In drommen trekt Nederland naar Schiphol
Een interview en een bezoek aan de
echtgenoote van Bouke Prins.
flinke aapptM Jfjongen*
Een groot Nederlandsch gebeuren!
Ui ver-vreugde.
„Uiver'-huldiging namens
de gemeente Den Helder.
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 22 NOVEMBER 1934.
5
De „Uiver" behouden op Schiphol geland
Vandaag klopt op Schiphol 't hart van
Nederlandeen hart vol van nationalen
trots! Onder de tienduizenden, die uit alle
hoeken van Nederland optrokken, zijn ook
vele Heldersche burgers. Hun hart is niet al
leen vervuld van nationalen trots, maar ook
als inwoner van Jutterstad voelen zij zich
vandaag fierBij het nationale gevoel,
dat thans overheerscht, voegt zich bij hen een
stedelijke trots. 't Is hun stad, 't is Den
Helder, dat thans voor de derde maal een
oud-stadgenoot in 't middelpunt van natio
nale en internationale glorie geplaatst ziet.
Ben van de vier luchthelden, die zoo straks
uit den grooten, wonderlijken vogel de
Uiver" zal stappen, is een eenvoudige, stoere
Heldersche jongenBouke Prins.
>t is niet voor de eerste maal, dat Neder
land in drommen, juichend naar Schiphol
stroomt. In een kort tijdsbestek heeft Neder
land op deze vlakke weilanden reeds driemaal
een groote nationale overwinning gevierd,
een overwinning, grooter en verhevener dan
ooit op 't slagveld kan worden behaald.
Op deze groene velden werden reeds meer
malen triomphators met laaiende geestdrift
begroet door een enthousiast volk, dat op dat
moment één en ondeelbaar was.
Hun vorewinning was glorierijk, 't bracht
Nederland voor het forum der wereld. Hun
overwxnnig maakte, dat Holland opnieuw met
eere genoemd wordt.
Eeuwen geleden waren het koene zeevaar
ders, die met hun schepen het onbekende
tegemoet gingen. Zij wisten niet wat" hun
wachtte op die verre en onbekende zeeën,
welke gevaren hen bedreigden, maarzij
vroègen nietzij gingen! Ze kwamen in
een vreemd land, ver, heel ver van de hun
nen. Vele maanden hadden zij rondgezworven,
maarzij bereikten hun doel, dank zij hun
energie. Zij legden een band tusschen Holland
en Indië. Een band, die in den loop der eeuwen
vastgesmeed is Indië en Nederland één!.
Zij waren de pioniers onder de zeevaarders
zjj waren Nederlandersals Parmentier,
Mol, Prins en Verbruggen vele eeuwen later
zouden toonen te zijn.
De trein staat stil. We zjjn in Amsterdam.
De familie Prins zou door drie auto's door
de „Heldersche Courant" naar Schiphol ver
voerd worden.
Die auto's stonden voor den ingang van het
Centraal-Statlon gereed. Op alle woei in den
lichten ochtendwind de vlag van de „Helder
sche Courant" met het Heldersche wapen.
Toen kwam de photograaf. Hij wilde de
ouders van den mecanicien vereeuwigen en
oen ging het in sneltempo door de Amster-
damsche straten, tenminste over de N. Z.
Voorburgwal ging het snel, maar in de bin-
nenstad was het reeds overvol.
Hoewel het nog vroeg in den morgen was,
had
de verkeerspolitie reeds druk werk
alles te regelen. Amsterdam was in „Uiver"-
stemming! Het bekende Koningsplein was
geen Koningsplein meer. Met groote letters
stond op een bord „Uiver"-plein. De Leidsche
straat was verdwenen. Er was geen Leidsche
straat in Amsterdam. Een groot naambord,
waaronder de wereldlandkaart, met den af
stand LondenMelbourne, vermeldde, dat de
Leidsche straat uitgediend had, dat deze nu de
K.L.M. straat heette.
Overal vroolijke gezichten, overal vlaggen.
In Amsterdam heeft groote vreugde, nationale
geestdrift zich baan gebroken. Met een lang
zaam gangetje gaan we nu door de Amster-
damsche straten.
Het duurt heel lang voor we Am
sterdam uit zijn. Kleurig, met vlaggen ver
sierd, rijden de trams ons voorbij. Het heele
politiecorps is vandaag gemobiliseerd. Zelfs
zij, die nachtdienst hebben gehad, ontbreken
niet. De eerste stagnatie komt.
Halt, wij mogen niet doorstoppen!
Een inspecteur van politie vertelt ons, dat
De familie Prins bij het Centraalstation te Amsterdam.
Schiphol!
Hier werden de mannen gevormd, die de
pioniers der wereld-luchtvaarders werden.
Het oude Hollandsche bloed heeft zich niet
verloochenddat bewijzen de data 18
April 1925 30 December 1933.
Dët waren de dagen van glorie voor de
Nederlandsche pioniers der luchtvaart dët
waren ook dagen van glorie voor Den Helder.
18 April 1925
Van der Hoop v. d. Weerden Poelman en
v. d. Broeke dalen op Schiphol neer. Zij waren
het onbekende tegemoet gevlogenmet
koenen durfZij legden den eersten band
door de lucht met IndiëOp Schiphol
klopte het hart vol nationalen en Helderschen
trots
De man, die het hart van den luchtvogel
verzorgde, was immers een Heldersch in
wonerv. d. Broeke.
30 December 1938.
Schiphol!Er is geen band gelégd tus
schen Indië en Holland, neen, die band is nu
gesmeed! „NederlandIndië één!"
De „Pelikaan" daalt in den mist op Schip
hol, dat laait van nationalen trotsOok
Den Helder is fierwant ridder Sjef
Grosfeld is een oud-stadgenoot een bekend
voetballer uit een Heldersch elftal. Sjef
Grosveld verzorgde den motor 't hart van
de „Pelikaan"Sjef, een Heldersche, moe
dige jongen!
21 November 1934.
Vandaag is Nederland, is Den Helder weer
uitgestroomd naar Schiphol. Zoo straks zal
een groote vogel boven deze lage weilanden
zweven de „Uiver", die drie werelddeelen
aan elkaar smeeddede man, die 't hart
van den grooten vogel verzorgde is weer een
Heldersche jongenBouke Prins. Den
Helder is trotsch op deze drie.
we moeten terugkeeren. We mogen niet in die
richting over Sloten rijden. Maar wij moeten
immers juist eerst even naar Sloten; daar
woont een Heldersche, een voorname Helder
sche, de echtgenoote van Bouke Prins, die
moeten wij interviewen. De politie moet ver
murwd worden.
De „Pers", meneer de inspecteur. In
deze auto's zitten de vader en moeder van
Bouke Prins. We moeten even naar de echt
genoote van Prins, dat k- 1 toch niet wei
geren.
De inspecteur glimlacht, kijkt naar de vlag
van de „Heldersche Courant".
Mag eigenlijk niet, maarvoor dit
geval
Wij mogen doorrijden. De auto's stuiven nu
als in een bruilofsformatie over den weg. De
heele weg is van ons. Geen enkel obstakel is
op onzen weg. Voor de vader en moeder van
Bouke Prins gelden geen verkeersregelen.
„Wij rijden eigenlijk wel tegen den draad,
zegt de chauffeur verwonderd 't is kassu-
weel!"
Voort snellen de auto'sOver den een
zamen landweg ver en hoog in de bleek
blauwe herfstluchten wieken zwermen vogels
zuidwaarts
In de verte zien w\j Schiphol liggen. Groote
vogels, met hun mechanisch hart-zweven
naar het Noorden.— De mensch, de
machtige mensch, heeft het vliegen van de
vogels benaderd.
De Heldersche trein is overvol.
Luide werd er in den Helderschen trein „ge-
uiverd" en in de wagon er naast zat moeder
eu vader Prins en ze hoorden stil en zwijgend
éen lof over hun jongen aan.
't Is heel wat veranderd, zegt een oud
gediende. Pracht-machines zjjn het nu. Moet
den tijd van 1916 meegemaakt hebben als
'k. Ik was photo-techniker bij den marinelucht-
Vaartdienst, bij de M.L.D. Ik moest bij den
terugtocht der Duitschers de Zeeuwsche inun
daties vanuit de lucht photografeeren. Och
man, onze vliegmachines waren brandhout.
A's we 10 maal startten, ging het negen maal
hiet! Maar een feit is het, dat de kopstuk
ken van de Nederlandsche luchtmenschen in
Hen Helder hun kunnen geleerd hebben. Maat
1,1 dien tjjdoch man, het was brandhout.
met andere
vooruit.
Nu loopt de weg weer vol
auto's langzaam komen wij
De landmacht heeft schitterend werk ver
richt een pracht pontonbrug is over het water
geslapen, een kolonel met een staf van offi
cieren en minderen staan vol trots naar het
werk te kijken, 't Lijkt wel mobilisatie, zoo
veel militairen ontmoeten we.
Overal langs den weg zie je de vreemdste
uniformen. Dorpsche veldwachters in oeroud
tenue even verder huzaren met zware kol
bakken en ook veel marechaussé's. Bij tien
tallen doet de verkeerspolitie dienst vandaag.
Wij zijn tóch
bij de echtgenoote van ridder
Bouke Prins
geweest. Gezellig hebben wij in de feestelijk
met bloemen versierde kamer korfie ge-
dr°"ku' begrijpt, zegt mevrouw Prins, 't is
een inspannende, zenuwachtige tijd geweest,
maar 't was zoo'n mooie tijd, vol heerlijke
momenten. Ik heb nog pas mijn man gesproken,
vervolgt ze met van vreugde stralende oogen.
Verbeeld u. ik krijg een telefoonoproep om
on 't kantoortje in Sloten te komenen
wie staat aan den anderen kant van den
draacl?Bouke, mjjn man! Hij stond in
Bandoeng, in Indië en ik in Sloten in een
dorpspostkantoor.
Hij heeft met schitterende piloten gevlogen!
Parmentier, Moll, Verbruggen en mijn man,
tusschen hen heerscht een heerlijke kameraad
schappelijke geest.
Hoeveel reizen heeft hij al gemaakt,
mevrouw Prins?
Mevrou Prins lacht. Ik ben wel moe,
ziet u, maar wij stellen ook zelf veel belang
in de Heldersche Courant. Niettegenstaande
we niet meer in Den Helder wonen, lezen we
trouw driemaal in de week de krant.
Acht reizen heeft Bouke nu al gemaakt.
Hij is al verscheidene keeren in Indië ge
weest! Vol vreugde laat mevrouw Prins
de jachttropheeën van Bouke Prins zien.
De kamer is vol bloemen en afbeeldingen
van de „Uiver". Ja, zelfs op het linnen tafel
laken, dat geschonken is door een damast-
fabriek, ontbreken de emblemen van de
K.L.M. niet. Ook de lekkere taart, die op
tafel staat, is versierd met een „Uiver".
De vreemdste dingen heeft mevrouw Prins
cadeau gekregen. In den hoek van 't vertrek
lijkt 't wel of iemand een wolwinkel zal be
ginnen. Dat zijn drie knotten wol, die een
groote wolfabrikant, Parmentier, uit Leiden,
ons gestuurd heeft, om er een warme trui
voor mijn man van te maken, zegt ze lachend.
Hebt u angst gehad?
Eén oogenblilc slechts, toen de landing
in Australië maar steeds uitbleef, maar toen
we hoorden, dat ze ten slotte geslaagd waren,
toen hebben we met ons vieren uitgelaten
rondgedanst.
Toen ineens wisten we, niet alleen dat onze
mannen behouden waren, maar toen waren
we ook doordrongen van het gevoel: „Zij
hebben gewonnen!"
Naast onze dankbaarheid voor de behou
den aankomst, demonstreerde deze spontane
rondedans, het sportieve gevoel, dat zich van
ons, vliegersvroüwen, meester maakte. De
3e mededinger, die vlak achter hen was, had
den ze overwonnenNederland was de
eerste in de handicap-race. Dët gaf ons
vieren vreugde.
Wij hebben van mevrouw Prins afscheid ge
nomenOveral langs de wegen Roode
Kruis-menschenBij Schiphol is 't zwart
van de menschenOnze passe-partout ver
leent ons overal toegang.
In het gebouw van de K.L.M. is het een
va et vient. 't Lijkt een waar Babyion
Fransch, Duitseh, Engelsch, Spaansch, alles
roezemoest door elkaar.
Vele autoriteiten zyn reeds aanwezig.
Schout bij Nacht Kruys, vergezeld van zijn
adjudant, luitenant ter zee le klasse Rey-
nierse, behoort ook tot de eerst-aangekome-
nen. Een bewijs, dat onze marine, die zoovele
wakkere mannen aan de K.L.M. afstond, van
harte meeleeft met deze nationale gebeur
tenisVoor de pers is goed gezorgd. Ruime
tafels en makkelijke stoelen zijn voor ons ge
reserveerd ijverig wordt er gepend. In de
vreemdste talen wordt je aangesproken.
Schiphol loopt vol. Zij, die vroeg zijn ge
komen, mogen zich gelukkig rekenen, want
ondanks alle verkeersregelingen hokt het dik
wijls. Iedereen heeft haast om er te komen,
maar bij de bruggen en kruiswegen raakt het
verkeer toch in den knoop, ondanks de prach
tige organisatie. De laatkomers zullen moeten
afmaken, want op 't oogenblik ligt Schiphol
uren verwijderd van de hoofdstad.
Het loopt nu naar den middag
Wij hebben ons dus heel gezellig geïnstal
leerd, boven op 't platvorm. Het lijkt wel, of
we in 't midden van den zomer zijn. De witte
stoelen en witte tafeltjes zijn bezet door een
vroolijk lachend Uiverend publiek en 't Res
taurant van Schiphol doet goede zaken.
Vlak onder ons zien we vele autoriteiten.
De karakteristieke figuur van den minister
president Dr. Colijn, valt onmiddellijk op. Ook
de ministers Kalff, De Wilde en Marchant,
zien we gezellig buurten met hun kennissen.
Over het gelaat van onze joviale minister van
Defensie ligt een breede lach.
Hier, op 't platvorm, kun je wijd weg over
de lage Hollandsche weiden kijken. Van hier
zuilen wij de eersten zijn, die den zilveren
Uiver-vogel zien komen aanzweven.
Wij hebben een pracht gezicht over alles
en aller..
De tribune van de staanplaatsen is nu een en
al menschenbeweeg. Vol aandacht kijken ze
naar de oefeningen met de vliegmachines. In
't midden van 't terrein, tegenover ons, is een
groote tribune, geheel omhuld doornationaal
vlaggedoek. Daarop zullen zoo straks de
luchthelden ontvangen worden.
Dét hebben zij althans voor op de Pelikaan
reizigers, dat zy geheel uitgerust, frisch van
geest, op Schiphol neerdalenin stralen-
den zonneschijn. Door een groote loudspeaker
worden, hoorbaar tot in wijden omtrek, de
laatste Schlagers ten gehoore gebracht en
vertelt iemand wat er eigenlijk gebeurt
En er gebeurt heel wat! Geen oogenblik be
hoef je je te vervelen.'
't Is ook een pracht-dag! De natuur is de
K.L.M en de 4 jonge ridders genadig.
Een pracht-blauwe hemel koepelt wijd weg
over Nederland.
Het is nu vol leven en beweeg op Schiphol.
Op de aarde en hoog in de lucht, op de tribunes
en staanplaatsen krioelt het van de menschen,
boven in de lucht maakt een lijnvliegtuig de
wonderlijkste capriolen. Naast het lijnvlieg
tuig, met zijn mallemolen wieken voorop,
grommen en brommen de zware motoren van
de K.L.M.-vliegtuigen, die op het oogenblik de
taak hebben het wachtende publiek door hun
wonderlijke en sierlijke bewegingen te amu
seeren.
Om 12 uur komen de marine-vliegers van
„de Kooy" door de lucht boven Schiphol.
Het zijn vijf marine-vliegtuigen, die wij vaak
boven Den Helder zien zweven. In de „Z 16",
met groepscommandant officier-vlieger Van
Miade, bevindt zich tevens kolonel Ferwerda.
De „Z 7" is bemand met officier-vlieger Beu-
geling en den officier M.S.D. le klasse, chef
v. d. technischen dienst, Kramer. De „Z 1"
met sergeant Remmerswaal en luitenant ter
zee ten Klooster. Op de „Z 13" vliegen ser
geants Radstaat en Otter, terwijl op de „Z 10"
sergeant Van Dijk en korporaal Koens is.
Onze marine-vliegers blijven een kwartier
lang in de lucht demonstreeren, boven Schip
hol, aldus nogmaals een bewijs gevend, dat de
marine met dit groote gebeuren van harte mee
leeft. Ze hebben veel bekijks de marine-vlieg
tuigen, en het publiek waardeert ten zeerste
hun staaltjes van vliegkunst.
Twaalf uur 15 minuten.
De lucht is nu vol van geluiden. Op ver
schillende hoeken van het veld spelen de mu
ziekcorpsen, juichen en lachen menschen, daar-
tusschen door loeit zwaar de sirene, ronken
de motoren van de vliegtuigen
Hallo, hallo, dames en heeren! Ik heb een
liedje van Louis Davids, schalt de loud
speaker. Hij zal het even voor u zingen! Arme
Davids! Kun je in den schouwburg een speld
hooren vallen, als Louis zingt, wat hij op zijn
lever heeft, hier in de wijde natuur wordt zijn
stem overdonderd door het geweldig geronk
der motoren, door het schallen der koperen
instrumentenen er komt pas wat van de
„Uivers"-verkoopende groentenman terecht, als
de vliegtuigen zich bescheiden een beetje op
afstand houden, dan hoor je flarden van zin
nen en krijgt Louis zelfs een applausje.
Op het terrein lijkt het wel kermis. Overal
zijn koek- en consumptietentjes, 't Is ook een
buitengewone dag. Alles loopt vandaag de
K.L.M. mee. Van alles was je volgens de weer
berichten te wachten geweest: mist, regen,
enz. het geluk wil, dat een prachtig, uitge
zocht „Uiver"-zonnetje schijnt.
Toch is het een beetje koud, maar de snert,
die de veldkeuken tegen een zacht prijsje van
0.20 een kop uitreiken, doet het best.
't Is net een zallevie voor je hart, zegt
enthouiast een huismoeder, en drinkt drie por
ties achter elkaar.
't Is een vroolijke boel op het veld, maar ook
buiten op de landwegen, b\j de gesjochte jon
gens die zelfs geen paar kwartjes hebben voor
staanplaatsen, is het erg gezellig. Rijk en
geen geld, is het hier. Want voor een blauwen
hemel kan niemand een tooneelscherm trek
ken. De lucht is vrij en straks als de „Uiver"
komt, zien ze 'm toch en voor niets
Een lange Volendammer loopt hier met ge
bakken bokkums met bananen, welke zonder
linge gerechten een gretigen aftrek schijnt te
vinden.
Hallo, hallo, luide en zwaar klinkt de
loudspeaker over het veld. Om 12.29 is zoo
even de „Uiver" van Parijs gestart
Deze korte mededeeling heeft een kolossale
uitwerking. Een daverend gejuich stijgt op.
Nederland was plots veranderd
in een ware Uiver-sfeer.
Over onze nucht're menschen
kwam een stroom van vreugde neer.
En hoe dichter 't Uiver-vlieggtuig
naakte bij zijn bakermat,
Des te grooter werd de geestdrift
in de oude Amstelstad.
Met een Uiver-snelheid zijn de
werelddeelen overbrugd:
Daarom Uiver wat de klok slaat,
't woord is haast niet van de lucht:
Uiver-hoeden, Uiver-dassen
draagt men in ons kleine land.
Alles wat niet ruikt naar Uiver,
schuift men schielijk aan den kant.
In de lage Nederlanden.
afgezien van kleur of stand,
wil een ieder Uiver-lepels,
Uiver-borden aan den wand.
Uiver-kleeden, Uiver-kaarten.
tot zelfs Uiver-anthraciet,
(Zeker, omdat zij zoo spoedig
door de pijp in rook vervliet!),
't Is alleen hier om begonnen,
dat het nieuw artikel loopt:
zelfs een pasgeboren meisje
werd totUivertje gedoopt!
Ach, die groote Uiver-strooming
gaat je langzaam tegenstaan:
Daarom basta! ik gooi alles
radicaal nu van de baan.
't Spijt me, doch het (Jiver-woordje
tuimelt voor mij in het niet;
Maar. hoe Ik er op mag vitten,
toch wordt dit een...... Uiverlied!
HENDRIK HAKKELAAR.
Vanaf het hooge platvorm zie ik hoe de ge
zichten van vele menschen op het veld en op
de tribunes zich Instinctief omwenden. Ze zoe
ken de lucht af. naar het Zuiden of ze 'm
al zien. Die denken zeker, dat de „Uiver" als
een kogel uit een of andere dikke Bertha door
de Ville Lumière is afgeschoten.
Neen, zoo gauw gaat het nog niet. Maar we
weten het:
De Uiver is op weg.
Niets zal haar weerhouden.
Tegenover m(j zit de vertegenwoordiger van
1'Air France. Hjj verstaat geen Hollandsch,
heeft niet begrepen waarom er plots zoo'n dei
ning in de menschenzee kwam.
L'Uivère viendra bientót, monsieur,
1'Uivère est en marche, rien ne 1'arrêtera, zeg
ik met een kleine variatie op het bekende
Fransche gezegde.
Hallo, hallo, gilt de loudspeaker, maar nu
is het geen bericht van de „Uiver". De man
die de loudspeaker bedient, hout bepaald veel
van variatie, want hij meldt dat Louis Davids
opnieuw het liedje van den „Uiver" zal zin
gen
Louis komt en verzoekt alle aanwezigen
het refrein luide mee te jubelen. Natuurlijk
dat doen we en door alle muziekcorpsen be
geleid, zingende talrijke bezoekers van Schip
hol uit volle borst:
Daar komt de „Uiver" gevlogen,
Heel de lucht is van hem,
't Zijn de Hollandsche jongens,
Van onze pracht K.L.M.!
Het publiek zingt enthousiast en het zal
ook niet lang duren, of die pracht-jongens van
de K.L.M. zullen boven ons verschijnen. Want
weer weerklinkt de loudspeaker.
Hallo, hallo, om 1.12 u. is de „Uiver"
boven Kamerijk in Noord-Frankrijk gevlogen.
Da's nog een 240 km van Amsterdam.
Nog een uurtje en hij is er, zegt de loud
speaker.
Eigenaardig plots is even het vroolijke, het
uitbundige vervaagd, er valt stilte onder de
tienduizenden toeschouwers, maar slechts één
oogenblik, dan wordt het jolige publiek weer
ondeugend en doet juist, wat de man achter
den loudspeaker verzocht, niet te doen: het
gaat op de stoelen klimmen
Wil jullie dat laten! Dat stoelen klimmen
is nergens voor noodig, zegt de man in de
loudspeaker, mag je toch van je vrouw ook
niet doen.
Maar het publiek lacht den loudspeaker uit.
Het publiek maakt gijn met zijn vaderlijke
vermaningen.
Hallo, hallo, opletten, zegt de loud
speaker, de „Uiver" is Gent gepasseerd. Weer
wordt het stil. Iedereen klemt zich vast aan
zijn plaats. Ze durven geen voet meer verzet
ten. Zoo straks kan de „Uiver" er zoo zijn
en dan hebben ze 'm niet gezien.
Hallo, hallo, willen de vader en moeder
van mecanicien Prins nier naar tue Humcn.
Ze worden hier verwacht.
De Heldersche Prinsen worden ter mobili
satie opgeroepen. Die loudspeaker is hier
klaarblijkelijk een manusje van alles.
Het loopt nu naar twee uur.
Daar komt ie, roept het volk, wanneer een
groote grijze machine boven het veld ronkt.
Ze roepen „hoera", maar ze zijn voorbarig ge
weest, want 't is een groote vliegmachine van
1'Air France. Aan boord bevindt zich de heer
Fokker, die nog juist op tijd kan zijn om de
vier luchthelden te begroeten, maar dan moet
hij drommelsch gauw op den grond komen,
anders is hij te laat, want:
Hallo, hallo, Leiden is door de „Uiver"
gepasseerd, zegt de loudspeaker. Hij kan er
direct zijn, nog zelfs voor ik het u gezegd
heben toentoenkwam de meta-
morphose, de groote gedaanteverwisseling van
het publiek
Beneden mij waren geen deftige autoritei
ten, geen ministers, geen admiraals, generaals,
geen schout-bij-nacht, geen burgemeester van
Amsterdam meer. Het waren menschen Ne
derlanders, doodgewone burgers van Holland.
Zij voelden zich geen haar hooger, niets vo:r-
namer, dan hun buren, die voor twee kwartjes
een staanplaats hadden.
Een huivering van ontroering,
een machtig nationaal gevoel breekt zich
taan Er is geen plaats meer voor conventie!
Etikette kan naar den duivel loopen!
Ik zie officieren, die op stoelen klimmen
en op tafeltjes. De „Heldersche Courant" ver
geet zijn waardigheid en gaat tusschen scho
teltjes en bordjes en theekannetjes op zijn tee-
nen staan op gevaar af zijn nek te breken.
Niemand vindt het meer erg. Niemand ziet
het, niemand interesseert zich voor vormen,
conventie. Iedereen kijkt naar de lucht met
vochtige oogen, dan plots verheffen zich tien-
duizende armen. Eén kreet, één machtig ont
zagwekkende kreet scheurt door Schiphol:
„DAAR IS IE!!!"
en dan zie ik hoe allemaal met hun handen
zwaaien hoor ik hoe kelen zich schor
schreeuwen: „hoera!" „hoera!" „hoezee" „hoe
zee!"
Op de tribunes, bij de deftige autoriteiten
zwaait en juicht men ai de menschen op den
dijk, die geen stuiver bezitten.
Nederland juicht.
De Nederlandsche Leeuw is ontwaakt de
Nederlandsche leeuw brult machtig gewel
dig en ontzagwekkend!
De Nederlandsche Leeuw!
Wie kan hem weerstaan in deze grootheid
in zijn kracht? Deze spontane huldiging
van deze vier vredesluchthelden was waar
lijk indrukwekkend.
Daar is ie Hoera Hoera!
Vlaggen zwaaien, handen wuiven Hoera.
Welkom jongens, welkom in Nederland. Wel
kom in ons nest. Tranen van ontroering zie
ik in veler oogen.
Een eereronde over het terrein wordt nu
gevlogen. Sierlijk zweeft de Uiver als een
schitterende zilveren vogel over Schiphol, als-
ie zich wendt, glinstert 't zilver van zijn huid
in 't gouden zonlicht.
Ik weet niet meer wat ik doe. Mijn plicht
Onze burgemeester overhandigt
aan de bemanning de groote
zilveren medaille van de ge'
meente.
Uit het tweede gedeelte van het raadsver-
slag in het nummer van heden zal de lezer
hebben gezien, dat de raadsvergadering werd
gepresideerd door wethouder De Boer als loco
burgemeester. De reden van de afwezigheid
van Burgemeester Driessen was, dat deze het
gemeentebesuur vertegenwoordigde bij de aan
komst van de „Uiver" en deelgenomen heeft
aan het officieel diner, ter eere der beman
ning gegeven. Tevens heeft onze Burgemees
ter aan elk lid der bemanning, namens het
Heldersche gemeentebestuur, de groote zilve
ren medaille van de gemeente overhandigd,
Deze medaille draagt aan de voorzijde bet
wapen der gemeente; aan de achterzijde ia
zjj voorzien van het volgend inschrift: „Hul
deblijk van het gemeentebestuur van Dea
Helder aan de bemanning van de „Uiver".
Is te telefoneeren naar de Heldersche krant,
dat de Uiver er is, dat de vlag uit moet.
Maar ik kén niet, als gefascineerd kijk ik,
kijken duizenden honderdduizenden men-
schenoogen naar de wonderlijke vogel, die in
luttele uren over drie werelddeelen vloog,
maar al zie ik de officieren achter nog. Ik
heb dienst, moet iets presteeren doe je
plicht snel flitst het door mij heen:
Den Helder moet 't weten
Ik hol naar de telefoon. 50 Den Helder, juf,
als de drommel, zeg ik. In twee seconden
héb ik Den Helder. Hij is er! gilde ik. Be
vlag uit. De Uiver zit op den grond! Ik gooi
do haak op 't toestel en uiver weer naar bovea
Gelukkig, ik heb in dit moment niets ver
zuimd.
De bemanning klimt uit het toestel. Schoon
en sierlik staat het op het groene veld. Gigan
tisch door zijn breede zware vleugels.
Nu gaat iets onbeschrijfelijks indrukwek
kends gebeuren.
Wij hebben geen Are de Triumph, geen
Brandenburger Thor, geen Sieges allee. Hoeft
niet! Wij hebben- iets grooters, iets mooiers,
iets verheveners! Wij kunnen helden eeren op
de „verheven" lage landen van Nederland.
Niet door een eerepoort trekken die mannen,
maar langs een eenvoudige witte streep. Op
het groene gras daar rolt nu de „Uiver" lang
zaam voort. Langs alle rangen. Vlaggen en
hoeden en handen zwaaien. De luchthelden
glimlachen vroolijk, joviaal.
Dan komt
het groote, meest ontroerende
moment,
het meest verhevene van den dag! Ik zie vier
vrouwen over het veld gaan. Eén herken ik,
het is de vrouw van Prins. Een oogenblik
it»tor drauw mannen, die Alburv over
leefden, wat hun het dierbaarst is op aarde
aan het hart.
Hier heeft de krant te zwijgen
Kleine kinderstemmetjes klinken helder op,
vroolijk begroeten zij vader Parmentier. Daar
komen zij ons voorbijWij zijn niet brutaal
genoeg er heen te gaan, hun nu iets te vragen.
Wij hoeven niet te vragen. Over het gezicht
van mevrouw Prins, dat vanmorgen nog zoo
zorgelijk keek, ligt nu één blijde lach
Maar plots staan allen weer als verstramd;
de muziek zet het Wilhelmus in. Het oude lied
wordt door allen meegezongen
Minister Kalff spreekt namens de
regeering.
Een vlucht van nationale beteekenis.
Dan neemt de minister van Waterstaat, ir.
J. Kalf fhet woord om namens de Regeering
het viermanschap o.a. als volgt toe te spreken.
Spr. roept dan aan de bemanning van de
Uiver een hartelijk welkom toe bij haar terug
keer in het vaderland.
Maar niet alleen uit naam van de regeering;
ik weet te spreken namens geheel ons volk.
Geheel Nederland heeft U met geestdrift
gevolgd op Uw vlucht.
Het gevoel van geestdrift over Uw over
winning was zoo overheerschend, dat dit aan
andere gevoelens geen plaats liet, Gevoelens,
die, nu gij weer voor ons staat, zich naar
voren dringen, allereerst dat van dankbaarheid
voor uw behouden thuiskomst.
Ik weet dat menschenverdienste nooit verder
reikt dan het met zijn geheele persoon zich
inzetten om alle mogelijkheden, die in hem
zijn gelegd, in dienst te stellen van zijn taak
Maar dat is dan ook ook door u ten volle
gedaan. Beloond zijt gij met een veilig, ge
slaagde landing en met de hulpvaardigheid
van velen, aan wie ik hier dank en lof breng
en die u in staat heeft gesteld uw vlucht zoo
spoedig mogelijk voort te zetten.
Ik breng u hier mijn oprechte hulde voor
alles wat door u is verricht.
Er zijn er in ons land duizenden, die in dezen
zwaren tijd ook hun stikdonkere nachten
hebben, waarin het is alsof alle elementen zich
tegen hen keeren en veilig landen uitgesloten
lijkt. Mogen zij zich sterken aan uw voorbeeld
van uithoudingsvermogen en moge ook hun
de hulpvaardigheid niet worden onthouden.
Mijne heeren. Bij uw aanbomst te Melbourne
is aan u het bewijs gegeven van de waardee
ring van H. M. de Koningin en haar regeering
over de wijze, waarop gij den naam van Ne
derland in de luchtvaart hebt hooggehouden
en bevestigd. Duizenden staan gereed u daar
voor te huldigen en te danken.
Deze vlucht krijgt nationale beteekenis. Niet
alleen om de bezieling, die van haar uitgaat
en onzen weerstand verhoogt, maar meer nog
omdat zjj heeft geopenbaard hoe in ons volk,
misschien meer dan het zich bewust is, leeft
het nationale besef, dat ons allen samenbindt
en de zekerheid vormt voor het behoud en de
eenheid van ons Vaderland.
liede van burgemeester De Vlugt.
De bemanning van de „Uiver" on
derscheiden met de zilveren medaille
van de stad Amsterdam.
Burgemeester dr. W. de Vlugt herinnerde
o.a. aan het meeleven van ons volk. ontstaan
zoodra vaststond, dat de K.L.M. aan de race
Londen—Melbourne zou deelnemen.
Voor geheel Nederland is de behouden
terugkomst van de Uiver een feest, maar
voor Amsterdam is zij dat wel in het bijzon
der. Want de Amsterdamsche luchtvaarthaven