Buitenlandsch Overzicht.
Sally's avontuur.
De Uiver in Indië,
NIEUVVSCLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAÜLOWNA
No. 75!3
EERSTE BLAD
DINSDAG 13 NOVEMBER 1934
62ste JAARGANG
n v GERARD worm
keizerstraat
ZIET ONZE GROOTE ANNONCE VAN DONDERDAG A S.
GEMENGD NIEUWS
De inbraak bij Lissone
te Amsterdam.
Poging tot inbraak te Amsterdam
Treinbotsing bij Lottum.
Lijnwerker door een trein
gegrepen.
Door een autobus overreden
en gedood.
CH
(DOURAN
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersclie Courant f 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland f 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.—Modeblad resp. f 1.20, fl.50, f 1.50,
f1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 -Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en met brieven onder nummer:
10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Diplomatieke eigenaardigheden van den Duitschen gezant te
Weenen, Von Papen. - Duitschland gecompromiteerd door zijn
optreden in het Saargebied. - Frankrijk-Duitschland.
Diplomatieke
eigenaardig'
heden van
Von Papen
Von Papen schijnt er
eigenaardige politieke
tendenzen op na te hou
den. Zaterdagavond toch
kwam er een bericht
over de grenzen, dat hij,
notabene als Duitsch ge
zant in Oostenrijk, een
anti-Oostenrijksche campagne voert, waarbij
hy de hoogste regeeringspersonen in het land
fel becritiseert. De Oostenrijksche regeering
zelf zou er voor zorgen, dat de bijeenkomsten
alleen door Duitschers en andere vreemde
lingen, maar niet door Oostenrijkers bezocht
worden.
Het klinkt alles uitermate ongewoon
zegt de „Nw. Rott. Crt." Maar ongelooflijk?
vraagt het blad.
Dat woord kan men op politiek gebied in
die buurt niet meer gebruiken in het bijzon
der niet wanneer het von Papen betreft. Deze
officier-industrieel-staatsman-diplomaat heeft
reeds lang zijn plaats verdiend onder de zeer
avontuurlijke figuren der politieke wereldge
schiedenis. Vooral te Rome zal men dat op
het oo°"",wil<p zeker beamen m<-v-,io+ daar
....ofeiier VON PAPn
In den laatsten tijd zijn doen en laten nog met
fcijzondere belangstelling. Hij is er zoo weinig
populair, dat het ons niet zou verbazen, wan
neer hij er weldra een bezoek zou aankondi
gen, in de werkelijk onschuldige verwachting
er als gentlemen met volmaakte vriendelijk
heid ontvangen te worden. Zoo neemt hij zelf
deze dingen op, als een ridderlijk spel, waar
van echter een der regels is, dat men de ge
wone begrippen van ridderlijkheid volmaakt
terzijde zet. Al wat met politiek samenhangt
is voor hem een soort jioe jitsoe, als sport be
oefend. Hebben anderen daartegen moreele
bezwaren, dan is dit slechts omdat zij geen
begrip hebben van jioe jitsoe als sport. Von
Papen komt met zijn altijd welwillenden blik
uit het strijdperk, wascht zijn handen, ,en is
verder stomverbaasd als hij merkt, dat er lie
den zijn, die politiek gesproken die
handen liever niet meer drukken. Dit stoort
hem niet in zijn gelijkmoedigheid en ijver.
Het ligt immers alleen aan gebrek aan begrip
bij de anderen.
Wij vragen ons af hoe lang de Oostenrijk
sche regeering deze campagne nog lijdelijk zal
aanzien en zeer zeker zou het niet verwon-
ierlijk zijn als men Hitier meedeelde niet
neer op „de diensten" van Von Papen ge
steld te zijn.
Duitschland heeft zich
niet alleen met deze
anti-Oostenrijksche
campagne gecompromit
teerd, er is nog een an
der geval, dat even onsympathiek is, we be
doelen de kwestie van de stemmingmakerij in
het Saargebied en de terreur, die daar op
zekere groepen van de bevolking wordt uit
geoefend, zooals bleek uit het rapport van de
regeerings-commissie in het Saargebied, dat
door het Volkenbondssecretariaat openbaar
gemaakt is en waaruit wij in ons vorig num
mer een en ander hebben vermeld.
De Fransche regeering heeft, zoo schrijft
het „Hbl.", toen zij besloot tot het nemen van
voorbereidende maatregelen voor een even-
tueele bezetting van het Saargebied in geval
van een Putsch, waartegen de Volkenbond
verplicht is te waken in het belang van een
vrije stemming, ongetwijfeld afgeweten van
den inhoud van het rapport van de regee-
ringscommissie, hetwelk thans door het vol
kenbondssecretariaat wordt gepubliceerd.
Daarin toch worden, op grond van in be
slag genomen documenten, bijzonderheden
meegedeeld over houding en optreden van het
Duitsche Front, in verstandhouding met Ber
lijn, waardoor de bezorgdheid slechts kan toe
nemen voor het ontstaan van „incidenten"
voor of, waarschijnlijker nog, na de volks
stemming van 13 Januari.
De overtuiging van de voor de vrijheid
der stemming verantwoordelijke autoriteiten,
dat het gewenscht lijkt om bijtijds de moge
lijkheid van verstoring der orde onder het
oog te zien, kan er slechts door versterkt
zijn. De president van de regeeringscommissie
Knox heeft dan ook de commissie-Aloisi,
welke thans te Rome vergadert en daar o.a.
niet-officieele onderhandelingen heeft ge
voerd over het Saarvraagstuk met een Duit
sche commissie van vier personen, die nauw
betrokken zijn bij de toekomstige regeling
van de verschillende daarmede samenhangen
de quaesties, verzocht nieuwe versterking van
de Saar-politie mogelijk te maken. In de
overweging natuurlijk, dat een handhaving
van de orde door de eigen politie verreweg de
voorkeur verdient boven een interventie van
vreemde troepen, zij het dan ook, dat deze
optreden als internationale politiemacht na
mens den Volkenbond, welk optreden, inzon
derheid wanneer het zou moeten geschieden
na de stemming, tot ernstige strubbelingen
zou kunnen leiden met Duitschland, dat dan
(ingeval van een voor Berlijn gunstigen uit
slag) daarin waarschijnlijk een inbreuk op
zijn souvereiniteit zou zien.
De vaststelling van de nauwe samenwer
king tusschen het Duitsche front en de Duit
sche regeering compromitteert deze, in ver
band met de afspraak van 4 Juni, ongetwij
feld sterk.
Aan het eind van het artikel zegt het blad:
Kortom, het rapport van de regeerings
commissie met de daarin vervatte aanklacht
tegen de Duitsche regeering en haar ambte
naren, doet opnieuw zien welke gevaren be
sloten liggen in het netelige Saarprobleem, en
tevens hoe gewenscht het moet worden ge
acht, dat op 13 Januari een beslissing valt,
welke een definitieve oplossing brengt door
wederinschakeling van het Saargebied in het
Duitsche kader, hoe groot dan ook de daarin
besloten bedreiging moet worden geacht voor
dat deel van de bevolking, hetwelk zich niet
kan vereenigen met het thans in het moeder
land vigeerende regime.
Het spreekt vanzelf
dat door bovengenoem
de onaangename prac-
tijken van Duitschland,
het land het vertrouwen
van Europa niet wint,
doch dat er integendeel een soort verbitte
ring ontstaat. Ook kan er van een toenade
ring tusschen Frankrijk en Duitschland geen
sprake zijn, zoolang Duitschland met derge
lijke practijken blijft doorgaan.
Naar aanleiding van de besprekingen die
de Fransche gezant te Berlijn, Francois Pon-
cet, de vorige week met Flandin en Laval
heeft gehad, zegt de Excelsior dat daarbij ook
de huidige Fransch-Duitsche betrekkingen
zijn besproken.
Het zou nutteloos zijn, zegt het blad, er
een geheim van te maken, dat deze betrek
kingen niet zoo bevredigend zijn, als te wen-
schen ware. Het lijdt geen twijfel, dat
Frankrijk ofschoon het vasthoudt aan de
grondslagen, die haar internationale politiek
bepalen, toch den oprechten wensch koestert
naar verzoening. Duitschland moet echter t>-
recht dezen wensch deelen. Een Fransch-
Duitsche toenadering blijft ook verder moge
lijk en gewenscht. Doch deze kan niet bereikt
worden, ten koste van concessies, welke on-
vereenigbaar zijn met de veiligheid van
Frankrijk en haar internationale verplichtin
gen.
Ontvangst door den
gouvereur-generaaL
Aneta meldt uit Buitenzorg:
Geheel Buitenzorg is feestelijk versierd, ter
gelegenheid van de komst van de Uiver-be-
manning, die vanochtend door den gouver
neur-generaal in audiëntie is ontvangen,
mede in tegenwoordigheid van mevrouw De
Jonge. Verder waren vele autoriteiten aan
wezig.
De gouverneur-generaal sprak als volgt de
bemanning toe: Vergun mij, alvorens zij de
groote reis naar het vaderland weer aanvaar
den, een paar woorden te zeggen tot de leden
van de bemanning van de Uiver, die wij het
voorrecht hebben, op het oogenblik in ons
midden te zien.
Ik stel die reis op den voorgrond, omdat ik
niet in de eerste plaats huldebetuigingen wil
uitspreken ge weet langzamerhand hoe
men over uwe schitterende prestatie denkt
maar u een behouden thuiskomst wil toe-
wenschen, na de emotie die gij doorstaan
hebt en met vóór u een toch nog altijd in
spannende en vermoeiende reis, die op zich
zelf reeds een heele prestatie is.
Ik doe dat te eer, omdat gij zelf zoo juist
en zoo sympathiek uw vlucht met de Uiver
kenschetst als alleen maar iets sneller en iets
verder dan hetgeen regelmatig op de lijn Ne
derlandIndië geschiedt.
Dat gij in dit geval declnaamt aan een
wedstrijd en daarbij anderen de baas zij t ge
weest, verandert de zaak in wezen niet; mis
schien zou het er in de wereld beter uitzien,
als wij niet zooveel waarde hechten aan een
overwinning over anderen.
Ik kan uwe prestatie dan ook niet los
maken van het schitterende werk, dat nu al
twee jaren lang regelmatig door de K. L. M.
is gedaan. Wat dit werk voor Indië beteekent,
is niet met een paar woorden te zeggen.
Denk eens aan het zoo noodige nauwe con
tact, vooral in deze tijden, tusschen de Ned.-
Indische regeering en het Opperbestuur; aan
de eischen, die handel en nijverheid stellen,
aan familiebanden, waarop de afstand soms
zoo pijnlijk inwerkt, wat lijkt die afstand niet
minder groot, nu een brief niet meer een
maand heen en een maand terug vereischt.
Dat alles is ook uw werk; reëel, nuttig,
groot werk, waarvoor men U terecht dank
baar moet zijn.
Toch kan ik een woord van zeer persoon
lijke hulde niet achterwege laten. De nacht
van Albury geeft u daarop tenvolle aan
spraak. Wat gij daar hebt getoond ging verre
uit boven correcte dienstverrichting, deskun
dige behandeling of sportieve prestatie; het
was meesterschap, niet alleen van inzicht en
bekwaamheid, maar ook van karakter en
geestesgesteldheid. Hierbij mag nationale
trots worden gevoeld.
Onze vliegers geven daartoe in het alge
meen gereede aanleiding, maar thans spant
gij de kroon.
Hulde, driewerf hulde!
Naast nog een half uur in gezellig samen
zijn was doorgebracht begaven de vliegers
en autoriteiten zich naar de sociëteit om
daar de lunch te gebruiken, waarbij weder
om vele speeches werden afgestoken.
Het huldeblijk voor Albury.
Aneta meldt uit Batavia:
23 dezer zal de heer H. Sluiter, oud-gezag
voerder van de Kon. Paketvaart Mij., zich
met de Nieuw-Holland naar Australië bege
ven, alwaar hij met den vertegenwoordiger
van de K.P.M. te Sydney overleg zal plegen
over de aanbieding van een huldeblijk aan de
vijf personen, die zich bij de noodlanding van
de Uiver te Albury hebben onderscheiden.
Binnenlar.d
Nadere bijzonderheden.
brandkast, die in het gebouw aan den muur
hingen, genomen, en zoo zyn weg tot den in
houd van de safe gevonden. De man zegt, dat
't deel, dat hij van den buit heeft gekregen, op
gemaakt is. Of de anderen nog iets over heb
ben, heeft men nog niet uit hen kunnen krij
gen. Het schijnt dat de vier verdachten in
den bewusten nacht in het perceel van Lis
sone zijn geweest. Zij schijnen, toen de deur
geopend was, een voor een naar binnen te
zijn gegaan. Ook de vrouwen schijnen bij den
diefstal dus aanwezig te zijn geweest.
Een der vrouwen was in het bezit van 50.
Men heeft nog niet kunnen nagaan of dit van
den diefstal afkomstig is. Zij blijven alle
schuld ontkennen, spreken elkaar steeds
tegen, en trachten de schuld op elkaar te
werpen.
Het onderzoek duurt nog voort.
De inbrekers gestoord.
De heer Nabarro Jr. wilde Vrijdagavond
nog even een bezoek brengen aan het kantoor
van zijn vader, dat gevestigd is in het per
ceel O.Z. Voorburgwal 117 te Amsterdam.
Toen hy te ongeveer tien uur de deur open
maakte, hoorde hij achter in de gang een
klap. Nadat hij het electrische licht had ont
stoken, bleek hem, dat een pakje, inhoudende
inbrekerswerktuigen, was gevallen. De jonge
man waarschuwde de politie. Het huis werd
doorzocht, doch niemand werd gevonden. De
indringers, want er moet door de kelderdeur
ongenood bezoek zijn binnengekomen, ont
kwamen, met achterlating van hun gereed
schap. Zij waren er niet in geslaagd iets van
hun gading te vinden.
EEN GEWAARSCHUWD MENSCH.
Geldt voor twee.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is
een leerhandelaar uit Tilburg, die zich den
geheelen avond met een vrouw had opgehou
den in een café aan den Berghemscheweg al
daar van een flink bedrag aan geld beroofd.
De politie had den koopman gewaarschuwd,
doch in weerwil hiervan had deze zich toch
met de vrouw in het café begeven.
j
Geen persoonlijke ongelukken.
Zaterdagavond tegen half zeven was do
goederentrein VenloNijmegen op spoor I
het station Lottum binnengeloopen terwijl uit
tegenovergestelde richting personentrein 2047
die om 6 u. 42 te Venlo aankomt, naderde.
Door den verkeerden wisselstand reed de per
sonentrein met kracht tegen de machine van
den goederentrein. Beide machines werden
zwaar beschadigd. Door den schok werden do
passagiers door elkaar geslingerd. Zij bleven,
evenals het treinpersoneel ongedeerd. De post-
conducteur J. Sterk uit Venlo sloeg tegen den
wand van den postwagen en werd hierbij aan
het hoofd gewond.
De materieele schade is vrij aanzienlijk.
De machinist van den goederentrein, welke
Zaterdagmorgen te Amsterdam uit de rich
ting Rietlanden kwam, hoorde ter hoogte van
den Insulindeweg een hevig gegil. Onmiddel
lijk stopte hij zijn machine en stelde hij een
onderzoek in. Naast de spoorrails lag een
man, die hevig uit verschillende wonden aan
het hoofd bloedde. Het bleek een lijnwerker
te zijn, die werkzaam is bij den ophoogings-
arbeid in de buurt van het Muiderpoortsta-
tion. De man is blijkbaar zonder goed te heb
ben opgelet de spoorrails overgeloopen, met
het gevolg dat hij door den locomotief gegre
pen en een 15 meter is meegesleurd. De man
is door den geneeskundigen dienst in zorg-
wekkenden toestand naar het Onze Lieve
Vrouwengasthuis vervoerd.
Zaterdagmorgen begaf de 18-j. H. D. Jonk
man te Hoogkerk, kantoorbediende te Gro
ningen, zich als gewoonlijk met een vriend
per fiets naar de stad. Ter hoogte van de
kustmestfabriek aan het Hoendiep, slipte
In aansluiting aan hetgeen wy hebben ge
meld omtrent arrestaties in verband met een
in Augutss j.1. bij Lissone te Amsterdam ge-
pleegden diefstal vernemen wy nog het vol
gende:
Zaterdagochtend is de politie van het bu
reau Singel tot een vierde arrestatie overge
gaan, namelijk een broer van een van de
reeds aangehouden vrouwen. Hij wordt ver
dacht eveneens een rol by den diefstal te
hebben gepleegd, en financieel voordeel te
hebben gehad.
Zaterdagochtend zijn alle verdachten weer
aan een streng verhoor onderworpen.
De bakker, die reeds had bekend, heeft
thans eenige bijzonderheden meegedeeld. Het
was gewoonte by het personeel van de firma
Lissone, dat degene, die het laatst het kan
toor verliet, de sleutels in de brievenbus
wierp. De man heeft ze daaruit weten te krij
gen. Vervolgens heeft hy de sleutels van de
F e ui I I e t o n
Uit het Amerikaansch.
49)
Ze maakte haar zin niet af onder voor
wendsel, dat ze Sally tijd om na te denken
wilde laten, bleef ze eerst afwachtend staan,
maar kwam toen een paar stappen naderby,
terwijl ze haar hand, met een vertrouwelyk-
uitnoodigend gedaar naar de enveloppe uit
stak.
„Maar dat zou u toch nooit doen die
brief, dien u zelf geschreven heeft, aan Mrs.
Goswold laten zien?"
„De brief, dien ik zelf geschreven heb, je
raaskalt gewoonweg! Ik heb 't over den
brief dien jy me gebracht hebt en zeker zal
ik dien brief laten zien, waarom zou ik niet!"
„Van 't begin af heb ik geweten," zeide
Sally nu heel ernstig „dat u niet goed en
niet eerlijk was, ook al poseerde u ervoor.
Maar ik heb werkelijk geen oogenblik ge
dacht, dat u zich tot zoo iets schandelijks zou
verlagen."
„Als je daar dan nu van overtuigd bent,
wees dan zoo goed
„Maar waarom bent u toch zoo bang, dat
ik Mrs. Goswold die geschiedenis van van
nacht zal vertellen
„Om jezelf schoon te praten, natuurlijk. Je
zult heusch niet zoo dom zyn om te beken
nen
..Bekennen
„Maak toch gebruik van deze goede gele
genheid, om de juweelen terug te geven
je weet toch, dat je dan alle straf misloopt.
Maar misschien waarschijnlijk kan je het
niet. Waarschijnlijk is de man, met wien je
vannacht, buiten, die idyllische ontmoeting
gehad hebt, er al lang met den buit vandoor
ben je machteloos om iets te doen, hoe
graag je 't ook zoudt willen."
„WScht eens even. Dat is weer een nieuw
gezichtpunt. Laten we eerst de zaak recht
zetten, ik heb geen lust om nog eens mis te
tasten."
„Buitengewoon verstandig van je m'n
compliment!"
„U bent dus van plan om my van die
daad, die beneden alle critiek is, te beschul
digen?"
„Ja, waarom niet ik zie geen enkele re
den, waarom jy niet de schuldige zou zijn
integendeel. En daarby heb je zelf bekend,
dat je vannacht iemand buiten ontmoet hebt."
„Waarom gaat u dan niet regelrecht naar
Mrs. Goswold en vertelt haar alles. Is dat
dan niet uw plicht?"
„Als je me je woord geeft, dat je 't niet
gedaan hebt, wil ik je zeker, tegen alle be
wijzen in, gelooven, mits
„Zegt u me niet te veel op uw eigen ver
antwoording heeft u Mr. Lyttleton wel
over deze nieuwe tactiek gesproken
De pijl, door Sally afgeschoten, was een die
doel trof! Een paar oogenblikken lang bleef
Mrs. Shandish haar tegenstander met open
mond staan aankijken. Toen, met een snelheid,
die van beheersching door veel oefening blijk
gaf, trok ze haar onnoozelste gezicht en zei:
,Mr. Lyttleton!" op een toon, alsof ze voor
het eerst hoorde, dat die bestond.
„Ja, Mr. Lyttleton," herhaalde Sally. „U
weet heel goed, dat hy de man was, met wien
ik vannacht heb staan praten ik heb van
het eerste oogenblik af geweten, dat u het
wist."
„Goed, laten we nu eens aannemen, dat ik
het geweten heb; maar denk jij dat Mr. Lytt
leton alles hier zal opofferen, zal opbiechten,
dat hij vannacht, toen iedereen naar bed was,
opgestaan is en om de een of andere reden
het huis verlaten heeft alleen om jou te
redden?"
„Neen," moest Sally toegeven, „dat heb ik
sinds vannacht wel afgeleerd, om van u of
van een van uw vrienden iets te verwachten,
dat op een behoorlyke behandeling zou ïyken.
Maar bij deze quaestie zal Mr. Lyttleton toch
moeite hebben, om de feiten te ontkennen. Als
u nog een tikje beter geluisterd had, zou u
geweten hebben, dat er nog een derde bij het
onderhoud tegenwoordig geweest is haha
dat wist u niet, hè. Neen, hy zal wel zoo
verstandig geweest zyn, om dat niet tegen
u te zeggen er was een getuige bij, maar
daarom behoeft u niet zoo'n gezicht te zet
ten."
„Wie wie was 't?" hakkelde de blonde
vrouw in het Colombine-costuum verschrikt.
„Dat moet u zelf maar zien te weten te
komen. Vraagt u 't Mr. Lyttleton, dan weet u
het meteen. Neen, Mrs. Shandish, doe geen
moeite, het geeft u toch niets het doel
van deze scène begrijp ik niet en er naar ra
den, och dat is me niet de moeite waard.
Maar een feit is 't, ik ben geen kind, dat je
met den boeman bang kunt maken. Laat dien
beruchten aanbevelingsbrief, als u daar zoo'n
aanvechting toe voelt, gerust aan Mrs. Gos
wold zien, of ik weet nog beter, ga het epistel
halen, dan gaan we samen naar haar toe
„Ben je gek geworden? Wil je dan als een
leugenaarster, als eende hemel mag we
ten wat gebrandmerkt worden?"
„Ik ben er niet bang voor, Mrs. Shandish...
maar u wel!"
Een oogenblik werden de scherpe blauwe
oogen onzeker, toen keken ze schuw een an
deren kant op.
„Wat bedoel je daarmee?" bijna stotterend
kwam het antwoord er uit.
„Ik bedoel daarmee, dat deze scène lang ge
noeg geduurd heeft. Ik heb er meer dan ge
noeg van en u wint er niets mee niets!
En daarom ga ik weg goeden avond!"
Na deze laatste gedecideerde zinnen, mar
cheerde Sally naar de deur en draaide reso
luut den knop om de deur was gesloten
en de sleutel stak niet in het slot.
„Mag ik den sleutel terug hebben, Mrs.
Shandish?"
„Eerst moet ik wetenbegon de ander
in een plotselinge opleving van haar aanma
tigende manier van doen bij het begin van
het gesprek.
Sally legde haar vinger op het wit-ivoren
knopje van de electrische bel naast de deur.
„Moet ik schellen moet ik een van de
kamermeisjes vragen om me eruit te laten?"
Met een gebaar van wanhoop gaf Mrs.
Shandish toe, dat ze de noodzaak om te ka-
pituleeren inzag. „Maar toe, zeg me nu eerst
even, Miss Manwaring
„Nietsik vertel u niets; de sleutel
asjeblieft."
„Geef me dan alleen maar de verzekering,
dat je niet
Langzaam kwam de sleutel van achter den
rug van Mrs. Shandish te voorschyn. „Het...
myn juweelenkistje dan... wat heeft u daar
mee gedaan?"
„Ik heb 't ergens verborgen."
„Waar?"
„Dat zal ik u morgen, als we den tyd heb
ben, wel eens vertellen."
Met een ruk draaide Sally den sleutel om,
deed de deur open en stapte met opgeheven
hoofd en een strijdlustige uitdrukking in haar
oogen de gang in.
Zonder te letten op 't aarzelende, byna
smeekende roepen uit de kamer achter haar,
deed ze de deur dicht. Gelukkig was de mo
gelijkheid, dat haar vyandin, want zoo kon ze
Mrs. Shandish met een gerust hart noemen,
haar na zou loopen en haar zoo tot voorzet
ting van het woorden-duel met of zonder den
geforceerd verzoenenden afloop van de paar
laatste keeren, zou dwingen, uitgesloten; in
de gang was het een gewirwar van de meest
bizarre en kleurrijke costuums; de gemasker
de gasten liepen de kleedkamers in en uit
voordat Sally zich er rekenschap van gaf, dat
ze haar masker nog steeds niet voorhad, be
vond ze zich midden tusschen een groep
schertsende en lachende clowns.
Boven aan d groote trap bleef ze staan,
boog zich over de balustrade heen en inspec
teerde de deelnemers aan het feest, die de
groote hall beneden bevolkten; de groepjes
om tafeltjes, de heen en weer loopende paren,
den kring van tien die de een of andere
dwaasheid aan het uithalen waren. Ten eer
ste zocht ze naar den wyd-uitstaanden hals
kraag van Queen Elisabeth pas wanneer
ze zich als een getrouwe schaduw aan deze
doorluchtige personage vastgehecht had, zou
ze zich veilig voelen en ten tweede naar
den echten sombrero, de bekroning van het
cowboy costuum en het kleine zwarte kapje,
dat het hoofd van Harlekyn heette te ver
bergen, met het doel om de bezitters van
deze beide schilderachtige costuums met alle
energie te vermyden.
Maar tot haar verwondering en, als de
waarheid gezegd moet worden, ook een wei
nig tot haar schrik zag ze den wijd-uit-
staanden kanten kraag nergens en toch,
hoe gemakkelijk zou ze het spierwitte, kan
ten weefsel, onder het licht van de groot*»
electrische kroon een blank ovaal, vergelei^lv
by de warreling van korte en sombere kleu
ren er omheen niet gezien hebben, als da
meesteres van Goswold House op de gewona
plaats, vlak bij de glazen tusschendeur, waar
zy als gastvrouw haar gasten had moeten
ontvangen, gestaan had.
Maar waar ze zich op dat oogenblik dan
ook mocht bevinden gevonden moest ze
worden. De omgebogen enveloppe met da
kaart, die Sally nog steeds in haar hand
klemde, was een voortdurende herinnering
aan haar plicht haar plicht zoowel tegen
over zichzelf als tegenover de vrouw, die on
danks alles, zoo goed voor haar geweest was.
Wel was 't waar, dat ze niets, noch zelfbe
schuldiging, noch zelfverdediging erop neer
geschreven had, de kaart was blanco, hetgeen
zy waarschijnlijk zonder de onverstandige
tusschenkomst van Mrs. Shandish ook wel
gebleven zou zyn; maar de schermutseling
had Sally's opinie over het geval een geheel
andere tint gegeven. Zooals Sally 't nu zag
was, niets meer of minder dan haar plicht,
om Mrs. Goswold zoo vlug mogelijk op te zoe
ken en haar alles, wat er dien vorigen nacht
gebeurd was, te vertellen. En of deze hou
ding na haar vorige overpeinzingen logisch of
onlogisch was, kon haar niets schelen meï
een hardnekkigheid, welke zich slechts met
de grootste moeite van de volvoering van dat
voornemen zou hebben af laten brengen,
hield ze dat doel voor oogen Mrs. Gos-
wold's eigen wenschen telden in dezen niet
tegen wil en dank moest ze onmiddellyk van
alles, wat ze noodig weten moest, op da
hoogte gebracht worden.
(Wordt vervolgd.)