Ingezonden HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 NOVEMBER 1934. Uit het politie-rapport. Een en ander over Tristan da Cunha Toewijzing van biggen- merken voor het seizoen 35 Nederlandsche Veehouderij-centrale. Breezand. te, typische Sinterklaasliedjes weer in alle N ederlanösche gezinnen weerklinken; want dit dient wel bijzonder vermelding 't boekje wordt in heel Nederland in ieder huisgezin bezorgd; wat zeggen wil dat de liedjes in anderhalf millioen gezinnen komen! Op verzoek van de Justitie is alhier een vrouw aangehouden, die zich in Duitschland aan een zedenmisdrijf heeft schuldig gemaakt. Zij is naar het Huis van Bewaring te Alkmaar overgebracht. EEN AUTOBOTSING. Door den bestuurder van een autobus werd aangifte gedaan dat, toen hij Vrijdagavond tusschen Burgervlotbrug en Sint Maartens- vlotbrug op den Rijksweg reed, hij door lich ten van een hem tegemoet rijdenden auto zoo danig werd verblind, dat hij met de door hem bestuurde autobus tegen een aan den weg staanden vrachtauto reed waardoor de auto bus ernstig werd beschadigd. De bestuurder van den hem tegemoet rijden den auto reed door en bleek onbekend. Sigarettendiefstal. Door een vertegenwoordiger werd Zaterdag aangifte gedaan, dat uit een auto, waarmede hij tot het bezoeken van klanten naar een na burige gemeente was geweest, eene hoeveel heid sigaretten Is ontvreemd. Vernieling. Een in de Vijzelstraat wonende weduwe deed aangifte, dat door een haar onbekenden jongen een ruit van haar woning is stuk gegooid. Onvoorzichtig chauffeur. Een bewoner van de le Vroonstraat deed aangifte dat toen hij zich Zondagmiddag met zijne vrouw, die een kinderwagen bestuurde, in de Keizerstraat, ter rechterzijde van den weg bevond, de wagen door een, met flinke snelheid rijdenden auto, werd aangereden, waardoor aan den kinderenwagen ernstige schade werd toegebracht. Het in den wagen liggende kind bleef ongedeerd. In een Hollandsche bewerking van een werk van Stanley Rogers, getiteld „De Atlan tische Oceaan" (bewerking van P. J. Vare kamp, met een introductie van den haven meester van Amsterdam W. N. van de Poll), vinden wij over het eiland Tristan da Cunha, dat door de K 18 op haar reis naar Indië, zooals men weet, zal worden aangedaan, in teressante bizonderheden, die ongetwijfeld onze lezers eveneens zullen interesseeren. De Tristan da Cunha-eilanden bestaan uit drie kleine eilanden van vulkanischen oor sprong, gelegen in den Zuid-Atlantischen Oceaan op 37° 5' Z. en 12° 16' W. Zij liggen 2000 mijl Westelijk van Kaap de Goede Hoop en 4000 mijl Noord-Oostelijk van Kaap Hoorn. St. Helena ligt 1500 mijl ten Noord-Oosten. Deze cijfers geven een idee hoe ver de Tristan da Cunha-eilanden uit de bewoonde wereld en de scheepvaartlijnen liggen. De eilandengroep is Engelsch bezit en ge noemd naar den Portugeeschen admiraal die ze in 1580 ontdekte. Tristan, het grootste van de drie, heeft een middellijn van zeven mijl, verheft zich met zijn vulcaan tot een hoogte van 7600 voet en is steeds met sneeuw be dekt. Het Nachtegaal-eiland, waar veronder steld wordt dat zeerooversschatten begraven zijn, is het kleinste van de groep en ligt op 10 mijl afstand van Inaeessible-eiland. Dit laatste ligt twintig mijl van Tristan en is om ringd door klippen die een 1000 voet hoogte bereiken. De kleine strandjes zijn smal en geven moeilijke landingsplaatsen voor booten. De eilanden, die bedekt zijn met een soort dik, grof gras, zijn de woonplaats van tal- looze duizenden pinguins, zeeduiven, albatros sen, sternen en skuas. Zoogdieren behooren er niet thuis. Het land ziet er desolaat uit, de hemel is haast altijd met wolken bedekt, de laatste plaats waar men zou wenschen aan land te worden geworpen. En toch zijn er diverse menschen geweest die er uit verkie zing gewoond hebben. Hoewel een Engelsch zeekapitein met zijn bemanning van Augustus 1790 tot April 1791 er negen maanden doorbrachten met robben jagen (ze doodden 5600 robben), was de eer ste man die zich op Tristan vestigde een zekere Thomas Currie, die daar in 1810 land de. Currie werd gevolgd door twee Ameri- kaansche walvischvangers, Lambert en Wil liams, van Salem, Massachusets. Lambert be noemde zich zelf tot koning en noemde Tristan het Verfrisschings-eiland, welke heide feiten er op wijzen dat deze knaap een opti mistische natuur had. Hij verdronk mc«: Win- liams in 1812 terwijl ze met een boot aan het Visschen waren. Intusschen kreeg Currie weer gezelschap vn twee zeelieden die met hem in zaken gingen voor het kweeken van groen ten en koren en het ofkken van varkens uit een paar dat ze met hun schip meegebracht hadden. Gedurende den oorlog van 1812 was Tristan een basis voor de Amerikaansche kapers die op de loer lagen voor de Oost- Indië-vaarders. In Augustus 1816 nam Enge land de eilandengroep formeel in bezit en had er een paar maanden een klein garnizoen. Toen de soldaten weer weggingen bleef een zekere korporaal Glass met zijn vrouw en twee kinderen en nog twee man achter. Dit was het begin van de tegenwoordige neder zetting. Van tijd tot tijd kwamen er nog bewoners bij, schipbreukelingen en zeelui, zoo dat er een heele kolonie ontstond. In 1827 emigreerden vijf negerinnen van St. Helena naar Tristan en huwden er vijf vrijgezellen. De tegenwoordige bevolking is dus van ge mengd, Hollandsch, Engelsch, Italiaansch Aziatisch en negerbloed, maar het Engelscho domineert. Korporaal Glass voerde een pa- in'YgjT' beStUUr en reSeerde tot zijn dood De blanke bevolking had op dit desolate eiland een soort beschaving ingevoerd. De woningen werden van steen gebouwd, afge dekt met het taaie gras. Er werden koeien schapen en varkens gefokt en met ijver rob ben gejaagd, hetgeen een belangrijke bron van bestaan opleverde. Geld werd niet en bruikt en men betaalde elkaar met beno digdheden In 1856 was van een honderd zielen, maar toen Pr al een bevolking men ge- ruchten hoorde over het beloofde land zeilden er vijf en twintig met een walvischvaarder naar "Amerika. In hetzelfde jaar werd de be volking nog weer verminderd, daar er vijf en veertig naar de Kaapkolonie reisden. Na I «en dood van Glas» werd deze opgevolgd door een oud marinematroos, Cotton geheeten, «ie nog een der bewakers van Napoleon ge weest was. In 1860 richtten de geconfedereerde krui sers „Shenandoah" en „Alabama' zulk een schade aan onder de Noord-Amerikaansche walvischvaarder» in deze wateren, dat de ei landen voor een geruimen tijd alle verbinding met de rest van de wereld verloren. Maar daarna hadden de eenvoudige bewoners de groote eer bezoek te krijgen van den Hertog van Edinburg, en ter herinnering aan dit feit noemden zij het gehuchtje Nieuw Edinburg In 1880 was de bevolking weer gestegen tot 109 zielen, het hoogste getal, dat ooit bereikt is. Vijf jaar later hadden ze evenwel het on geluk vijftien van de beste mannen te ver liezen door het omslaan van een reddingboot die bezig was proviand naar een schip te brengen. Hierna waren er nog maar vier vol wassen mannen op Tristan. Daarna kwam nog een tijd van hongersnood doordat de rat ten van een vergaan schip zich op het eiland voortteelden en den oogst vernielden. Men is er later niet meer in geslaagd ooit weer koren te telen. De bewoners leven in vrede en vriendschap zonder een geschreven wet. Zrj zijn godsdienstig en gastvrij en in hun geeste lijke behoefte wordt voorzien door geestelijken die vrijwillig de beschaving verlaten voor dit oord van verbanning. De mannen zijn allen eerste klasse zeelieden en wagen zich in hun eigengemaakte zeildoeksche booten tot het Nachtegaal-eiland en tot Inaccessible. Meer dere malen is hun land aangeboden in de Kaapkolonie, maar zij blijven weigeren hun eiland te verlaten. Zooals men ziet, maakt deze schrijver geen melding van de vestiging en het „koning schap", na het overlijden van korporaal Glass, van den Hollander Groen. (Buiten verantwoordelijkheid van de redactia Niet geplaatste stukken worden niet teruggezonden.) Den Helder, 19 Nov. 1934. Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte in uw blad over de voorgenomen brandweer in onze gemeente. „Op heden, 20 Nov. 1934, wordt op vreed zame wijze onze oude brandweer om zeep ge bracht". Dat was mjjne gedachte, toen ik j.1. Zaterdag in uw blad het bericht over reorga nisatie der brandweer las. En waarom? Nooit in de 36 jaren, dat on- dergeteekende lid van den brandraad is ge weest, is er een klacht tegen hem uitgebracht wat zijn prestaties betreft. En nu zoo opeens is alles verouderd. Niets is meer goed en nog wel met volle instemming van den brandraad.' Laat ons dat even zeggen, dat de brand raad voor een geheel pasklare verordening, zooals die er nu uitziet, werd geplaatst, en wel begreep, dat er niet viel tegen te vechten, zooals mij door een der brandmeesters werd medegedeeld, aangezien ik toen geen lid van den brandraad meer was. De verouderde hand spuiten waren ook al door mg de laatste paar den, die van stal gehaald werden. Onze water leiding is onze beste brandblusscher; altijd gereed en volop water. De brand in de Spoor straat eenige jaren geleden hadden wij met de brandkranen onder de knie. Door een techni sche fout was de Marine, opgesteld met Ifaar stoomspuit aan de Westgracht voor de Bree- waterstraat, te laat om nog wijziging in het verbrandingsproces te brengen. Wel heeft zij toen nog gewerkt. Bij den brand van den heer Govers waren op het terrein aanwezig de drij vende en de autospuit der Marine. Zrj hebben, althans de drijvende spuit, massa's water in het brandende perceel geworpen, zoo ook onze uitstekende waterleiding bij strenge vorst. Waar of al die machten voor moesten dienen begreep ik niet, daar er niets anders kon verbranden dan het pakhuis met inhoud, dat toch niet meer te redden viel. Het pakhuis was veel hooger dan de belendende perceelen, dus voor overslaan geen gevaar. Zij, die zich den brand in Café „Centraal" nog herinneren, kun dat beamen. Dan het parasiteeren op de Marine. Mij is altijd verzekerd, door het belang, dat zij er hij heeft, dat de Marine bij brand aan Hoofd gracht, Molenplein, Weststraat, Zuidstraat, Binnenhaven, le blok, Ankerpark, zonder aan vraag opkomt. Zoo kan ik ook tot mijn ge noegen mededeelen, dat bij brand de Schout- bij-Nacht altijd liet vragen of wij de stoom spuit noodig oordeelden, wat mij persoonlijk meer dan eens gevraagd is. Nu vind ik dat parasiteeren niet zoo erg, want wanneer komt het voor, en als dan de Marine niet helpen kan, werken er andere machten en oorzaken. De waterleiding is best en als er voldoende materieel Is onder be kwame leiding,geheel voldoende voor een ge meente als de onze met haar lage bebouwing. Die is altijd gereed en wacht slechts op het plaatsen der standpijp en aangekoppelde slan gen om het water in het vuur te werpen. Heeft ook geen last van „doe 't zelf", zooals een motor wel. En dan nog de kosten. Verleden jaar is de kermis te hulp moeten komen en de straat belasting met 50 verhoogd om de eindjes aan elkaar te binden, want alles goed bezien, zal later wel blijken wat er noodig is. De terugkeerende kosten zullen dan wel hooger zijn. Chauffeur, woning, plaatsvervangers, kosten onderhoud en aanschaffing, verbou wing. U dankend voor de plaatsing, K. ZEEMAN, Oud-Brandmeester der gemeente Den Helde». EEN NATIONALE GEBEURTENIS. Woensdag a.s. worden te Amsterdam op Scliiplrol onze nationale luchthelden van de „Uiver" feestelijk binnengehaald, de man nen, waarvan de namen in de Nederlandsche geschiedenis zullen blijven voortleven. Op Woensdag zal de Nederlandsche bevol king uiting geven aan haar gevoelen van dankbaarheid en bewondering jegens deze moedige menschen, welke de Nederlandsche vlag op schitterende wijze in den vreemde hebben hooggehouden. Het wordt Woensdag een feestdag, de scholen in Amsterdam zijn gesloten en vele werkgevers hebben hun per soneel vrijaf gegeven; de vlaggen zullen dien dag wapperen. Ook Den Helder mag niet achterblijven bij dit nationale gebeuren. Later daarom de ingezetenen van Den Helder or Woensdag a.s. onze stad een feestelijk aanzien geven, door de Nederlandsche driekleur uit te steken en daardoor tevens te toonen, dat zij de prestaties van deze Nederlandsche man nen weten te waardeeren. U, hooggeachte Redactie, hartelijk dank' voor de plaatsing. Met hoogachting, A. Uithol. Geachte Redactie. Beleefd verzoeken wij u onderstaand stukjd te willen plaatsen. Bij voorbaat harteljjk dank. Zaterdag j.1. werd den marktkooplieden medegedeeld, dat de duur van de Zaterdag- avondmarkt voorloopig met een half uur zal worden verkort. Wanneer het bij dit half uur blijft en dit I als preventieve maatregel is bedoeld om de markt tijdig te eindigen, dan is dit geen be zwaar. Het komt ons echter voor, dat deze maatregel het gevolg is van een actie om dé markt te doen verdwijnen of onmogelijk te maken. Indien dit het geval is worden naar onze meening verkeerde paden betreden. Wat is eij al niet gedaan om de markt te doen bloeien, bv. door het aanleggen van een lichtinstalla-j tie? En nu er Zaterdagavonds een markt is; die met markten in andere plaatsen in veel opzichten een vergelijking glansrijk kan weerstaan, nu lijkt het dat bovengemelde maatregel er op bedoeld is het bereikte weei' teniet te doen. Het mag toch gezegd worden, dat meerdere ingezetenen een boterham op de markt verdienen en dat is in dezen tijd een niet te onderschatten voordeel. Het is •waai, dat vele van buiten komende koop lieden hunne waren op de markt aan den man brengen, maar bi) het beoordeelen hiervan moet voorop staan, dat de Nederlandsche ge meenschap niet alleen Den Helder vormt. Het zich isoleeren in een beperkte ruimte is nimmer een voordeel gebleken, hiervan spreekt onze tijd een duidelijke taal. Juist de markt is een terrein, waar de ge meenschapszin wordt gevonden die verder gaat dan de enge plaatselijke. Zeker is dit net geheim, waarom het pu-; Wiek zoo gaarne ter markt gaat. Hier wor-j' den de stemmen vernomen van allerlei kunne.j Daarom hopen ondergeteekenden dat maat-; regelen als voormeld verder achterwege zul-; len blijven. Nogmaals u mijnheer de redacteur vrien delijk dankend voor de ons geschonken plaats-; ruimte. L. DE HAAN. B. SCHOLTEN. F. OTTENHOF. Wij kunnen de inzenders mededeelen, datj naar onze overtuiging van eenig opzet om dë markt te doen verdwijnen geen sprake is. Redactie Held. Crt. j I Geachte Redactie. Verzoeke beleefd een kleine plaatsruimtej voor onderstaand schrijven, waarvoor mijn dank. Het is niet lang meer, of wij tellen 1935 en dan is het 25 jaar geleden, dat de Pensioen-I wet tot stand kwam voor de weduwen; maar helaas niet van terugwerkende kracht voor de; weduwen van voor 1909. Daarom werd, na de afwijzende beschikking van den Minister hier] met spoed een Vereeniging Weduwenzorg op-; gericht met meerdere afdeelingen voor Land-j macht, Zeemacht en Koloniën, om toch nog de] zorgen, die weduwen een uitkeering uit de kas] dier Vereeniging te kunnen geven. 25 jaar ge-; bedeld om den boel in stand te houden! En; de kas wordt heel dun, dat kunt U alllen wel; begrijpen. Geachte lezer (es), de Landmacht stichtte: een fondsje en er werd bij mij altijd door den penningmeester gebracht wat gestort was, en door mij opgezondeen naar den algemeenen penningmeester. En nu doe ik als penning meesteres een beroep op de gulheid van de Heldersche inwoners, nu wij morgeD allen bij onzen luidspreker luisteren en velen zelfs naar Schiphol gaan om de dappere ,,Uiver"-mannen te huldigen, om één moment onze gedachten te richten naar de weduwen, wier mannen zooveel jaren terug ook Hollands roem hebben hoog gehouden, en allen een kleinigheid af te staan, om toch die oudjes hun uitkeering te kunnen blijven geven. Ze zullen U er ten hoog ste dankbaar voor zijn. Gaarne neemt ondergeteekende het in ont vangst en verantwoordt het in de Heldersche Courant, evenals in het Maandblaadje van bo vengenoemde Vereeniging. Vooral aan de actief-dienenden zou ik willen vragen hun of fertje te geven voor de weduwen van oud-col lega's. Dus U doet het! Ik dank U dan allen in naam der weduwen. U, geachte redactie, nogmaals dank voor de te nemen moeite. Achtend, M VAN VLIET—WICKEL, Penningmeesteres „Weduwenzorg". Hoogstraat 20. Den Heider, 15 November 1934. VAN KRANTENJONGEN TOT MILLIONAIR. De Melboume-race staat in het gesprek van den dag, een daad die nog lang in ons volk zal blijven voortleven. Men behoeft ten eenen- male geen chauvinist te zijn om zich nu juist eens als een echten Hollander te voelen. De geschiedenis van het roemrijke verleden onzer natie herhaalt zich, en al wordt deze toon niet veel gehoord, wij danken er God voor, dat Hij dit kleine land ook in dit opzicht zijn zegeningen niet onthoudt. Het was een goede gedachte van Melbourne's burgervader, om op zekeren dag aan den gewezen krantenjongen te vragen zijn idealen omtrent een Londen- Melbourne race te financieren. „Met geld doe je wonderen, „zegt het spreekwoord, en Mac Robertson bracht het in toepassing. Deze mil- lionair, die zooals velen van zijn collega's krantenjongen was geweest, toen hij met zijn ouders te Leith in Engeland woonde, was met dit bedrijf al 's morgens vroeg, toen hij nauwe lijks 8 jaar was, in de weer, voor dat hij op de schoolbank kroop was hij nog assistent- inzeeper bij een barbier, welk bedrijf na schooltijd werd herhaald. Toen zijn arbeids veld later naar Australië werd verlegd, had hij op zijn Hollandsch uitgedrukt 12 ambach ten en 13 ongelukken. Maar door al deze din gen had onze Mac Robertson levenswijsheid opgedaan. Ten laatste trad hij zelfstandig op en bemerkte dat er uit koek en lekkernijen het meeste geld te halen was. Zijn energie en durf brachten hem er later toe tot het doen verrijzen van fabrieken enz., en hi) fa briceerde zelf de grondstoffen voor zijn eigen bedrijven. Nu is het Mac Robertson de mil- 'lioriair. En hoewel hij uit Schotsche ouders geboren is, is het frappante gezegde „zuinige Schot" op hem geheel niet van toepassing. Wij zien op uw foto in het blad van 13 Nov. j.1. den gemcedelijken ouden Heer, die met zijn duiten in de heelë wereld aandacht trekt. Toen eenmaal Melbourne's burgemeester in 1933 Mac Robertson voor financiering van zijn plannen gewonnen had liep alles vanzelf van stapel. En nu ligt alles achter den rug, wat de eigenlijke race betreft. En wij in 't Hollandsche hooge Noorden hebben de eer te ■weten, dat een jonge man die in onze goede stëd het levenslicht aanschouwde, hier eerst' zrjh werkkring had en later met zijn Nieuwe- diepster naar Mokum trok, een van deze hel den is. De jongens geloofden hetzelf niet, maar de ervaring doet hun zien, dat heel het Vader land trotsch is op hetgeen ^^'Tinzend- skiit mij dan ook volkome»yan ster van het ingezonden stuk in u Zaterdag der vorige week, tornt afs hij fn de richting van lange onze erkentelijkheid in ontvangs Ik hoop dat zij die een *°odarfg wmitókim nen vormen, omdat ze er toe in t ook zullen doen. Laten ze er echter met lang mede wachten. Met dank voor de plaatsing. Uw dw. dienaar: j. groenendijk. Door de Nederlandsche veehouderij-centrale wordt het navolgende bekend gemaakt Gedurende het seizoen 1934 (1 Januari tot 1 Januari 1935) werden aan de gewesten in totaal 2.520.000 stuks biggenmerken gCOpZgrond van de cijfers betreffende binnen- landsche consumptie, export cn huisslachtin- gen is het Bestuur der Centrale van mecmng, dat ten aanzien van de periode 1935 <1 Jan. 1935—1 Januari 1936) een toewijzing van 2.200.000 stuks biggenmerken rationeel e achten is. Uitgaande van de daartoe door de Provin ciale Landbouw-Crisis-Organisaties verstrek te gegevens betreffende de aantallen merken, welke door hen aan de onderscheidene groe pen varkenshouders werden toegewezen, weiU de conclusie getrokken, dat de beoogde be perking op doeltreffende en billijke wijze ver kregen zou kunnen worden, indien aan de categorie der varkenshouders met een bedrijf van minstens 8 HA. cultuurgrond, waarvan de oppervlakte voor tenminste 20% bebouwd is met de gesteunde gewassen tarwe, suiker bieten, vlas en fabrieksaardappelen (hieraan aangegeven door: Categorie II), een ongeveer 2 maal zoo groote beperking werd opgelegd als aan de categorie der overige varkenshou ders (hierna aangegeven door: Categorie I). Vervolgens werd aan de hand van uitvoe rige becijferingen voor elke der beide voren bedoelde categorieën varkenshouders een toe- wijzings-schaal opgesteld. In deze schalen werd o.a. vastgelegd, dat geen verdere beperking zal worden opgelegd aan de varkenshouders van Categorie 1, wien voor 1934 7 of 14 merken werden toegewezen, alsmede aan de varkenshouders van Categorie H, wier toewijzing-1934 7 bedroeg. Daarbij is bepaald, dat ook de tot Categorie I behooren- de Stamboekfokkers, die in 1934 voor extra- merken in aanmerking kwamen, niet verder beperkt zullen worden, terwijl ten aanzien van de tot Categorie II behoorende stam boekfokkers, die in 1934 voor extra-merken in aanmerking kwamen, zal gelden, dat het aan elke Provinciale Landbouw-Crisis-Organi- satie afzonderlijk overgelaten wordt te bepa len, hetzij, dat deze fokkers niet verder be perkt zullen worden, hetzij, dat de vaststel ling van hun toewijzing 1935 volgens de voor Categorie I opgestelde schaal zal geschieden. Hierbij wordt op den voorgrond gesteld, dat inzake de toewijzing van extra-merken de desbetreffende regeling voor het nieuwe seizoen zoodanig gewijzigd zal worden, dat daarmede wordt vastgesteld, dat voor deze toewijzing alleen in aanmerking kunnen ko men houders van ster-zeugen of van daar mede door de Commissie van Toezicht op de Selectie-mesterijen gelijk te stellen geïmpor teerde zeugen. Verdere becijferingen leidden vervolgens tot het resultaat, dat voor het seizoen 1935 aan het gewest N.-Holland het navolgend aan tal biggenmerken kon worden toegewezen: Noord-Holland 100.500. De Nederlandsche Veehouderjj-cent maakt bekend, dat in de week van 2 t December a.s. o.m. op de onderstaande 5 8 sen gelegenheid zal worden gegeven n Y'" ren in de gevraagde soorten aan te biedem6" Dinsdag 4 December. Purmerend, v.m., veemarkt. Donderdag 6 December. Schagen 8— v.m., veemarkt. *0 Zaterdag 8 December. Hoorn 9—n bij abattoir. V'm-. Prijzen en voorwaarden als vorige week De aangiftekaarten, welke verkrijgbaar bij de districtssecretarisssen der CewesteiY0 Landbouw-Crisis-Organisaties, moeten 'J- Zaterdag 24 November 1934 zijn ingezond bij de Gewestelijke Landbouw-Crisis-Orva nf saties, waaronder de betrokken veehoude ressorteeren. Voor de overneming van alle aangeboden dieren op alle bovengenoemde plaatsen ha niet worden ingestaan, aangezien van vorige weken leveringen moesten worden verscho ven tengevolge van het groote aanbod. De levering van tuberculose 0f para-tuberculose runderen. Door de Nederlandsche Veehouderijcentrale wordt het volgende medegedeeld: Zooals reeds werd bekend gemaakt, geldt ten aanzien van de aan de Nederlandsche Vee houderijcentrale te leveren, aan tuberculose of para-tuberculose lijdende, vrouwelijke runde ren onder meer de bepaling, dat deze levering slechts zal kunnen geschieden, indien de eige naar van het rund in kwestie lid is van een door de Nederlandsche Veehouderjjcentrale erkende rundertuberculosebestrijdingsorgani- satie. Het bestuur dezer Centrale stelt zich hier bij op het standpunt, dat de organisaties wel ke, in verband met de vorige vee-afname reeds vóór 1 Maart 1934 werden erkend, ook ten aanzien der nu plaats hebbende levering als erkend worden aangemerkt. Daarbij zal echter tevens aan recent opge richte organisaties, alsmede aan organisaties welke hun aanvrage tot erkenning de vorige maal te laat hebben ingediend, alsnog gele genheid worden geboden de bedoelde erken ning te verwerven, met dien verstande, dat de betreffende aanvrage slechts in behandeling zal worden genomen, indien zjj vóór 1 De- cenber 1934 bij de Nederlandsche Veehouderij- centrale, le van den Boschstraat 1, 's-Gra- venhage, wordt ingediend en vergezeld is van het Reglement van de organisatie in kwestie van de betreffende Instructie voor de(n) die renarts (en) en van een opgave van het aan tal veehouders, dat bij deze organisatie is aangesloten, alsmede van het aantal stuks rundvee, dat volgens globale berekening aan deze veehouders toebehoort. Ringvaart_bjj Schiphol, ^®(tf«Yreflae!T het'onWglIjke wkw'WoensdYg Y.$.ezullenemo^lr%*p«»*v«rwerk^U®®,n "®*er CHR. HIST. KTESVEREENIGING. VERGADERING. Maandagavond sprak het Tweede Kamerlid H. W. Tnanus in hu. gebouw der Evangeli satie over „Hedendaagsche politieke vraag stukken". Na het zingen van Psalm 118 7, het gebed om zegen en een korte inleiding van den heer P. Boon, kreeg de heer Tilans het woord en sprak over het genoemde onderwerp aan de hand van de gedachten, die varen neerge.egd in de Troonrede. Wanneer daarin gesproken wordt over en men aandacht besteed aan de moeiijlkheden, waaronder het bedrijfsleven gebukt gaat, uan is het niet mogelijk buiten beschouwing te laten wat in andere landen, Duitschland, Italië, Frankrijk, enz., gebeurt en gebeurd is. Spr. deed dit dan ook en maakte duidelijk, hoe het streven naar autarkie (deviezenpoiitiek, clea ring), juist voor ons land, dat aangewezen is op export, belemmerend werkte, en voor welke moeilijkheden daardoor de regeering komt te staan, hoe ze maatregelen neemt in het be lang van de eene groep en daarmee een ander deel van de bevolking weer tegen zich krijgt. Vervolgens wijdde spr. aandacht aan de be wapening en wees er voorts op, dat in de Troonrede geen nieuwe wetsontwerpen wor- van het streven der regeering, land en volk den aangekondigd, maar wel gewaagd wordt door de moeilijkheden heen te leiden. Breedvoerig besprak spr. dit streven, b v. de zorg voor een financieel-gezond staatshuis- houden. Spr. verwierp daarbij het middel van het loslaten van den gouden standaard, dat ons toch geen meerderen export zou brengen (de grenzen blijven toch gesloten) en voor een groote massa loondaling zou beteekenen. Nu we, noodgedwongen, er ons op gaan toe leggen zelf 't eigen volk van alles te gaan voorzien, wil men ook industriebanken heb ben (met overheidssteun) om nieuwe indus trieën in het leven te roepen en om zoodoende ook de werkloosheid te bestrijden. Moeilijk ech ter is het uit te maken, of zoo'n nieuwe in dustrie o,i c'cn duur in ons land zal kunnen blijven bestaan en dus het geld, daaraaan be steed, wel tot zjjn recht komt. Bij de regee ring zit ook 't streven voor, zooveel mogelijk de crisisregelingen, die aan 't bedrijfsleven zijn opgelegd, in te perken. Zij waren noodig door de overproductie en den belemmerden uitvoer, maar hebben het onaangename ge volg. dat we voor de producten meer moeten betalen dan de wereldprijs is. Na nog gewezen te hebben op de geestelijke verwarring als gevolg van de economische omstandigheden, kwam spr. tot de vraag, of wo nog wel mogen zeggen, dat we in een crisistijd leven, of tot de erkenning moeten kornen, dat we van een hoog niveau neerge ploft zijn op veel lagere levensbasis, zonder kans op stijging en gaf als zijn meening tc kennen, dat we met het laatste rekening zullen moeten houden. Spr. gelooft, dat we met structueele veranderingen tc doen hebben en we dus tot maatschappelijke ordening van productie en distributie moeten komen, wel ken weg we met de hedrijfsradenwet trouwens reeds inslaan. Zeker niet het minst interessante deel van den avond was het stellen van vragen door de heeren Van der Walle, P. Moolenaar, H. Davids en Van Bostelen en de beantwoording daarvan door den spr. We zouden echte» kolommen noodig hebben om op dat alles n» te gaan en zullen er dus het zwijgen toe doen. Na nogmaals in 't kort gewezen te hebben op de moeilijkheden, waarvoor de regeering staat, besloot de heer Tilanus met een op wekking, juist in deze t|jden vast te houden aan de oude beginselen. De heer Boon sprak den wensch uit, dat er zegen mocht rusten op de besprekingen sloot, na samenzang, met dankgebed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 10