ZATERDAG 29 DECEMBER 1934 'T JUTTERTJE Hoe ondeugende door een auto oLa'~t lp} vO/Og; overreden werd en zijn been brak door VYEL DLAWNURG i Beste jongens en meisjes. Nog een paar dagen, nog wat uren die je tellen kan,-'dan heeft het oude jaar af gedaan, dan staat er een nieuw jaar voor de deur, dan luiden de klokken, dan knal len de schoten, dan steken de mensen elkaar de hand toe en zeggen: „Veel heil en zegen ih het nieuwe jaar!" 1934 is voorbij, voor altijd. Maar vóórdat het afge sloten wordt kijk je nog even terug. Wel, ik dénk, dat er voor jullie niet veel anders dan prettige herinneringen zijn. Als je gróter wordt, dan wordt dat wel eens an ders, maar jullie hebben een fijne zomer- vacantie gehad en je hebt natuurlijk heer lijk geravot én gestoeid, je hebt mooie boe ken gelezen, je hebt nooit ruzie gezocht met je broertje of zusje, je was natuurlijk altijd gehoorzaam voor vader en moeder, je kwam mét prachtige rapporten thuis... Óf?? was het anders, mopperde je als moeder je riep om een boodschap of om haar even te helpen, krabde je je broertje of sloeg je je zusje als het niet ging zoals je wilde? Liep je vaak met een gezicht rond als drie dagen slecht weer en kreeg je vieren op je rapport? Als dat zo is, erken dat vandaag dan eens eerlijk en pro beer eveneens eerlijk dat eens anders te doen. Je zal zien, dat je later wat een spijt er van hebt als je nu niet je best hebt ge daan, als je nu niet gehoorzaam bent ge weest. Kom, we gaan een nieuw jaar be ginnen straks, laat er eens wat nieuws in je leven komen. Hier, jongens en meisjes, als ik honderd handen had, dan stak ik ze alle honderd geluk wens ik jullie in het nieuwe jaar, naar jullie uit en ik zou zeggen: „Heel veel heel veel blijdschap, heel veel pleizier in je werk en bh je spel, heel veel zon in je zomervacanties en ijs en sneeuw in je win terse vrije dagen." Hè ja, dat moest alles in vervulling gaan, en als dat niet gebeurt, denk er dan aan, dat een eik alleen in den storm groeit en sterk wordt, ik bedoel, dat sterke jongens en meisjes, niet altijd alles voor de wind gaat. Ik zou doorbabbelen en straks niet jullie briefjes kunnen beantwoorden en dan zou ik zelf het jaar slecht afsluiten. Vandaag krijgen allen een antwoord, hoor. Gelukkig dat de vacantie zo in jullie hoofd heeft ge zeten en dat één van de raadsels zoveel moeilijkheden opleverde, dat er geen stroom correspondentie is losgekomen. Dat komt goed uit, want de laatste dagen van het jaar kan je bij de krant zowat geen tijd vinden om adem te halen. Het wekelijks boek is gewonnen door: Zus Wilckens, Koekoekstraat 22. En de extra prijs, die eens per 3 maanden toegekend wordt, aan het andere vriendin netje, dat met Zus de enigste was, die de oplossingen goed had: Fransje van Engel, Kanaalweg. En nu de briefjes: Gerarda v. Os, Paterson N.J. (Amerika). Dat was een verrassing als bloemen in den winter, Gerarda, die poëtische gelukwens voor een gelukkig Kerstfeest en Nieuw jaar. Hartelijk dank er voor. Het doet goed als je vriendelijke waardering merkt voor je werk. Ik breng van hieruit, uit het oude moederland, dat toch blijft trekken, mijn beste wensen voor 1935 over. Moge het je veel zon en vreugde geven. Gerda Groote. Dank je wel voor je goe de wensen, Gerda en voor die „hoop olie bollen", die je me toedenkt. Nu, ik zal ver moedelijk wel aan die oliebollen toekomen, maar of het er „een hoop" zullen zijn, be twijfel ik, ik zou bang zijn, dat ik het nieuwe jaar met buikpijn begon. Jan Kooyman, Kelns, bjj Schagen. Nee. Jan, ik ben geen Fries, maar een rasechte Jutter, hoor, dat is te zeggen, m'n vader komt uit Friesland en m'n moeder uit Zee land, dus je had wel een klein beetje gelijk toen je me Fries bloed toedacht. Ik breng hier je gelukwens over aan alle vriendjes, die met jou deze zomer onze Texelse kam- peertocht hebben gemaakt. Ik zie wel, dat je hem nog niet vergeten bent. Nu, ik ook niet, hoor- Geertje Putting. Fijn waren dé Kerst dagen, hé, Geertje, je merkt ternauwer nood, dat de lucht er zo grommig uitzag. Bij de kerstboom was het alles licht en dan de verhalen en de verrassingen. Ja, 't is wel een feest, dat ieder jaar weer nieuw is en nieuwe vreugde geeft. Bertha en Piet Hendrikse. Bijna geen briefje van jullie en toch nog een briefje van mij. Is dat geen verrassing Dat komt omdat ik het oude jaar natuurlijk nog goed wil eindigen. Dag hoor. Ne! Buisman, Den Haag. Misschien stuurt je moeder je 't Juttertje op, Nel, en dan zie je wel, dat ik heel deftig m'n briefje richt aan je Haagse adres. Wat zal je het fijn hebben daar in de stad van de Koningin, natuurlijk ben je al eens langs het Noordeinde gewandeld en heb je de prachtige winkelstraten gezien, met zoveel licht, alsof de winkeliers het gratis krijgen- Nog heel veel pleizier, hoor en een fijne oudejaarsavond en gelukkig nieuwjaar. Marie Leys, Botterdam. Ja, dat zijn droevige feestdagen geweest voor de fa milieleden van de „Uiver"-bemanning, Ma rie, en ik kan me begrijpen, dat het jou zoveel meer getroffen heeft dan andere kinderen van jouw leeftijd, omdat je zulke prettige herinneringen juist aan dit vlieg tuig had. Het was immers de aanleiding tot je eerste luchttocht. Ja, hier kunnen mensen moeilijk troosten. Heb je een fijn Kerstfeest gehad Schrijf me het volgende week eens. Wij hadden het fijn met de kinderen van de Zondagsschool. Zus Wilckens. Dank je wel, Zus, voor je felicitatie, met Tjibbe z'n verjaardag. Je bent net een dag te vroeg, want morgen wordt hij 5. Hij is onze „oudste jongen". Kleine Jaap moet nog twee worden. Ja, wij hadden ook een Kerstboom en de kinderen vonden het prachtig, 's Morgens vroeg, toen ze nog boven waren, heb ik alle kaars jes aangestoken en toen had je die ver baasde gezichten eens moeten zien. Ik hoop, dat je wens voor een gelukkig nieuwjaar in vervulüpg gaat. Fijn dat je een boek hebt gewonnen, hé? Fransje v. Engel. Jij hebt geluk. Fransje, bij het raadsel-oplossen met Zus Wilckens was je de enigste, die de raadsels goed had cn omdat hef juist de laatste week van het jaar is en er dus een extra boel: verloot wordt, ben jij de gelukkige tweede. Nu, jongens en meisjes, tot volgende week. Jullie mogen me dan ook weer alie- maal schrijven. Er zijn nog een paar oplossingen en brief jes nagekomen. Als het vandaag niet het laatste Juttertje van het Oude jaar was, ik geloof, dat ik ze niet meer zou beantwoor den, maar nu wil ik jullie niet teleurstel len, dus schrijf ik hier nog een paar regels. Maar denkt er om, Woensdagavond voor zes uur moeten de oplossingen op kantoor zijn. Daar is dan in de eerste plaats: Marietje van Horik. Ja, eigenlijk had ik jouw briefje niet graag gemist, Marie, want jfj stuurde mij zoo'n alleraardigst rijmpje en dat lezen de kinderen en de grote men sen altijd graag, zie je. Hier volgt je rijmp je dus: Lange Piet en dikke Daan Zouden eens uit rijden gaan Jongens, Jongens wat een pret Gauw je hoed maar opgezet, En je jas maar aangedaan, Heerlijk rijden door de laan! Hei koetsier, een beetje vlug We hebben het windje in de rug. 't Zweepje knalt en op 'n draf Rijden ze de laanweg af! Bloemen! hei! mos! waar je ziet Dat is v/at voor Daan en Piet Plukken plukken! plukken maar! Piet trekt Daantje aan zijn haar Louter vreugde, anders niet, Uitgelaten is die Plet! Jansje en Netöe Lap, Den Hoorn (T.) De eenigste Texelse vriendinnetjes waren jul lie vandaag, Jansje en Nettie, de andej-en hebben het allemaal zeker te druk gehad, of konden de oplossing niet vinden. En jul lie hadden de raadsels ook nog goed, wat jammer, dat ze niet op tjjd waren, dan had je een grote kans gemaakt voor het winnen van het boek. Nu was het reeds toegewe zen. Stoffel Kr\jnen. Dat is jammer, Stoffel, dat je nu niet naar Rotterdam gegaan bent, maar je moet maar zo denken, wat in een goed vat is verzuurd niet en misschien dat je nu de zomer-vacantie mag en dan is het nog fijner, want dan zijn er weer de lange dagen. Dank je voor je goede wensen, hoor. Wat een leuk postpapier had je. Kindervriend. Wimpie j/-T| i Wimpie blijft volhouden, dat-ie onder een auto heeft gelegen. (Slot). Luid door elkaar schreeuwend, in grote spanning, met angstig kloppend hart za- gen de Maastrichtenaren, hoe het water zich ook boven Wimpie sloot. Seconden die uren schenen, verliepen. Maar plotseling j steeg er een luid gejubel op. Wimpie, de Helderse dijkzwemmer, kwam met het zwerverskind boven, en zwom behoedzaam, met de stroom medrijvend voort. En toch zag men, dat er iets met den redder niet in orde was. Want zijn gezicht was pijn lijk vertrokken en zijn beenslag niet krach tig. Hij houdt het niet, riep Nocy, de boeienkoning, met grote angst in zijn stem. Er is iets met Wimpie gebeurd. O. als ik maar zwemmen kon, Help! Help! Wimpie houdt het niet, beiden verdrinken! Iedereen zag het, vlugge hulp was hier nodig, en die kwam. Plotseling sprong een man op de leuning van de brug, snel wierp hjj zijn jasje uit: Jongen in het water! Zowaar als ik Vluggen heet, het is een Helderse jongen. Wacht even, Vluggen, laat geen Jutter in de steek. Rang! met één sprong duikt nu no. 3 in de Maas. Het is een beste zwemmer. Met krachtige sla gen zwemt hij naar het tweetal toe. Net op tijd, want juist op het moment, dat Wimpie, geheel uitgeput, in de diepte dreigt weg te zinken, grijpt hij de twee jongens en weet ze aan den wal te krijgen. Pik hem het eerst op, zei Wimpie, op den bewustelozen Jonnie wijzend. Jonnie is van zijn stokkie gevallen. Die is buiten westen! En ik geloof, dat ik onder de boog van een brug tegen een uitstekende steen met mijn pootje gevallen ben. Ik hoorde juist een zware auto over de brug rijden. Ik heb dus een hele auto over me heen gehad, poogde hij nog te schertsen. Onder de wielen gelegen, en daardoor heb ik mijn voet gebroken. Behoedzaam en voorzichtig werd Wimpie op de kade gelegd. Een flinke jongen is het, zei Vluggen. Hij is leelijk op een steen te recht gekomen en maakt nog grapjes dat 't een auto was, maar hij kon niet meer voort. Zijn linkerbeen lijkt wel gebroken, en toch was hij moedig en liet zijn kame raadje niet in de steek. Wimpie probeerde te glimlachen. Hjj wees nog op zijn kame raadje, op het zwerverskind. Help Jonnie eerst, zei hij, op deze wijzende. Toen pas verloor ook hij het bewustzijn. In het grote Calvarie-ziekenhuis in Maas tricht lagen enkele uren later Wimpie en Jonnie in de grote zaal. Het zwerverskind keek dankbaar naar zijn redder. De kleine Cleopatra zat tusschen beiden in, en glim lachte blij tegen de patiënten. Wimpie's been was gezet, maar het zou nog weken duren, voor hjj uit het ziekenhuis zou wor den ontslagen. Rustig en vriendelijk liepen de nonnen door de grote zalen, tegen alle patiënten een vriendelijk en opbeurend woord sprekend. Ik kende je direct, zei Vluggen, ik lees ook de Helderse krant, ben er abonné op, ik wist dat je op weg was naar Maas tricht. Ik ben agent van politie in Den de dampen aangedaan, door op de Helderse Helder geweest, en je hebt me vaak genoeg straten te voetballen. Maar toen ik je daar zo zag martelen, dacht ik: Da's een flinke Helderse jongen, een lid van de Dijkzwém- mers gaat nooit verloren, en toen heb ik je met je gebroken pootje opgpikt uit de Maas. Als er niet toevallig een grote verhuis- auto over de brug had gegaan, waar ik onder lag, als die me niet overreden had, had ik 't alleen klaar gespeeld, want op de hoofies heb ik vaak genoeg mjjn pootje ge- stooten aan de steenen zonder te breken, schetste Wimpie maar toch lag er grote dankbaarheid in zijn stem, hij greep de Dank je wel, hoor, zeide Wimpie en de hand van zijn redder en hield die lang vast. kleine Jonnie, het zwerverskind, zei niets, die keek alleen maar erg dankbaar naar zijn kameraadje. Ik zal altijd aan je den ken als mijn enigst vriendje, sprak hij fluisterend Ik zal jullie ook nooit vergeten en als jullie in Den Helder komen, gaan we n)£t_, ons drieën een voorstelling in Kaasieno geven, maar me zin heb ik gehad. Ik heb de Maastrichtse brug gezienen als ik wat in me hofie heb, moet het gebeuren. Tot hiertoe de geschiedenis van Wimpie, later vertel ik jullie nog wel eens hoe het verder met Cleopatra en Jonnie, het zwer verskind, ging. als jullie dit tenminste leuk vinden. UIT HET HOOFD REKENEN? Kun je het niet? Een ezelsbruggetje, waardoor je het wèl kunt. Er zijn maar weinigen, die heel vlug kunnen vermenigvuldigen, en degenen, die dat kunnen, zijn er meestal zo knap in, doordat het bij hun beroep hoort en ze het eiken dag geregeld moeten doen. Kunnen jullie bijv. mij gauw-gauw ver tellen, hoeveel 17 x 11 is? Vast niet! Nu, troost je maar, het is ook niet nodig! Wie niet erg goed uit het hoofd kan rekenen, kan het op een heel makkelijke manier, toch gauw-gauw, zulke productten be rekenen Bijv. 17 x 19- Ik wijs je een manier, waardoor de hele zaak makkelek wordt Maak er eerst 10 X 17 van. Dat kun je toch zeker wel! Vervolgens 9 X Dan weer 10 X 9 en 7 X 9. Je moet dus zowel 17 als 9 met 10 vermenigvuldigen. Je kunt 17 9 26 met 10 vermenigvuldigen, dan heb je als resultaat 260. Nu mag 7 X 9 63 er bijgevoegd, dus 260 63 is 323. Dus nu nog eens in woorden: bjj het eerste getal (17) het laatste cijfer (9) optellen (is 26), een nul er achter (is 260)de eindcijfers 7x9 vermenigvul digen (is 63) en dit bij 260 optellen (323)). Het is voor mensen, die een beetje uit het hoofd kunnen rekenen, helemaal niet zo moeilijk als je zou denken! Wanneer je een paar maal achter elkaar oefent, krijg je er zóó de handigheid van! Hier zijn een paar opgaven, met de oplos singen. 17 x 19 is geljjk aan (opl. 17 9 is 26; 260 63 is 323). 13 X 18 is geljjk aan (opl. 13 8 is 21; 210 24 is 233). 14 X 19 is geljjk aan (opl. 14 9 is 23; 230 36 is 266). Zie je nu wel, hoe gemakkelijk rekenen eigenlijk is?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 12