Enthousiaste ontvangst
van de Uiver in Indië.
GEMENGD NIEUWS
HELDERSCHE COURANT VANl-DQNDERDAG 8 NOVEMBER 1934.
Het publiek verbreekt het politiecordon en huldigt
de vliegers buiten het officieele programma om.
Tweede Kamer.
Onivangst van den
„Uiver" op Schiphol.
Tribune voor 6200 zitplaatsen.
De wedvlucht
Londen-Melbourne.
Het protest van de gebr. Stodart.
De Postvluchten van en
naar Indië.
Duitsch postvliegtuig
verongelukt.
Vijf menschen gedood.
De Nederl. luchtvaart
en haar taal
Binnenland
Vier inbraken te Oss.
étr, wagen naar beneden tuimelde en ge
noemde Louman een groote verbloeding en
verbrijzeling van het rechter hesweefscl, een
zware bekkenbreuk en nog meer akeligheden
bekwam, tengevolge waarvan de man den
zelfden dag nog overleed.
pr. J. P L Hulst, die de sectie op het lijk
had uitgeoefend, brecht zijn visum repertum
uit als eerstgehoorde getuige-deskundige
Voorts werd gehoord de militaire motor-
deskundige luitenant W. v. Hulst, van den
militairen motordienst.
Deze deskundige had den verongelukten
auto geïnspecteerd en legde een verklaring
af van zijn bevindingen.
Voorts kon hij mededeelen. dat het bewuste
hek op grooten afstand zichtbaar was en had
hij voorts de remsporen opgenomen.
Volgens meening van dezen deskundige
wa= het ongeluk aan grove onoplettendheid
van den bestuurder toe te schrijven. Boven
dien voldeden ook de remmen met aan de hen
gestelde eischen.
Hierop had plaats het verhoor der gewone
getuicen prima den landmeter G. Keppel.
Deze heer was op Zaterdag 23 Juni met ze
keren heer Jac. Boon gewandeld naar het
terrein van zijn werkzaamheden. Het was nog
zeer vroeg in den morgen en prachtig weer.
Men merkte den auto, die met een geweldige
snelheid naderde. Plots sloeg het rijtuig
tweemaal over den kop en stortte daarop
naar beneden. Men hoorde een akelig ge
kreun en getuigewaarschuwde den brug
wachter en haalde vervolgens een geneesheer.
Hij zag menschelrjke lichamen liggen tus-
schen het versplinterde carosserie van den
omgeslagen auto.
Verdachte ontkent dat het weer mooi was.
volgens zijn waarneming was het weer regen
achtig.
Getuige Jac. Boon, landarbeider te Anna
Paulowna, de metgezel van den landmeter,
had ook de groote snelheid van den auto ge
frappeerd. Hij had opgemerkt, dat de be
stuurder zóó nooit de bocht naar links kon
nemen. Hij hoorde dan ook meteen een vree
slijk gekraak en zag een kreunenden man
voor den auto liggen, terwijl twee meisjes,
ook passagiers, onder den auto lagen. Een
aankomende wagen werd gebezigd om den
auto op te heffen en tevens de meisjes te be
vrijden. Met dezen auto is Keppel daarna den
dokter gaan halen.
Gemeenteveldwachter Teutelink, ridder Mi
litaire Willemsorde, had den toestand opge
nomen, het onderzoek geleid en de namen der
inzittenden genoteerd. Voorts gaf hij eenige
bijzonderheden omtrent den lokalen toestand
ten beste. Het aanwijzingsbord van den A. N.
W. B. is zeer goed zichtbaar. De weg is ter
plaatse goed. De remsporen wezen uit, dat
de wielen waren gesleept, een bewijs dat de
snelheid zeer groot was geweest.
Hierop werd door getuige, rechters, officier
en verdediger, Mr. P. Langeveld, advocaat te
Alkmaar een foto bezichtigd.
De heer Nic. Jonker, auto-exporteur te
Anna Paulowna, had geprobeerd den auto,
een toeringcar, aan den gang te krijgen, doch
het bleek, dat de wielen verbogen waren, on
geacht de verdere beschadigingen.
Zesde en laatste getuige, de student H. J.
van Wij k uit Wassenaar, met een piepstem,
familielid van den verdachte, behoorde ook
tot de inzittenden. Er werd misschien wel 100
km gereden, schatte deze getuige. Het on
geluk had hij natuurlijk meegemaakt, maar
was er best afgekomen. Hij was niet ter
plaatse bekend, maar had wel een richtings
bord gezien. Op den driesprong schrok zjjn
neef, de bestuurder heel erg, gooide zijn stuur
naar links, waarop het ongeluk plaats greep.
Op den weg lag steenslag.
Hierop verkreeg ~e officier het woord, re
leveerde het gebeurde, besprak den plaatse-
lijken toestand en kon zich indenken, dat men
op dien weg zijn snelheidsroes botvierde. Ook
verdachte deed zulks, doch hield geen reke
ning met den driesprong, wat hij had kunnen
weten en waar de situatie op een groot
blauw bord met woord Leeuwarden stond.
Voorts stond daar een zeer duidelijke rich
tingaanwijzer. Wanneer men bedenkt, dat het
dag was en geen verkeer, dan moet men zich
over dat ongeluk verbazen en moet dit wor
den geweten aan onoplettendheid van den be
stuurder, die blijkbaar zijn oogen in zijn zak
had. Toen hij wakker werd, was het ongeluk
gebeurd. Verondersteld mocht worden dat ver
dachte, al had hij ook eeen bril op, op 300
meter de aanwijzir.g kon waarnemen. De
officier bracht nog hulde speciaal aan getuige
Boon voor zijn uitnemende hulp. De jeugdige
onbezonenheid van verdachte, die als keurig
meneertje staat of de zaak hem niet aangaat,
niettegenstaande zijn vriend een vreeseltjken
dood stierf en een der meisjes nog in het zie
kenhuis vertoeft, is oorzaak geweest van het
gebeurde.
Ten slotte requireerde de officier 3 maan
den hechtenis en ontzegging voor den tijd van
1 jaar.
De verdediger, mr. Langeveld, was de mee
ning toegedaan dat de officier trots zijn
prijzenswaardigen ijver voor de veiligheid
der Staatsburgers, toch wel wat te ver ging.
Bovendien gaf pleiter te kennen, dat de
verdachte niet zoo ongevoelig was als door
den officier werd aangenomen. Pleiter sprak,
de goede oude gewoonte getrouw, een woord
van deernis aan de familie van den overle
dene.
Er was geen kwestie van sterken drank ge
weest! De familie was opgewekt heengegaan
om de beroemde T. T.-races bij te wonen en
het was niet aan te nemen, dat de bestuurder
voornemens was om maar raak te jakkeren.
Zijn cliënt is echter het slachtoffer geworden
van den onvoldoende aanwijzingen. Na het on
geluk heeft men een groot wit hek aange
bracht, wel een bewijs dat die aanwijzingen
onvoldoende waren. De jongeman was slechts
1 maal ter plaatse geweest.
Pleiter besprak nog eenigen tijd den plaatse
lijken toestand om tot de conclusie te komen
dat zijn cliënt niet die mate van schuld trof,
dan hem in de dagvaarding was aangewreven
en eindigde zijn pleidooi met een minder ern
stige straf te verzoeken indien geen vrij
spraak wordt verleend.
De officier verbaasde zich over het ver
zoek om vrijspraak in een zoo ernstige zaak
en persisteerde bij zijn requisitoir.
Uitspraak volgende week.
De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp
tot wijziging van de ziektewet z. h. s. aange
nomen.
Besioten is, heden bij den aanvang der ver
gadering, de nieuwe clearingwet in behande
ling te nemen.
Aneta meldde gisteren uit Soerabaja:
Vanmorgen om 10.17 kwam de Uiver
te Soerabaja aan. De belangstelling op
het vliegveld was overweldigend.
Het enthousiasme van het publiek bij den
terugkeer na de roemrijke Londen
Melbourne-vlucht was, zoo mogelijk, nog
grooter dan bij de eerste landing van de
winnaars van de handicap-race op Indi-
schen bodem, op de uitreis te Tjililitan,
eenige weken geleden.
Van de ochtendschemering af had de poli
tie handen vol werk om de duizenden en dui
zenden die uit het met vlaggen getooide Soe-
I rabaja en uit de omgeving waren aangeko-
men, in bedwang te houden. Met alle moge-
j lijke verkeersmiddelen was de menigte naar
het vliegveld Darmo getogen en de bewaar
ders der orde moesten alles in het werk stel
len om het verkeer langs de smalle paden,
die naar het vliegveld leiden, zoo geregeld
mogelijk te doen plaats hebben.
De meeste winkels en kantoren waren ge
sloten en ook de schooljeugd had vrij-af. Ook
uit de omliggende plaatsen waren duizenden
naar Soerabaja getrokken.
Bjjna alle uittrekkenden waren gewapend
met speciale Uiver-vlaggetjes, welke ten bate
van de werkloozen werden verkocht.
Ook het vliegveld Darmo zelf had een
uiterst feestelijk aanzien; de Marine-kajpel
speelde vroolijke wijsjes en een half uur voor
de aankomst stonden langs alle zijden van
het Darmo-aerodroom dichte hagen van men-
schen, zoowel uit de Europeesche, Inheem-
sche als uit alle andere bevolkingsgroepen.
Alle militaire, burgerlijke, plaatselijke en
andere autoriteiten waren aanwezig. De Gou
verneur van Oost-Java was door ziekte ver
hinderd.
Aanvankelijk dreigde de feestvreugde ver
stoord te worden door de dikke regendrup
pels, die uit grijze wolkenmassa's nederdaal
den, later aangroeiend tot een kletterende
tropische regenbui, doch tegen den tijd van
aankomst klaarde de lucht op en lokte een
frisch briesje het vriendelijk zonnetje terul
Wat men op Tjililitan had beleefd, ge
beurde ook op het vliegveld Darmo: Ieder
vogeltje wat uit de verte kwam aanvliegen,
werd voor de Uiver aangezien, hetgeen 'el-
kens een luid gejuich van de mensch t :e
ontlokte.
Op het terrein stonden 520 politie-mannen
gereed om onmiddellijk na aankomst, een cor
don te trekken, terwijl voor eventueele mo
gelijkheden nog mariniers in reservé waren
gehouden.
De Uiver in zicht. Een orkaan
van enthousiasme.
Om 10 uur 10 Java-tijd kwam de grijze
vogel In zicht, om echter spoedig weer met
groote snelheid in de richting van het cen
trum der stad te verdwijnen. Vijf minuten
later kwam de Uiver weer terug, maakte
eenige eere-rondjes boven het vliegveld, om
vervolgens op majestueuze wijze te landen.
Toen Parmentier zijn toestel langzaam
over het veld liet taxiën en aan de grens
van het terrein tot stilstand bracht,
barstte een orkaan van enthousiasme
los.
Het publiek was door het dolle heen.
Men juichte sprong en danste.
De vrees, dat de militaire en politioneele
afzetting de ontstuimig opdringende menigte
niet lang zou kunnen houden, werd spoedig
bewaarheid. Het cordon van 520 politieman
nen en vele mariniers moest zwichten voor
den algemeenen run naar het toestel, zoodat
de keurig georganiseerde officieele ontvangst
volkomen in honderd liep.
j
Programma door enthousiasme
verstoord.
Volgens het protocol zouden de bemanning
en de passagiers naar de microfoon van de
N.I.R.O.M., welke op het terrein was opge
steld, worden geleid, doch dit was een vol
slagen onmogelijkheid.
Het ge.heele veld was een deinende men
schenzee, waar bovenuit de blauw geuniform-
de vier van de Uiver op de schouders van en
kele krachtigen zichtbaar waren. Allen wa
ren min of meer beduusd.
De muziek zette het Wilhelmus in, dat door
allen uit volle borst werd meegezongen.
De menschenzee droeg vervolgens de „vier
van de Uiver" naar de hangar, waar zjj ten
slotte op de vleugels van een amateur-Pander
toestelletje belandden om buiten het program
ma om door het uitgelaten publiek gehuldigd
te worden.
Ondertusschen hadden de mariniers een
terrein vrijgemaakt, waarop tenslotte alsnog
de officieele ontvangst kon plaats vinden.
Nadat het voortdurende gejuich eenigszins
bedaard was, sprak de burgemeester van Soe
rabaja, de heer Van Helsdingen, die namens
de Soerabajasche burgerij den Uiver-mannen
een hartelijk welkom op Java toeriep.
Spreker achtte het een voorrecht om, naast
den welverdienden prijs voor de handicap, na
mens de Soerabajasche burgerij een blijk van
waardeering te mogen aanbieden.
Spreker betrok ook de K. L. M. in zjjn rede.
Hierna nam de burgemeester van Malang,
de heer Lakeman, het woord. Spr. gewaagde
van de dankbaarheid van Malang en bood
namens de burgerij van die stad een zilveren
krans aan voor de Uiver, aan de leden van
de bemanning werd een persoonlijk aanden
ken overhandigd.
Hierna voerde de commandant van het
Marine-vliegkamp Morokrambagan, de heer
Josselin de Jongh, het woord. Namens den
geheelen Marine-luchtvaardienst bracht hij
hulde aan de bemanning van de Uiver. Er
ls een lUustre bladzijde aan de Nederlandsche
geschiedenis toegevoegd, zoo zeide spr. Het
gebeurt niet zelden, zoo zeide hij, dat in in
siders-kringen wordt gezegd: „Ja het is heel
mooi, maarSpr. is verheugd, dat door
insiders van den Marine-luchtvaardienst der
gelijke restricties thkns niet worden gesteld.
Tenslotte bood ook deze spreker aan de be
manning souvernirs aan.
Het laatste werd het woord gevoerd door
den voorzitter van de Soerabajasche vlieg
club, die ook eenige woorden wijdde aan den
dapperen Geysendorffer.
Namens de Soerabajasche Vliegclub bood
spreker een zilveren plauqette aan.
Alle redevoeringen werden met een drie
werf hoera besloten.
Parmentier aan het woord.
Tenslotte brak het meest verbeide moment
aan: Parmentier zou voor den microfoon
spreken.
Hij zeide o. m.: Over de vlucht behoef lk
weinig meer te zeggen. Dit kunt u in de cou
ranten lezen. Alleen wil ik zeggen, dat wij
inderdaad nog steeds meenen, dat onze- v.ucht
niet veel verschil van een normale Indië-
vlucht; alleen was deze een beetje vlugger
en een stukje langer.
lyïoll spreekt.
r
Na Parmentier nam Moll hét woord. Deze
dankte voor de buitengewone eer, waarmede
de bemanning van de „Uiver" is ontvangen.
j Toespraken van Van Brugge
en Prins.
Vervolgens sprak de marconist v. Brugge,
die verklaarde, dat de radio met 100 procent
efficiency had gewerkt. Dit was voor hem
het belangrijkste. Hij was bijzonder blij met
den gewonnen prijs.
Als laatste van de bemanning sprak de
mecanicien Prins, die eerst, onmiddellijk na
aankomst, de motoren aan de gewone inspec
tie had onderworpen.
Ook hij dankte voor de hartelijke ontvangst
en wilde van de gelegenheid gebruik maken
om alle Nieuwediepers, die hier rondloopen en
meejuichen, goeden dag zeggen. Het bloed
kruipt toch waar het niet gaan kan. De riio-
toren hebben uitstekend gewerkt. Ze staan
daar, je kunt het zien. Alles ging fijn
Hiermede het was inmiddels 11 uur 10
geworden was de plechtigheid op Darmo
ten einde en de roemrijke „Uiver" mocht in
;de hangar uitrusten.
De bemanning echter trok naar de stad,'
als eerste inzet van het dagenlange feestpro
gramma, dat moet worden afgewerkt.
Terwijl Soerabaja nog daverde van de?
feestvreugde, maakten de passagiers van deb
s.Uiver", Gillisen en Domenie, een rondedans o
door de eetzaal in het Oranje-hotel, temidden
van het jubelende publiek, dat zich aan de i
lunch bevond.
y t
Reisverhaal van Parmentier.
Intusschen had Parmentier zich bereid ver
klaard op een bovenkamer van het Oranje-
hótel een rustig anderhalf uurtje te reservee
ren voor den vertegenwoordiger van Aneta,
teneinde een terugblik te werpen over deze,
fameuse reis en op Hollandschen bodem het
volledig reisverhaal te vertellen. Over den j
tegenslag vlak voor het einddoel, vertelde
Parmentier:
Boven Australië.
Het begon er dan mede, vertelde Parmen
tier, dat we een telegram kregen uit Kobar,
waarin we gewaarschuwd werden, dat we
zware onweersbuien tegemoet; vlogen, maar
waarin ook werd medegedeeld, dat het weer
boven Melbourne zelf gunstig was. We ver
trokken in het donker uit Charleville en al
spoedig ontmoetten we de reeds aangekon
digde onweersbuien. Dat was in de buurt van
Kobar. We konden er intusschen voortdurend
omheen vliegen door telkens onzen koers te
wijzigen, zoodat wij dit slecht-weer-gebied
veilig passeerden en daarmede scheen de
narigheid voor ons achter den rug.
Nu kwam goed weer ons begunstigen en lk
ging me maar vast scheren voor onze a.s,
aankomst te Melbourne.
Je wilt bij de eindstreep allicht netjes voor
den dag komen.
Toen gebeurde er echter iets merkwaar
digs. Van Bruggen kon maar geen verbinding
met Melbourne krijgen. Oorspronkelijk schre
ven wij dat toe aan atmosferische storingen
tengevolge van het slechte weer, dat wij ach
ter ons hadden, maar helaas bleek, dat de
wolken, die we achter ons waanden, nu ook
voor ons kwamen opzetten, en er was geen
mogelijkheid om boven die wolken uit te
stijgen.
Plotseling zaten we er midden in.
En dat zonder radiocommunicatie, zonder
mogelijkheid om ons te oriënteeren, en in een
stikdonkeren nacht.
Toch bleven we gelooven, dat het maar een
plaatselijke onweersbui was en daarom ste
gen we tot op een hoogte van 5000 meter
met de bedoeling om naar de kust te komen,
want dan zouden we ons veel gemakkelijker
kunnen oriënteeren. Dan zouden we Mel
bourne wel vinden, maar dat viel tegen.
Na eenigen tijd merkten we, dat ons toe
stel niet verder wilde stijgen.
We vlogen vol gas, maar het toestel zakte.
Dat zakken nu, zeide Parmentier, veroor
zaakten de groote hoeveelheden ijs, die zich
op den voorrand van onze vleugels en op de
propellers hadden afgezet, iets wat het stijg-
vermogen ongunstig beïnfluenceert.
We wisten, dat we boven bergterrein vlo
gen en toen besloot ik terug te keeren naar
een beter weergebied om dat ijs kwijt te ra
ken. Dat gelukte echter reeds op lager hoog
te, waar het een beetje warmer was. We
hoorden hoe het ijs met zware klappen tegen
den romp van het toestel sloeg maar dat
was geen bezwaar, want de Douglas is op die
plaatsen speciaal versterkt met stalen platen,
die op zulke gevallen berekend zijn.
Na verloop van eenigen tijd toen het ijs op
de vitale deelen door dat lagere vliegen was
weggesmolten, besloot ik vast te stellen wat
onze positie was en om te probeeren onder
die buien door Melbourne te bereiken.
We ontdekten nu spoedig lichten van een
stadje, en eenigen tijd bleven we boven die
lichten cirkelen. Intusschen zaten we onze
kaarten te bestudeeren om onze positie te be
palen. We staarden naar beneden en zagen
flauwtjes het maanlicht weerkaatsen in
eenige rivieren en aangezien we begonnen te
vermoeden, dat we tengevolge van dat om
vliegen ter vermijding van de onweersbuien,
is oostelijke richting waren afgedreven, stelde
ik vast, dat hier Albury moest zijn. Dit was
dus onze eerste kennismaking met Albury
maar zeker waren we er nog niet van. Later
zou die zekerheid komen.
Intusschen zat Van Brugge maar te pro
beeren om radioverbinding te krijgen. Voort
durend en voortdurend. Van Brugge heeft het
bovenmenschelijke verricht. Maar hij slaagde
er maar niet in. Toen later die zoogenaamde
verbinding tot stand kwam, heb ik aan den
koptelefoon meegeluisterd en toen heb ik me
afgevraagd hoe een marconist ooit wijs kan
'worden uit zoo'n cacofonie van geluiden.
Aanvankelijk probeerde ik nu, vertelde
Parmentier verder, in Zuidwestelijke richting
Melbourne te bereiken en werkelijk blijk ik
toen tot op 100 km voor Melbourne te zijn
geweest.
Intusschen is het toen Van Brugge, dank
zij zijn ongelooflijke vasthoudendheid, gelukt
een paar berichten op te vangen, die door
Melbourne waren uitgezonden en waaruit ons
bleek, dat we Inderdaad zoojuist boven Al
bury gevlogen hadden. In die berichten ad
viseerde Melbourne ons om eerst westelijk
aan te houden en dan naar het Zuiden te vlie
gen. Want op die manier zouden we om de
bergen heenkomen en onder de wolkenmassa's
door de laagvlakte van Melbourne kunnen
bereiken.
Dat hadden we al gedaan, maar als we
naar het Westen vlogen, liepen we steeds
maar weer vast tegen zware regen- en hagel
buien, die al ons zicht wegnamen.
Van Brugge heeft al dien tijd zijn uiterste
ibest gedaan om een weerbericht uit Mel-
rbourne te ontvangen, maar hij kon het maar
niet hooren en dat was welonze verschrik
kelijkste handicap. We vlogen over onbekend
terrein. De kaarten geven op het gebied van
vlieg-informatie heelemaal geen voldoenden
'uitleg; zoo ontbreekt er b.v. iedere juiste op-
igave in van de hoogte van het gebergte, dat
we voor Melbourne moesten overvliegen. En
door dat alles was het niet te verantwoorden
'om door te vliegen zonder dat we zicht had-
'den en zonder dat we te weten konden ko
men wat de weersomstandigheden in Mel-
]bourne waren.
Hier onderbrak de interviewer even het re-
laas van Parmentier om te vragen hoé de
j passagiers zich intusschen onder die om-
j standigheden wel hielden.
j Ze bleven uiterst rustig, zeide Parmentier,
jen ze gaven daarbij blijk, dat zij een volko-
!men vertrouwen in de bemanning hadden.
Wij, piloten waren hard aan het werk en
daarom kregen we gelukkig geen briefjes van
lonze passagiers; die hadden blijkbaar voldoen
de aan de rapporten van den mecanicien.
Uit Parmentiers wijze van vertellen bleek
wel, dat hij nog altijd niet over dien bijna
fatalen nacht van zijn roemrijke vlucht heen
is,t want hij zei: Ik besloot, hoewel het mij
zeer ter harte ging op die laatste 200 K.M.
!geen risco te nemen en daarom wilde ik mijn
plan om naar Melbourne door te gaan, op
geven. Kalm heb ik toen met Moll zitten
overleggen, terwijl we terugkeerden op onzen
koers, wat we nu verder zouden doen en in-
itusschen bleef Van Brugge maar doorseinen
'en- doorseinen naar Melbourne, en werkelijk
'plotseling met succes. Van Brugge verzocht
■toen aan Cootamundra om de „flares" aan Ch
'Steken, en daarvan ontving hij bevestiging.
jHet leek toen wel of Cootamundra onze vlieg-
jhaven zou worden maar wederom grepen an-
idere krachten in.
We hadden nog voor twee uur benzine
iaan boord, want we hadden zoo zuinig moge-
ilijk gevlogen. Voor ongerustheid was geen
j reden, maar wel voor teleurstelling, omdat
jwe Melbourne niet zouden kunnen halen,
j Ik besloot toen maar eerst terug te gaan
naar de plaats waarvan we waren uitgegaan,
iwant ik wist, uit de intusschen ontvangen
radiobevestiging, dat het Albüry was. Het
'was mijn bedoeling om van daaruit naar Coo
tamundra te vliegen. Moll was het heelemaal
imet me eens, want dit plan was immers in
'overeenstemming met het motto van onze
^maatschappijSafety First.
We werden nu gehinderd door een hevigen
-slagregen en door die watergordijnen bereik-
jten we opnieuw Albury. Op onze kaart von-
;den we waar het noodlandingsterrein gele-
jgen was
Toen we Albury dan onder ons zagen bleek
óns dat uit dit plaatsje zonderlinge signalen
'werden gegeven. De stad, die alleen te onder
scheiden was door de verlichting, verdween
•plotseling en dan kwam de heele verlichting
weer opeens te voorschijn.
We begrepen het opeen: Er werd met alle
'stadslichten geseind.
Toen we boven Albury aankwamen, zagen
jwe bovendien nog een heele reeks auto's, die
ilangs het race-terrein stonden opgesteld en
een vloed van licht uit hun koplampen daar
op wierpen.
Maar nog steeds hadden we geen weer
berichten en nadat we zorgvuldig hadden
overlegd over de kansen van Cootamundra
besloot ik toen te onderzoeken of dat race
terrein van Albury geschikt was voor een lan
ding. Om daar achter te komen heb ik toen
parachute-fakkels uitgegooid, dat zjjn fakkels,
die onmiddellijk ontstoken worden zoodra de
parachute zich ontplooid; en eerst toen wist
ik, dat we inderdaad te doen hadden met het
raceterrein. Allereerst had ik nu na te gaan,
uit welke richting ik het beste kanden kon.
Naar beneden kijken zag ik opeens, dat de
bevolking letters van vuur aan het schrijven
was door benzine op den grond en waarachtig
daar zag ik ineens in vlammen het woord
„Albury" onder mij. En zoo kon ik dan al
gauw, nadat ik eerst nog wE»i van die para
chute-fakkels had neergelaten, veilig op dat
race-terrein landen.
Precies tusschen de boomen door scheer
den we en net over het afscheidingshek van
het race-terrein. We raakten den grond en
ik voelde dat mijn wielen slipten doordat het
terrein zoo glad was, maar mijn toestel kwam
tot stilstand op nog 100 meter voor den rand
van het terrein.
Te Albury.
De ontvangst daar in Albury, vervolgde
Parmentier, was zeer enthousiast. De eerste,
die ons begroette, was de burgemeester, een
man op krukken, die in den slagregen op ons
had staan wachten. Hij vertelde ons van de
angsten, die men beneden over ons had uit
gestaan.
o—
Naar het Hbl. verneemt, zullen er ten
dienste van de ontvangst van de„Uiver op
de Amsterdamcshe vlieghaven Schiphol drie
tribunes worden gebouwd Een vóór het
tionsgebouw voor 3400 toeschouwera één
loodrecht aan den kant van het ^tauran
voor 1800 en één achter het hek naast het
stationsgebouw voor 1000 kijkers. Bovendien
za. een zoo groot mogelijke ruimte voor
staanplaatsen beschikbaar zijn zoodat behalve
6200 die kunnen zitten, er vele duizenden
meer nog de aankomst zullen kunnen mee
maken.
De „Uiver" zal op Woensdag 21 No
vember omstreeks 2 uur *s middags aan
komen.
Maar u had dan toch ook S.O.S.-seinen uit
gezonden, merkte de interviewer op.
Ja, zeide Parmentier, maar dat was alleen
maar om die andere stations het zwijgen op
te leggen en daar zijn we dan ook in ge-
slaagd.
Daarop vertelde Parmentier hoe Australië
had gewerkt en hoe oud en jong dien nacht
waren opgebleven om de landing van de Uiver
af te wachten, hoe iedereen daar had meebe
leefd met die zoekende vliegende Hollanders
in dien nacht, ook die 20.000 menschen, d|
te vergeefs stonden te wachten op het vlieg
veld van Melbourne.
Parmentier vertelde hoe de menschen in
Albury zelf dadelijk zooveel hulp hadden ver
leend en initiatief hadden getoond, dat hij
het Australische volk had kunnen toespre
ken van daaruit, en had kunnen bedanken
voor alles, wat het had gedaan.
Hjj vertelde van de maatregelen, die er ge
nomen waren, waardoor zijn passagiers kon
den worden overgebracht naar een hotel; hoe
hij contact kreeg met het redactiekantoor
van „De Telegraaf", te Amsterdam, waar al
hun familie aanwezig was, een dienst, waar
voor Parmentier uiterst erkentelijk is. Ook
vertelde hij, dat hij had kunnen rekenen op
een goede politiebewaking van zijn Uiver.
Ik probeerde, zeide Parmentier, na al die
uren van spanning een oogenblik te slapen,
maar ik kon maar niet in slaap komen, want
boven me hoorde ik de regen kletteren en
dat deed de vrees bij mij opkomen, dat mijn
toestel gedurende die uren in de modder zou
wegzakken. Den volgenden morgen, zoodra
het daglicht was aangebroken, ging ik naar
mijn toestel en daar zag ik dat mijn vrees
was bewaarheid, het was tot de wielassen in
de modder weggezakt en het veld stond vol
water. Hoewel de lucht weer was opgeklaard,
leek de algemeene toestand weinig rooskleu
rig. Heel Albury was echter op de been en
hielp mee. Het toestel werd met lange touwe
uit de modder gesleept, onder dat werk
zakte het telkens en telkens weer weg, totdat
het eindelijk op een plaats was gesleept,
waar de grond wat vaster was en vanwaar
uit een startbaan beschikbaar was van een
300 meter. Ik heb toen besloten het toestel
zoo licht mogelijk te maken en mijn passa
giers en de post met twee leden van de be-
marlning achter te laten.
Onder die' omstandigheden deed ik mijn
eerste startpoging.
Die mislukte en weer ging heel Albury aan
het werk. Weer startte ik en dank zij het
feit, dat de omheining van het race-terrein
aan de overzijde was gesloopt, slaagde ik er
in weg te komen.
Nog net hoorde ik een groot gejuich onder
me, en daar waren we dan weer op weg.
Daar gingen we om tien uur 's ochtends de
laatste etappe naar de eindstreep. Het is
goed, dit alles zoo uitvoerig weer te geven,
nu hieromtrent zoovele verhalen In omloop
zijn, ook in Australië, aldus beëindigde Par
mentier het verhaal van zijn reis.
Heden vertrekt de Uiver uit Soerabaja
naar Batavia, op welk traject de hoofdredac
teur van Aneta hem hoopt te vergezellen.
De gebr. Stodart hebben gisteren hun pro
test tegen toekenning van den tweeden prijs
in den handicap-wedstrijd aan Melrose offi
cieel toegelicht. Zij zeiden, dat zij het zonder
eenige animositeit of kleinzieligheid deden en
Melrose gaarne den prjjs gegund hadden,
mits hij hem ook eerlijk verdiend had. Vol
gens de officieele mededeeling had Melrose
hen echter met een voorsprong van 23 minu
ten geslagen en zij hadden te Alor Star en te
Rambang 33 min. en 20 seconden onverdiend
oponthoud gehad, wat zij aldaar dadelijk had-
d enlaten constateeren. Te Alor Star op het
Maleische schiereiland hadden ze 20 minuten
door de modder moeten waden om de con-
tröleplaats te bereiken en te Rambang waren
zjj met 13 min. 20 sec. verschil met hun tijd
rekening vertrokken.
Tenslotte erkenden zij echter ook, dat de
1000 pond, waar het om ging, een bedrag
was, dat hun niet onverschiUg liet, gezien de
groote onkosten aan den wedstrijd verbonden.
Men verwacht, dat de commissie vandaag
uitspraak zal doen na telegrafische inlich
tingen.
De „Pelikaan" (terugreis) vertrok 7 Nov
van Athene (tusschenlauding te Rome) en is
dienzelfden dag te Marsellle aangekomen.
Dinsdagavond is het postvliegtuig „DAvan"
dat tusschen Koningsbergen en Berlijn vwt'
verongelukt. Voorbq Dantzig heeft het
bij Gross-Rakith ,20 KM. tel Z.Wvan
burg) een noodlanding moeten doen merbiï
is de bemanning van 5 menschen
leiding stond van vliegkapitein ErV
leven gekomen. J 1 om ^et
De oorzaak van het ongeluk is niet békend.
Mr. H. J. Knottenbelt schrijft aan de nw
Rott. Crt
Na de buitengewone prestaties verleden jaar
van de „Pelikaan" en thans weder van L
„Uiver", zal het wel voor iedereen, ook voor
hem, die de ontwikkeling van onze aviatiek
gewoonlijk niet volgt, duidelijk zijn, dat Ne
derland zich op het gebied der luchtvaart eeii
even belangrijke plaats heeft verworven, ais
het op dat der zeevaart reeds sedert eeuwen
inneemt. Men mag zeggen, dat de luchtvaart
een nationaal bedrijf is geworden. En daarom
wordt het tijd er voor te zorgen, dat onze
luchtvaart-taal even Nederlandsch zij als onze
zeevaart-taal dat steeds is geweest. Te dien
opzichte valt er veel te verbeteren. Men be
dient zich volkomen onnoodig van vreemde
soms koeterwaalsche, uitdrukkingen, die even
goed, ja vaak beter, door goed-Nederland-
sche zouden kunnen worden vervangen.
Als een vliegtuig tot vertrek gereed is, zegt
men, dat het „startklaar" is, en als het ver
trekt, dat het „start".
Als de schroef gaat draaien, zegt men, dat
de „propeller" gaat werken.
Als het vliegtuig over het veld rijdt of- hob
belt, zegt men, dat het „taxiet".
Als de bestuurder in zijn stuurstoel of
stuurhut gaat zitten, schrijft men, dat de „pi-
loot" plaats neemt in de „cockpit".
Als men wil vermelden wat de behouden
vaart is, de geijkte uitdrukking voor de regel
matige snelheid van schepen, dan spreekt
men bij de luchtvaart van „kruissnelheid",
hoewel onze bestuurders bjj voorkeur recht op
hun doel afgaan, en het kruisen bewaren voor
de zeldzame gevallen, dat zij den koers kwijt
zijn.
Tenslotte; wat te zeggen van „stunten" en
„stunter"? Mij is dat te stuntelig!
Dit zijn enkele grepen uit onze tegenwoor
dige luchtvaart-taal. Nu onze luchtvaart zich
uit een vorm van sport tot een nationaal be
drijf heeft ontwikkeld, is het gewenscht, dat
zij de vreemdsoortige kleedij, waarmede men
haar heeft uitgedost, uitstrekke en zich steke
in een goed-vaderlandsch pak, zooals onze
zeevaart, dat sedert onheugelijke tijden met
eere draagt.
Het feit, dat er de laatste dagen te Oss 18
inbrekers achter slot en grendel zijn gezet,
heeft blijkbaar op het dievengilde aldaar niet
den minsten indruk gemaakt, want Dinsdag
nacht heeft men niet minder dan vier inbra
ken gepleegd.
Toen gisterenochtend de bedrijfsleider van
de N.V. Emballage-industrie Eminos het kan
toor betrad, oemerkte hij, dat er was ingebro
ken. Het kantoor was geheel overhoop ge
haald, de kasten en schrijfbureaux waren
doorzocht en ook het privékantoor was door
snuffeld. Daar er geen geld op het kantoor
aanwezig was, hebben de inbrekers zich te
vreden moeten stellen met een kistje sigaren.
Een postzegelkistje hebben zij onaangeroerd
gelaten. Onmiddellijk werd aangifte bij de
marechaussee gedaan, die geen sporen van in
braak in het fabrieksgebouw heeft ontdekt,
zoodat waarschijnlijk een valsche sleutel is ge
bruikt.
Voorts is bij de marechaussee aangifte ge
daan van een inbraak gepleegd in het galan-
terieënpakhuis van de gebr. Oppenheimer, ge
legen in de onmiddellijke nabijheid van de kis
tenfabriek. Via een muurtje en een plat dak
hebben zij een deur opengebroken, waardoor
de dieven zich toegang tot het gebouw kon
den verschaffen. Ook daar heerschte een
groote chaos. Voor zoover men kon nagaan
wordt geld uit de kassa, een kistje met wis
selgeld, een kistje sigaren en een groote partij
galanterieën vermist.
Beide bovengenoemde gebouwen zijn in de
onmiddellijke nabijheid van het politiebureau
gelegen. De inbraak was voor de firma O.
geen verrassing. Buurtbewoners hadden de
heeren O. gewaarschuwd, dat er geregeld ver
dachte elementen het gebouw opnamen en In
het gangetje naast het pakhuis werden opge
merkt. De eigenaars hebben de politie gewaar
schuwd, doch niettemin hebben de indringers
kans gezien hun plan ten uitvoer te brengen.
Bij het pakhuis van de firma O. werd een si
gaar gevonden, afkomstig uit het kistje, dat
uit de kistenfabriek was gestolen. Blijkbaar
heeft men hier dus te doen met dezelfde per
sonen.
Voorts is ingebroken in twee r.k. jongens
scholen in de Koomstraat. Daar zijn de dieven
binnengedrongen door het kolenhok. Zij heb
ben bij hun werk de kaarsen, die voor de hei
lige beelden waren geplaatst, gebruikt om
zich bij te lichten. De inhoud van de kasten
lag over den vloer verspreid. De inhoud van
de missiebusjes en de spaargelden van de kin
deren worden vermist en voorts zijn eenige
kistjes sigaren meegenomen, zoodat de buit
ook hier niet groot was.
In verband met deze inbraak kon het on
derwijs in beide scholen gisteren geen voort
gang hebben.
Twee aanhoudingen.
Nader wordt gemeld:
De marechaussee te Oss heeft twee beruchi
te personen aangehouden, zekeren v. D. en U,
uit Oss. Er zijn aanwijzingen tegen hen, dat}
Z'J tÜ de inbraken betrokken zouden zijn ge
weest. Beiden zijn in de marechausseekazerne
opgesloten. Het onderzoek wordt voortgezet.
Men meldt nader uit Oss:
Het politie-onderzoek inzake de vier inbra'
ken, welke in den nacht van Dinsdag o;»
Woensdag zijn gepleegd, heeft den geheeleu
dag voortgeduurd. De manier, waarop me»
te werk was gegaan, kwam de marechaussee
bekend voor en kwam sterk overeen met de
werkijze van den 19-jarigen v. B., een Per'
soon, die reeds meer inbraken op zijn kerf1'
stok heeft. Onmiddelijk is v. B. aangehouden/
Hij werd aanl den lijve gefouilleerd en inder
daad werd tusschen de voering van zijn oven
jas een geheel nieuwe pijp gevonden, welk
afkomstig bleek te zijn uit het galanteriema
gazijn van de firma Oppenheimer. Tevenl
vond men op zijn klceren sporen van kaars1
vet Dit was eveneens een sterke aanwijzing
*'ant bet was gebleken, dat de dieven op hui