iÉ&l iSf!, n (pp A Wi mmmm mwm\ ip^IP PAG. 8 ZATERDAG 29 DECEMBER 1934 firn., wm mok i /JSl illl Uil n v. 'T JUTTERT.lc „Handen op". Het wanhoops-Nieuwjaar. De oplossing van het probleem van Przepiorka is 1 Dc2. Er dreigt nu Dd3 en Pc2f. Na de4: volgt. Pc4; na Tf3 kan ef3:; na Tf2 volgt Pb2 en na Pf5 komt Pfl. De op lossing van het probleem van Segers is 1 Pg6. Er dreigt Pf4f. De interferenties zijn Pb5, Dd5t; Tb5, Dd6fPd4, Te5f Ld4, Df5f. - Het kerstgeschenk van A. C. White bestaat dit jaar uit een verzameling van Finscbe schaakproblemen,hieronder volgt een voorbeeld. Ook het jaarboek van den Nederland- schen Bond van Probleemvrienden verscheen en doet blijken van den toenemenden bloei van dien bond. Belangrijke- artikels van Meurs, van den Berg en Niemeyer doen de waarde er van stijgen. Het adres van den secretaris is: F. W. Nanning, Gerardüslaan 15, Eindhoven.- - E. af Hallström. 2e prijs Helsinski Chess Club 1926. Wit begint en geeft mat in drie zetten. WitKal, De5, Ldl, Pc2 en b6, pi b4, c4, c5 en f4. ZwartKc3, Td3 en d4, Lg3, pi a3 en d2. Tot extra vermaak geven we de lezers het volgende eindspel van Kling en Horwitz Wit: Kc6, Del; Zwart: Ka8, Df5, pi a5 en b5. Wit speelt en wint! Een paar korte en aardige partijtjes van den Hamburger speler Hartlaub. Hartlaub e4 Lc4 Pf3 Pc3 dc3; is al 'vele tèrnpo's 1 2 3 4 5 Zwart f6 niet goed. 6 0-0" 7 Pe5r~ 8 Dh5f 9 Pg6 10 Dh8 11 Lh6 Na De7 volgt Tel. 12 Df8:t 13 Tdl 14 Tel 15 Df7f 16 Td5 17 Te6f Lasker e5 Pf6 Pe4: Pc3 f6 ■achter. c6 <15' g6 hg6: dc4 Le6 Kd7 Ld5 Pa6 Kd6 cd5 Ook iS 1 2 3 4 5 6 Mohr e4 Pf3 Lc4 c3 d4 e5 Hartlaub e5 Pc6 Lc5 Pf6 ed4: Pe4 opgegeven. Na Le3f, Kb5, Db7 :f, is het uit. Beter d5 voor zwart. 7~. Dë2 d5 Beter La5"voor wjt. 8 ed6: ep 0-0 9 dc7 Dd7 10 0-0 -Te8 11 Dd3 Pe5 12 Pe5: Te5: 13 Lf4 Pf2: 14 Tf2: Telt 15 Tfl dc3:t 16 Khl Dd3 17 LO.3 Tfl:f 18 Lfl: cb2: opgegeven. Dr. P. FEENSTRA KUIPER, Alles betreffende deze rubriek te adres- seeren aan: •- G. L. GORTMANS, 7 61 Sinclair Road, Flat 2, Kensington, London W. 14. Vraagstuk voor beginners van I. Weiss, overgenomen niet speciale vergunning van „He,t Dammersweekblad". Nadruk verboden. J*JfiPW SSSSSt S5SSSS n Ti Vraagstuk voor beginners van I. Weiss, overgenomen met speciale vergunning van „Het Dammersweekblad". Nadruk verboden. 1 2 3 4 5 6 16 26 36 46 47 48 49 50 15 25 35 45 Zw. 3 sch.16, 28 en 41. Wit 4 sch.: 26, 37, 46 en 48. Wit speelt en wint. 3 29-24 20X37 4 46—41 37X46 5 38—32 r - 46X29 Slaat 5 witte- schijven. 32, 24, 40,43 en 33, waarna de geslagen stukken van het bord worden genomen en de losse Witte schijf 34 den eindsjag naar 5 uitvoert. Dit is de z.g. Turksche slag. In de N.we Apeldoornsche Courant mer ken wij weder een stand op van den heei C. Koomen, Assendelft, welke door den goeden stand wél tot oplossing verleidt. Zwart 13 sch.8,0.11/13,15,18/21, 23,24. 29. Wit 12 sch.28, 32 34, 36/40, 43, 45, 50. Wit-speelt en wint. Zw. 3 ,sch..: 7, 9 en 33. Wit 3 sch,: 17, 32, 48. Wit speelt en dwingt de remise af. Oplossing Zwart: 4, 6, 8/10, 13, 16, 18, 22, 26 28. Wit29, 31, 33. 34, 46/41, 43, 46. Kan wit ongestraft de opsluiting ver breken door 37X32 te spélen 1 37—32 2 41X21 28X37 16X27 De rest bewaar ik voor den volgenden keer". Was het inderdaad' allëeh gebrek aan plaatsruimte, dat mij toén weerhield? Eigenlijk weet ik het zelf niet. Want die rest-was een aanhaling uit een artikel, dat ik zelf schreef voor een Haagsch blad naar aanleiding van de „Uiver"-huldiging. En nu, slechts een week later, is er een diepe weemoed, alleen al bij de gedachte daaraan. Toch is er ook hier, bij dit schrijnende leed, iets van troost: Zij, die heengingen, vielen in de poging, menschen en volken overbruggen. Zij wijdden hun leven eraan, nadet tot elkaar te brengen, afstanden te nieuwe wegen te banen, hoog boven aard sche hindernissen, door een gebied, dat aan allen in gelijke mate toebehoort. Een ge bied, waar geen grenzen te trekken zijn dat zich noch nu, noch ooit, in ongelijke hoeveelheden zal laten verdeelen. Het beroep stempelt den mensch! Zoo ooit, dan moet dit gelden voor luchtvaar- ders. Vastberadenheid, het vele zijn in de hoogte, de Vérziende blik, het zijn wel fac- törettr die den mensch een stempel, een goed stempel -moeten geven. Thea Rasche, de bekende Duitsche vlieg- ster, zei eens: „Zou de geest van goede kameraadschap zoo sterk zijn onder vlie gers, omdat zij geen grenzen zien?" Hoe goed kan ik dit begrijpen! Ik denk terug aan mijn eersten vliegtocht, eenige jaren geleden. Op een stralenden zomerdag gaf een rank, militair vliegtuigje mij m'n luchtdoop. Geen geriefelijke cabine, alles open! Door de schroef opgejaagde stofwol ken sloegen in mijn gezicht bij de schok kende en stootende start over het vlieg veld. Opeens: los! De aarde zonk weg. Links en rechts niets meër dan de groote, rustige draagvlakken en verder boven en om mij de ruimte, de wijde, oneindige ruim te. Onder mij: de aarde. Maar wélke aar de? Hoe anders, dan ik haar tot dusver kende! Zóó klein, huizen, dorpen, steden, spoortreinen! Mensohen te nietig om te onderscheiden! Hoe kan-er in dat kleine wereldje plaats zijn,, voor vaak zóóveel moeilijkheden, spanningen en Strijd! Het was, alsof de aardsche dingen opeens tot hun ware grootte, d.w.z. kleinheid werdén teruggebracht. Bij een blik uit- de hoogte kan veel, waar wij ons druk om maken, plotseling zoo onbeduidend lijken. Grootere lijnen vragen onze aandacht, nooit ver moede horizonnen doemen op. Half lachend wendde de piloot zich om: „Angst?." „Angst? - Neen, géén moment!" De nieuwe indruk liet geen plaats voor angst! (Die ik toch heusbh wel' ken, b.v. in tunnels, grotten, overal, waar aarde en duisternis beklemmend kunnen zijn). Maar dit was een bevrijding. Het-deed me denken aan wat Jan Ligthart schreef over een zeerèis: „Ik had altijd gedacht, dat ik me midden op zee op zoo'n klein schip, onrustig en unheimisch zou- voelen. Dat- nare idee, dat je feitelijk opgesloten bent binnen nauwe grenzen, dat je nergens een uitweg hebt naar de ruimte op. En zie nu, 't was precies omgekeerd. Maar zelden voelde ik me zoo gelukkig, zoo Vrij, zoo ruim als juist in dit begrensde plekje. De gebondenheid was vrijheid, de engte ruimte. In plaats van onrustig, voelde ik m? kalm, op mijn ge mak." Het eenige verschil was, dat ik er ook nog de hoogte bij had. En hoe goed is het, eens in.de hoogte te Zijn! Het doet ons ver over de eigen grenzen heenzien in andere onbekende gebieden. Het geeft ons een blik op het geheel als onverbreekbare eenheid. En het wekt het verlangen, nieuwe wegen te helpen banen, om die eenheid voor ieder een waarneembaar te maken. En bovenal, het laat ons de dingen en verhoudingen op de aarde in geheel andere proporties zien; Nog maar enkele weken geleden zag uj de prachtige Douglas in groote bogen eni sierlijke wendingen boven onze stad. het3 luchtiuim doorklieven. Toen dacht ik „Omdat hij de juiste hoogte weet té hout den, gaat dit met zooveel gemak. Immers: hoe lager bij den grond, heo grooter het gevaar voor botsingen!" W(j kunen veel leeren van onze lucht, helden! '.Tv£ Ook toont de verbijsterend snelle 0n).. wikkeling van de luchtvaart ons, hoe vlug soms het oude moet wijken voor het nieuwe Als het in dit tempo voortgaat, zal de tegenwoordige jeugd zich over een: halve eeuw in omstandigheden geplaatst zien waar wij ons zelfs bij benadering nog geen voorstelling van kunnen maken. Nog g^. tere snelheden, nog grootere mogelijkheden tot rechtstreeksche verbinding met alle deelen der aarde, kortom: steeds meer uit- groeien tot eenheid. Als we het zóó zien, kunnen we niet meer anders doen dan ieder op eigen wijze meehelpen aan de voorbereiding van het nieuwe, dat komt. jè Nieuwe wegen helpen banen naar een ver, nog niet voor iedereen zichtbaar doel! Is dat niet geheel in den geest van hen, die het werk niet konden voltooien? Misschien zijn er nog, die vragen: „Heeft dit alles wel eenig verband met Esperan- to?" Er is maar één antwoord: „Niet eenig, - maar héél veel en rechtstreeks!"', geer niet Een goed verstaander heeft maar een half woord noodig! 11 .Wat 1935 aangaat! Ik geloof, dat-ik nie»—- mand beter kan wenschen, dan de moge lijkheid, de dingen af en toe eens vanuit de hoogte te zien! Gaat het niet met een vliegmachine, waar misschien ook lang niet iedereen op gesteld is, welnu, dan kan het ook wel op een andere manier! Maar dén zal het nieuwe jaar, zoo niet heelemaal gelukkig, toch zeker zijn gelukkige mo menten hebben! MOLLY KEISER, 2e Schuytstraat 155, Den Haag. Oplossing „Handen op toen hij schreewde: „Handen-op!"» de man, die vlak onder de lamp stond, aan dat bevel voldeed en meteen met de fles, die hij in zijn hand hield, de lamp kapot sloeg, zodat het licht uitging en het opeens pikdonkere nacht werd Anno Domini 999 een merkwaardig jaar! Het .merkwaardigste en -fantastisefee-*» Nieuwjaarsfeest ter wereld was. zonder twijfel datgene van het jaar 9991000 Van dit tijdstip af verwachten de Chris tenen namelijk het Duizendjarige Rijk, waarvan bv. Johannes in zijn Openbaringen schrijft: „En als er 1000 jaren verloopen zijn, zal Satanas zich losrukken en uit de gevangenissenEn overal zag men het einde van 999 met schrik en angst te- gemoet. Profeten trokken rond en predik ten boete en inkeer, van midden-December af verkeerde de wereld in een paniek en doodsangst, die tot de verschrikkelijkste ter wereld behoort! Kometen en vallende sterren deden de rest om een massasug- gestie in het leven te roepen, die-den waan zin nabij kwam. De meeste boeren hadden reeds in den herfst niets meer besteld, geen zaad, geen gereedschap... Men zag den dag van den wereldondergang, van het jongste gericht beangstigend naderbij komen. Alle„„_ aardsche ijdelheid was weggevaagd, alle - handel en wandel was overbodig, zelfs de loopende staatszaken bleven onafgedaan! De ontzetting sloeg weldra om in razernij... de ascetische eischen van de priesters gin gen iederen menschelijken norm te boven,, men zag Zich reeds reddeloos verdoemd in hel en vagevuur en een toomeloos ver langen om de laatste oogenblikken in ge not te zwelgen, dreef de Menschheid tot een roes, een waanzinnigen roes. Enkele verstandigen, waaronder Paus Sy-lvester, trachtten de losgebroken Menschheid le' kalmeeren tevergeefs! Misdadigers wer den vrjjgeiaten, alle gevangenissen stonden open, de laatste dag van 999 was ver vuld van smeekgébeden en het gehuil der dronken burgers. Alle dieren liet men vrij en in de velden renden paarden, koeien en schapen door elkaar. Toen dan Nieuw jaarsdag aanbrak, rustig en kalm en er niet gebeurde van het ontzettende, dat men zich had voorgesteld, toen de zon liefelijk over het landschap straalde, kwam de Menschheid weer tot zichzelf, viel elkaar in de armen en dankte God. Vanaf dien dag bleef Nieuwjaar een bijzonder feest!.».

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1934 | | pagina 14