Buitenlandsch Overzicht Na den moord op Alexander I en Barthou. ally's avontuur. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7501 EERSTE BLAD DONDERDAG 18 OCTOBER 1934 62ste JAARGANG Welk land is politiek verantwoordelijk voor den moord? Japan heeft nu besloten het vlootverdrag op te zeggen. Het Fransche kabinet na de aangebrachte wijzigingen. De politieke verantwoorde^ lijkheid voor den moord Japan zal het vlootverdrag opzeggen Het Fransche kabinet Raymond Poincaré De instorting bij de kathedraal te Kattowitz. 90 personen gewond. Mededelingen van de secretaresse van Persetsj. e u i I I e t o n Q Uit het Amerikaansch, COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 et. Weekabonnementen 12 et. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f0.70, f 1.Modeblad resp. f 120, f 1.50, fl.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 et. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer: 10 ct. per«advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De strijd om de poli tieke verantwoordelijk heid voor den mooru te Marseille duurt in alle hevigheid voort. Zooais men uit verschillende be richten in onze krant weet, wordt aan Honga rije verweten, dat zg het broeinest van deze ongerechtigheden is geweest, omdat op de Hongaarsche hoeve Janka Poeszta gelegen heid gegeven werd tot het uitbroeden van de plannen tot den aanslag, door verschillende ongure elementen, die daar hun toevlucht hadden genomen. Reuter meldde nu Dinsdag uit Boedapest: Met verdubbelde scherpte neemt de pers stelling tegen de aan Hongarije gerichte ver wijten inzake de moreele verantwoording van de Hongaarsche regeering aan den moordaan slag te Marseille. Het onderzoek van de geheele aangelegen heid kan volgens de bladen slechts aan Hon gaarsche zijde gevoerd worden en de aanroe ping van den Volkenbond moet door Hon- ga ,3 geschieden, opdat het voldoening krijgt. i^e Pester Lloyd schrijft, dat noch de moor- dc aar noch zijn medeplichtigen Hongaren zijn, dat minister Goemboes de Kroatische ei. granten-kolonie te Janka Poeszta heeft ontbonden, en dat geen enkele Hongaarsche autoriteit ook maar het geringste met de voorbereidingen voor den koningsmoord heeft Uit te staan. Scherpe aanvallen werden ondernomen op den Tsjechoslowaakschen minister van bul- tenlandsche zaken, dr. Benesj, die door Ma- gyarszag wordt genoemd „de groote gifmen ger" en „de ergste vijand van den Europee- sc'^en vrede". Het blad Fuegget Censeg spreekt van een scrupuleus imperialisme der regeering te Praag en Budanesti Hirlap eiseht, dat de las teraars der nationale eer van Hongarije voor den Volkenbond verantwoording zullen afleg gen. De kwestie kan dus nog voor den Volken bond beslecht moeten worden. Daar wijst b.v. ook een bericht op uit het Hongaarsche blad Az Est, dat op haar voorpagina met vette letters een inlichting geeft, die de redactie, naar zij zegt, van vo!kor->~ b-^rcu "~e, hoewel niet nader aan te duiden zijde is ge geven. Volgens deze is het Fransche ministerie van buitenlandsche zaken voornemens het materiaal, dat het onderzoek inzake Marseille heeft opgeleverd, aan den Vol- bond voor te leggen. De Quai d'Orsay beroept zich daarbij op een precedent: na de anarchistische aansla gen in 1895 heeft men eveneens een inter nationale conferentie belegd om dergelijke misdaden onmogelijk te maken. We blijven in afwachting van de dingen die komc i au Dl. Gcru" .d vc 3 verantwoordelijkheid van Hongarije is ook het Volgende niet: Ti de Echo de Paris verklaart Pev^iax saar aanleiding van het onderhoud tusschen Laval en den Tsjechischen minister van bui tenlandsche zaken, Benesj. dat beiden het er over eens zijn, dat de aanslag te Marseille niet slechts als een zuiver Zuid-Slavische aan gelegenheid moet worden beschouwd. Thans reeds blijkt uit het onderzoek de mo- reele verantwoordelijkheid van Hongarije, al dus Pertinax. Wanneer de Hongaarsche re geering beweert, dat het terroristenkamp te Janka Poeszta is gesloten, dan geeft zij daar mede toe, dat er aan de Zuid-Slavische grens een kamp heeft bestaan. Aangenomen kan worden, dat de Kleine Entente voor Novem ber een buitengewone zitting van den Vol kenbond bijeen zullen roepen, om deze aan gelegenheid nader vast te stellen. Dinsdag zijn te Lon den de Japansche en Amerikaansche delega ties aangekomen, om de voorbereidende be sprekingen te voeren voor de vlooteonferentie, die vermoedelijk in April van het vorig jaar zal worden ge- huoden. De plaats waar de besprekingen dan zullen plaats hebben is nog niet be kend. Engeland heeft graag Londen als con ferentie-oord, doch ook Den Plaag wordt nog als mogelijke plaats van samenkomst genoemd. Trouwens, dat is natuurlijk van minder belang. Voornamer is of men tot een overeenkomst zal komen, of dat de wereld met een mislukte conferentie verrijkt zal worden. Dat laatste voorspellen we, al getuigt het niet van optimisme. Ons opti misme ten opzichte van internationale con ferenties hebben we trouwens al lang verlo ren en we hebben degelijker gronden, dan een gevoelsmaatstaf, om aan een mislukking te gelooven. Voor de eerste maal heeft de Japan sche regeering thans n.1. officieus mee gedeeld, dat zij besloten heeft het ver drag van Washington op te zgegen. Dit is geschied in een communiqué van den „zegsman" van het ministerie van bui tenlandsche zaken te Tokio aan de pers. Het betreft de instructies van admiraal Yamamoto in verband met de voorloopige besprekingen te Londen. Deze instructeis omvatten vgf punten: le. Het recht van eiken staat op nationale veiligheid en bij gevolg het recht van Japan om zrjn veilig heid en den vrede in het Verre Oosten te waarborgen; 2e. een vermindering in de vlootbewapeningen; 3e. vermindering of af schaffing van de offensieve wapenen en versterking van de defensieve wapenen; 4e. opzegging door Japan van het verdrag van Washington, in de hoop op een nieuw, billijker verdrag; 6e. in geval een misluk king der vlooteonferentie, zal Japan de dienstige maatregelen voor zfön veiligheid treffen. Ons pessimisme heeft dus wel eenige reëele gronden. Trouwens, Reuter eindigde een telegram over de a.s. besprekingen als volgt: De eisch van Japan tot gelijkheid, en de weigering van Amerika om de ton nage der verschillende seheepstypen te verminderen, maken de taak van de con ferentie buitengewoon moeilijk. De voor uitzichten zijn dan ook niet rooskleurig. Toen na den dood van Barthou te voorzien was dat het Fransche kabi net nog twee leden zou moeten loslaten, heeft men van de waarschijnlijkheid gesproken van een algemeene regeeringscrisis schrijft de „Nw. Rott. Crt." omdat Fransche ministe ries in hun wankel bestaan gewoonlijk niet zooveel afbrokkeling van hoofdfiguren verdra gen. Deze vermoedens zijn voorbarig geble ken. Twee redenen bestonden daarvoor, waar mede men blijkbaar te weinig rekening ge houden heeft. Ten eerste was de nationale taak, die Doumergue op zich genomen had, van zoo nijpenden aard en kon een opnieuw op losse schroeven zetten van het gezag zoo noodlottige gevolge hebben, dat men zich stel lig wat langer dan gewoonlijk bedacht heeft, om het politieke spel ook nu volgens de ge bruikelijke regels van bewegelijkheid te spe len. De tweede reden tot afwijking van de traditie was dat Doumergue een principieele tegenstander is van deze traditie, die hij meent dat Frankrijk zich niet langer kan ver veroorloven. Doumergue heeft eenige weken geleden in een radiorede ten duidelijkste gezegd, dat er verandering moet komen in de losheid van de positie der Fransche kabinetten. Zijn Streven is naar een continuïteit van het gezag, zooals die in andere, parlementair geregeerde landen gevonden wordt. Daarom was het verkeerd, bij voorbaat aan te ne men dat Doumergue zou wijken om redenen, die daartoe in andere landen geen aanlei ding zouden geven. Doumergue is gebleven, en hij heeft de veranderingen in zijn kabinet tot het alleruiterste beperkt. Het aftreden van Sarraut, den minister van binnenlandsche zaken, was onvermgde- lijk. Veel moeilijker is het toegegaan met het aftreden van Chéron, den minister van Jus titie. Men weet dat maarschalk Pétain, en Marquet, de minister van arbeid, het aftre den van Chéron hebben geëischt. Doumer gue heeft moeten zwiehten. Met een woord van vriendschap en ver trouwen heeft hij Chéron ertoe kunnen krij gen, zelf zijn ontslag te vragen. Had hij dat niet gedaan, dan had er niets anders opgezeten dan dat Doumergue het on.slag van het heelé kabinet had aangeboden, om in een nieuwe formatie ervan te redden, wat ervan te redden was. Nu moesten drie ministers vervangen worden. Bovenal aandacht verdient, dat Laval met de portefeuille van buitenland sche zaken belast is. Als premier heeft Laval bizondere activiteit getoond in de buitenlandsche politiek. Laval maakte over al waar hij kwam een uitermate ernstigen en degelijken indruk. Jammer was het, dat hij dien indruk voor een groot gedeelte be dorven heeft door de wijze, waarop hij Briand, diens ziekte overdrijvende, op zij wist te schuiven als leider van de buiten landsche politiek. Als Laval voor het eerst huiten Frankrijk vooral te Genève optreedt, zal even de schaduw van Briand ontsierend over zijn figuur vallen. Maar er is reden om te hopen, dat hg in staat zal blijken, dit te doen vergeten. Frankrijk rouwt. Reuter meldt uit Parijs: In alle kringen van het Fransche openbare leven heetf het overlijden van Poincaré diepen indruk gemaakt. Het register in het sterfhuis vertoonde al spoedig de namen van talrijke Fransche en buitenlandsche persoonlijkheden, en vele buitenlandsche regeeringen zonden be tuigingen van deelneming. In den Senaat brachten de collega's van den overleden staatsman hulde aan zijn groote bekwaamheid en vaderlandsliefde. De voor zitter van de Kamer, Bouisson, zeide, dat hg meer dan wie ook de parlementaire oprecht heid en het verstand van Poincaré heeft kun nen waardeeren. In juridische kringen her denkt men den uitstekenden advocaat, in de wetenschappelijke wereld betreurt men den man, die lid was van het Instituut. Hulde van Benesj. De Tsjechoslowaaksche minister van buiten landsche zaken, Benesj, verklaarde aan Ha- vas: „De herinnering aan Poincaré blijft in onzen geest en onze harten verbonden met de onaf hankelijkheid van Tsjechoslowakrje, waarvan hij een groot vriend was". Engelsche waardeering. Poincaré wordt op de gewone wijze her dacht, niet geheel zonder critiek. Vooral in de iinlteche bladen, waar vooral de noodlottige inval in het Roergebied aan de waardeering afbreuk doet. Uit den aard der zaak overweegt echter de lóf niet aleen voor zijn houding tijdens den oorlog, maar ook voor zijn redding van Frankrijk uit het financieel moeras. In ons vorig nummer is reeds In hef kort gewag gemaakt van het ongeluk, 'dat te Kattowitz bij het herstellingswerk aan de kathedraal aldaar hetft plaats ge had. Volgens de laatste berichten zouden er niet minder dan 90 man gewond zijn. Een Reuter-bericht geeft nog de volgende verduidelijking van het gebeurde: Wegens ge brek aan geld moest de bouw van de kathe draal, waarvoor bisschop Adamski sedert ja ren ijvert, door vrijwilligen arbeid worden voortgezet. De verschilende kerspels stelden van tijd tot tijd een aantal werkloozen be schikbaar, die dan zonder geldelijke vergoe ding, slechts tegen kost en onderdak aan den bouw werkten. Zondagmorgen was er een nieuwe ploeg van ongeveer 100 man aangeko men. Omstreeks 10 uur beklom men de stei gers bij het presbyterium. De priester Zajonce hield een toespraak en daarop zou de architect Affa inlichtingen geven over het werk. Op dit oogenblik stortte de ongeveer 50 meter hooge steiger in. De groep menschen, die zich op 7 h 10 meter hoogte bevond, viel mee omlaag. Volgens een ooggetuige werd de plaats van het ongeluk in een geweldige stofwolk gehuld, waaruit kreten van de verongelukten klonken. Dadelijk werd de brandweer en eerste hulp gealarmeerd. De beschikbare ziekenauto's wa ren niet voldoende en met particuliere auto's moesten de ongelukkigen naar de ziekenhui zen vervoerd worden. Zes gewonden zouden wervelfracturen opgeloopen hebben en op ster ven liggen. De geestelijke en de architect be- hooren tot de zwaar gewonden. Twee opzich ters van den bouw zijn gearresteerd. Georgief en Kelemen één en dezelfde. De Bulgaarsehe politie ontving Dinsdag middag de vingerafdrukken van den konings moordenaar Kelemen, die hij oppervlakkige beschouwing reeds een sterke gelijkenis toon den met die van Vlada Georgief. Zekerheid werd hieromtrent verkregen door een micro scopisch onderzoek. De Fransche en Zuid-Sla vische autoriteiten zijn onmiddellijk van het positieve resultaat van het vergelijkend on derzoek in kennis gesteld. De Stampa geeft over Kelemen-Georgief dé tails van een persoon, die den koningsmoor denaar van zeer nabij heeft gekend. Hij was, zoo verklaarde deze, de rechterhand en voor naamste beulsknecht van Ivan Michailof en onder den naam van Vlada, de chauffeur, was hij algemeen als zoodanig berucht. Cernozems- ki, zooals zijn andere naam luidde, is een bui tengewoon sterk man en gold ook als een van de beste schutters van de Macedonische or ganisatie, waarin hij in den loop van den oor log als comitadsji toetrad en gedurende den geheelen oorlog woonde hij te Istip; daarna trok hij naar Bulgarije, waar bijna geen aan slag gepleegd werd, waar hg buiten stond, 01 hij hielp die mee organiseeren. Voor zoover hij er actief aan deelnam, vertrouwde hij vol komen op zijn kwaliteiten als schutter. Het aantal moorden, dat Vlada op zijn geweten heeft, is met 30 niet te hoog ge schat. De laatste jaren die hij op Bulgaarsch ge bied doorbracht, was de ontvoering en beroo- ving van tegenstanders van Michailof zijn specialiteit. Na uit de centrale gevangenis te Sofia te zijn ontsnapt, vluchtte hij naar Hon garije waar Drango, Michailof's gezant te Boedapest, hem ter beschikking van Persetsj stelde. Uit de heele manier waarop de aan slag te Marseille was opgezet, meent men te kunnen afleiden, dat zij door Drango was voorbereid. Bekentenissen van Malny of Cïialny. De correspondent van de N. R. Ct. te Parijs, telefoneerde Dinsdagavond aan zijn blad: Degene, die tot nu toe als Malny of Chalny bekend stond en te Boedapest moet wonen, heeft na een nacht ondervraging bekend, hoe Kramer 9 dezer de hotelkamer binnentrad, waar hij en Kelemen-Suk logeerden. Hij gaf hun de laatste instructies om den Koning, die dien dag voet aan wal zou zetten, te tlooden. Daarop drukte hij hen stevig de hand. 's Middags half drie kwamen zij te Marseille aan. Zij liepen naar de haven. Een dichte me nigte begon zich al op den boulevard te ver zamelen. Suk zocht een gunstige plek. Malny raakte onder den indruk van de menigte en de gedachte dat hij op den Koning schietende, onschuldigen zou kunnen treffen, ontnam hem allen moed. Hij maakte daar Suk deelgenoot van, maar deze schold hem de huid vol. Hij begreep, dat de ander hem zou kunnen neer schieten en om aan hem te ontsnappen, be gaf hg zich tusschen de menigte. Het is na tuurlijk de vraag, of Malny waarheid sprak. Wel klopt zgn bekentenis geheel met die def twee anderen. Volgens een andere lezing zou hij den Ko ning vermoord hebben als de kogels van Suk gemist zouden hebben en Malmy voegde er bij: Wij hadden een zending, ik betreur niets. Ver der beweert hij vier dagen in de bosschen van Fontainebleau bij een man en een vrouw on derkomen gevonden te hebben. De politie ge looft, dat hg in die streek medeplichtigen had. Malny zeide verder: Wij waren wiHooze werk tuigen in de hand van Kramer. Men weet, dat in zijn hotelkamer te Aix wapenen ge vonden zijn. Uit zijn verdere beweringen zou blijken, dat het aantal samenzweerders niet 5 doch 7 moet hebben bedragen. Malny weigert echter het signalement van de twee personen, die men tot dusver niet kende, op te geven. Hij legde er den na druk op, dat hij ze voor het eerst van zijn leven had gezien, maar dat zij allen val- sche identiteitspapieren hadden. De correspondent van Paris Soir te Bel grado heeft de eenige persoon gesproken, die, naar zijn zeggen, het volledige licht over de samenspanning kan laten opgaan. Dit is juffrouw Poporelets, die vier jaar lang de vriendin van den «hef van het kamp van Janka Puszta geweest is. Thans geeft zij dansles vlak tegenover het koninklijk paleis. Zij zeide nu de draden te willen bre ken, die zij zelf geholpen had samen te we ven. Uit liefde, aldus juffrouw Pogorelets, heb ik kwaad gedaan. Zooveel mogelijk wil ik dit ongedaan maken. De correspondent beschrijft haar als een mooi meisje van twintig jaar. Het spreekt ven. Uit liefde aldus juffrouw Poporelets, haar rekening blijft: „Ik was zestien jaar, toen ik In 1929 met Persetsj, den chef, ben vertrokken. Hij ijverde toen te Zagreb voor TOT 30 NOVEMBER 1934 ONTVANGT U. TEGEN INLEVERING VAN 60 VOORZIJDEN VAN PRESTO-PAKJES AAN ONS ADRES TE AMERSFOORT. GRATIS EEN PRACTISCH GESCHENK vj 88) De schermutseling plus verzoening met Mrs. andish had een voordeel gehad; de atmos feer tusschen hen beiden was nu veel zuiver der. Van verkeerd begrijpen behoefde voor aan geen sprake meer te zijn; ze hadden in tens, grondig het land aan elkaar; noch de een, noch de ander behoefde te dien opzichte eenige illusie te koesteren! maar aan den an- Cren kant was het ook waar, dat hun bc- angen te veel ineengrepen, dan dat ze zich 'rij spel laten aan privé-gevoelens konden pcr- hi-ttceren. Sally's wensch was, om als seerc- wressc 0p Goswold House te blgven. Mrs. knanriiah wist dit en had zwijgend toege- ®m(', om haar- niet tegen te werken. Mrs. andish' wensch was, om het verzekerings- s d van haar juweelen uitbetaald te krijgen, y zou haar daarbij helpen door... haar ond te houden. Als Mrs. Shandish uit de o ooi klapte, zou 't niet lang duren, of de ■nachtige arm der wet zou Sally uit Ges sen*1 1101180 weghalen en als Sally uit de jC. 001 Wapte, zou 't voor Mrs. Shandish nood- hu'ge gevolgen hebben niet alleen wat vc h l)Cur3 kotrijf, maar evengoed wat haar 1 louding met haar tante en de voordeelen wan aanf?ine- Wri.i U omc'at deze quaestie Mrs. Gos- t Ovcngoed aanging, voelde Sally zich niet Om h C~ hct stu,tte haar tegen de borst "Werkgeefster in spe", de vrouw in wier huis ze vertoefde, om in den tuin te leiden. Het was onmogelijk om Mrs. Goswold al had haar persoonlijkheid iets dat repseet al haar haar persoonlijkheid iets dat respect inboezemde, toch voelde je instinctmatig, dat ze behoefte aan genegenheid had en zelf ook veel zou kunnen geven. Daarom had Sally zich van het begin af voorgenomen om het haar in alles naar den zin te maken, om te zorgen, dat zg van haar kant niets zou doen, waardoor ze zichzelf beter en 't Lyttleton tem- gewezeri tijd, een einde zou komen. En daarbij hadden de vier uren slaap de herinnering aan de Lyttleton episode een ge heel andere tint gegeven. Wel was ze nog met zoo ver, dat ze zich die verliefdheids-episode /onder een lichten schok van schaamte kon herinneren, maar ze wist dat dit gevoel van vooriigaanden aard was en dat het een onder vinding was geweest, waarvan ze nu reeds, ondanks onaangename gevoelens, het '°01"" deel zag. Want niet alleen was ze genezen, volkomen genezen, maar ze had een les gehad, waardoor ze zichzelf eter en 't Lyttleton-tem- perament te goed had leeren kennen om een herhaling van die les mogelgk te maken. A s het de zooveelste opvoering van de mot en de kaars geweest was, dan was zij er gema i ic- lijk afgekomen, zonder verbrande neon, zelfs zonder geschroeide vleugels^ Want geen zij voor een vlam aangezien had was ge bleken niets dan een zeer banale ^Ralie er van te zijn. Ze voelde dat alles zoo zeker, ebt ze zelfs nu al af en toe een voorproefjc k'ceg van pleizier, dat het denken eraan naar na derhand zou geven. En tegcl.jkertijd wms dit een goede basis, waarop ze haar gedrag ten opzichte van den man, dien ze natuurlijk nog dikwgls genoeg zou ontmoeten, kon gronden... Maar... Frego! Frego was een geheel ander type. Alleen bij 't denken aan zgn naam kreeg ze al een onpleizierig gevoel. Alles zou ze ervoor over gehad hebben, alles en 't kon haar niets schelen, of die houding onbillijk, onredelijk was om niet, om nooit meer met Frego, den banalen, bemoeizieken, opdringerig-jovia- len Frego in aanraking behoeven te komen. Maar ze wist, dat die wensch onvervuld zou blgven. Dienzelfden middag nog had ze ge hoord, dat zijn vertrek nog een week uitge steld was en daar hij in zekere mate een uit verkorene van Mrs. Goswold was, een van haar gasten, voor wien ze inderdaad vriend schap voelde, was de kans, dat ze hem weer op Goswold House zou zien, waarvan zij, on voorziene omstandigheden daargelaten, een van de vaste inwoonsters zou worden, tot haar ergernis zeer groot. Dus wat ook in wendig haar gevoelens mocht zijn, ze moest zich scholen om hem voor het uiterlglc be leefd te behandelen of, als dat niet kon, om hem haar vijandigheid niet te zeer te toonen. Een moeilijker, onaangenamer taak kon ze zich niet voorstellen. Ze was natuurlijk niet van plan, om haar positie in Goswold House eraan op te offeren, maar anders alles, wat buiten dat hoogste waarde waarde voor haar had, zou zo voor 't kunnen en mogen ontwij ken van dien gehaten plicht over gehad heb ben. Zoo nu en dan kreeg je van 't leven toch iets te slikken, wat een bitteren, bijtenden smaak op je tong achterliet. Toegestemd dat 't lot In een van zgn grilligste, meest onna speurlijke luimen het noodig geoordeeld had, om op een en denzelfden nacht vier menschen in Goswold House aan slapeloosheid te laten lgden waarom moest dat kwartet dan juist uit hen vieren, Sally, Adèle Shandish, Lyttle ton en Frego bestaan Vooral de laatste Frego? Wat deed Frego erbij? De eerste drie ja, dat was wat anders! Bij die kon je ten minste nog spreken van een en hetzelfde be lang hun gemeenschappelijk bezoek zou je nog aan een subtiel-fijne psycholo gische verwantschap kunnen toeschrijven. Maar Frego Frego had niets met hen driën gemeen, even duidelijk was dat te zien als 't feit, dat hij 't meerendeel van de gasten van Mrs. Goswold niet sympathiek was. Mrs. Shandish vermeed hem stelselmatig, ofschoon ze zoo verstandig was, om 't nooit tot openlijk negeeren te laten komen. Lyttleton en hij waren door hun karakter antagonisten van den eersten rang. En wat Sally's eigen antipathie aanging, van 't oogen blik van hun ontmoeting af, waarbij ze hem dadelijk gezien had als een buitenstaander, als iemand, die door zijn hinderlijke tegen woordigheid 't milieu dat haar altijd zoo be geerlijk toegeleken had, bedierf, had ze ge weten, dat ze hem niet mocht. Maar toen haar gedachten met een onder zoekingstocht in die richting wilden beginnen, begreep ze zoo duidelijk, voor een terrein te staan, dat zij toch niet bij machte was te ont ginnen, dat ze het zonder probeeren opgaf. Het antipathie-gevoel ten opzichte van Frego werd in een soort van couveuse opgeborgen op gebied van ongemotiveerde grieven van Sally een echte vrouw en daarna begon nen haar gedachten met verneiuwde energie aan de puzzle: Lyttleton om twee uur 's nachts op hét strand en signalen wisselen tusschen motorboot en slaapkamerraam. Maar ondanks al haar denken kwam ze nok in deze richting geen stap verder. Wel fluis terde haar inzicht haar toe, dat de twee be grijpelijke gebeurtenissen van den vorige» nacht op de een of andere duistere wijze met dat vaag-dubbelzinnige in het wezen van Mrs. Shandish, iets dat Sally van 't eerste oogen blik af gevoeld had, maar waarvoor ze geen enkel bewijs had kunnen vinden, samenhin gen. Maar toen ze die gedachte verder wilde gaan uitwerken, merkte ze dat ze haar ver beelding als een soort van dwaallichtje steeds verder van honk lokte, het bodemlooze moeras van verbijstering in, waarin ze tenslotte, er niets meer van begrijpend, zou moeten ver zinken. Maar niettegenstaande dat was ze er juist in geslaagd, om tot haar groote voldoening vast te stellen, dat haar weldoenster iets, met die motor-signalen te maken gehad had voor iemand van haar intellect was 't niet moeilijk, om in de aanmatigend-besliste ma nier, waarop mrs. Shandish haar insinuatie als een ongemotiveerde bewering veroordeeld had, het zich-verdedigen-willen van een schul dig geweten te herkennen, toen Frego, door onverwacht binnen te komen, een plotseling einde aan haar tevreden stemming maakte. Het zou heel wat verstandiger van het jongmensch in het flanellen pak geweest zijn, als hij zijn opvatting, dat om negen uur aan het ontbijt voor Sally en verder voor ieder een, die het zich niet tot een gewoonte ge maakt had om in bed te ontbijten, te vroeg was, aan wat meer critiek onderworpen had èr. heel wat diplomatieker, wanneer hij zich de moeite gegeven had, om vóór een ontmoeting in den vleeze met de jonge dame van zjjn kennis, wier gevoelens noodzakelijkerwijze zeer opstandig moesten zijn, uit te denken, welke houding haar in dien toestand het minst zou irritceren. Zooals het nu was, deed hg het ergste, wat hij had kunnen doen. Door de manier, waarop hij binnen kwam een com binatie van goedig en verdraagzaam begrij pen van den stand van zaken en een zekere familiariteit, gebaseerd op het besef, dat hij haar van dienst geweest was gaf Sally een gewaarwording van kleinheid, waartegen ze voelde zich met hand en tand te moeten verzetten. „Hallo!" begroette hjj de frissche, aardige verschoning aan den overkant van de tafel opgewekt. „Bent u nu al op? Ik dacht, dat ik minstens twee uur voorsprong op de vlugste van den heelen troep hebben zou." „Ja," antwoordde Sally gedwongen kalm, „ik hen vroeg, dat is waar." „In het vervolg dan een beetje bedacht zamer zijn," raadde Frego haar lachend aan, „dat vroege opstaanah fi-donc, zoo bourgeois, in onze kringen doet men zoo iets niet." Sally gaf geen antwoord; mond-houden, dat was de veiligste methode. Maar zonder van haar gedwongen houding eenige notie te ne men, liep Frego, gewapend met een bord, vork en mes naar het groote buffet en begon daar, voortdurend doorpratend, de groote warm water schalen met hun hooge zilveren dek sels te inspecteeren. „Al in zee geweest vanmorgen", vertelde hg haar op de met zich-zelf-ingenomen manier, die aan wezens van de grovere soort eigen is. „In deze streek is 't water heerlijk, niet to warm, zooals overal langs het Jersey-strand... geen axioma mijn smaak, hoor!... En ook niet zoo bliksems koud, zooals het gewoonlijk benoorden de Kaap ismaar net lekke. Alsof je in champagne baadt, die net lang genoeg in het ijs gestaan heeft. Geen betere stimulans dan zoo eens even 's morgens vroeg, kopje-onder. U moet 't bepaald ook eens doenik kan 't recommandeeren..." „Ja, dat kan wel zijn", antwoordde Sally kort, in haar hart dankbaar, dat haar dat ten minste bespaard was. „Maar dan heb je daarna die klimpartij van 't strand al die trappen op"vond ze 't noodig, er aan toe te voegen, uit een soort van behoefte, om niet onbeleefd te zijn. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 1