Stadsnieuws
J.
Onze zaak is weer
geopend
Ui
It
WM -
IVoa* §aan m hen'?
m: vii i&ïMw
fc*M//mr XjXum
tweede blad
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG I NOVEMBER 1 934.
Licht op voor alle voertuigen.
Ontslag-aanvrage van secretaris
J. Kamman.
Fancy-Fair Oranje Harmonie
kapel.
De nieuwe etalage is gereed
Enig in Den Helder!
Komt U ook eens kijken?
VMHI SU* si 1 B Bik» keizerstraat 103
De grootste strandjutter
van Nederland
80 jaar.
IW j!
AAN ONZE
ADVERTEERDERS
„Tzigani
shk
u isar\^
mmwsL ^ahhl.
1 +W//M 1
ponderdag 1 Nov' 16.32 uur.
Vrijdag 2
16.30 uur.
UITSLAG VAN DE VERLOTING,
GEHOUDEN DOOK DE MISSIËNAAIUIIING
„ST. THERESIA".
pe hoofdprijs viel op no. 497.
pe overige prijzen vielen op de lotnummers:
14, 22, 27, 30, 40, 43, 45, 55, 56, 71, 77, 97,
88 U6, 123, 130, 138, 142, 144, 146, 147,159, 152,
154,-155, 161, 164, 167, 171, 172, 177, 188, 205,
208, 210, 222, 231, 237, 241, 242, 256, 261, 263,
284 286, 289, 293, 307, 319, 336, 353, 369, 371,
37öi 379, 380, 401, 408, 420, 436, 439, 453, 455,
*456', 457, 464, 468, 473, 484, 485, 505, 521, 523,
527,' 528, 534, 536, 542, 543, 548, 566, 578, 585,
596, 600, 608, 613, 629, 630, 636, 644, 645, 650,
652! 661, 662, 671, 675, 680, 681, 696, 699, 702,
708, 715, 721, 728, 738, 748, 749, 750, 762, 766,
786^ 788, 794, 802, 804, 808, 823, 830, 842, 844,
855, 864, 866, 876, 882, 890, 913, 915, 916, 921,
936, 939, 978, 989, 995, 997.
De prijzen kunnen worden afgehaald aan den
Ned. R.K. Volksbond.
De sprei viel op no. 80.
Het altaar viel op no. 214 A.
SOIREE „KUNST AAN HET VOLK".
De arbeiderszangvereeniging „Kunst aan
het Volk" geeft op Zaterdag a.s., 3 Novem
ber, in Casino een soiree voor donateurs en
genoodigden, en verder tegen een entrée van
f 0.20 per persoon, alles inbegrepen.
Het koor zal een programma uitvoeren
van humoristische nummers voor gemengd,
mannen- en vrouwenkoor.
De avond wordt besloten met de opvoering
van het blijspel „De Plaatsvervanger".
Modern georganiseerde werklooze arbei
ders hebben toegang tegen betaling van
0.05 voor belasting. Hierdoor hoopt „Kunst
aan het Volk" de werklooze arbeiders een
gezelligen avond te kunnen bezorgen.
JONG-EUROPA.
De Theosofische Vereeniging hier ter stede
zal op Dinsdag 6 Nov. een lezing doen houden
door den secretaris van bovengenoemde ver
eeniging. Wij citeeren uit een strooibiljet:
.Song-Europa wil zijn de beweging van jon
geren van heel Europa, die dit werelddeel tot
een organische eenheid willen opbouwen.
Jong-Europa is de draagster van het geloof
aan een komenden nieuwen tijd, waarin een
heid zal bestaan in plaats van verbrokkeling,
cultureele opbouw in plaats van waanzinnige
drang tot vernietiging, waarin vrede zal heer-
schen in plaats van oorlog, recht in plaats
van macht en waarin niet met geweld, maar
voor het scheidsgerecht de geschillen tusschen
de staten zullen worden beslecht.
Deze nieuwe samenleving moet worden
voorbereid door de jongeren van thans. Hard
moet er gewerkt worden om ons doel te be
reiken.
Men zie verder de advertentie in dit blad.
KAPPERS.
Maandag 29 October j.1. had een openbare
vergadering plaats van de te Den Helder
woonachtige kappers. De vergadering vond
plaats in het café A. Snel in de Keizerstraat,
en werd gehouden naar aanleiding van de
steeds slechter wordende toestanden in het
kappersbedrijf. Na een duidelijke uiteenzet
ting door het hoofdbestuurslid, den heer N.
Met ingang van 1 Mei a.s.
Onze gemeente-secretaris, de heer J. Kam
man, heeft, naar hij ons mededeelde,beslo
ten tot ontslag-aanvrage, met ingang van
1 Mei 1935, een bericht, dat voor velen een
verrassing zal zijn en door velen met leed
wezen zal worden ontvangen. In tegenstelling
met burgemeesters en gemeente-ontvangers,
is een secretaris niet aan de leeftijdsgrens
van 65 jaar gebonden. Nochtans heeft de
heer Kamman, die dien leeftijd heeft bereikt,
gemeend, zijn functie met het oog op zijn
leeftijd, te moeten neerleggen.
Het bericht zal, zeiden wij, in breede krin
gen met leedwezen worden ontvangen. De
heer Kamman was sedert Mei 1919 hier als
secretaris werkzaam; hij was, zooals men
weet opvolgers van den heer v. Poelje, den te-
genwoordigen directeur-generaal van Onder
wijs ten Departemente. De heer Kamman is
dus het volgend jaar Mei hier 16 jaar werk
zaam. Het toeval wil, dat hij in zijn vorige
woonplaats, Delfzijl, ook 16 jaren deze func
tie heeft vervuld.
Wij hebben destijds in een interview al een
en ander uit de loopbaan van den heer Kam
man vermeld, en zullen dat thans hier niet
herhalen. Zooals bekend, is de heer Kam
man voorzitter van den Nederlandschefn
J. Vos uit Haarlem, werd met algemeene
stemmen de volgende motie aangenomen:
De openbare vergadering van kappers, ge
houden 29 Oct. 1934 te Den Helder, en uitge
schreven door de afdeeling Den Helder van
den Nederlandschen Kappersbond, van oor
deel, dat de toestand in het kappersbedrijf,
ten gevolge van het onevenwichtig groot aan
tal en het steeds stijgende aantal kappers
zaken, zeer zorgwekkend is;
van oordeel dat bescherming van het kap
persbedrijf van overheidswege dringend noo-
dig is;
betreurt het ten zeerste, dat het kappers
bedrijf niet is opgenomen in de lijst van be
roepen, die vallen onder de Wet, regelende
den arbeid van vreemdelingen;
dringt er bij de Regeering met klem op
aan, het kappersbedrijf alsnog in die lijst op
te nemen.
De Oranje Harmoniekapel heeft voor een
drietal jaren meegedaan aan een concours, dat
een vrij aanzienlijk nadeelig saldo opleverde.
Tot haar minder aangename verrassing moest
ook de O.H.K. alhier aan dit tekort haar aan
deel betalen, hetgeen de financiën der vereeni
ging niet weinig in de war stuurde. Sindsdien
heeft men alle moeite gedaan zich hieruit te
werken, maar dit vlotte niet al te best. Tot
dat eenige weken geleden een Comité werd
gevormd, dat besloot tot het nemen van an
dere, ingrijpender maatregelen en met het
plan kwam voor een fancy-fair. Dit plan viel
in zeer goede aarde en Woensdagmiddag
zagen wij de eerste resultaten ervan, opge
steld in de bovenzaal van het Militair Tehuis
aan den Kanaalweg. Te drie uur werd deze
fancy-fair ten bate der kas geopend; hierbij
waren tegenwoordig de Schout-bij-nacht, de
heer T. L. Kruys, Stelling-commandant, en
diens adjudant, de luit. ter zee le kl. Rey-
nierse, Burgemeester en Wethouders, verte
genwoordigd door de heeren W. de Boer, wet
houder en J. Kamman, gemeente-secretaris,
de Commisaris van Politie, de heer van der
Hoeven, de heer A. M. Engelmann, notaris, de
heeren Bot en Eylders, bestuursleden Chr.
Oranje-Ver., de heer P. H. L. Maas, directeur
der gemeente-reiniging, de heer J. D. Okel,
de dames Fey en van Daalen, e.a.
Deze allen werden welkom geheeten door
den heer A. J. de Jongh, die de oorzaken en
de noodzakelijkheid van deze fancy-fair in het
kort uiteenzette, zooals wij hierboven weer
gaven en den aanwezigen het welkom toeriep.
Een groote voldoening is het, dat de pogingen
voor deze fancy-fair geslaagd mogen worden
genoemd; de O.H.K. verkeerde in ernstige
financieele moeilijkheden en wij hopen die
door middel van deze fancy-fair te overwin
nen. Spr. brengt dank aan de dames en hee
ren, die zich de laatste weken zoo hebben uit
gesloofd hiervoor; namen kunnen hier niet
worden genoemd, omdat men al spoedig een
naam zou vergeten, en allen, zonder uitzonde
ring, hebben hard gewerkt om deze fancyfair
tot stand te brengen.
Na het uitspreken van een gebed nam de
heer W. de Boer, wethouder dezer gemeente,
het woord, om namens den burgemeester, die
persoonlijk verhinderd vfas, de fancyfair te
openen. Spr. wenscht alle mogelijke succes
aan de vereeniging; wij begrijpen, dat de ar
beid, die moet worden verricht, niet kan ge
schieden zonder de noodigë zilverlingen en uit
wat de heer de Jongh ons mededeelde, blijkt
wel, dat de financieele moeilijkheden der ver
eeniging geenszins door eigen schuld werden
veroorzaakt, maar door invloeden van buiten
af. Het werk van zoo'n muziekkapel is van
opvoedende kracht en wij kunnen ons voor-
ste'llen, dat men gaarne de vereeniging in
stand wil houden. Met de j beste wenschen voor
het succes eindigt spr. en verklaart de fancy
fair geopend.
Bond van Gemeente-Ambtenaren, welke
functie hij, ook na zijn pensionneering, zal
blijven vervullen,. Verder is hij voorzitter van
de afdeelingen Den Helder van Roode en
Witte Kruis, en lid van het College van Kerk
voogden der Ned. Herv. Gemeente. Maar ook
op ander gebied is de heer Kamman nog
werkzaam; sinds 22 jaar namelijk maakt
hij deel uit van deexamen-commissie
voor gem.-administratie. In de Prov. Noord-
Holl. Vereeniging het „Witte Kruis" (niet
de plaatselijke afdeeling dus) is hg lid van
het scheidsgerecht, een belangrijke functie
in verband met de rechtspositie van het per
soneel dezer vereeniging.
Het is nog onbekend, in hoever de heer
Kamman al deze functies zal blijven vervul
len; ook omtrent zgn verder verblijf hier ter
plaatse na zijn pensionneernig, staat uiter
aard nog niets vast,
In den heer Kamman verliest de gemeente
een man van groote werkkracht en een func
tionaris van zeer groote bekwaamheden en
scherpzinnig oordeel. Bovendien een hard en
intensief werker, in dat opzicht een voor
beeld voor zijn personeel. Een mensch, prettig
en gemakkelijk in den omgang met anderen,
zoowel met ambtenaren als het publiek. Le
vendig interesseerde de heer Kamman zich
altijd voor de huiselijke omstandigheden van
zijn ambtenaren.
Zooals men weet, geschiedt de benoeming
vari een nieuwen secretaris door den Raad,
nadat een voordracht is opgemaakt.
m a Horlogerie - Goud- en Zilverwerken
\ff Bk Ipkl fTt) lm V'-T t L- Barometers - Optiek - Enz.
De dames G. Kokelaar en mevr. van Zweden
gaven hierop Jos. Haydns bekende serenade
ten beste, en daarop twee coupletten van het
Wilhelmus, door de aanwezigen staande mee
gezongen, waarna de gebruikelijke thee en
ververschingen werden rondgediend en waar
na tot slot een rondwandeling langs de stands
werd gehouden.
Het ontbreekt op deze fancy-fair geeqszins
aan vermakelijkheden en attracties. Om' te
beginnen is er natuurlijk de grabbelton, het
vischvermaak, er zijn niet minder dan twee
schiettenten waar men zijn dubbeltje kwijt
kan, evenals twee sjoelbakken, er is een
trektent (trek aan het touwtje), een attrac
tietent, er is de pop met den onbekenden
naam, de flesch erwten, welker aantal men
raden mag, enz., enz. (want dit is nog lang
niet alles). Verder is er, zooals de bezoekers
kunnen waarnemen, een groote verscheiden
heid in artikelen, die geprijsd zijn voor den
verkoop. En het mooiste van alles is, dat al
deze dingen geheel gratis aan de vereeniging
zijn verstrekt; geen cent hebben ze uit be
hoeven te geven voor aankoop, dus alles wat
ervan komt, is winst.
Tenslotte vermelden wij nog, dat de fancy
fair, die gratis toegankelijk is, geopend is
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag, van des
.middags 3 tot des avonds 11 uur (Zaterdag
tot half negen).
Met de verwachting, dat een druk bezoek
en natuurlijk een drukke verkoop of druk be
zoek aan de verschillende attracties de
Oranje Harmoniekapel in staat zal stellen
zich uit haar finantieele moeilijkheden te be
vrijden, willen wij dit verslag eindigen.
o
Willem Bakkér alias de Gorrel voor
de warme piano. Driehonderd menëchen
en drie zwarte honden redde hij uit
de branding. Een leege bark, die hij
op zee jutte, moest hij voor 65 gulden
terug geven.
Doe nog een paar blokken op de piano,
Wullem, anders gaat het vuur uit, moppert
de Gorrel. Ik zeg maar, laat de boeren
maar dorschen, wij zetten de blommetje bui
ten.
Op de piano staan peren te stooven. Wij
eten vanmiddag gestoofde peren is dat effe
wat!
Dan hei je niks te mopperen, zegt Wul
lem. Hij gooit een paar blokken op de kachejl,
neemt een vork, prikt uit een pan, die op de
vlammen van de piano staat, een bruin ge
stoofde peer en houdt deze den Gorrel voor. 1;
De oude jutter maakt een afwerend ge
baar.
,vi
T:
IPiSlP
Sr
wmwÈmit
DE GORREL.
Ik heb een pruimpie, een keesie achter
me kiezen, proef zelf maar, of ze gaar zijn.
D'r gaat niks boven een pruimpie en boven
een gejut ballekie! Knettert de piano niet effe
goed komt er fijne muziek uit? Allemaal
brand uit zee! De balkies, die we stoken, (va
ren vroeger palen van de zeewering.
Een oogenblik pauseert de oude Jutter, dan
vervolgt hij:
Zooals een kiezentrekker de verotte hei
palen uit je mond haalt, zoo trekt de Water
staat alle rotte en stukgeslagen, door de zee
gerameide palen, uit de zeewering, weg. Nou
man, of die palen branden! Voor een futje
koop ik een bos van die dingen en dan gane
we met ze drieën zagen, wat jij Kromme? En
branden! Als pik man! Maar, het is een heel
werk voor je ze piano-klaar heb, voor je de
brand er in steekt, want ze zitten vol met
mosselen en' schulpen. Een goedkoop brandje
is het! Wat jij, Wullem?
Wullem, de kok van de drie oude vrijgezel
len, knikte zwggend.
Niks beter, als waar de zee over ge
kookt heb, zegt de Gorrel, Iedere morgen sta
ik om vier uur op, 's zomers en 's winters,
dan kan ik het in me kooi niet uithouden. Dan
ga ik onder aan de zeewering loopen, en kij
ken, of er een ballcie aan spoelt, dat pik ik,
wat van uit zee komt is van mij! Zoo heb ik
het geleerd, en zoo is het ook altijd geweest.
Mijn vader was ook een jutter en die wist
die dingen precies, die kende het zeerecht.
Als kleine jongen liep ik al de zee af te kijken,
dat is nouw zeker vijf en zeventig jaar ge
leden. Me makkers zaten dan bij meester
van der Haar op de schoolbanken, maar ik
jutte al, toen ik zeven jaar was, alles, wat los
en vast was, en dan zei mijn vader: Goed
zoo zeun, heb je weer balkies waar de zee
over gekookt hebt? Goje, zei ie dan, een
best brandje! Nou ben ik tachtig, maar nog
kan ik 's morgens om vier uur niet in m'n
kooi blgven leggen, dan trekt de zee me, dan
roept-ie: Gorrel, oude, waar blijf je?
De Kromme is er ngdig over, die zegt:
Je bent te oud om te jutten, je hebt niet meer
op de steenen te loopen, maar as 't een mooi
licht maantje is, dan smeer, ik 'm naar de
balkies en plankies. Veel spoelt de zee niet
meer an, maar wét er op de golven zit is
van mijn. Het gaat ook niet om de rotte balk,
maar om de sport van het jutten.
De visschen in zee zijn wel van ons,
waarom de plankies niet?"
Wijsgeerig kijkt de Gorrel naar de goud-
vïsschen in de kom. Kijk, die beesies vreten
hun buik vol, hebben niks geen last, hoeve
geen pere te koken, hoeve niet te jutten en
ook geen verrotte tanden van de zeewering
te koopen. Die hebben het maar voor 't op
scheppen; maar de menschen, och man, die
hebben teugeswoordig geen hallavie te com-
mandeeren.
't Is geen kruis en ook geen munt. De men
schen dachten vroeger dat ze allemaal goud-
visschen wasse, 't Zijn knorhane, man, dood
gewone, lillijke knorhane!
Ik ben geen knorhaan, Gorrel, zeg ik ver
ontwaardigd.
Nee, jij bent een inktvisch, dat ben jij
wel, want je gaat me weer leelijk met inkt
bekladden, ik zeg niks meer! Ik ga een tukkie
pakken, achter de geblomde gordijnen maf
fen.
Jij gaat geen tukkie pakken, Gorreltje,
zeg ik. Maandag 5 November ben je tachtig
jaar, en je moet in de krant!
Zeker, dat jij weer een rijksdaalder voor
ieder woord krijgt, dat je schrijft, hè, en 't bij
mijn kouwe beenen blijft? Niks hoor ik gaan
een tikkie pakken. Een gouwe tientje moet
je me geven voor ieder woord, dat ik zeg.
Niet? goed, dan ga ik naar me kajuitik
zeg niks meer. Wou je mijn in het zonnetje
zetten? Feest maken omdat ik tachtig jaar
ben? Och man, we hebben geen kruis of munt
te vertellen. Kouwe beenen, net als ik je zeg.
Van kouwe beenen heb de heele Oude Helder
nóu last. Heb de haring wat opgeleverd, de
geep? Nik, niks.
Eén schipbreukie maar, Gorrel. Je hebt
er zooveel meegemaakt, zeg ik, hem op zijn
stoel terugduwend. Vertel wat van een schip
breuk, of ik jut die heele pan pere mee.
De Gorrel grinnikt. Zie je zoo moet ik
het hebben. D'r zijn er genoeg, die blij zijn, als
ze tachtig worre en in de krant komme, maar
mijn kan het geen lor schelen. Ik heb dui
zend maal in de krant gestaan! Wat hei je an
die pret? Niks man, niks, geen kruis of munt.
Maar vooruit! Je zal je zin hebben, maar je
noemt me niet met me bijnaam, niet Gorrel,
maar netjes Willem Bakker. Nou dat ik
Maandag tachtig jaar ben, wil ik met me
stadhuisnaam in de krant. Willem Bakker,
Rensteeg, Den Helder, de grootste Jutter van
Nederland
En ook een van de dapperste, moedigste
menschenredders, vul ik aan.
De oude Jutter lacht schaterend, zijn touw-
kleurige sik wipt op en neer, zoo'n leut heeft
hij.
Waarom lach je zoo valsch, Gorrel,
vraag ik.
Omdat je zei, menschenredder. Ik heb
nog eres een soepie honden ook van stukge
slagen wrakken gered. Mot je weten, ze
magge me opknoope an een endje touw an de
ra as ik leuge spreekt, maar bij de honder
den menschen, die ik in storm met Dorus Rij
kers, Janus en Hein Kuiper gered heb, zijn
ook een paar honden geweest.
Een reuze storm sting er! Op de kust
sloeg een schuit te pletter! Wij d'r naar toe,
het was geen lolletje, maar een heele torn
en midden in den nacht komme we bij de'
schuit. Tjonge, wat hobbelde de zee toen,
mot je weten, was het niet, zooals teuges
woordig, alles piekfijn voor elkaar, met een
stoomreddingboot, maar toen zaten we in een
vlet, die ieder oogenblik te barrelen kon
slaan. Affijn, we halen er acht-en-twintig
lui af. Alleen de kapitein was nog an boord.
Hé, ouwe, roep ik, mot je op dat natte
perron in de donker blijven? de trein vertrekt
direct weer naar Nieuwediep
Met veel spul en moeite werkt de kapitein
zich in de vlet, en beginnen we tegen de bran
ding in te roeien. In eene hooren we aan
boord van dat donkere schip akelig blaffen,
en staat er een hond te janken en te huilen.
Das de scheepshond, zei de kapitein.
't Was een reuze storm, maar een beest
mag je ook niet laten verzuipen.
Ik zeg, en me broer zegt ook, we gane
terug mannen, we halen Fikkie van boord...
Tjonge, wat een zeeaje! Wat zeg ik? Grond-
zeeën, brokken water kregen we tegen de
vlet! Maar met een eind touw lieten we den
hond naar de vlet afzakken. Een groote
zwarte hond was het, een knar van een hond
hij het de heele weg op me oliejas gelegen en
hij likte me als maar, en was dankbaar als
een hond. Soms is zoo'n hond trouwer als een
mensch, zeker wel zoo trouw. Menschen, hoo-
pies menschen heb ik levend van de zee gejut,
maar de ouwe Gorrel en zijn maats hebben
bijna nooit meer wat van ze gehoord. Die
hond likte me nog, die hond dankte ons.
It Is nog eris gebeurd.
Op een andere keer vonden Janus Kuiper,
de oud-schipper van de reddingboot en ik op
zee een bark. Geen asempie leven gaven ze
daar van boord. Wij an boord. D'r was nie-
rnand anders as de twee scheepshonden. De
beesten hing de tong uit den bek van den
dorst. De bemanning had het schip met boo
ten verlaten en de honden achtergelaten. Het
schip dreef op Gods genade rond. Wij gaven
die beesten een puts water. Of ze big waren!
Ze sprongen als razend maar teuge ons op!
Nou waren wij volgens recht de baas van de
honden en het schip! Maartoen we in de
haven kwamen, werd het schip weer afgegan-
nefdToen kwam een, twee, drie de kapitein
weer aan boord, en die zegt: ik neem me
schuit weer terug... ik ben d'r weet.
We kregen f 65.schadevergoeding, maar
die kapitein had ons leelijk te grazen, die
bark was ommers van ons. Wij hadden hem
gevonden en zeerecht is zeerecht! Maar we
konden niet tegen de bierkaai vechten.
Hoeveel menschen heb je gered?
Zeker wel een driehonderd, zal wel meer
zgn, dat weet ik niet zeker, maar honden
waren het drie, sekuur drie. De Redding-
maatschappg heb het nou op de kust voor
elkaar, maar vroeger, 70 jaar geleje! Och
man, kouwe beenen was het in on3 vletje, en
toch gongen we redden, want verdrinken laat
je iemand niet,
Wij komen met het bekende „vriendelijke,
doch dringende verzoek"
Zooals bekend wordt momenteel in Utrecht
een tentoonstelling gehouden der graphische
bedrijven, bestaande uit 3 deelen, n.1.: tentoon
stelling van kwaliteitsdrukwerk, een collec
tieve tentoonstelling door den papiergroothan
del, en een van graphische machines en mate
rialen.
Wij behoeven het feit niet te accentueeren,
dat ons personeel zich voor het bovengenoem
de zéér interesseert, temeer, daar een derge
lijke tentoonstelling slechts zelden kan plaats
vinden, vanwege de zeer hooge kosten, die
daaraan verbonden zijn.
Wij hebben dan ook gemeend, ons personeel
a.s. Zaterdag in de gelegenheid te moeten stél
len, de GRATO te bezoeken, door het een twee
tal reiswagens aan te bieden.
Men denkt te circa 11 uur te vertrekken,
zoodat het noodig zal zijn, dat onze courant
vroeger gereed is.
Naar aanleiding hiervan richten wij het
verzoek tot U, er zoo mogelijk voor te willen
zorgen, dat de copy van Uw advertentie uiter
lijk Vrijdagavond in ons bezit is.
Wg hopen gaarne ,dat U ons personeel hier
bij tegemoet zult willen komen.
Voor 'n enkele maal kan dit toch geen be
zwaar zijn!
Bij voorbaat kunt U verzekerd zgn van den
dank van ons personeel.
Driehonderd menschen en drie honden
heeft Willem Bakker, de grootste Heldersche
Jutter, gered. Maandag 5 November is hij
tachtig jaar. 't Zal feest zijn in zijn paleis in
de Rensteeg. 's Avonds brengt het Stedelijke
hem een serenade. Den heelen dag houdt Wil
lem Bakker zitting.
Hij pruimt graag en veel.
Misschien zullen op zijn tachtigsten verjaar
dag vele menschen het voorbeeld van de hon
den volgen, en de Gorrel toonen, dat zijn on
verschrokkenheid, zijn dapperheid, zijn stout
moedigheid, hoog worden aangeslagen.
Hoe Tavenu op glorieuze wijze het
seizoen opende.
Nadat T.A.V.E.N.U. j.1. Maandagavond met
groot succes de generale repetitie voor de
Ned. Vereeniging van Huisvrouwen had gege
ven, had Dinsdagavond de eigenlijke seizoen
opening plaats voor leden en donateurs. Bg
een stemming, in het vorige seizoen gehouden,
hadden die donateurs en leden zélf uitge
maakt, wat zij opgevoerd wilden zien en daar
bij was gebleken, dat „Tzigani" de meeste
stemmen verworven had.
Nu we het stuk gezien en gehoord hebben,
kunnen we ons dat best voorstellen. Het is
een romantisch spel van zigeuners en zwer
vers, vervaardigd door den Nederlandschen
auteur Jhr. A. W. G. van Riemsdijk. De om
schrijving van het spel zegt reeds, dat de
romantiek een groote rol speelt en inderdaad
is het ook niet anders. Het stuk is een merk
waardige compositie van zwervers-romantiek
en tragedie, een strijd van kunst en realiteit,
waarin eerstgenoemde zegeviert; een geluk
kige vondst van den auteur! In het kort is de
inhoud als volgt:
Rosni, een lijnrechte afstammeling van den
één of anderen beroemden koning van een zi-
geunersstam, is door zijn natuurlijken aanleg
een beroemd componist geworden. Roem en
eer doen hem zijn stam vergeten; hij trouwt
Anna, als rijke vrouw uit de upper-ten, die
hem geheel vervreemdt van zijn stam. De zi
geuners laten hun „koning Andréas" echter
niet met rust, door middel van een oude zigeu
nervrouw, „Grootmoedertje", bezoeken zij den
afvallige van tijd tot tijd, doch alle pogingen
om hem terug te brengen in den stam falen.
De oude zigeunervrouw spreekt dan een vree-
selijke vloek uit over Andréas en zijn vrouw:
het ongeluk zal hen vervolgen, het huiselijk
geluk zal verwoest worden, een andere vrouw
(schoppenvrouw, zeiden de kaartenzal
de splijtzwam vormen, het huisgezin zal uit
geroeid wordenEn zoo geschiedt. Anna
ondergaat een oogoperatie, waarvan zij blind
wederkeert.
Tijdens haar afwezigheid liet zij haar man
en het pleegkind Paolo, een jongen uit den
stam, aan de zorgen over van haar wereld-
sche zuster Hester. Tusschen Piétro en Hes
ter ontwikkelt zich een amoureuze verhou
ding, en als Anna teruggekeerd is, is het
haar spoedig duidelijk, wat er gebeurd is. De
arme vrouw heeft nu zeer veel te doorstaan.
De auteur heeft haar als een krachtige per
soonlijkheid geschilderd, hoe fraai laat hij ons
zien, waartoe een liefhebbende vrouw in staat
is. Op Rosni's verjaardag barst de bom; nog
kort te voren had Hester haar zuster gezwo
ren, dat zij niet van haar man hield. Als ver
rassing had Anna tezamen met de vrienden
Varillo, organist van de kathedraal en Gig-
noni, cellist, een aria ingestudeerd, die Ros
ni eens opgedragen had aan zijn toen nog niet
door blindheid getroffen echtgenoote. Een
hoogtepunt: van een zijkamer klinkt de aria
voor sopraan, cello en orgel door tot de huis
kamer, waar Rosni en Hester zich bevin
den
Even later treedt de blinde vrouw binnen,
bloemen in de armen voor haar jarigen echt
genoot. Doch op dezen heeft de aria een fnui-
kenden invloed uitgeoefend. Rosni en Hester
openbaren hun liefde voor elkaar. Anna hoort
het woord voor woord
Het vierde bedrijf moet nu een aanneme
lijk slot vormen. De auteur is daar op bevre
digende wgze in geslaagd. Anna heeft zich
verdronken, gelijk zij gezworen had aan Hes
ter, „zoo alles wat ik denk en voel als zeker
heid, waarheid blijkt te zijn". Hester, door
wroeging dag en nacht gepijnigd, kan niet
langer naast Rosni voortleven, wiens compo-
sitioneele bron ook reeds sinds geruimen tijd
uitgedroogd is. Zij vertelt hem, wat Anna ge
zegd heeft; de verdrinking kwam niet voort
uit een ongeluk... Het is nu een zware strgd
voor den componist, zgn vrienden Varillo en
Gignoni helpen hem er echter overheen. Hes
ter gaat uit zijn leven
De oude zigeunervrouw keert weer, niet als
Godin der wrake, doch als de aanvoerdster
van den stam, die buiten om den Koning
roept.
Rosni voert den laatsten strijd, dan legt hij
den eed van trouw af aan zgn stam, hij zal
het zigeunersleven, het leven van zwerven,
romantiek, muziek, hervatten
Er werden aan Tavenu zeer hooge eischen
gesteld, want het was hier werkelijk een kwes-
Tivoli bioscoop, 7 uur.
Witte bioscoop, 7% uur.
Donderdag 1 November.
Fancy-Fair Oranje Harmonie"-kapel, Chr,
Militair Tehuis, van 311 uur.
Vrgdag 2 November.
Fancy-Fair Oranje Harmonie"-kapel, Chr.
Militair Tehuis, van 311 uur.
Zaterdag 3 November.
Soirée M.S.F., Musis Sacrum, 8 uur.
Fancy-fair „Oranje Harmonie"-kapel, Chr. Mil.
Tehuis, van 3—8.30 uur.
Zondag 4 November!
Tooneelvoorstelling „Als ouders slapen",
Casino, 8.15 uur.
Propaganda-avond Maria-vereeniging R.K.
Volksbond, 8 uur.
pi^anallang
tie van tooneelspeelkunst, van een juiste op
vatting der rolvertolkers, van een uiterst sub
tiel weergeven der situaties, van een logisch
voorstellen der conflicten. Het pleit voor de
capaciteiten der leden, dat het stuk aan de
verwachtingen heeft beantwoord, meer nog:
die verwachtingen heeft overtroffen. Voor
alles was gezorgd en aan zeer veel gedacht,
om va nde opvoering een model te maken.
Qua regie vooral stond het stuk op goed peil
en het vele werk van den heer K. J. West
hoeve zij hier met eere genoemd. Het tooneel
was keurig aangekleed met meubels van de
fa. M. Klercq, en electrische ornamenten van
de fa. J. F. Schellinger, de dames smaakvol
gekleed in costuums verzorgd door het Mode
huis S. Herschel. In alles zat gratie en be
valligheid. Hier moest een brok uit het
society-leven gegeven worden, regie en repre-
santanten slaagden door volkomen in.
Komen we tot een bespreking van de rol
len, dan gaan allereerst onze gedachten uit
naar mevr. A. W. WesthoeveVisser, die wij
al meer de eereplaats inruimden. We hebben
al veel over haar spel gezegd, maar willen er
nog aan toevoegen, dat haar veelzijdigheid
haar in staat stelde op prachtige wijze de tra
gedie van Anna uit te beelden. Haar spel
was zoo vrij, haar gebaar zoo simpel, haar
dictie zoo goed, dat we niet schromen hier te
beweren, dat Tavenu wellicht een dergelijke
kracht nog nimmer kende. De heer J. H. Wif-
ker had de moeilijke opdracht haar tegenspe
ler te zijn en ook hij heeft het er uitstekend
afgebracht. Zijn uitbeelding was zeer be
schaafd, niet altijd echter voldeed zijn fleg
matieke houding in gebaar en zegging. Een
zuiderling, een zigeuner is opbruisend van
aard, is een man, gedreven door den impuls,
door hartstocht.
Welnu, vooral op de groote oogenblikken, de
conflicten, de momenten van strijd hadden we
gaarne wat meer actie gezien, meer agitatie.
Maaroverigens niets dan lof. Hester
werd uitgebeeld door mej. Hetty Polak, van
wie we kunnen getuigen, dat zij vlot, natuur
lijk spel gaf. Alleen iets meer aandacht voor
wat er om haar heen gebeurt zij haar aan
bevolen. Zij had zich haar rol te zeer inge
leefd, dan dat zij aandacht genoeg had voor
de anderen. Ook het reageeren kan iets vlug
ger.
Een eere-saluut wenschen we hier te bren
gen aan mevr. T. BruckmanKnipper, de ver
tolkster van de prachtige zigeuner-groot
moeder! Haar prestatie, die door gebaar en
dictie gevormd werd, slaan wij hoog aan.
Evenals die van den gebochelden organist
Varillo, een succes-rol van den heer J. L. H.
J. Westenberg. De heer Westenberg is een
van Tavenu's grootste krachten. Trouwens,
ook zijn echtgenoote heeft reeds dikwijls lau
weren geoogst. Ditmaal was zij er met het
bescheiden rolletje van Maria, het dienst
meisje bij betrokken, maar hoe goed weet zij
er iets bijzonders van te maken, een eigen
cachet eraan te verleenen. Het type van den
onvervalschten zigeuner, van den mensch,
bruisend van levenslust, den cellist Gignoni,
heeft de heer S. Schellinger op succesvolle
wijze weergeven. Hij was de note gaie in dit
spel van tragiek en een compliment mag hem
zeker niet worden onthouden. Tenslotte Paolo,
de zigeunersjongen. A. van Gorselen was de
uitverkorene om in het illustre gezelschap van
zoovéél dilettanten-grootheden, een jongens
figuur en nog wel van een zigeuner uit te
beelden. Zijn spel is zeer in den smaak ge
vallen, hij bewoog zich vrij over het tooneel
en toonde zich ook overigens een speler zon
der vrees of blaam, die zeker nog wel eens
meer op het tooneel zal verschijnen.
Wie was toch de zangeres achter de cou
lissen, zullen zij vragen, die haar aan haar
fraaie stem niet herkend hebben. Het was
mej. Roggeveen, die vocale medewerking ver
leende op een wijze, die volkomen bekend Is.
In het eerste bedrijf was het „Partir c'est
mourir un peu", dat de aanwezigen verrukte,