zich aan het hoofd van langen stoet in beweging zette. He Joegoslavische minister van bin nenlandsche zaken Jeftitsj was tege lijk met den Koning aan wal gegaan. Koningin Marie van Joegoslavië was per trein naar Parijs gegaan en zou den Koning in Djjon ontmoeten. Toen de auto het Beursplein zou oprijden vielen de fatale schoten. Een Joegoslavische generaal is even eens doodelijk getroffen. Het schijnt, dat ook admiraal Berthelot levensge vaarlijk getroffen is. Er zijn vele arrestaties verricht. Minister Barthou is terstond nadat hij getroffen was naar een ziekenhuis gebracht. De wonden werden in den beginne niet ernstig geacht. De dok toren besloten den linker-onderarm, die verbrijzeld was, te amputeeren. Het leek, of er geen gevaar voor het leven bestond. Toen de chirurgen met de operatie bezig waren, ontstond een bloeding. Bloedtransfusie was geboden. Er werd onmiddellijk mede begonnen, dooh Barthou was reeds zoozeer verzwakt, dat het hart spoedig den dienst opgaf. Een krachtige figuur. De afschuwelijke moord op koning Alexander dompelt geheel zijn volk in diepen rouw schrijft het Hbl. Want of schoon de koning over zijn land heerschte als dictator, hebben zijn dapper gedrag gedurende den wereldoorlog en zijn eer lijke overtuiging, dat de door hem ge volgde gedragslijn de juiste was om het rijk der Serviërs, Slowenen en Kroaten, zooals dat uit den oorlog te voorschijn was gekomen, tot een krachtige natie te vormen, hem een groote persoonlijke populariteit verzekerd. Inzonderheid de wijze, waarop hij het Servische leger na de nederlaag in 1915, geleid heeft gedu rende den uiterst moeilijken terugtocht door het bijna onbegaanbare gebergte van Albanië, heeft hem een vaste plaats bezorgd in het. hart van zijn onderdanen. Wijlen koning Alexander van Joegoslavië. De dictatuur welke hij gemeend heeft te moeten afkondigen volgens den raad van zijn militaire adviseurs, heeft onge twijfeld tot een verwijdering tusschen den vorst en een deel van zijn volk ge leid, vooral toen breede kringen der be volking ernstig onder de gevolgen van de dictatuur te lijden kregen. Maar onge twijfeld heeft hij ook gemeend door die dictatuur het welzijn van zijn volk te dienen. Daarom zal de moord op den koning door een Joegoslaaf diepe verontwaardi ging wekken in het geheele land niet alleen onder de Serviërs, maar ook onder de Kroaten en Slowenen, zooals hij dat in de heele beschaafde wereld doet. Kolonel Fiollet, die naast de auto van Koning Alexander reed, meldt over den aanslag het volgende: De auto, waarin Koning Alexander, mi nister Barthou en generaal George geze ten waren, was juist ter hoogte van de Beurs aangekomen, toen ik merkte, dat een man zich uit de menigte losmaaktè, langs de politie-agenten glipte en aan mijn paard voorbij op de treeplank van de auto sprong. Ik gaf mijn paard de spo ren, maar hoewel het paard vooruit sprong kon ik niet verhinderen, dat de moorde- denaar zijn arm uitstrekte en een aantal schoten loste op den Koning. Ik sloeg hem neer met twee sabelhouwen, terwijl de chauffeur van de auto twee schoten loste. De moordenaar ging echter door met schieten, hoewel hij reeds op den grond lag. Zijn kogels troffen twee agenten van politie en een vrouw, die zich in de eer ste rijen der kijklustigen bevond. Politie en garde mobile schoten toe en poogden de menigte van de auto af te houden. De moordenaar werd van den grond opgenomen, de menigte wierp zich op hem en zou hem gelyncht hebben, als de politie hem niet bijtijds had wegge sleept. Thans is gebleken, dat de moordenaar Calemen een Kroaat is. Hij stond op de lijst van verdachte individuën, die door de Joegoslavische politie aan de Fransche politie waren meegedeeld. Ter gelegenheid van de ontvangst van den Koning van Joegoslavië waren bui tengewone veiligheidsmaatregelen geno men. Meer dan 200 tabellen met de foto's van de verdachte personem waren aan de autoriteiten, die met de handhaving der orde belast waren, meegedeeld. Bovendien waren in alle hotels van Marseille en Pa rijs naspeuringen gedaan naar verdachte elementen. Koningin Marie van Joegoslavië, die den Souverein morgenochtend te Laroche zop ontmoeten, werd te half zeven bij het binnenkomen van den trein te Besaucjon door den prefect van het departement Doubs, Peretti della Rocca, op de meest voorzichtige wijze op de hoogte gesteld van het afschuwelijke nieuws. Hij heeft hel geraden geacht in den trein te stap pen en mede te reizen om het bericht ge leidelijk de fatale duidelijkheid te geven. In het groote Kabinet van den prefect ligt Koning Alexander opgebaard, ge kleed in het groot tenue generaals-uni- form, met het breede roode lint van het Legioen van Eer schuin over de borst. De handen zijn op de borst gevouwen; de trekken van het bleeke, geheel bloedeloo- ze gelaat zijn kalm. Het Hik wordt door een eerewacht van officieren bewaakt. Weenend staat de kamerdienaar van den Koning er bii. Treurig is de mededeeling omtrent de wijze, waarop de Koningin het nieuws vernam. Het bericht werd gemeld aan den prefect van het departement van Haute Salve de Briancon, waar de trein, die koningin Maria vervoerde, om 18.30 zou aankomen. De prefect Beretti Bella- rocca, schoonzoon van den minister van Marine Piétri, die den Koning te Mar seille op yn oorlogsschip was gaan be groeten, begaf zich naar het station, maar bemerkte, toen hij in den trein bij de Koningin kwam, tot ziin ontsteltenis, dat zij nog volstrekt van niets wist! Om haar het vreeseliike bericht met de noodige voorzichtigheid mede te dee- len, bleef de prefect in den trein, die om 19.18 weer uit Briancon vertrok en hii bracht onderweg de Koningin op de hoogte. Uit alle landen komen berichten van diepe getroffenheid en deelneming. Met name valt nog melding te maken van verklaringen van Benesj, die zeide, dat sinds den oorlog niets hem zoo sterk getroffen had als dit verscheiden van Koning Alexander en minister Barthou, beide zulke goede vrienden van Tsje- choslowakiie. Ook in Boekarest, waar Barthou nog zoo kort geleden geweest was, is de ver slagenheid groot. Koning Carol heeft aan zijn zuster Maria telegrafisch zijn deelneming betuigd. Ook de Paus, die hevig ontroerd was en lang in gebed verzonken bleef, heeft telegrafisch zijn deelneming betuigd. Te Rome heerscht groote consternatie als gevolg van den aanslag te Marseille. Alle bladen zijn in den loop van den avond met extra-edities uitgekomen. Deze uitgaven verschijnen naarmate de berich ten binnenkomen. Het „Giornale d'Ita- lia" bood om half elf des avonds reeds een tiende extra-editie te koop. De couranten berichten nog niets over de houding der Italiaansche regeering. O BELGRADO, 9 Oct. (Reuter.) De ministerraad is bijeen geweest en heeft daarna den elf-jarigen kroonprins uitgeroepen tot Koning, onder den naam Peter II. De regenten van den jongen koning zullen later worden benoemd. Dc elfjarige troonopvolger. De elfjarige troonopvolger Prins Peter is op de Sandroyd-school te Cobham in Surrey. Hij is nog niet op de hoogte ge steld van de tragische gebeurtenissen (dit bericht is van gisteravond). Het hoofd der school heeft verklaard ermee te zul len wachten tot hij officieele instructies heeft, het treurige nieuws mee te deelen. Verwacht wordt, dat een speciale mis sie den jongen zal afhalen en naar Bel grado terugbrengen. Prins Peter is een aardige, vrooliike jongen met vroolijke oogen, nog echt een kind. Hij kwam eerst drie weken geleden in Engeland aan, begeleid door zijn Engelschen gouverneur, mr. Parrott. Hij schreef uitstekend Engelsch. Er doen geruchten de ronde, dat troe pen worden geconcentreerd aan de Joego slavische grens, om voorbereid te zijn op alle gebeurlijkheden. Het is een bekend feit dat men in Italië sympathiseerde met de uit Joegoslavië uitgeweken Kroa tische separatisten, uit welke kringen de moordenaar afkomstig schijnt te zijn. Daarom is het niet geheel onmogelijk, vooral bij de gespannen verhoudingen die in de laatste dagen weer tusschen beide nabuurlanden bestaat, dat Joego slavische nationalisten in de eerste op winding Italië ten deele aansprakelijk stellen voor het gebeurde. Zeker is het en dat komt ook in de bladen reeds naar voren dat men hier ernstige verwikkelingen met Joegoslavië vreest. Vooral komt in de pers tot uiting de heftige verontwaardiging over den aan slag. Groote gerustheid door het feit, dat de moordenaar geen Italiaan was. De vreeselijke tijding van den helaas maar al te goed geslaagden aanslag op Koning Alexander is hier in Parijs om streeks zes uur door de speciale edities van de bladen bekend geworden en heeft een verpletterenden indruk gemaakt. Met diepe droefheid vernam de Parij- sche bevolking dit verscheiden van den souverein wiens vroolijke intocht tegen heden (Woensdag) werd voorbereid en van wiens bèzoek men zooveel verwachtte. Niet niinder getroffen is men door den dood van Barthou, die gevallen is als slachtoffer van zijn plicht. De wijze waar op deze terstond na zijn benoeming en in weerwil van zijn 72 jaren de leiding van de Fransche buitenlandsche politiek op zich genomen had en met jeugdig vuur telkens nieuwe reizen had ondernomen, om de verhoudingen met vrienden en bondgenooten zoo gunstig mogelijk te ma ken, werd hier zeer gewaardeerd, ook al was men het niet altijd eens met de door hem gevolgde politiek, Zijn dood, midden in de groote activiteit, heeft Parijs met verstomming geslagen. Er heerscht algemeene verslagenheid. Menigeen heeft een gedachte voor de on gelukkige Koningin Marie van Joegosla vië, die per spoor gekomen is en voor den troonopvolger, die nog maar juist te Londen begonnen was met zijn studie. Ook vraagt men zich af, welke ge volgen deze ramp zal hebben uit in ternationaal oogpunt bezien nu de internationale verhoudingen toch al zoo gespannen zijn. In dit verband was liet eenigszins een verlichting te vernemen, dat de dader een Kroaat was, zoodat geen geen vreemde mogendheid van deze daad een verwijt gemaakt kan wor den. Te Marseille zoowel als te Parijs heeft de feesttooi onmiddellijk voor rouw plaats gemaakt. De vlaggen hangen half stok, de radio-uitzendingen zijn, na een kort verslag van de vreeselijke gebeurte nissen, gestaakt. De onmiddelijk bijelen gekomen minister raad stelde den tekst van een proclamatie vast en besloot dat de president van den ministerraad, vergezeld van de ministers van Staat Herriot en Tardieu, zich naar Marseille zouden begeven om zich neer te buigen voor het stoffelijk overschot van den Koning. Het stoffelijk overschot van den vorst zal op hetzelfde Joegoslavische oorlogs schip, dat den Koning had gebracht, naar Servië worden teruggebracht, vergezeld van een Fransch eskader. Voor Barthou wordt een nationale be grafenis voorbereid, waarvan de juiste datum nog zal worden vastgesteld. De berichten van den- moord op Ko ning Alexander van Joegoslavië en ook het overlijden van Barthou ziin in Lon den met ontzetting ontvangen, en hebben te voorspellen, welken weerslag deze ook groote onrust verwekt, daar niet valt. rampspoedige gebeurtenissen zullen hebben op de Europeesche politiek. Van verschillende kanten hoorde ik de Over den gevallen Franschen minister van buitenlandsche zaken, schrijft het „Handels blad" o.m.: Twee-en-zeventig jaar was Louis Barthou toen hij den lOen Februari van dit jaar er In toestemde tot de nationale regeering toe te treden, welke de toen zeventig-jarige oud-pre sident der republiek, Gaston Doumergue, vormde. Met een vitaliteit, die verbazing wekte, stelde Barhtou zich onder Doumer- gue's leiding. De Fransche minister van buitenlandsche zaken, Barthou, die ook tengevolge van den aanslag het leven liet. Niet met algemeene instemming werd Bar- thou's wederoptreden begroet. Men vreesde dat deze in het vak zoo doorknede staatsman van de oude school een buitenlandsche politiek zou gaan voeren, welke niet meer van dezen tijd zou zijn. Daartegenover stond de meening dat Frankrijk juist een sterke figuur van den ouden stempel noodig had om zich te laten gelden tegenover het steeds uitdagender wor den de Duitschland. Het moest nu maar uit zijn, heette het, met de slappe toenaderings politiek van een Briand, een Daladier en een Paul-Boncour. Met hetvolle gezag van zijn persoonlijkheid aanvaardde Barthou zijn taak aan de Quai d'Orsay. Hij had er meermalen gezeteld, want hij liep immers sedert zijn twee-en-dertigste jaar al mee! Toen trad hij voor het eerst als ook Poincaré behoorde. Hij beheerde de porte feuille van openbare werken. Een schier onmisbare figuur scheen Louis Barthou, Wij zien hem dan ook in vrijwel alle kabinetten optreden. Nu eens als minister van justitie, dan weer aan binnenlandsche zaken of oorlog. Begin 1931 maakte hij deel uit van het kabinet-Steeg. Drie jaren bleef Barthou toen buiten elke regeering. Het scheen of zijn tijd voorbij was en hij niet meer paste in het kader van de tenmalige Fransche buitenlandsche politiek. Totdat de zaoak-Stavisky een plotselinge wen ding in de binnenlandsche politiek tengevolge had en de uitbarsting van volkswoede over de vele financieele en politieke schandalen tot de ernstige onlusten van 6 Februari j.1. in de Parijsche straten leidde. Toen deed Doumer gue een beroep op Barthou en weer stond hij gereed om een ministerieele functie te aan vaarden. verzuchting, schrijft de Londensche correspondent van het Hbl., toen de be richten eerst spraken van Tsjechen en later van Kroaten als de samenzweerders, dat de daders geen Italianen zijn, want dat zou oorlog beteekenen. De buitengewoon gewichtige gevolgen die Barthou's dood kan hebben op de Fransche politiek worden hier evenmin onderschat, maar het is de internationale politiek, die hier op het oogenblik het meest wordt besproken, daar hier wel wordt ingezien dat Groot-Brittannië in Europa geen isolatie-politiek kan voeren. Het bericht van de tragische gebeurtenis in Marseille. werd in Weenen pas in de eerste avonduren bekend en wekte zoo wel bij de bevolking als bij de officieele instanties groote beroering. In toonaangevende kringen te Weenen is men van meening, dat het hier een individueele actie van een kleine terro ristische groep betreft en dat de rusten orde in Joegoslavië in geen enkel opzicht gevaar loopen. Men gelooft ook niet, dat de afschuwe lijke misdaad ook maar eenige verande ring in de algemeene richtlijnen van de- buitenlandsche politiek zal brengen. De omstandigheden, die Barthou's hou- ping in de Oostenrijksche quaestie be paalden, zullen ook voor de andere Fran sche politici, die als opvolger van Barthou in aanmerking komen, gelden. Behalve het algemeen menschelijk mede lijden, dat hier zeer op den voorgrond treedt, is men toch bevreesd dat het tempo van de pogingen tot ordeherstel in het Donaubekken, sterk zal worden ver traagd, want de oplossing van het Itali- aansch-Joegoslavische vraagstuk zal wel voor eenigen tijd onderbroken worden, en daardoor ook de mogelijkheid van een samenwerking tusschen Frankrijk en Italië, wat weer in verband staat met de positie van Oostenrijk "en de daarmee samenhangende quaestie van het Donau bekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 13