Ingezonden
Een en ander over
Tristan da Cunha
Uit het politie-rapport.
Breezand.
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 20 NOVEMBER 1934.
Toewijzing van biggen-
merken voor het seizoen 35
Nederlandsche
Veehouderij-centrale.
In een Hollandsche bewerking van een
werk van Stanley Rogers, getiteld „De Atlan
tische Oceaan" (bewerking van P. J. Vare
kamp, met een introductie van den haven
meester van Amsterdam W. N. van de Poll),
vinden wij over het eiland Tristan da Cunha,
dat door de K 18 op haar reis naar Indië,
zooals men weet, zal worden aangedaan, in
teressante bizonderheden, die ongetwijfeld
onze lezers eveneens zullen interesseeren.
De Tristan da Cunha-eilanden bestaan uit
drie kleine eilanden van vulkanischen oor
sprong, gelegen in den Zuid-Atlantischen
Oceaan op 37° 5' Z. en 12° 16' W. Zij liggen
2000 mijl Westelijk van Kaap de Goede Hoop
en 4000 mijl Noord-Oostelijk van Kaap Hoorn.
St. Helena ligt 1500 mijl ten Noord-Oosten.
Deze cijfers geven een idee hoe ver de Tristan
da Cunha-eilanden uit de bewoonde wereld en
de scheepvaartlijnen liggen.
De eilandengroep is Engelsch bezit en ge
noemd naar den Portugeeschen admiraal die
ze in 1560 ontdekte. Tristan, het grootste van
de drie, heeft een middellijn van zeven mijl,
verheft zich met zijn vuleaan tot een hoogte
van 7600 voet en is steeds met sneeuw be
dekt. Het Nachtegaal-eiland, waar veronder
steld wordt dat zeerooversschatten begraven
zijn, is het kleinste van de groep en ligt op
10 mijl afstand van Inaeessible-eiland. Dit
laatste ligt twintig mijl van Tristan en is om
ringd door klippen die een 1000 voet hoogte
bereiken. De kleine strandjes zijn smal en
geven moeilijke landingsplaatsen voor booten.
De eilanden, die bedekt zijn met een soort
dik, grof gras, zijn de woonplaats van tal-
looze duizenden pinguins, zeeduiven, albatros
sen, sternen en skuas. Zoogdieren behooren
er niet thuis. Het land ziet er desolaat uit,
de hemel is haast altijd met wolken bedekt,
de laatste plaats waar men zou wenschen
aan land te worden geworpen. En toch zijn er
diverse menschen geweest die er uit verkie
zing gewoond hebben.
Hoewel een Engelsch zeekapitein met zijn
bemanning van Augustus 1790 tot April 1791
er negen maanden doorbrachten met robben
jagen (ze doodden 5600 robben), was de eer
ste man die zich op Tristan vestigde een
zekere Thomas Currie, die daar in 1810 land
de. Currie werd gevolgd door twee Ameri-
kaansche walvischvangers, Lambert en Wil
liams, van Salem, Massachusets. Lambert be
noemde zich zelf tot koning en noemde
Tristan het Verfrisschings-eiland, welke beide
feiten er op wjjzen dat deze knaap een opti
mistische natuur had. Hij verdronk mei. Win-
liams in 1812 terwijl ze met een boot aan het
visschen waren. Intusschen kreeg Currie weer
gezelschap vn twee zeelieden die met hem
in zaken gingen voor het kweeken van groen
ten en koren en het ofkken van varkens uit
een paar dat ze met hun schip meegebracht
hadden. Gedurende den oorlog van 1812 was
Tristan een basis voor de Amerikaansche
kapers die op de loer lagen voor de Oost-
Indië-vaarders. In Augustus 1816 nam Enge
land de eilandengroep formeel in bezit en had
er een paar maanden een klein garnizoen.
Toen de soldaten weer weggingen bleef een
zekere korporaal Glass met zijn vrouw en
twee kinderen en nog twee man achter. Dit
was het begin van de tegenwoordige neder
zetting. Van tijd tot tijd kwamen er nog
bewoners bij, schipbreukelingen en zeelui, zoo
dat er een heele kolonie ontstond. In 1827
emigreerden vijf negerinnen van St. Helena
naar Tristan en huwden er vijf vrijgezellen
De tegenwoordige bevolking is dus van ge
mengd, Hollandsch, Engelsch, Italiaansch,
Aziatisch en negerbloed, maar het Engelsch c
domineert. Korporaal Glass voerde een pa-
bestuur en «geerde tot zijn dood
In loo3.
De blanke bevolking had op dit desolate
eiland een soort beschaving ingevoerd De
woningen werden van steen gebouwd, afge
dekt met het taaie gras. Er werden koeien
schapen en varkens gefokt en met ijver rob^
ben gejaagd, hetgeen een belangrijke bron
van bestaan opleverde. Geld werd niet tre
r" bet*akl° elkaar met benöo-
digdheden. In 1856 was er al een bevolkinc
van een honderd zielen, maar toen men g!
te, typische Sinterklaasliedjes weer in alle
Nederlandsche gezinnen weerklinken; want
dit dient wel bijzonder vermelding 't boekje
wordt in heel Nederland in ieder huisgezm
bezorgd; wat zeggen wil dat de liedjes in
anderhalf milUoen gezinnen komen!
Op verzoek van de Justitie is alhier een
vrouw aangehouden, die zich in Duitschland
aan een zedenmisdrijf heeft schuldig gemaakt.
Zij is naar het Huis van Bewaring te Alkmaar
overgebracht.
EEN AUTOBOTSLNG.
Door den bestuurder van een autobus werd
aangifte gedaan dat, toen hij Vnjdagavond
tusschen Burgervlotbrug en Sint ^t®ns-
vlotbrug op den Rijksweg reed, hg door lich
ten van een hem tegemoet rijdenden auto zoo
danig werd verblind, dat hij met de door hem
bestuurde autobus tegen een aan den weg
staanden vrachtauto reed waardoor de auto
bus ernstig werd beschadigd.
De bestuurder van den hem tegemoet rijden
den auto reed door en bleek onbekend.
Sigarettendiefstal.
Door een vertegenwoordiger werd Zaterdag
aangifte gedaan, dat uit een auto, waarmede
hij tot het bezoeken van klanten naar een na
burige gemeente was geweest, eene hoeveel
heid sigaretten Is ontvreemd.
Vernieling.
Een in de Vijzelstraat wonende weduwe
deed aangifte, dat door een haar onbekenden
jongen een ruit van haar woning is stuk
gegooid.
Onyoorzichtig chauffeur.
Een bewoner van de le Vroonstraat deed
aangifte dat toen hij zich Zondagmiddag met
zijne vrouw, die een kinderwagen bestuurde,
in de Keizerstraat, ter rechterzijde van den
weg bevond, de wagen door een, met flinke
snelheid rijdenden auto, werd aangereden,
waardoor aan den kinderenwagen ernstige
schade werd toegebracht. Het in den wagen
liggende kind bleef ongedeerd.
(Buiten verantwoordelijkheid van de redactie
Niet geplaatste stukken worden
niet teruggezonden.)
Den Helder, 19 Nov. 1934.
Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte in uw
blad over de voorgenomen brandweer in onze
gemeente.
„Op heden, 20 Nov. 1934, wordt op vreed
zame wijze onze oude brandweer om zeep ge
bracht". Dat was mijne gedachte, toen ik J.1.
Zaterdag in uw blad het bericht over reorga
nisatie der brandweer las.
En waarom? Nooit in de 36 jaren, dat on-
dergeteekende lid van den brandraad is ge
weest, is er een klacht tegen hem uitgebracht
wat zijn prestaties betreft. En nu zoo opeens
is alles verouderd. Niets is meer goed en nog
wel met volle instemming van den brandraad!
Laat ons dat even zeggen, dat de brand
raad voor een geheel pasklare verordening,
zooals die er nu uitziet, werd geplaatst, en
wel begreep, dat er niet viel tegen te vechten,
zooals mij door een der brandmeesters werd
medegedeeld, aangezien ik toen geen lid van
den brandraad meer was. De verouderde hand
spuiten waren ook al door mij de laatste paar
den, die van stal gehaald werden. Onze water
leiding is onze beste brandblusscher; altijd
gereed en volop water. De brand in de Spoor
straat eenige jaren geleden hadden wij met de
brandkranen onder de knie. Door een techni
sche fout was de Marine, opgesteld met haar
stoomspuit aan de Westgracht voor de Bree-
waterstraat, te laat om nog wijziging in het
verbrandingsproces te brengen. Wel heeft zij
toen nog gewerkt. Bij den brand van den heer
Govers waren op het terrein aanwezig de drij
vende en de autospuit der Marine. Zij hebben,
althans de drijvende spuit, massa's water
in het brandende perceel geworpen, zoo ook
onze uitstekende waterleiding bij strenge
vorst. Waar of al die machten voor moesten
dienen begreep ik niet, daar er niets anders
kon verbranden dan het pakhuis met inhoud,
dat toch niet meer te redden viel. Het pakhuis
was veel hooger dan de belendende perceelen,
dus voor overslaan geen gevaar. Zij, die zich
den brand in Café „Centraal" nog herinneren,
kun dat beamen.
Dan het parasiteeren op de Marine. Mij is
altijd verzekerd, door het belang, dat zij er bij
heeft, dat de Marine bij brand aan Hoofd
gracht, Molenplein, Weststraat, Zuidstraat,
Binnenhaven, le blok, Ankerpark, zonder aan
vraag opkomt. Zoo kan ik ook tot mrjn ge
noegen mededeelen, dat bij brand de Schout
bij-Nacht altijd liet vragen of wij de stoom
spuit noodig oordeelden, wat mij persoonlijk
meer dan eens gevraagd is.
Nu vind ik dat parasiteeren niet zoo erg,
want wanneer komt het voor, en als dan de
Marine niet helpen kan, werken er andere
machten en oorzaken. De waterleiding is best
en als er voldoende materieel is onder be
kwame leiding,geheel voldoende voor een ge
meente als de onze met haar lage bebouwing.
Die is altijd gereed en wacht slechts op het
plaatsen der standpijp en aangekoppelde slan
gen om het water in het vuur te werpen.
Heeft ook geen last van „doe 't zelf", zooals
een motor wel.
En dan nog de kosten. Verleden jaar is de
kermis te hulp moeten komen en de straat
belasting met 50 verhoogd om de eindjes
aan elkaar te binden, want alles goed bezien,
zal later wel blijken wat er noodig is. De
terugkeerende kosten zullen dan wel hooger
zijn. Chauffeur, woning, plaatsvervangers,
kosten onderhoud en aanschaffing verbou
wing.
U dankend voor de plaatsing,
K. ZEEMAN,
Oud-Brandmeester der gemeente
Den Helder.
EEN NATIONALE GEBEURTENIS.
Woensdag a.s. worden te Amsterdam op
Schiphol onze nationale luchthelden van de
„Uiver" feestelijk binnengehaald, de man
nen, waarvan de namen in de Nederlandsche
geschiedenis zullen blijven voortleven.
Op Woensdag zal de Nederlandsche bevol
king uiting geven aan haar gevoelen van
dankbaarheid en bewondering jegens deze
moedige menschen, welke de Nederlandsche
vlag op schitterende wijze in den vreemde
hebben hooggehouden. Het wordt Woensdag
een feestdag, de scholen in Amsterdam zijn
gesloten en vele werkgevers hebben hun per
soneel vrijaf gegeven; de vlaggen zullen dien
dag wapperen. Ook Den Helder mag niet
achterblijven bij dit nationale gebeuren. Laten
daarom de ingezetenen van Den Helder op
W oensdag a.s. onze stad een feestelijk aanzien
CHR. HIST. KIESVEREENIGING.
VERGADERING.
Maandagavond sprak het Tweede Kamerlid
H. W. Tilanus in hot gebouw der Evangeli
satie over „Hedendaagsche politieke vraag
stukken".
Na het zingen van Psalm 118 7, het gebed
om zegen en een korte inleiding van den heer
P. Boon, kreeg de heer Tilans het woord en
sprak over het genoemde onderwerp aan de
hand van de gedachten, die waren neergelegd
in de Troonrede.
Wanneer daarin gesproken wordt over en
men aandacht besteed aan de moeiijlkheden,
waaronder het bedrijfsleven gebukt gaat, dan
is het niet mogelijk buitên beschouwing te
laten wat in andere landen, Duitschland, Italië,
Frankrijk, enz., gebeurt en gebeurd is. Spr.
deed dit dan ook en maakte duidelijk, hoe het
streven naar autarkie (deviezenpolitiek, clea
ring), juist voor ons land, dat aangewezen is
op export, belemmerend werkte, en voor welke
moeilijkheden daardoor de regeering komt te
staan, hoe ze maatregelen neemt in het be
lang van de eene groep en daarmee een ander
deel van de bevolking weer tegen zich krijgt.
Vervolgens wijdde spr. aandacht aan de be
wapening en wees er voorts op, dat in de
Troonrede geen nieuwe wetsontwerpen wor-
van het streven der regeering, land en volk
den aangekondigd, maar wel gewaagd wordt
door de moeilijkheden heen te leiden.
Breedvoerig besprak spr. dit streven, b.v.
de zorg voor een financieel-gezond staatshuis-
houden. Spr. verwierp daarbij het middel van
het loslaten van den gouden standaard, dat
ons toch geen meerderen export zou brengen
(de grenzen blijven toch gesloten) en voor
een groote massa loondaling zou beteekenen.
Nu we, noodgedwongen, er ons op gaan toe
leggen zelf 't eigen volk van alles te gaan
voorzien, wil men ook industriebanken heb
ben (met overheidssteun) om nieuwe indus
trieën in het leven te roepen en om zoodoende
ook de werkloosheid te bestrijden. Moeilijk ech
ter is het uit te maken, of zoo'n nieuwe in
dustrie ot» c'en dv.ar in ons land zal kunnen
blijven bestaan en dus het geld, daaraaan be
steed, wel tot zijn recht komt. Bij de regee
ring zit ook 't streven voor, zooveel mogelijk
de crisisregelingen, die aan 't bedrijfsleven
zijn opgelegd, in te perken. Zij waren noodig
door de overproductie en den belemmerden
uitvoer, maar hebben het onaangename ge
volg. dat we voor de producten meer moeten
betalen dan de wereldprijs is.
Na nog gewezen te hebben op de geestelijke
verwarring als gevolg van de economische
omstandigheden, kwam spr. tot de vraag,
wo nog wel mogen zeggen, dat we in een
crisistijd leven, of tot de erkenning moeteD
kornen, dat we van een hoog niveau neerge
ploft zijn op veel lagere levensbasis, zonder
kans op stijging en gaf als zijn meening te
kennen, dat we met het laatste rekening
zullen moeten houden. Spr. gelooft, dat we
met st ructueele veianderingen te doen hebben
en we dus tot maatschappelijke ordening van
productie en distributie moeten komen, wel
ken weg we met de bedrijfsradenwet trouwens
reeds inslaan.
Zeker niet het minst interessante deel van
den avond was het stellen van vragen door
de heeren Van der Walle, P. Moolenaar, H.
Davids en Van Bostelen en de beantwoording
daarvan door den spr. We zouden eohtet
kolommen noodig hebben om op dat alles i®
te gaan en zullen er dus het zwijgen toe doen.
Na nogmaals in 't kort gewezen te hebben
°P de moeilijkheden, waarvoor de regeering
staat, besloot de heer Tilanus met een op
wekking, juist in deze tijden vast te houden
aan de oude beginselen.
De heer Boon sprak den wensch uit, dat er
zegen mocht rusten op de besprekingen en
001< na samenzang, met dankgebed.
ruchten hoorde over het beloofde land zeilden
j er vgf en twintig met een walvischvaarder
naar Amerika. In hetzelfde jaar werd de be-
I volking nog weer verminderd, daar er vijf
en veertig naar de Kaapkolonie reisden. Na
den dood van Glass werd deze opgevolgd
door een oud marinematroos, Cotton geheeten,
die nog een der bewakers van Napoleon ge
weest was.
In 1860 richtten de geconfedereerde krui
sers „Shenandoah" en „Alabama" zulk een
schade aan onder de Noord-Amerikaansche
walvischvaarders in deze wateren, dat de ei
landen voor een geruimen tijd alle verbinding
met de rest van de wereld verloren. Maar
daarna hadden de eenvoudige bewoners de
groote eer bezoek te krijgen van den Hertog
van Edinburg, en ter herinnering aan dit feit
noemden zij het gehuchtje Nieuw Edinburg.
In 1880 was de bevolking weer gestegen tot
109 zielen, het hoogste getal, dat ooit bereikt
is. Vijf jaar later hadden ze evenwel het on
geluk vijftien van de beste mannen te ver
liezen door het omslaan van een reddingboot
die bezig was proviand naar een schip te
brengen. Hierna waren er nog maar vier vol
wassen mannen op Tristan. Daarna kwam
nog een tijd van hongersnood doordat de rat
ten van een vergaan schip zich op het eiland
voortteelden en den oogst vernielden. Men is
er later niet meer in geslaagd ooit weer
koren te telen. De bewoners leven in vrede
en vriendschap zonder een geschreven wet. Zij
zijn godsdienstig en gastvrjj en in hun geeste
lijke behoefte wordt voorzien door geestelijken
die vrijwillig de beschaving verlaten voor dit
oord van verbanning. De mannen zijn allen
eerste klasse zeelieden en wagen zich in hun
eigengemaakte zeildoeksche booten tot het
Nachtegaal-eiland en tot Inaccessible. Meer
dere malen is hun land aangeboden in de
Kaapkolonie, maar zij bUjven weigeren hun
eiland te verlaten.
Zooals men ziet, maakt deze schrijver geen
melding van de vestiging en het „koning
schap", na het overlijden van korporaal Glass,
van den Hollander Groen.
geven, door de Nederlandsche driekleur uit te
steken en daaidooi tevens te toonen, dat zij
de prestaties van deze Nederlandsche man
nen weten te waardeeren.
U, hooggeachte Redactie, hartelijk dank
voor de plaatsing.
Met hoogachting,
A. Uithol.
Geachte Redactie.
Beleefd verzoeken wij u onderstaand stukje
te willen plaatsen. Bij voorbaat hartelijk
dank.
Zaterdag j.1. werd den marktkooplieden
medegedeeld, dat de duur van de Zaterdag-
avondmarkt voorloopig met een half uur zal
worden verkort.
Wanneer het bg dit half uur blijft en dit
als preventieve maatregel is bedoeld om de
markt tijdig te eindigen, dan is dit geen be
zwaar. Het komt ons echter voor, dat deze
maatregel het gevolg is van een actie om de
markt te doen verdwgnen of onmogelijk te
maken.
Indien dit het geval is worden naar onze
meening verkeerde paden betreden. Wat is er
al niet gedaan om de markt te doen bloeien,
b.v. door het aanleggen van een lichtinstalla
tie? En nu er Zaterdagavonds een markt is,
die met markten in andere plaatsen in veel
opzichten een vergelijking glansrijk kan
weerstaan, nu lijkt het dat bovengemelde
maatregel er op bedoeld is het bereikte weer
teniet te doen. Het mag toch gezegd worden,
dat meerdere ingezetenen een boterham op
de markt verdienen en dat is in dezen tijd
een niet te onderschatten voordeel. Het is
waar, dat vele van buiten komende koop
lieden hunne waren op de markt aan den man
brengen, maar bij het beoordeelen hiervan
moet voorop staan, dat de Nederlandsche ge
meenschap niet alleen Den Helder vormt.
Het zich isoleeren in een beperkte ruimte
is nimmer een voordeel gebleken, hiervan
spreekt onze tijd een duidelijke taal.
Juist de markt is een terrein, waar de ge
meenschapszin wordt gevonden die verder,
gaat dan de enge plaatselijke.
Zeker is dit het geheim, waarom het pu
bliek zoo gaarne ter markt gaat. Hier wor
den de stemmen vernomen van allerlei kunne.
Daarom hopen ondergeteekenden dat maat
regelen als voormeld verder achterwege zul
len blijven.
Nogmaals u mijnheer de redacteur vrien
delijk dankend voor de ons geschonken plaats
ruimte.
L. DE HAAN.
B. SCHOLTEN.
F. OTTENHOF.
Wij kunnen de inzenders mededeelen, dat
naar onze overtuiging van eentg opzet om de
markt te doen verdwijnen geen sprake is.
Redactie Held. Crt.
Geachte Redactie.
Verzoeke beleefd een kleine plaatsruimte
voor onderstaand schrijven, waarvoor mijn
dank.
Het is niet lang meer, of wij tellen 1935 en
dan is het 25 jaar geleden, dat de Pensioen
wet tot stand kwam voor de weduwen; maar
helaas niet van terugwerkende kracht voor de
weduwen van voor 1909. Daarom werd, na de
afwijzende beschikking van den Minister hier
met spoed een Vereeniging Weduwenzorg op
gericht met meerdere afdeelingen voor Land
macht, Zeemacht en Koloniën, om toch nog de
zorgen, die weduwen een uitkeering uit de kas
dier Vereeniging te kunnen geven. 25 jaar ge
bedeld om den boel in stand te houden! En
de kas wordt heel dun, dat kunt U alllen wel
begrijpen.
Geachte lezer(es), de Landmacht stichtte
een fondsje en er werd bij mij altijd door den
penningmeester gebracht wat gestort was, en
door mij opgezondeen naar den algemeenen
penningmeester. En nu doe ik als penning
meesteres een beroep op de gulheid van de
Heldersche inwoners, nu wij morgen allen bij
onzen luidspreker luisteren en velen zelfs naar
Schiphol gaan om de dappere „Uiver"-mannen
te huldigen, om één moment onze gedachten
te richten naar de weduwen, wier mannen
zooveel jaren terug ook Hollands roem hebben
hoog gehouden, en allen een kleinigheid af te
staan, om toch die oudjes hun uitkeering te
kunnen blijven geven. Ze zullen U er ten hoog
ste dankbaar voor zijn.
Gaarne neemt ondergeteekende het in ont
vangst en verantwoordt het in de Heldersche
Courant, evenals in het Maandblaadje van bo
vengenoemde Vereeniging. Vooral aan de
actief-dienenden zou ik willen vragen hun of
fertje te geven voor de weduwen van oud-col
lega's. Dus U doet het! Ik dank U dan allen
in naam der weduwen.
U, geachte redactie, nogmaals dank voor de
te nemen moeite.
Achtend,
M. VAN VLIET—WICKEL,
Penningmeesteres „Weduwenzorg".
Hoogstraat 20.
Den Helder, 15 November 1934.
VAN KRANTENJONGEN TOT
MILLIONAIR.
De Melbourne-race staat in het gesprek van
den dag, een daad die nog lang in ons volk
zal bljjven voortleven. Men behoeft ten eenen-
male geen chauvinist te zijn om zich nu juist
eens als een echten Hollander te voelen. De
geschiedenis van het roemrijke verleden onzer
natie herhaalt zich, en al wordt deze toon
niet veel gehoord, wij danken er God voor,
dat Hij dit kleine land ook in dit opzicht zijn
zegeningen niet onthoudt. Het was een goede
gedachte van Melbourne's burgervader, om op
zekeren dag aan den gewezen krantenjongen
te vragen zijn idealen omtrent een Londen-
Melbourne race te financieren. „Met geld doe
je wonderen, „zegt het spreekwoord, en Mac
Robertson bracht het in toepassing. Deze mil-
lionair, die zooals velen van zijn collega's
krantenjongen was geweest, toen hij met zijn
i ouders te Leith in Engeland woonde, was met
dit bedrijf al 's morgens vroeg, toen hij nauwe
lijks 8 jaar was, in de weer, voor dat hij op
de schoolbank kroop was hij nog assistent-
inzeeper bij een barbier, welk bedrijf na
schooltijd werd herhaald. Toen zijn arbeids
veld later naar Australië werd verlegd, had
hij op zijn Hollandsch uitgedrukt 12 ambach
ten en 13 ongelukken. Maar door al deze din
gen had onze Mac Robertson levenswijsheid
opgedaan. Ten laatste trad hij zelfstandig op
en bemerkte dat er uit koek en lekkernijen
het meeste geld te halen was. Zijn energie
en durf brachten hem er later toe tot het
doen verrijzen van fabrieken enz., en hij fa
briceerde zelf de grondstoffen voor zijn eigen
bedrijven. Nu is het Mac Robertson de mil-
lionair. En hoewel hij uit Schotsche ouders
géboren is, is het frappante gezegde „zuinige
Schot" op hem geheel niet van toepassing.
Wij zien op uw foto in het blad van 13 Nov.
j.1. den gemoedelijken ouden Heer, die met
zijn duiten in de heele wereld aandacht trekt.
Toen eenmaal Melbourne's burgemeester in
1933 Mac Robertson voor financiering van
zijn plannen gewonnen had liep alles vanzelf
van Stapel. En nu ligt alles achter den rug,
wat de eigenlijke race betreft. En wij in 't
Hollandsche hooge Noorden hebben de eer te
weten, dat een jonge man die in onze goede
stad het levenslicht aanschouwde, hier eerst
zijn werkkring had en later met zijn Nieuwe-
diepster naar Mokum trok, een van deze hel
den is.
De jongens geloofden hetzelf niet, maar de
ervaring doet hun zien, dat heel het Vader
land trotsch is op hetgeen zg Presteerden Ik
sluit mij dan ook volkomen aan, bd deitozemd-
ster van het ingezonden stuk in Uw blad van
Zaterdag der vorige week, dat Bouke Prin
als hij in de richting van lange Jaap komt,
onze erkentelijkheid in ontvangst kan nemen.
Ik hoop dat zij die een zoodanig comité kun
nen vormen, omdat ze er toe in staat zijn, het
ook zullen doen. Laten ze er echter niet te
lang mede wachten.
Met dank voor de plaatsing.
Uw dw. dienaar:
J. GROENENDIJK.
Door de Nederlandsche veehouderij-centrale
wordt het navolgende bekend gemaakt:
Gedurende het seizoen 1934 (1 Januari '34
tot 1 Januari 1935) werden aan de gewesten
in totaal 2.520.000 stuks biggenmerken toe
gewezen.
Op grond van de cijfers betreffende binnen-
landsche consumptie, export en huisslachtin
gen is het Bestuur der Centrale van meening,
dat ten aanzien van de periode 1935 (1 Jan.
1935i Januari 1936) een toewijzing van
2.200.000 stuks biggenmerken rationeel te
achten is.
Uitgaande van de daartoe door de Provin
ciale Landbouw-Crisis-Organisaties verstrek
te gegevens betreffende de aantallen merken,
welke door hen aan de onderscheidene groe
pen varkenshouders werden toegewezen, wciVl
de conclusie getrokken, dat de beoogde be
perking op doeltreffende en billijke wgze ver
kregen zou kunnen worden, indien aan de
categorie der varkenshouders met een bedrijf
van minstens 8 HA. cultuurgrond, waarvan
de oppervlakte voor tenminste 20% bebouwd
is met de gesteunde gewassen tarwe, suiker
bieten, vlas en fabrieksaardappelen (hieraan
aangegeven door: Categorie II), een ongeveer
2 maal zoo groote beperking werd opgelegd
als aan de categorie der overige varkenshou
ders (hierna aangegeven door: Categorie I).
Vervolgens werd aan de hand van uitvoe
rige becijferingen voor elke der beide voren
bedoelde categorieën varkenshouders een toe-
wijzings-schaal opgesteld.
In deze schalen werd o.a. vastgelegd, dat
geen verdere beperking zal worden opgelegd
aan de varkenshouders van Categorie 1, wien
voor 1934 7 of 14 merken werden toegewezen,
alsmede aan de varkenshouders van Categorie
H, wier toewgzing-1934 7 bedroeg. Daarbij ia
bepaald, dat ook de tot Categorie I behooren-
de Stamboekfokkers, die in 1934 voor extra-
merken in aanmerking kwamen, niet verder
beperkt zullen worden, terwgl ten aanzien
van de tot Categorie II behoorende stam
boekfokkers, die in 1934 voor extra-merken
in aanmerking kwamen, zal gelden, dat het
aan elke Provinciale Landbouw-Crisia-Organi-
satie afzonderlijk overgelaten wordt te bepa
len, hetzij, dat deze fokkers niet verder be
perkt zullen worden, hetzij, dat de vaststel
ling van hun toewijzing 1935 volgens de voor
Categorie I opgestelde schaal zal geschieden.
Hierbij wordt op den voorgrond gesteld, dat
inzake de toewijzing van extra-merken de
desbetreffende regeling voor het nieuwe
seizoen zoodanig gewijzigd zal worden, dat
daarmede wordt vastgesteld, dat voor deze
toewijzing alleen in aanmerking kunnen ko
men houders van ster-zeugen of van daar
mede door de Commissie van Toezicht op de
Selectie-mestergen gelijk te stellen geïmpor
teerde zeugen.
Verdere becijferingen leidden vervolgens
tot het resultaat, dat voor het seizoen 1965
aan het gewest N.-Holland het navolgend aan
tal biggenmerken kon worden toegewezen:
Noord-Holland 100.500.
De Nederlandsche Veehouderij-central
maakt bekend, dat in de week van 2 tot
December a.s. o.m. op de onderstaande pia-8
sen gelegenheid zal worden gegeven run7'
ren in de gevraagde soorten aan te bieden- 6"
Dinsdag 4 December. Purmerend, g
v.m., veemarkt.
Donderdag 6 December. Schagen 8—-m
v.m., veemarkt.
Zaterdag '8 December. Hoorn 9u v
bg abattoir.
Prgzen en voorwaarden als vorige week
De aangiftekaarten, welke verkrijgbaar Z"
bg de districtssecretarisssen der Gewestelijk11
Landbouw-Crisis-Organisaties, moeten v A
Zaterdag 24 NovembA 1984 zijn ingezonde*
bij de Gewestelijke Landbouw-Crisis-Organi1
saties, waaronder de betrokken veehouders
ressorteeren.
Voor de overneming van alle aangeboden
dieren op alle bovengenoemde plaatsen kan
niet worden ingestaan, aangezien van vorige
weken leveringen moesten worden verscho
ven tengevolge van het groote aanbod.
De levering van tuberculose 0f
para-tuberculose runderen.
Door de Nederlandsche Veehouderijcentrale
wordt het volgende medegedeeld:
Zooals reeds werd bekend gemaakt, geldt
ten aanzien van de aan de Nederlandsche Vee
houderijcentrale te leveren, aan tuberculose of
para-tuberculose lijdende, vrouwelijke runde
ren onder meer de bepaling, dat deze levering
slechts zal kunnen geschieden, indien de eige
naar van het rund in kwestie lid is van een
door dt Nederlandsche Veehouderijcentrale
erkende rundertuberculosebestrijdingsorgani-
satie.
Het bestuur dezer Centrale stelt zich hier
bij op het standpunt, dat de organisaties, wel
ke, in verband met de vorige vee-afname,
reeds vóór 1 Maart 1934 werden erkend, ook
ten aanzien der nu plaats hebbende levering
als erkend worden aangemerkt.
Daarbij zal echter tevens aan recent opge
richte organisaties, alsmede aan organisaties
welke hun aanvrage tot erkenning de vorige
maal te laat hebben Ingediend, alsnog gele
genheid worden geboden de bedoelde erken
ning te verwerven, met dien verstande, dat de
betreffende aanvrage slechts in behandeling
zal worden genomen, indien zij vóór 1 De-
cenber 1934 bij de Nederlandsche Veehouderij
centrale, le van den Boschstraat 1, 's-Gra-
venhage, wordt ingediend en vergezeld is van
het Reglement van de organisatie in kwestie
van de betreffende Instructie voor de(n) die
renartsten) en van een opgave van het aan
tal veehouders, dat bij deze organisatie is
aangesloten, alsmede van het aantal stuks
rundvee, dat volgens globale berekening aan
deze veehouders toebehoort.
Voorbereiding voor de ontvangst van de „Uiver"-bemanning. - Pontonniers zijn druk bezig met het leaaen van nnntnnK
Ringvaart bij Schiphol, welke bruggen het ontzaglijke verkeer Woensdag a.s. zullen moeten helpen verwerken. °V®r de